Categorie archief: Nutteloze kennis

Nobelprijzen

De Nobelprijs voor Scheikunde is dit jaar gewonnen door twee vrouwen. De Amerikaanse Jennifer Doudna en de Française Emmanuelle Charpentier delen de Nobelprijs voor hun werk op het gebied van Crispr-Cas. Dat is geen nieuw merk chips maar is iets waarmee je DNA kan wijzigen.  Zie hier.

Ze zijn niet de eerste vrouwen die de Nobelprijs voor Scheikunde wonnen. Marie Skłodowskaja-Curie, beter bekend als Madam Curie, ging de dames al in 1911 voor. Het was de tweede keer dat ze een Nobelprijs won. In 1904 won ze die al voor Natuurkunde, samen met haar man Pierre Curie (overleden in 1906) en Henri Becquerel.

0000000 1233 madam curien

Madam Curie in 1911.

Marie Skłodowskaja-Curie overleed in 1934. Ze maakte het daardoor net niet mee dat haar dochter Irène Joliot-Curie (1897-1956) samen met haar man Frédéric Joliot ook een Nobelprijs voor de Scheikunde won. En als we toch even in de familie blijven, haar andere dochter  Ève Curie Labouisse was getrouwd met Henry Labouisse. Deze ontving in 1965 als directeur van UNICEF een Nobelprijs voor de Vrede. Er moet bij de familie Curie ergens nog een laatje liggen met wat Nobelprijzen er in.

Naar aanleiding van de toekenning van de Nobelprijs aan de twee vrouwen twitterde Dolf Jansen: “Ja, als vrouwen nu ook al de #nobelprijs voor scheikunde gaan winnen is onze tijd als mannen met enig nut op deze aarde echt wel zo’n beetje voorbij denk ik..

Dat lokte uiteraard de nodige reacties uit.

0000000 1233 dolf janssen

Zoals u kunt zien heb ik ter verdediging van de man ook gemeend een duit in het zakje te moeten doen.  (De afstandsbediening was de eerste belangrijke uitvinding gedaan door een man die mij te binnen schoot.)

0000000 1233 afstandsbedieningYou can also shut off long annoying commercials while pictures remains on screen!”

Degene die in 1955 de afstandsbediening uitvond was Eugene Polley. Hij overleed in 2012. Hij heeft voor zijn uitvinding nooit de Nobelprijs gekregen. Een grote omissie van het Nobelprijs-comité vind ik.

Gemiste nieuwsberichten

Omdat ik bezig was met mijn serie over het werken bij de PTT / KPN,  heb ik een aantal actuele nieuwsberichten noodgedwongen even links moeten laten liggen. Maar zoals Wim de Bie – die van Koot en Bie; is het een teken des tijds, dat ik dit er bij zeg? – al eens zei: “Wie het heden beoordeelt, moet over voldoende verleden beschikken.” Dus af en toe ruimte voor het verleden moet kunnen.

Enfin, ik zal u even bijpraten, over naar het heden dus. De kermissen mogen weer open, maar dat leidde her en der tot problemen. Zo verhaalde ‘De Telegraaf’ vorige week over “een grimmige sfeer” op de kermis in Zevenaar. De kermis moest zelfs worden stilgelegd. Een teken des tijds. Een zekere Yorin twitterde naar aanleiding van het bericht van ‘De Telegraaf’ “Als bejaarden al met geweren gaan rondlopen op de kermis, dan weet je dat het goed mis is. Geen woorden voor. Waar gaat het heen met deze maatschappij.”

00000 0 1

Tja, waar het gaat heen met onze maatschappij. Overal protesten: boeren met tractors,  bejaarden met geweren en mensen met viruswaanzin. Die laatste groep protesteerde vorige week tegen de media die hen niet goed zouden informeren. Ze stonden echter bij het verkeerde gebouw.

00000 0 3

Om zo iets moet ik vreselijk hard lachen. Zeker toen ik las dat hun voorman, dansleraar Willem Engel, op zijn Facebook-pagina klaagde dat er opvallend veel politiemensen aanwezig waren.

00000 0 2

Ook wordt er in diverse landen weer volop gevoetbald. Weliswaar zonder publiek op de tribunes, maar het geluid van supporters mis je op tv niet, want dat wordt door middel van een geluidsband toegevoegd. Doet me erg denken aan die komedies op tv van vroeger met zo’n lachband er bij.

Lionel Messi maakte ondertussen zijn 700-ste doelpunt.  Het blad Goal liet in een twitterbericht zien, tegen welke clubs hij allemaal had gescoord en hoe vaak.

00000 05

Een fan van mijn clubje (Kowet) merkte fijntjes op dat hij nog nooit tegen ons had gescoord.

00000 04

Er zijn ook serieuze zaken te melden. Zo ontdekten wetenschappers in een sterrenstelsel een zwart gat, J2157 geheten, dat elke dag een ster “oppeuzelt”.  Het bericht verscheen in het Monthly Notices of the Royal Astronomical Society van 30 juni 2020.

Wetenschappelijk gezien ging het artikel een beetje boven mijn pet:

00000 0 7

En dit was nog maar de samenvatting! Gelukkig wist Nu.nl het verhaal te vertalen in een iets leesbaarder stuk.

00000 0 5

Ik vind het maar eng idee, zo’n zwart gat dat elk dag een ster opslokt. Weliswaar bevindt dit sterrenstelsel zich ‘far, far, away’, maar ook in het centrum van ons sterrenstelsel, de Melkweg, bevindt zich een zwart gat (Sagittarius A*). Stel je eens voor dat die opeens ook als een Holle Bolle Gijs (Hij kon schrokken, grote brokken ….) sterren gaat opeten.

En zeg nou niet dat dit niet gebeurt. Ruim 130 jaar geleden verdween er ook al een keer van de ene op de andere dag een ster, wat bij toeval werd vastgelegd door onze landgenoot Vincent van Gogh. Vergelijk maar eens zijn twee beroemde ‘Sterrennacht’-schilderijen die hij in juni 1889 schilderde. Duidelijk te zien is dat er op de tweede versie een ster ontbreekt.

000 a sterrennachtDe eerste versie van Vincent van Gogh

000 a sterrennacht 3En de tweede versie, een paar dagen later geschilderd.

Ik heb voor uw gemak (delen van ) de twee schilderijen even naast elkaar gezet. Ziet u de missende ster? (Uiteraard niet in het plaatje rechts, want daar ontbreekt hij.)

00000 0 11

Maar ach, laten we niet somberen. Immers ’s nachts een ster, overdag een zon.

 

Het regent pijpestelen

We wonen vlakbij zee. Dat heeft voor- en nadelen. Eén van de nadelen is dat als het regent, het water weer snel terug is in de zee, waar het dan weer direct als wolk op kan stijgen. Even later regent het dan weer.

Gisterenmiddag regende het hier zelfs een tijdje lang  pijpestelen. (Officieel schrijf je dat woord met een tussen-n: ‘pijpenstelen’  dus, maar het is een oude uitdrukking en daarom mag het ook zonder tussen-n.)

Ik ging opeens over die uitdrukking nadenken en zag toen in eerste instantie allemaal omlaag vallende pijpenstelen voor me. Maar aangezien de regen geen pijp is – zoals René Magritte zou zeggen –  moet er een andere verklaring voor deze uitdrukking zijn.

De site van Onzetaal.nl bood zoals gewoonlijk uitkomst. Zie hier de verklaring.

pijpenstelen

‘Het regent pijpestelen’ wil dus eigenlijk zeggen dat de regen in lange, dunne stralen naar beneden komt, aldus de verklaring. In het bijzonder moesten we denken aan de steel van een Goudse pijp.

Uiteraard had ik geen flauw idee hoe een Goudse pijp er uitzag. U vermoedelijk ook niet, dus dat heb ik even voor u opgezocht. Zie hier iemand op een schilderij van Gerrit Dou uit 1650 een Goudse pijp roken.

pijp

‘Onze taal’ heeft niet alleen een site (die uiteraard over taal gaat) maar ze zijn ook actief op twitter waar ze wel eens nieuwsberichten plaatsen waar sprake is van een opvallend taalgebruik dan wel een opvallende combinatie van taal en beeld, zoals een nieuwsbericht van RTL over een verkeersongeval waarbij een fietser gewond raakte en de automobilist door reed.

Nu is zo’n verkeersongeluk natuurlijk verschrikkelijk en het is helemaal erg dat de automobilist is doorgereden – ik mag hopen dat ze hem/haar snel te pakken krijgen – maar ik moest net zoals Onze Taal toch lachen om de ongelukkige combinatie van foto en tekst ‘Politie zoekt kleine grijze auto‘ bij het bericht.

kleine auto

 

 

 

Het Nationale Songfestival van 1975

Nog even wat nutteloze informatie over het Songfestival. Dat Teach In 44 jaar geleden het Eurovisie Songfestival won met Ding-A-Dong en daarmee de laatste Nederlandse winnaar voor Duncan Laurence was, weet u ongetwijfeld nu wel, maar wist u ook dat het maar 23 rozen scheelde of niet Teach In maar Albert West had dat jaar op het songfestival Ding-A-Dong gezongen?

0000000000 albert westDe versie van Albert West van Ding-A-Dong. (Op de afbeelding klikken om naar YouTube te gaan.)

Dat zit zo. In 1975, het jaar dat Teach In het Eurovisie Songfestival won, werd drie weken voor festival het Nederlandse Songfestival gehouden. Drie artiesten waren hiervoor uitgenodigd: Debbie, Albert West en Teach In. Van hen was Albert West de bekendste. Hij had als zanger van the Shuffles enkele grote hits gehad, onder andere het fameuze Cha-la-la I need you’, en was daarna succesvol solo gegaan. Teach In, de popgroep uit Enschede, had een jaar eerder een hitje had gehad met  ‘Fly Away‘ en Debbie was een zangeres die door Willem Duys, de presentator van het Nationaal Songfestival, op de volgende opmerkelijke wijze werd aangekondigd:

Debbie, die een jaar of twee, drie geleden plotseling op kwam zetten met Everybody join hands, weet u nog wel, zo’n leuke klapsong, heel merkwaardig stemgeluid, sterk, beetje hezig, heel apart, ze is ook erg lang, ze heeft een heel mooie jurk aan, dat zult u zo meteen wel zien, waar de kleurtjes van regisseur Ordelman mooie dingen mee kunnen doen …”  Ik weet overigens niet of Debbie erg blij was met deze introductie.

Voor het songfestival had iedere Nederlander liedjes mogen inzenden. In totaal waren er 43 liedjes ingestuurd, waar de drie deelnemers er eentje uit mochten kiezen. Uiteraard kozen ze alle drie voor een liedje dat was ingestuurd door één van de ‘usual suspects’, zijnde de vaste componisten en producers van de platenmaatschappijen.

Albert West koos voor het romantische ‘Ik heb geen geld voor de trein’ met daarin onder andere de mooie rijm ‘vermakelijk-  noodzakelijk’. Debbie zong over een circus en Teach In koos voor Ding-A-Dong. Nadat de drie deelnemers hun liedjes hadden gezongen, koos een internationale vakjury bestaande uit een Engelsman, een Amerikaan, een Fransman, een Belg en een Nederlander, het meest kansrijke liedje voor de Europese finale. Spoiler alert: ‘Ding-a-Dong’ won, het kreeg vier stemmen, ‘Ik heb geen geld voor de trein’ één stem, ‘Circus’ moest het doen met de mededeling dat het ook een heel goed liedje was. (Albert West zou later met een Engelse uitvoering van ‘Ik heb geen geld voor de trein’ onder de titel ‘You and me’ nog een bescheiden hit scoren.)

De keuze voor Ding-A-Dong wilde echter nog niet zeggen dat Teach In ook naar het festival zou gaan. Alle drie de artiesten mochten nu namelijk hun eigen versie van Ding-A-Dong zingen, elk in een eigen arrangement, waarna een zaaljury van 100 provinciale Nederlanders – daarmee bedoel ik dat alle provinciën waren vertegenwoordigd –  kon aangeven  wie naar het Eurovisie Songfestival zou worden afgevaardigd om daar Ding-A-Dong te zingen ( “Lieve juryleden van Groningen tot Limburg, u luistert toch wel heel goed hè want het is het verschrikkelijk belangrijk”; aldus presentator Willem Duys.)

De puntentelling werd gedaan door middel van rozen die de juryleden in een emmer moesten stoppen. In de emmer van Debbie belandde uiteindelijk elf rozen, in die van Albert West 33 stuks en in de emmer van Teach In 56 rozen, waarmee zij wonnen en naar Stockholm mochten. (Het festival werd in Stockholm gehouden omdat een jaar eerder ABBA had gewonnen.)

0000000000 jury

Teach In zou daar met de Engelstalige variant van Ding-A-Dong  – op het Nationale Songfestival werd in het Nederlands gezongen – het Eurovisie Songfestival winnen en de rest is geschiedenis zoals dat zo mooi heet.

Voor wat betreft die geschiedenis: Een jaar na het songfestival zou Getty Kapers, de zangeres van Teach In, de groep verlaten en (niet al te succesvol) solo gaan. In 1979 stopte ze met optredens. Teach In zou nog een aantal jaar met vervangende zangeressen blijven optreden. In 1980 hadden ze hun laatste hit. Debbie had na 1975 nog een paar kleine hitjes, onder andere samen met Oscar Harris. In 1988 verscheen haar laatste single. Ze schijnt tegenwoordig ergens op Tenerife te wonen waar ze nog af en toe op treedt voor toeristen en de lokale bevolking.

De meest succesvolle artiest van de drie deelnemers zou Albert West worden. Hij kende een lange carrière met een aantal hits. Zo had hij in 1986 samen met Albert Hammond een top tien notering met Give a little love. In 2012 kreeg hij een ruggenmerginfact, waardoor hij gedeeltelijk verlamd raakte. Fietsen deed hij daarna in een soort revalidatiedriewieler. Met deze fiets kwam hij in 2015 in botsing met een wielrenster waarna hij een week later overleed.

Voor het geval u het Nederlandse Songfestival van 1975 nog een keer helemaal terug wilt zien, dat kan. Op het You Tube kanaal van NSFToentotNu‘ staat een afspeellijst (hier klikken voor de afspeellijst op YouTube) van tien filmpjes met het hele festival. Ik zou zeggen nodigt uw vrienden uit, haal wijn, bier, hapjes en chips in huis en geniet van een  avondje ‘camp’ met liefst vijf keer ‘Ding-A-Dong (waarvan één keer in het Engels, want in het Engels zouden we meer kans hebben, wat ook zo bleek te zijn.)

Elk filmpje begint telkens met een aankondiging van Willem Duys. Voor de jonge lezertjes die Willem Duys niet kennen, dat was in de jaren zestig en zeventig zeg maar de Matthijs van Nieuwkerk van nu. Zijn talkshow van toen, ‘Voor de vuist weg’ (hier een clip met de  intro van de show en een legendarisch optreden van de familie Adamo die met zijn allen ‘Vous permettez monsieur’ zingen), kan je zien als een soort ‘De Wereld Draait Door’, met dien verstande dat ‘Voor de vuist weg’ geen dagelijks programma was, dat de tafelheer van Willem Duys een goudvis in een kom was en dat Willem Duys zijn gasten liet uitpraten.

Bij de duizendste uitzending van de DWDD in 2011 was Willem Duys de eregast. De uitzending, hij werd de Duysendste” aflevering genoemd, was een eerbetoon van Matthijs van Nieuwkerk aan Willem Duys. Twee weken na de uitzending overleed Willem Duys op 82-jarige leeftijd.

Opmerkelijke duiven

Gisteren publiceerde Stadt Bocholt deze foto van een duif die te hard langs een flitspaal vloog. (Bocholt is een Duitse stad net over de grens bij Aalten en voor wie niet weet waar Aalten ligt, dat ligt in de Achterhoek vlakbij Bocholt).

000000 duif boekFoto Stadt Bocholt

Op de plek waar de flitspaal staat mag het verkeer 30 km per uur rijden, maar deze duif vloog er met een snelheid van 45 km per uur langs. Hij activeerde daarmee de flitspaal en werd op de foto gezet. Na een correctie van de snelheid bleef er een overtreding van 12 km per uur over. Daar staat in Duitsland een boete van 25 euro op (even tussen haakjes, dat valt mij mee of tegen; het is maar hoe je het bekijkt). De overtreding werd al een tijdje geleden gemaakt (op 13 februari) maar de politie is niet in geslaagd om de identiteit van de duif te achterhalen, zodat het er op lijkt dat hij er mee weg komt.

Zo’n bericht vraag natuurlijk om woordspelingen: “De vogel is gevlogen”, “Een echte snelheidsduifel”, “Roekoekeloos gedrag” om er maar een paar te noemen, maar dat zal ik maar niet doen omdat honderden andere mensen die woordspelingen natuurlijk ook gaan maken.

Laatst was er ook al een duif in het nieuws. Dat was de Vlaamse postduif Armando. Die werd op een veiling voor 1,25 miljoen euro verkocht. Voor dat bedrag had ik hem ook verkocht. Die durf je toch niet meer te laten vliegen. Een havik zou hem maar onderweg oppeuzelen of een Franse boer die hem met een luchtbuks uit de lucht schiet. De nieuwe eigenaar, een Chinees, gaat de duif gebruiken om te fokken.

En over duiven gesproken, in 2005 had ik een column in de Volkskrant, getiteld ‘Het Nutteloze Kennisparadijs’.  Eén van de afleveringen ging over opmerkelijke duiven. In het kader van ‘wie wat bewaart, heeft wat’ (een hoop rotzooi zou Maria Kondo zeggen), hier deze column.

Cher Ami, de dappere doffer

Op 5 september 2005 stond er op het ‘Kladblok’ (Teletekst NOS; pagina 402) een opmerkelijk bericht over een postduif.

De Britse wedstrijdduif Tyson is weer terecht. De vogel was in juni voor een wedstrijd vrijgelaten in Frankrijk, maar in plaats van koers te zetten in de richting van de eilanden vloog Tyson 5.000 km de verkeerde kant op. Hij strandde in Port Harcourt, Nigeria, voor de deur van Godwin Agbagidi, die zich over de vogel heeft ontfermd. Hij gelooft dat wie de duif kwaad doet, zal worden getroffen door zwarte magie. Nadat een krant over de duif berichtte, is Tyson uitgegroeid tot een attractie. Talloze nieuwsgierigen komen naar Godwins huis om de superduif te zien.

Een dag later stond er weer een bericht over Tyson op het Kladblok, dat zijn prestatie in een iets ander daglicht plaatste.

Gisteren deed Kladblok verslag van de avonturen van de Britse duif Tyson, die de verkeerde kant op vloog en in Nigeria uit kwam. Een mailtje van Mark van Nispen werpt een ander licht op de zaak. Mark is de tweede stuurman op de Marlene Green en voer deze zomer van Livorno (Italië) naar Onne, Nigeria. Tijdens een groot deel van de reis zat er een duif als verstekeling aan boord. De bemanning voerde hem en gaf de doffer te drinken. Eenmaal in Nigeria was de vogel gevlogen. “In feite heeft die duif geen meter gevlogen, maar gewoon een beetje de toerist uitgehangen” schrijft Mark.’

Ook al had Tyson het grootste gedeelte van de vijfduizend kilometer liftend afgelegd, hij verdient een eervolle vermelding in de geschiedenis van de duivensport, die meer beroemde postduiven kent.

De beroemdste van allemaal is Cher Ami, die tijdens de Eerste Wereldoorlog in dienst was van de Amerikanen. Hij redde de levens van meer dan tweehonderd soldaten van de ‘77th Infantry Division’, beter bekend als de “The Liberty Division” – de meeste leden van deze divisie kwamen uit New York en droegen een insigne met een afbeelding van het vrijheidsbeeld op hun mouw.

De divisie was tijdens de gevechten met de Duitsers gescheiden geraakt van de andere Amerikanen en volledig door de vijand omsingeld. Tot overmaat van ramp richtten de overige Amerikanen, die niet precies wisten waar hun lost battalion zich bevond, ook nog eens de kanonnen op hun positie, waardoor het 77ste onder eigen vuur kwam te liggen.

De enige communicatiemogelijkheid die het bataljon nog restte, was een jonge postduif, genaamd Cher Ami. Het bataljon stuurde Cher Ami er met de volgende boodschap op uit: ‘We are along the road parallel to 276.4. Our own artillery is dropping a barrage directly on us. For heaven’s sake, stop it.’

De Duitsers die Cher Ami zagen opstijgen, begrepen dat hij een boodschap bij zich droeg en openden het vuur. Cher Ami werd geraakt in zijn oog en in zijn borst; het pootje met het kokertje met de boodschap werd er bijna afgeschoten. Even dreigde de duif neer te storten maar hij vloog zwaargewond door naar zijn nest,  25 kilometer verderop, waar de boodschap werd gelezen. Zo kon het bataljon worden gered.

De dappere doffer verloor bij deze actie een oog en een pootje. Hij kreeg alle mogelijke medische verzorging en de Franse overheid onderscheidde hem met het “Croix de Guerre avec Palmes.” Cher Ami werd overgebracht naar Amerika waar hij een heldenontvangst kreeg. Hij overleed in 1919. Na zijn dood werd hij opgezet en hij is nog steeds te bewonderen in het National Museum of American History, het Smithsonian Institution, in Washington.

000000 duif cher ami

Cher Ami op zijn ene pootje zoals hij te zien is in het Smithsonian Institution in Washington.

Zelf heb ik als kind ook duiven gehad. Twee jaar geleden heb ik op dit blog daar een tweetal afleveringen aan gewijd. Zie Duifjes en Duifjes (2)

 

 

 

 

De voetbalanalyticus aan het woord.

Ik moet het met u eens over voetballen hebben. Daar heb ik verstand van. Afgelopen woensdag speelde Barcelona tegen Liverpool. Het won met 3-0. Dat was geflatteerd. Mocht Ajax de finale van de Champions League halen en daarin tegen Barcelona moeten, dan geef ik ze een goede kans. Die verdediging van Barcelona stelt niet veel voor. Daar snijdt Ajax zo doorheen.

De gevaarlijkste spelers van Barcelona lopen voorin. Daar heeft de Spaanse club dan ook veel geld in geïnvesteerd. Voor de Braziliaan Coutinho betaalde Barcelona 140 miljoen euro, voor Suarez 94 miljoen. Beide spelers werden gekocht van Liverpool, de tegenstander van woensdag. Ousmane Dembélé die Barcelona in 2017 voor 120 miljoen van Borussia Dortmund kocht zit op de reservebank.

Dat Barcelona niet op een dubbeltje kijkt blijkt wel uit de transfer van Frenkie de Jong; minimaal 75 miljoen, maar het bedrag kan oplopen tot 86 miljoen. De Jong tekende een contract voor vijf jaar en gaat naar verluidt 15 miljoen verdienen. Per jaar wel te verstaan. Dat verdien ik nog niet eens met dit blog. Ok, ik verdien het wel maar ik krijg het niet.

De enige voorhoedespeler waar Barcelona geen hoge transfersom voor heeft betaald is een klein Argentijns mannetje op rechts. Maar die kan er dan ook niet veel van. Ik vermoed dat hij zelfs contributie moet betalen om mee te mogen doen. Desalniettemin scoorde hij twee keer tegen Liverpool. Die goals hadden u en ik echter ook gemaakt. Bij de eerste liep hij per ongeluk de bal de lege goal in en bij de tweede – een vrije trap – maakt Liverpool een aantal grote fouten. Ik zal dat even uitleggen.

We beginnen met een beeld vanachter het doel.

00000 messi 0

We zien hier de keeper op het moment dat Messi – zo heet dat Argentijnse spelertje – de vrije trap gaat nemen. Staat de keeper in het midden van het doel? Wel nee. Hij staat te ver naar links. Telt u maar eens de netvakjes – die zijn er speciaal voor aangebracht zodat je kan zien of je wel of niet in het midden van het doel staat. Twintig vakjes links; vijfentwintig vakjes rechts. Hij staat dus te ver naar links. De bal zal straks net buiten bereik van de keeper in de rechterbovenhoek – vanuit de keeper bekeken – verdwijnen. Keepersfout dus, hij had gewoon in het midden van zijn doel moeten gaan staan.

Bekijken we de vrije trap ook eens van de andere kant, dan zien we daar twee fouten van de veldspelers van Liverpool.

00000 messi

Iedereen met een beetje verstand van voetbal, ik zeker dus en u waarschijnlijk ook, weet dat de linksbenige Messi de bal links van het muurtje zal gaan schieten. Daar moet je dus je langste mensen hebben staan. Maar kijk nu eens waar Virgil van Dijk, de langste speler van Liverpool, staat. Die staat zelfs helemaal niet in het muurtje.

Hij staat – hij is de meest rechtse Liverpool-speler op de foto – naast de muur een speler van Barcelona te dekken. Dat had de kleine linksbuiten van Liverpool ook kunnen doen. De lange Van Dijk had natuurlijk rechts in het muurtje moeten gaan staan. Dan had Messi het veel moeilijker gehad om de bal over, dan wel langs, het muurtje te krijgen. Fout muurtje dus.

Muurtjes zijn sowieso fout. Denk maar eens aan de Berlijnse muur of aan de muur van Trump. Ook de muur van Liverpool is hier fout. Kijk eens even goed naar de keeper van Liverpool in zijn roze pakje in de achtergrond op het moment dat de bal al over de muur vliegt. Hij staat nog steeds met zijn handen op de knieën te wachten om in actie te komen.

00000 messi 2

Dat komt omdat hij nog niks kan zien. Hij ziet de bal pas als deze in volle vaart over de muur vliegt en nog maar tien meter van de goal af is. Ja, dan ben je al snel te laat. Zeker als je te ver naast links staat.

Weg met dat muurtje dus, dan ziet hij de bal al komen als deze nog vijfentwintig meter ver weg is. Dan heeft hij 2,5 keer zo veel tijd om in te schatten waar de bal komt en tegen te houden. Alleen als een vrije trap binnen 18 meter van de goal is, is het zinvol om een muurtje neer te zetten. Dit omdat de keeper bij een vrije trap op die afstand anders te laat komt bij een hoek. Maar bij een vrije trap op de afstand van bijvoorbeeld 25 of 30 meter kan je het muurtje veel beter weg laten. De keeper ziet de bal dan veel eerder aankomen en heeft dan tijd genoeg om die te stoppen.

Tot zover een gratis tip van uw voetbalanalist.

Oh, ja waarom moest ik aan Liverpool denken, waardoor ik deze blogpost schreef. Dan komt omdat ik op mijn site het verhaal heb geplaatst over de achtergrond van ‘You’ll never walk alone’, het ultieme voetballied van Liverpool. Het gaat over het ontstaan van het lied en hoe het kon uitgroeien tot het ultieme voetballied.  Het verhaal stond eerder in mijn boek ‘Heel het land is van streek’. Maar omdat dit boek al tien jaar niet meer verkrijgbaar is, heb ik het verhaal nu ook op mijn site geplaatst.

00000 ynwa 6Klik op de afbeelding om het gezang van de Liverpool supporters te horen.

Het is een uitgebreid verhaal – nu ook voorzien van allerlei links en afbeeldingen; in het boek ontbraken die afbeeldingen. Dus wie zich een keer in het weekend verveelt, kan hier terecht.

8 mei 2019

Even een kleine aanvulling. in bovenstaande blogpost schreef ik ‘Die verdediging van Barcelona stelt niet veel voor.” Het bewijst maar weer eens dat ik van voetbalen verstand heb. De return werd namelijk door Liverpool met 4-0 gewonnen waardoor deze club door is naar de finale.

 

Eindejaarsoverzicht

Het jaar zit er weer bijna op. Dit is mijn laatste blogpost van dit jaar. Ik heb in 2018, inclusief deze blogpost, 227 blogposts geplaatst, zeven verhalen toegevoegd aan mijn serie over de vijftig mensen achter de computer – dat schiet niet  erg op – en drie keer over een vermist schilderij van Vermeer geschreven (dat schiet helemaal niet op). Nu wordt deze site gehost bij Neostrada en die stellen een controlepanel ter beschikking waardoor ik kan zien hoe vaak deze site wordt bezocht en welke pagina’s het meest bekeken worden.

000000 grafiek per maand

Tijd dus voor een jaaroverzicht. Dit jaar had ik gemiddeld zo’n 2.600 unieke bezoekers per maand. Daar zitten echter heel veel “robots, worms, or replies with special HTTP status codes” tussen. Zo heb ik bijvoorbeeld heel veel bezoekers uit Rusland en China. Gezien het feit dat ik in het Nederlands schrijf, is dat tamelijk opmerkelijk.

000000 grafiek landen

Ik kan in mijn ‘statistics’ programma zien hoe lang bezoekers gemiddeld op mijn site blijven. Liefst  90% van mijn bezoekers (dat zullen vooral die robots zijn) is binnen 30 seconden al weer weg en nog eens 2% vertrekt binnen twee minuten.

Kijk ik alleen naar de bezoekers die langer dan twee minuten op mijn site blijven, dan had ik dit jaar gemiddeld zo’n 208 unieke bezoekers per maand. Dat is iets minder dan in 2017. Toen waren het er 221. (In 2016 had ik gemiddeld 82 unieke bezoekers per maand.) Gemiddeld bekeken de bezoekers twee pagina’s per bezoek.

De lichte daling van het aantal unieke bezoekers ten opzichte van 2017 komt vooral doordat ik vorig jaar één blogpost had, eentje over Mondriaan, die mede vanwege het Mondriaan-jaar toen heel veel bezoekers trok (5750 stuks). Dit jaar trok het meest gelezen item (een stuk over Archimedes) “slechts” 1368 bezoekers.

Grafisch ziet de ontwikkeling van het gecorrigeerde aantal unieke bezoekers per maand vanaf september 2015 tot heden er als volgt uit.

000000 grafiek

De meest gelezen items op mijn site in 2018 (met tussen haakjes hun plaats in de top 10 van vorig jaar) waren:

  1. (-) De Mensen achter de Computer: Archimedes: 1368 keer
  2. (-) Hyper realistische beelden (over een tentoonstelling in de Kunsthal): 1192 keer
  3. (4) De sequoia-bomen op YouTube: 1109 keer
  4. (9) Naar mijn mening (over een taalkundige kwestie): 911 keer
  5. (3) Waardoor kruipt het wasgoed bij het wassen in het dekbedovertrek?: 815 keer
  6. (-) Stayin Alive (over hoe je hartmassage moet geven): 593 keer
  7. (2) Over ouderdom (3) (over honderd-plussers): 590 keer;
  8. (-) De Mensen achter de Computer: Ada Lovelace: 540 keer
  9. (5) De Sequoia Gigantea: Hoofdstuk 9: over hoe je zelf een Sequoia kan kweken: 532 keer
  10. (-) De Mensen achter de Computer: John Napier: 352 keer

In  2017 was zoals gemeld een blogpost over ‘Mondriaan en De Stijl’ met 5750 stuks veruit het meest gelezen item. Dat 2017 het Mondriaan-jaar was, en er in Den Haag een grote Mondriaan-tentoonstelling was, zal daar mede de oorzaak van zijn. In 2018 werd deze blogpost nog maar 84 keer gelezen. ‘Het oor van Van Gogh (2)’, over welk oor hij nou afsneed, was in zowel in 2017 als in 2018 met een elfde plaats de runner-up.

De nummer 1, 2 en 6 van de top 10  van de meest gelezen items in  2018 zijn dit jaar geplaatst, logisch dus dat niet in de top 10 van 2017 voorkomen. Het lijkt er op, mede gezien de nieuwe nummer 1, dat er dit jaar wat meer belangstelling is voor oude wetenschappers uit de serie ‘de mensen achter de computer‘.

Voor wat betreft de dag en het uur geldt dat mijn site het vaakst op een donderdag wordt bezocht. Qua tijdstip wordt mijn site het meest in de ochtend gelezen.

000000 grafiek per weekdag

000000 grafiek per uur

Tot slot: 73% van mijn bezoekers gebruikt Windows als operating system, 7% Linux, 6% Macintosch, 4% iOS en van de overige 10% bezoekers kon mijn meetsysteempje niet vertellen welk operating system ze gebruikten.

De meest gebruikte browser was Google Chrome (38%), gevolgd door MS Internet Explorer (19%), Firefox (17%), Mozilla en Safari (beide 7%) plus nog wat kleintjes.

Niet dat ik ook maar iets met al die informatie doe. Voor wat dat betreft loop ik nog op klompen.

000000 Zaanse Schans 2010

Maar goed, ik wens tot besluit in ieder geval alle bezoekers van deze site een mooi en gezond 2019 toe.

De geboortemaand

Gisteren fietsten we langs de Vliet toen we een ooievaar op een nest zagen.

0000 ooievaar

Een ooievaar in november is wat minder vreemd dan het lijkt. Immers ook in november worden er kinderen geboren (bijna 14.000 stuks in november 2017), dus niet alle ooievaars kunnen het land uit. Zie hier een overzicht van de geboorten per maand in 2017 in Nederland volgens het CBS.

0000 geboorten

De meeste kinderen werden in 2017 in de zomermaanden geboren, dat wil zeggen verwekt in de donkere maanden november tot en met januari.  (Februari is de maand met de minste geboortes, maar dat komt vooral doordat februari, schrikkeljaren uitgezonderd, maar 28 dagen telt. Corrigeer je hiervoor dan worden er in februari ongeveer evenveel kinderen als in maart en april geboren.)

Ik heb ook even gekeken – als ik nutteloos bezig ben, dan ben ik ook goed nutteloos bezig –  naar de maanden waarin in de meeste mensen overlijden. Dat zijn de wintermaanden, dat is niet geheel onverwachts. Griepgolven en koudjes zullen hierbij een rol spelen. Het zijn ook de maanden dat er meer mensen in Nederland overlijden dan dat er worden geboren .

Overigens was vroeger de verdeling van de geboortes over de maanden anders. Zie deze CBS-tabel uit een artikel over seizoenseffecten.

0000 cbs

In de jaren vijftig en zestig werden de meeste kinderen in het voorjaar geboren. Pas vanaf de tachtiger jaren is er een verschuiving naar de zomermaanden te zien. Vroeger was april de maand met de meeste geboorten.

0000 WA

27 april 1967; Honderden mensen verdringen zich voor het ziekenhuis in Utrecht na de geboorte van prins Willem-Alexander; geboren in de maand april. Foto Jac de Nijs; Anefo; Nationaal Archief.

Tot zover een aflevering uit de serie: nutteloze informatie.

 

BNR en de Zwarte Lijst

Gisteren ging om twee uur de telefoon. Een redacteur van BNR Nieuwsradio aan de lijn. Of ik in de uitzending van vier uur iets kon zeggen over de Titanic 2. Sinds het overlijden van Edward P. de Groot – hij schreef meerdere boeken over de Titanic – word ik (in 2012 schreef ik ook een boek over de Titanic) door een aantal radiostations als de deskundige in Nederland op het gebied van de Titanic beschouwd.

000 titanic

Ik ben in de loop van de tijd dan ook al een aantal keer, als de Titanic weer ergens mee in het nieuws kwam, door verschillende radiostations gebeld om mijn deskundig commentaar te geven, onder andere door Mattie en Wietze van Qmusic in de tijd dat ze nog samen waren (dat was een ontzettend leuk en vrolijk gesprek) en door de Belgische Radio 1 (in dat gesprek lieten ze ook een ooggetuigenverslag horen  van een iemand die aan boord van de Titanic had gezeten. Het was in het plat Vlaams; ik verstond er geen woord van.)

De Titanic 2 is een Japans project. Ze bouwen een replica van het schip, alleen wat veiliger en moderner. Ik weet nauwelijks iets van het project af, maar dat was voor de redacteur geen bezwaar. Ik kon wel wat vertellen over de oorspronkelijke Titanic dacht hij. Ja dat kon ik wel maar daar had ik geen zin in. BNR staat namelijk op mijn zwarte lijst.

Ik ben wel eens bij BNR in de uitzending geweest, onder andere een keer als deskundige op het gebied van vrijdag de dertiende – ik ben deskundige op vele gebieden. Over dit optreden schreef ik een keer:

“[…] Het gesprek begon met vragen over bijgelovigheid. Ik vertelde de anekdote over Niels Bohr, in 1922 winnaar van de Nobelprijs voor natuurkunde. Bohr had boven de deur van zijn werkkamer een hoefijzer hangen. Op een dag vroeg een student: “Maar professor, een eminent geleerde als u gelooft toch niet in de werking van een hoefijzer?” Waarop Bohr antwoordde: “Nee natuurlijk niet, maar men heeft mij verzekerd dat, ook al geloof je er niet in, het toch werkt.” Ik vond het een leuke anekdote maar de presentator vertrok geen spier.

 Zijn volgende vraag ging over Triskaidekaphobia dat angst voor het getal 13 betekent. “Triskaidekaphobia, dat is een mooi Scrabblewoord, vindt u niet?” “Nee, ik ben bang dat ik u ongelijk moet geven, het telt 17 letters en het Scrabblebord is niet groter dan 15 bij 15, dus het past niet.” antwoordde ik. Het kwam niet meer goed tussen ons.” […]

De reden dat BNR op mijn zwarte lijst terecht is gekomen is gelegen in die keer dat ze mij in Amsterdam hadden uitgenodigd om iets te vertellen over één van mijn voetbalboeken. Ik reisde af naar de studio van BNR in Amsterdam. Maar toen ik daar aankwam, bleek dat ze ook een andere auteur hadden uitgenodigd om iets over zijn voetbalboek te vertellen. Een misverstand tussen twee redacteuren.

Voor mij was toen geen plaats in de uitzending. Ok, kan gebeuren, ik kreeg excuses, maar toen ik vroeg om een reiskostenvergoeding voor mijn vergeefse reis kreeg ik te horen dat ze dat niet gaven. Was voor rekening van de auteur vonden ze. Tja, ik had er even niet aan gedacht dat de ‘B’ van BNR voor Business stond. Ik besloot ter plekke om ze op mijn zwarte lijst te zetten. Ze staan daar overigens als enige op. “It is lonely at the top”.

Dus BNR, willen jullie in de toekomst gebruik kunnen maken van mij als deskundige, dan zullen jullie  toch echt eerst alsnog die 20 euro reiskostenvergoeding voor mijn vergeefse reis moeten betalen.

De omgekeerde Jenny (2)

In 1918 kostte het versturen van een brief in Amerika drie cent. Het versturen van een brief per luchtpost, de nieuwe dienst waarmee de US Postal Service in mei van dat jaar begon, was echter aanmerkelijk duurder. Daarvoor gold een tarief van 24 cent. De US Postal Service bracht hiervoor een speciale postzegel op de markt.

00 postzegel correct2

Op deze tweekleuren-postzegel was het vliegtuig, de ‘Curtiss JN-4HM’, ook wel de Jenny genoemd, te zien waarmee de nieuwe dienst werd uitgevoerd. Technisch was het in 1918 lastig om een dergelijke postzegel te drukken. Het in twee kleuren drukken was een bewerkelijk proces. De luchtpostzegel was dan ook pas de tweede tweekleurenpostzegel die de US Postal Services uitgaf. Eerst werden de rode delen gedrukt, vervolgens werd het papier opnieuw in een machine gelegd, waarna de blauwe delen konden worden gedrukt.

Hierbij ging soms wel eens wat mis. De US Postal Services had dan ook een aantal mensen in dienst wiens taak het was om postzegels, voordat deze werden verzonden naar de postkantoren, op misdrukken te controleren. Ook hadden de loketambtenaren op de postkantoren de uitdrukkelijke opdracht om op misdrukken te letten. Toch kwam het nog wel eens voor dat ondanks al deze maatregelen er een misdruk door heen glipte. Deze waren erg geliefd bij postzegelverzamelaars.

Tot deze postzegelliefhebbers behoorde ook ene William T. Robey, een 29-jarige kantoorklerk van het effectenkantoor Hibbs and Company uit Washington. Tijdens zijn lunchpauze op 14 mei bezocht hij een postkantoor op de New York Avenue in Washington om er de nieuwe luchtpostzegel te kopen die een dag eerder was verschenen.

00 postzegel kantoor

Het postkantoor in Washington in 1918 waar Robey de postzegels kocht. Foto Smithsonian National Postal Museum

De loketbediende legde een velletje van 100 zegels op de toonbank en vroeg hoeveel zegels Robey wilde hebben. Robey keek naar de postzegels en zoals hij later in een interview zou zeggen “mijn hart stond stil”. Het vliegtuig stond op zijn kop.

00 postzegelDe omgekeerde Jenny.

Later zou blijken dat de loketbediende nog nooit van zijn leven een vliegtuig had gezien. Hij zag dan ook niet dat het vliegtuig op de postzegel ondersteboven vloog en herkende er daardoor geen misdruk in. “A fellow asked for a sheet of airmails and I handed him one without looking at it. And anyway, how was I to know the thing was upside down? I never saw a plane before.” Robey aarzelde niet en kocht voor 24 dollar het hele velletje van 100 zegels.

Nadat hij afgerekend had en de postzegels had opgeborgen, vroeg hij aan de loketbediende of hij nog zo’n velletje had. Deze pakte daarop een ander vel, maar op dit vel stond het vliegtuig wel goed afgebeeld. Nee, ik bedoel zo’n vel zoals ik zo net heb gekocht, zei Robey. Daarop kreeg de loketbediende argwaan en smeet het loket dicht. Robey vertrok en liep naar een ander postkantoor in de buurt en informeerde daar ook naar de luchtpostzegel. Ze hadden er alleen de goede zegels. Robey keerde met zijn kostbare aankoop terug naar kantoor en vertelde zijn collega’s over zijn vondst.

Eén van zijn collega’s liep daarop naar het postkantoor op de New York Avenue om te informeren of ze soms nog zo’n velletje zegels hadden met het vliegtuig ondersteboven, hij bedoelde zo’n velletje zoals zijn collega Robey hier net even eerder had gekocht. Hierdoor kwam het postkantoor de naam van de koper van de foute zegels te weten en ze belden direct naar zijn huis en naar zijn kantoor met het verzoek om de postzegels terug te brengen.

Ook werd tussen vier en zes uur ’s middags de landelijke verkoop van de luchtpostzegel stil gelegd. Eerst moesten de postkantoren alle zegels op misdrukken controleren. Uiteindelijk zouden er nog zeven velletjes met omgekeerde Jenny’s ontdekt worden. Deze werden allemaal vernietigd. Van de in totaal 2,1 miljoen postzegels die werden gedrukt, waren de honderd zegels van Robey de enige foute zegels die verkocht werden.

Robey weigerde de zegels te retourneren en toen het postkantoor daarop dreigde dat ze dan de zegels wettelijk zouden terug vorderen werd Robey nerveus. Hij legde die nacht de zegels onder zijn matras en hij en zijn vrouw – Robey, zijn vrouw Caroline en hun dertien maanden oude dochter Louise woonden in een éénkamer-appartement – sliepen er bovenop.

De volgende dag besloot Robey om de zegels zo snel mogelijk te verkopen. Hij benaderde een postzegelhandelaar in Washington. Deze bekeek de zegels en bood 500 dollar voor het velletje. Een andere postzegelhandelaar bood 2500 dollar en weer een derde bood zelfs $10.000 voor de zegels. Robey besloot na enige aarzeling om ook dit bod ter zijde te leggen. Hij legde telefonisch contact met enkele postzegelhandelaars in Philadephia en New York en reisde in het weekend per trein naar New York.

Ondertussen nam hij contact op met de Washington Post – waarschijnlijk om zijn zegels te promoten – en vertelde dat hij een velletje met omgekeerde Jenny’s had gekocht en dat hij een bod van 10.000 dollar hierop had afgewezen en nu naar New York was afgereisd. “In the meantime young Mrs. Robey is hoping that her husband’s lucky find will bring the top price.”

00 postzegel wp

Uiteindelijk zou Robey in New York een bod krijgen van 15.000 dollar en verkocht hij de zegels op 21 mei aan een zekere Eugene Klein. Deze verkocht de zegels dezelfde dag voor 20.000 dollar door aan Edward – “colonel Ned”-  Green. Dit was een zeer excentriek figuur, die een enorme rijkdom had geërfd van zijn moeder Hetty. Ik citeer even een stukje over’ Colonel Ned’ uit ‘The Day They Shook The Plum Tree’, een boek van Arthur H. Lewis over de familie Green.

Hetty’s will put her entire estate into the hands of Colonel Ned,’ a six-foot four-inch, three-hundred-pound, wildly eccentric, one-legged son who blithely tossed away $3,000,000 a year on yachts, coins, stamps, diamond-studded chastity belts, female teenage ‘wards,’ pornography, orchid culture, and Texas politics.”

00 postzegel auto

Links de koper van het velletje, ‘Colonel Ned’ Edward H. R. Green in Dallas in 1899 in een auto die op gas werkte. (foto: Dallas Historical Society. www.dallashistory.org)

Dat Edward Green in zijn jeugd een been had verloren, had hij aan zijn moeder te danken. Hij brak als kind een keer bij het spelen zijn been. Zijn superrijke moeder, die ook wel bekend stond als “the Witch of Wall Street”, probeerde hem eerst in een gratis ziekenhuis voor armlastige mensen te laten opnemen. Ze werd echter herkend en Edward werd er geweigerd. Nadat zijn been in een ander ziekenhuis gezet was, besloot zijn moeder om hem niet daar te laten opnemen, maar – om geld uit te sparen – hem zelf thuis te verzorgen. Hij liep daarbij een infectie op en zijn been moest worden afgezet. Over deze Hetty, zij was ooit de rijkste vrouw van Amerika, schreef de eerder genoemde Arthur Lewis.

But it was whaling plus the shrewdness of Black Hawk Robinson that enabled his daughter Hetty, through forgery, perjury, penury, genius, ruthlessness, and physical stamina, to die in 1916 the richest and most detested woman in America and the mother of two children whose lives she had ruined. Since Hetty gave nothing to charity while she lived, nobody expected her to give anything to charity when she died. Nobody was disappointed..”

Colonel Ned besloot om het grootste gedeelte van de postzegels te verkopen. Aristoteles zei ooit eens: “Het geheel is meer dan de som van de delen”, maar in dit geval besloot Green dat het andersom toch beter was. De losse delen waren meer waard dan het geheel. Hij liet het velletje splitsen in een blok van acht zegels, een aantal blokken van vier zegels, een aantal combinaties van twee zegels en verder allemaal losse zegels – dat scheuren zal overigens een zenuwachtig werkje zijn geweest.

00 postzegel 4 struks

Een velletje van vier met onderin zichtbaar het nummer van het vel.

Voordat hij de zegels liet scheuren, zette hij eerst achter op de zegels met een potlood een nummer (1 t/m 100), waardoor elke zegel een uniek nummer kreeg. (Hierdoor konden in de loop van de tijd de zegels individueel gevolgd worden.) Vervolgens bood hij de zegels voor 250 dollar per stuk te koop aan met uitzondering van de negentien zegels die aan één kant niet getand waren. Daar vroeg hij 175 dollar voor. Er was grote vraag en al snel verhoogde hij zijn prijzen. Zo vroeg hij in juli al 650 dollar per zegel. Dat een deel van de zegels aan één zijde niet getand was, kwam overigens doordat een deel van de zegels zo gedrukt was.

00 postzegel 100 stuksFoto afkomstig van Siegel/InvertedJenny.com

Hier een velletje van 100 “goede” zegels. Te zien is dat de bovenste rij van tien en de rechter kolom van tien zegels aan één zijde geen tandingen hebben. De zegel rechtsboven heeft daardoor zelfs aan twee zijden geen tandingen.

Green liet ook één omgekeerde Jenny in een glazen medaillon voor zijn vrouw plaatsen. Het grootste deel van zijn zegels verkocht hij uiteindelijk, maar een deel hield hij voor zichzelf. Erg voorzichtig ging hij met deze postzegels niet om. Nadat hij in 1936 overleed – hij liet een vermogen van 44 miljoen dollar na  – werd bij hem thuis in een enveloppe 19 omgekeerde Jenny’s aangetroffen die aan elkaar zaten gekleefd. Ze moesten los geweekt worden, waarbij ze hun gom verloren.

In de loop van de tijd stegen de postzegels snel in waarde. Er werden steeds hogere prijzen betaald. In 2005 werd een velletje van vier zegels voor 2,5 miljoen dollar verkocht en in 2016 werd voor een losse omgekeerde Jenny, inclusief opslag, op een veiling 1,3 miljoen dollar betaald. Vandaag de dag zijn er nog 93 omgekeerde Jenny’s bekend. Een aantal verloren is gegaan. Ook zijn er er een aantal gestolen (veelal weer teruggevonden) en raakte een aantal exemplaren beschadigd. Zo viel één exemplaar onopgemerkt uit een postzegelalbum op de grond, waar het door de hulp in huis met de stofzuiger werd opgezogen. (Het werd daar na lang zoeken beschadigd aangetroffen.)

Overigens zijn ook van de gewone Jenny misdrukken bekend, waarbij het vliegtuig niet in het midden van de postzegel staat. Deze misdrukken komen echter veel vaker voor en zijn lang niet zo veel waard als de omgekeerde Jenny. Zie hier enkele voorbeelden van een “fast Jenny”, een “barely grounded Jenny” en “totally grounded Jenny”.

00 postzegel misdruk

Voor wat betreft de luchtpostdienst van de US Postal Service, binnen zes maanden werd het tarief naar 16 cent verlaagd en werden er nieuwe zegels gedrukt. Eentje met een waarde van 16 cent en eentje met een waarde van zes cent, waar een speciale toeslagzegel van tien cent naast moest worden geplakt. De afbeelding van deze twee zegels was hetzelfde als de Jenny, maar wellicht wijs geworden door de eerdere ervaringen met de zegel van 24 cent werden deze twee zegels in één kleur gedrukt.

00 postzegel 6 ct 00 postzegel 16 ct

In 1924 werd de luchtpostdienst in heel Amerika ingevoerd. Het land werd in drie zones ingedeeld. Een zone New York – Chicago, een zone Chicago –Cheyenne en een zone Cheyenne –  San Francisco. Binnen een zone kostte het versturen van een brief per luchtpost acht cent. Stuurde je een brief per luchtpost van New York naar San Francisco dan moest je dus 24 cent betalen. Er verschenen nieuwe luchtpostzegels met de waarden van 8, 16 en 24 cent.

In 2013 deed de US Postal Service iets opmerkelijk. Ter gelegenheid van een grote postzegeltentoonstelling in Washington brachten ze de Jenny opnieuw uit. Deze keer echter met een waarde van twee dollar en met het vliegtuig bewust op de kop.

00 postzegel nieuw

De zegels werden verkocht in een velletje van zes stuks die verpakt zaten in een ondoorzichtig enveloppe. Om de verkoop te stimuleren liet de post weten dat er tussen de zegels er honderd velletjes van zes zegels zaten waarbij het vliegtuig wel rechtop  was afgebeeld. Een soort omgekeerde omgekeerde Jenny. Omdat je pas als je de enveloppe open maakte, kon zien wat voor een velletje je had gekocht, had iedereen evenveel kans op een dergelijke “misdruk”.

00 postzegel 2013

Een goed velletje met het vliegtuig op zijn kop en een fout velletje met het vliegtuig rechtop.

Hoewel de US Postal Service van te voren toestemming had gekregen voor deze actie, kreeg zij later van de overheid toch kritiek op deze stunt. Er werd zo bewust schaarste gecreëerd werd gezegd. Het was min of meer een verkapte loterij. Een aantal vinders van het velletje meldden zich. In 2014 werd een velletje met de omgekeerde omgekeerde Jenny op een veiling voor 50.000 dollar verkocht.

Ten slotte, voor wat betreft William Robey: hij en Arthur Green zijn de enigen geweest die alle honderd zegels in hun bezit hebben gehad. Nadat hij de zegels had verkocht, heeft hij nooit meer een omgekeerde Jenny bezeten. Spijt had hij daar niet van. Van het geld kocht hij een huis en een auto. Vijf jaar later kreeg zijn dochter een ernstige ziekte. In zijn oude situatie had hij geen geld gehad om voor de medische zorg te betalen, maar nu kon hij een lening van de bank krijgen met zijn huis als onderpand. Zijn dochter herstelde en zoals ze later eens in een interview zei: “Ik heb mijn gezondheid te danken aan een velletje postzegels dat mijn vader ooit kocht.”

00 postzegel Robey

William Robey in 1940 tijdens de bruiloft van zijn dochter. Hij stierf in 1949 op 59-jarige leeftijd. Zijn hele leven lang verzamelde hij postzegels.

Toen we nog wereldkampioen waren

Vandaag is de finale van het WK voetbal. Daarom uit de serie ‘Toen we nog wereldkampioen waren’:

Wereldkampioen dameskapper Georges Forst in Krasnapolski; 11 september 1950; fotograaf: Jac. De Nijs

0000000000000 kappen

Heer Klijzing te Purmerend, wereldkampioen pijproken; 21 januari 1952; fotograaf Harry Pot

0000000000000 pijp

Wereldkampioen ploegen Wim de Lint uit Zevenbergsehoek; aankomst op Schiphol; 28 september 1957; fotograaf Wim de Lint

0000000000000 ploegen 2

Maurice Nuisker, wereldkampioen accordeonspelen, voor de Magere Brug in Amsterdam; 24 oktober 1961; fotograaf Jac de Nijs

0000000000000 arcordeaon

 

Een kleindochter voor Poetin

Ik zag op internet een berichtje staan met als kop dat Poetin een kleindochter had gekregen. Dat zou heel goed kunnen. Poetin heeft twee dochters, waarvan er eentje is getrouwd met een Nederlander.

Zij en haar Nederlandse echtgenoot hebben zelfs een tijdje in Nederland in Voorschoten gewoond, een dorp iets verderop bij ons. Ze hadden daar de bovenste twee verdiepingen gekocht van een luxueus appartementencomplex, maar verbleven er zelden. Wel zou Poetin er een keer privé op bezoek zijn geweest en volgens geruchten zelfs met zijn dochter in de plaatselijke AH zijn gesignaleerd. “Spaart u ook de WK-voetbalplaatjes meneer?”

000 poetin2013; Poetin bespreekt met zijn Nederlandse schoonzoon de weekaanbiedingen van Albert Heijn;

Herstel, hier zijn helaas wat onderschriften verwisseld. Op bovenstaande foto is niet Poetin met zijn Nederlandse schoonzoon te zien, maar spreekt Poetin tijdens een bezoek aan Nederland in april 2013 in het Scheepvaartmuseum in Amsterdam met Minister-President Mark Rutte.

Overigens, pikant tintje, het appartement is gelegen in de Krimwijk in Voorschoten. Dus mocht Poetin een keertje tegen een ondergeschikte hebben gezegd: “Ik wil graag volgende maand naar de Krim, regel dat even.” dan kan dat tot een historisch misverstand hebben geleid. Na de ramp met de MH17 verhuisden Poetin’s dochter en haar man weer naar Moskou en zetten ze het appartement te koop (zie hier de foto’s) voor 2,6 miljoen euro.

Toen ik het artikel las, bleek het echter niet om een kleindochter van de Russische president te gaan, maar om een kleindochter van een dressuurpaard met de naam Poetin. Ach, dat paard kende ik van naam! Ik heb voor de Volkskrant vanaf januari 2005 twee jaar lang de rubriek ‘Het Nutteloze Kennisparadijs geschreven. De tweede aflevering van deze rubriek ging over allerlei beroemde paarden. Hij begon als volgt:

In 2003 werd op een veiling 2,5 miljoen euro geboden voor Poetin. Het betrof hier niet de Russische president maar een dressuurpaard. De Nederlandse kopers hopen met Poetin ooit eens Olympisch kampioen dressuur te worden. Rekening houdend met de prijs van paardenrookvlees (€ 6,40 per kg) en met het gemiddelde gewicht van een volwassen dier (Shetlander 250 kg, Arabier 500 kg, trekpaard 1200 kg) lijkt 2,5 miljoen euro veel.

Nooit geweten hoe het met Poetin (het paard ) is afgelopen, maar het artikel gaf opheldering. Het was niet best. De eigenaren waren twee jaar later in de financiële problemen gekomen en moesten, op last van de ING-Bank, het paard in 2005 tijdens een executieveiling  gedwongen verkopen. Het dier bracht nog maar 9 ton op.

Maar daarbij hield de ellende nog niet op. Enkele maanden later werd er bij Poetin een ernstige hoefbevangenheid, een zeer pijnlijke paardenziekte, geconstateerd en moesten de nieuwe eigenaren Poetin (het paard) laten inslapen. Wat volgde was een jarenlange  juridische strijd of de ziekte bij de verkoop wel of niet bekend was. Uiteindelijk werd de koper in het ongelijk gesteld. Olympisch kampioen is Poetin  dus nooit geweest.

Het dier had overigens voordat de ziekte werd geconstateerd één nakomeling verwekt en deze merrie heeft nu dus ook een veulen. Tot zover het trieste levensverhaal van Poetin (het paard).

Voor de liefhebbers: hieronder de hele paarden-column uit de Volkskrant van januari 2005.

Poetin en het Przewalskipaard

“In 2003 werd op een veiling 2,5 miljoen euro geboden voor Poetin. Het betrof hier niet de Russische president maar een dressuurpaard. De Nederlandse kopers hopen met Poetin ooit eens Olympisch kampioen dressuur te worden. Rekening houdend met de prijs van paardenrookvlees (€ 6,40 per kg) en met het gemiddelde gewicht van een volwassen dier (Shetlander 250 kg, Arabier 500 kg, trekpaard 1200 kg) lijkt 2,5 miljoen euro veel.

Racepaarden kosten soms nog veel meer. Het record staat op 60 miljoen dollar. Dit werd in 2000 betaald door een Iers consortium voor Fusaichi Pegasus, in dat jaar winnaar van de Kentucky Derby. Het paard werd als dekhengst ingezet. Een geslaagde bevruchting kostte 200.000 dollar, per jaar lukten er ongeveer 100. Fusaichi Pegasus was eigendom van Japanse miljonair Sekiguchi. Twee jaar eerder had hij vier miljoen dollar voor het toen eenjarige paard betaald. Een goede koop dus.

Niet elke dure aankoop van een jong paard is een succes. In 1983 werd voor de eenjarige hengst Snaafi Dancer 10.2 miljoen dollar neergelegd. Het paard zou niet één keer op een racebaan verschijnen en tot overmaat van ramp bleek hij later ook nog eens onvruchtbaar te zijn. De Engelse koning Richard III was degene die in de geschiedenis het meeste bood voor een paard. “A horse! A horse! My kingdom for a horse!”

Dat paarden veel geld waard zijn, weet de misdaad ook. In 1983 werd in Ierland de winnaar van de Epsom Derby van 1981, Shergar, ontvoerd. Er werd een losgeld geëist van 1,5 miljoen Engelse ponden. Volgens de geruchten zat de IRA achter de kidnapping. Het geld werd niet betaald. Van Shergar werd nooit meer iets vernomen.

Een zeer interessant paard was ook Incitatus, het paard van de Romeinse keizer Caligula. Op feestjes van zijn baas fungeerde hij regelmatig als gastheer en Caligula benoemde hem zelfs tot consul, de hoogste politieke functie ooit door een paard bekleed.

Marengo, het paard waar Napoleon altijd opreed, is ook een beroemd paard. Na de slag bij Waterloo werd Napoleon verbannen naar St Helena maar Marengo mocht niet mee. Marengo werd door de Engelsen meegenomen als oorlogsbuit en door het hele land tentoongesteld.

Een zeer befaamd Amerikaans paard was Comanche. In 1876 viel generaal George Custer bij Little Bighorn met 250 man tweeduizend indianen aan die onder leiding stonden van Crazy Horse en Sitting Bull. Een niet zo verstandig plan. Het leger werd dan ook in de pan gehakt. Comanche was de enige overlevende. Hij gold sindsdien als legermascotte en werd niet meer bereden. Comanche mocht altijd vrij rondlopen in de Amerikaanse forten, waar hij zich rijkelijk tegoed deed aan de bloembedden van de officiersvrouwen. Na zijn dood werd Comanche opgezet. Hij staat nu in het Museum of Natural History in Lawrence, Kansas.

000 comancheComanche; foto library of Congress: USA

Tot slot nog dit curieuze feit. In China zijn Wang, Chen en Li de drie meest voorkomende namen. In 1879 rapporteerde echter niet één van die miljoenen Wang’s, Chen’s of Li’s over dat onbekende paard, dat men aantrof in Mongolië en in noord China. Gelukkig voor alle dicteemakers ter wereld werd dat gedaan door de Russische kolonel Nikolaj Michajlowicz Przewalski. Het paard werd nu naar hem vernoemd.

Verdwenen sporten (2)

Uit de serie Verdwenen Sporten: Het vliegtuigtrapaflopen voor filmsterren – categorie gemengd.

Van 1953 tot en met 1960 werd er op Schiphol elk jaar het ‘WK vliegtuigtrap aflopen voor filmsterren’ georganiseerd.  Zowel mannelijke als vrouwelijke filmsterren konden deelnemen. Het evenement trok in die tijd tal van bekende deelnemers. Ze kwamen uit de hele wereld aangevlogen om aan de wedstrijd te kunnen mee doen.

Meestal werd de wedstrijd op 19 augustus georganiseerd, de geboortedag van Orville Wright, die als eerste met een vliegtuig de lucht invloog en weer veilig landde.

0 wilbur RightWilbur Wright in 1901 na een landing met een zweefvliegtuig; Het vliegtuigtrapaflopen stelde in die tijd nog niet veel voor. Foto Library of Congress.

Niet alleen de tijd bepaalde de winnaar van het vliegtuigtrapaflopen. De filmsterren werden door een deskundige jury ook beoordeeld op de onderdelen: elegantie, zwaaien, glimlachen en bloemen in ontvangst nemen. Een snelle tijd alleen was niet voldoende om te winnen. Zo struikelde in 1956 de Amerikaanse filmster Marlon Brando op de bovenste tree en viel daarna de trap omlaag. Hij had van alle deelnemers die dag veruit de snelste tijd, maar kreeg lage scores op de onderdelen elegantie, zwaaien en vooral glimlachen. Zijn grote concurrent Gary Cooper won dat jaar.

In 1960 was er het Gina-Audrey schandaal. De Italiaanse filmster Gina Lollobrigida beschuldigde de jury, die onder leiding stond van de Nederlandse prins Bernhard, dat deze een voorkeur had voor de uit Nederland afkomstige Audrey Hepburn. Zij won dat jaar, vooral dankzij hoge jurybeoordelingen, voor de derde keer op rij de titel. De Italiaanse filmster vond dat de jury niet objectief beoordeelde en tekende een formeel protest tegen de jurybeoordelingen aan.

0 Gina

Gina Lollobrigida protesteert bij de jury; foto Ivo Bulanda; Wikipedia

Toen dit niet werd gehonoreerd, ging Lollobrigida als protest op de landingsbaan zitten en hield dat drie uur lang vol. Al die tijd konden er op Schiphol geen vliegtuigen opstijgen en vertrekken, wat de directie van Schiphol deed besluiten om het evenement het jaar er op naar vliegveld Eelde te verplaatsen.

Dat was bepaald geen succes. Doordat er geen grote vliegtuigen op vliegveld Eelde konden landen, werden de deelnemende filmsterren met een klein vliegtuigje naar Eelde gevlogen. De filmsterren hoefden daardoor alleen maar een klein stukje trap af te dalen, wat veel van de glans van het evenement weg haalde.

0 prins

Juryvoorzitter Prins Bernhard doet voor hoe je ondanks het kleine trapje toch nog elegant van de trap af kan dalen; Foto Joop van Bilsen; Anefo; Nationaal Archief.

Audrey Hepburn ontbrak dat jaar, dit omdat zij ten tijde van het WK in New York verbleef voor de filmopnames van ‘Breakfast at Tiffany’s’, waardoor zij haar titel niet kon verdedigen. Richard Burton, een specialist in het aflopen van kleine vliegtuigtrappen, won met grote overmacht.

Het was het laatste jaar dat het WK werd georganiseerd. In de jaren daarna raakte de sport in de vergetelheid. Zie hier de winnaars van 1953 tot en met 1961, al of niet vergezeld van hun coaches.

0 Ann Todd1953: Winnaar: Ann Todd; fotograaf Harry Pott: Anefo; Nationaal Archief

0 Errol Flyn1954 Winnaar: Errol Flynn; fotograaf Wim van Rossem; Anefo; Nationaal Archief

0 Gloria Swanson1955: Winnaar: Gloria Swanson;  fotograaf Wim van Rossen; Anefo; Nationaal Archief

0 Gary Cooper1956: Winnaar: Gary Cooper; fotograaf J.D. Noske; Anefo; Nationaal Archief

0 Jane Mansfield1957 Winnaar: Jane Mansfield; fotograaf Harry Pot; Anefo; Nationaal Archief

0 audrey hepburn1958 Winnaar: Audrey Hepburn; fotograaf Eric Koch; Anefo; Nationaal Archief

0 audrey hepburn 19591959; Winnaar: Wederom Audrey Hepburn (met echtgenoot tevens trainer traplopen Mel Ferrer); fotograaf Harry Pot; Anefo; Nationaal Archief

0 audrey hepburn 19601960; Winnaar: Audrey Hepburn. Nadat Audrey Hepburn in 1960 het WK vliegtuigtrap aflopen voor de derde keer op rij had gewonnen, mocht zij de gouden wisselbeker definitief houden. Fotograaf Harry Pot; Anefo; Nationaal Archief.

0 Richard burton1961: Winnaar Richard Burton daalt op vliegveld Eelde de trap af; fotograaf onbekend; vermoedelijk iemand van het Dagblad voor het Noorden. Op de foto is duidelijk te zien hoe kort het trapje is.

Tot zover de geschiedenis van het ’WK vliegtuigtrapaflopen voor filmsterren’

De oudste mens ter wereld (een update)

Ik ben weer een stapje dichter gekomen bij de titel ‘oudste mens ter wereld’. Ja, logisch zult u zeggen, je wordt elke dag een dagje ouder, maar dat bedoel ik niet. Wat ik wil zeggen, is dat de afstand tussen mij en de oudste persoon ter wereld weer wat verkleind is. Was ik eerst nog 55 jaar te jong om mij de oudste persoon ter wereld te mogen noemen, sinds vorige week is dat nog maar 54 jaar.

Dat komt omdat 21 april de Japanse Nabi Tajima op de leeftijd van 117 jaar en 260 dagen is overleden. Zij was geboren op 4 augustus 1900 en was officieel de enige persoon ter wereld die nog in de 19e eeuw was geboren (het jaar 1900 behoort nog tot de 19e eeuw).

Nu geldt voor de titel ‘oudste persoon ter wereld’ bij uitstek het adagium ‘de koning is dood, leve de koning’ – met vooral nadruk op dat ‘leve’. Er is dus een nieuwe oudste persoon ter wereld. Ook dit is een Japanse, een zekere Chiyo Miyako, die momenteel 116 jaar en 357 dagen oud is. Ik ben nu dus nog maar 54 jaar jonger dan de oudste persoon ter wereld.

Overigens ben ik voor wat betreft leeftijden al eens een keer wereldrecordhouder geweest. Toen ik geboren werd, was ik namelijk heel eventjes, al of niet gedeeld, de jongste persoon ter wereld. Waarschijnlijk een seconde later was ik die titel al weer kwijt, maar ik was het dus wel eventjes. Dat geldt ook voor u. De titel ‘jongste persoon ter wereld’ is een heel sociale titel. Iedereen in de wereld is dat eventjes geweest. Of u nou in de binnenlanden van Afrika bent  geboren of er ergens in de westerse wereld.

Voor wat betreft de titel ‘oudste persoon ter wereld’ geldt dat uw kansen daarop aanmerkelijk beter worden, als u niet in een derdewereldland bent geboren maar bijvoorbeeld in Japan. Kijkt u maar eens naar het lijstje met de 25 oudste levende personen ter wereld zoals dat er vandaag de dag uitziet. Daar staan liefst 12 Japanners op.

00000 oudste

Net niet zichtbaar op deze lijst is nummer 26. Dat is Geertje Kuijntjes uit Nederland. Zij is momenteel met haar 112 jaar en 279 dagen de oudste levende Nederlander. Ik citeer even iets over haar uit de Wikipedia:
“Kuijntjes heeft haar hele leven in Gorinchem gewoond. Van beroep was ze naaister, wat ze tot haar pensioen heeft gedaan. Kuijntjes is voor haar hoge leeftijd nog zeer gezond; met 100 jaar ging ze nog in haar eentje op vakantie naar het buitenland (voor het laatst toen ze 102 jaar was) en tot haar 105de jaar woonde ze nog zelfstandig (in appartementencomplex ‘De Lindenborg’ in de Gorcumse binnenstad). Verder nam ze 40 keer deel aan de Nijmeegse Vierdaagse, liep deze voor het laatst op 88-jarige leeftijd en nam verder nog deel aan wandelevenementen in het buitenland. Tot een paar maanden voor haar 112de verjaardag was ze nog in staat om te breien.”

Ik moet mijn eerste Nijmeegse Vierdaagse nog lopen. Geertje Kuijntjes is zes dagen ouder dan de nummer 27 op de lijst: Masazo Nonaka. Deze Japanner – daar heb je er weer eentje – is met zijn 112 jaar en 273 dagen momenteel de oudste levende man ter wereld. Ten opzichte van hem lig ik nog slechts 50 jaar achter.

Oud worden is vooral een vrouwenzaak. Jiroemon Kimura – u mag drie keer raden wat voor een nationaliteit hij had – was 116 jaar en 54 dagen toen hij in 2013 overleed. Niet slecht, maar daarmee staat deze ‘oudste man ter wereld ooit‘ slechts op plaats 16 van de eeuwige ranglijst van oudste mensen ter wereld. Voor hem staan 15 vrouwen.

Overigens is het bezitten van de titel ‘oudste mens ter wereld’ niet zonder gevaren. Sinds ik zo’n drie jaar geleden dit in de gaten ben gaan houden, is Chiyo Miyako al de achtste persoon die deze titel mocht voeren. Je moet duidelijk dus niet te vroeg pieken. In het wielrennen zeggen ze wel eens ‘de dood of de gladiolen’. Hier liggen die twee dicht bij elkaar.

Moderne drop

In Albert Heijn zagen Marianne en ik dit zakje drop liggen.

pinpas

Pinpassen-drop! Tja, het zijn moderne tijden. In mijn jeugd vond je muntdrop al heel bijzonder.

Toen ik nog jong was, had je niet zoveel verschillende soorten drop. Je had het gewone rolletje zoute drop – o wee als je je rolletje in de gracht liet vallen.

drop 195624 augustus 1956; Reclame voor Venco zoute drop in de Keizersgracht in Amsterdam; foto Harry Pot; Anefo; Nationaal Archief.

En verder had je onder andere muntdrop, Engelse drop, dropveters –  in de film The Gold Rush at Charlie Chaplin zijn schoenveters op; gelukkig voor hem waren het geen echte veters maar dropveters –  salmiakdrop en laurierdrop.

Van die laatste soort kon je goed dropwater maken. Je stopte water en laurierdrop samen  in een klein flesje. Vervolgens moest je flink schudden. Daarna zette je het flesje een dag weg in een donkere kast. Ik kan overigens geen enkele reden bedenken waarom dat in een donkere kast moest. Als je het er daarna weer uithaalde en de fles nog even flink schudde, dan loste de drop op en had je een soort kleverige vloeistof: het dropwater. Het smaakte een beetje naar hoestsiroop (wat ik overigens altijd lekker vind smaken). Ach, wie maakt er tegenwoordig nog dropwater.

Vandaag de dag schijnen Nederlanders bij elkaar volgens dropfabrikant Klene zo’n 34 miljoen kilo drop per jaar te eten, of te wel gemiddeld zo’n 2 kg drop per persoon. Driekwart van de Nederlanders eet wel eens drop. Bij elkaar volgens Klene zo’n 8 miljard dropjes!

Drop is al een eeuwenoude lekkernij. Toen in 1922 de graftombe van de jonge farao Toet-Ankh-Amon werd gevonden – hij regeerde van 1333 tot 1323 voor Christus – werden in zijn graftombe ook grote hoeveelheden zoethoutwortel aangetroffen, zijnde het hoofdingrediënt van drop. Blijkbaar vond de oude Egyptenaren ‘drop’ zo lekker dat het ook in het hiernamaals aanwezig moest zijn.

Voor wie zich afvraagt, waar haalt hij deze laatste wijsheid nu weer vandaan, nou van deze site dus. Het is een blog van een zekere ANZJ. Tussen 2008 en 2016 heeft hij of zij meer dan 750 blogposts geschreven over drop. Of zoals het op de site staat: ‘Dit is mijn dappere poging om de veelheid aan (NL) drop in kaart te brengen. Met veel achtergrond- informatie en een kritische test van élk geblogd dropje.” Als ex-voorzitter van de VIENO (de Vereniging voor Interessante Edoch Nutteloze Onderzoeken) kan ik een dergelijke site uiteraard waarderen.

Ik heb even wat van die blogs bekeken – jammer dat op de site geen drop-down menu staat; sorry die woordspeling kon ik niet laten – maar er staan een hoop leuke dingen op de site. Wat dacht u bijvoorbeeld van het volgende krantenbericht uit 1997 over de ‘de gestrande verstappertjes’, die dropfabrikant Van Slooten dat jaar uitgaf naar aanleiding van het herhaaldelijk utvallen van Jos Verstappen, de vader van Max. Jos Verstappen kon die dropjes niet zo waarderen.

verstappen drop

Gezien het feit dat Max Verstappen dit seizoen tijdens de helft van de races is uitgevallen, kan die drop zo weer op de markt worden gebracht.