In 1973 verschijnt er in Duitsland een postzegel met daarop de naam van Wilhelm Schickard en een afbeelding van een apparaat met allerlei hendels en cijfers. Onder het apparaat staat de tekst ‘350 jahre rechenmaschine’.
Het is een postzegel ter ere van Wilhelm Schickard. In Duitsland wordt hij gezien als de eerste persoon die een mechanische rekenmachine bedenkt. In de rest van de wereld krijgt echter de Fransman Blaisse Pascal – die twintig jaar na Schickard een werkende mechanische rekenmachine laat zien – deze eer (zie bijvoorbeeld deze postzegel van São Tomé en Príncipe waar Pascal hier voor wordt geëerd; het goudkleurige ding op de postzegel is het rekenapparaat van Pascal).
De reden dat Schickard buiten Duitsland niet als de ontwerper van de eerste mechanische rekenmachine wordt gezien, is dat in zijn tijd niemand op de hoogte is van zijn idee. Hij heeft geen werkend apparaat laten zien en sterker nog, hij heeft er zelfs nooit over gepubliceerd. De eerste berichten over zijn uitvinding verschijnen pas meer dan 300 jaar later.
Dat Schickhard überhaupt – om even een goed Duits woord te gebruiken – een apparaat heeft bedacht, waarmee hij naar eigen zeggen kan rekenen, is alleen bekend dankzij twee brieven die hij schrijft aan Johannes Kepler, de bekende Duitse astronoom uit de zeventiende eeuw. Deze brieven, geschreven in 1623 en 1624, zijn drie eeuwen later (in de jaren dertig van de vorige eeuw) teruggevonden. In deze brieven beschrijft Schickard het technisch ontwerp van zijn rekenmachine. Met het apparaat kan je volgens hem getallen van zes cijfers optellen en aftrekken. Daarnaast kan je er ook mee vermenigvuldigen, mits de getallen kleiner zijn dan honderd.
Een Duitse universiteit bouwt in 1960 aan de hand van de ontwerptekeningen en de beschrijving van Schickard de machine na. Het apparaat blijkt na enkele kleine maar wel essentiële aanpassingen inderdaad te kunnen optellen en aftrekken. In Duitsland beschouwt men daarom Schickard als de ontwerper van de eerste mechanische rekenmachine. Hoewel zijn basisidee goed was, is dat toch wat te veel eer. In de rest van de wereld beschouwt men Blaisse Pascal daarom terecht als de uitvinder van de rekenmachine.
Omdat de ideeën van Schickhard pas in de vorige eeuw opduiken, heeft hij eigenlijk geen rol gespeeld in de ontwikkeling van de computer, maar om onze Duitse vrienden niet voor het hoofd te stoten – wellicht komt er ooit een Duitse uitgave van deze verhalen – toch een portret van hem.
Wie is Wilhelm Schickard
Wilhelm Schickard wordt op 22 april 1592 geboren in Herrenberg, een plaatsje gelegen vlakbij Tübingen. Dat ligt in de huidige deelstaat Baden-Württemberg, niet zo ver van Stuttgart. Zijn vader is een houtbewerker, zijn moeder de dochter van de plaatselijke pastoor. Als hij tien jaar oud is, overlijdt zijn vader. Zijn oom, een priester, neemt hem in huis. De jonge Wilhelm volgt aanvankelijk een opleiding tot timmerman, maar omdat hij goed kan leren mag hij naar een kloosterschool. Nadat hij daar ook blijk geeft een slimme leerling te zijn, wordt hij toegelaten aan de universiteit van Tübingen waar hij theologie en oosterse talen gaat studeren.
Schickard is een talenwonder. Hij spreekt al snel meerdere talen waaronder Latijn, Turks, Arabisch, Hebreeuws, Duits, Frans en Nederlands. In 1611 behaalt hij zijn mastertitel in de Oosterse talen. Na zijn studie blijft hij nog twee jaar verbonden aan de universiteit en verdiept er zich in de wiskunde en de astronomie. In die tijd ontmoet hij ook zijn latere vrouw Sabine Mack. Ze zullen in 1615 trouwen en samen negen kinderen krijgen. Vijf kinderen zullen op zeer jonge leeftijd overlijden – de kindersterfte is erg hoog in die tijd. (De gemiddelde levensverwachting bij de geboorte van de mens in die tijd bedraagt slechts zo’n 25 à 30 jaar, maar dat komt vooral door de hoge kindersterfte. Kijk je naar de levensverwachting van mensen die al twintig jaar oud zijn, dan bedraagt die in die tijd van Schickard zo’n 60 à 65 jaar.)
In 1613 treedt Schickard in dienst van de Lutherse kerk en gedurende zo’n vijf jaar is hij werkzaam als Lutherse dominee in verschillende kerken in en om Tübingen. Tijdens deze periode komt Schickard in contact met de bekende astronoom Johannes Kepler. Diens moeder, woonachtig in de buurt van Tübingen en actief als ‘kruidenvrouwtje’, wordt in 1616 door een buurvrouw waar zij ruzie mee heeft van hekserij beschuldigd. Het proces hierover zal meer dan vijf jaar duren. Keplers moeder zit zelfs anderhalf jaar in de gevangenis. Uiteindelijk wordt ze vrijgesproken.
In deze periode reist Kepler regelmatig naar Tübingen om zijn moeder bij te staan en brengt dan ook vaak een bezoek aan Schickard. Kepler en Schickard kunnen het goed met elkaar vinden. Zo maakt de handige Schickard houten gravures voor de boeken van Kepler.
Links Kepler; rechts Schickard; Ze hebben vermoedelijk dezelfde kapper. Kepler heeft een passer in zijn hand, Schickard een handplanetarium. Het schilderij van Kepler stamt uit ± 1610, het schilderij van Schickard is in 1632 gemaakt door Konrad Melperger.
Dat Schickard handig is met hout, ongetwijfeld iets wat hij heeft geleerd tijdens zijn opleiding tot timmerman, blijkt ook uit het instrument (een soort vertaalplankje) dat hij maakt voor zijn studenten Hebreeuws – sinds 1619 is Schickard werkzaam als hoogleraar Hebreeuws aan de universiteit van Tübingen.
Schickard is niet alleen met hout handig, ook met andere materialen kan hij goed overweg. Zo maakt hij een mini-planetarium in de vorm van een kartonnen kegel. Op de binnenkant staat de sterrenhemel afgebeeld. Een paar jaar later maakt hij ook een metalen handplanetarium dat de posities van de zon, de aarde en de maan ten opzichte van elkaar aangeeft.
Een reconstructie van zijn handplanetarium; foto Otto Buchegger. Wikipedia
Dat hij een behendige knutselaar is, blijkt ook in 1623. Om de banen van planeten en andere hemellichamen te berekenen – de door Schickard berekende baan van de maan is één van de nauwkeurigste uit zijn tijd – zijn allerlei moeilijke handmatige berekeningen noodzakelijk. Schickard zoekt naar een methode om deze berekeningen te vereenvoudigen. Hij krijgt een idee, gaat aan het werk en in een brief aan Kepler schrijft hij in 1623 dat hij een mechanische rekenmachine heeft bedacht, die de berekeningen machinaal kan uitvoeren.
De machine, ‘Rechen Uhr’ zo noemt Schickard zijn apparaat, kan niet alleen getallen van maximaal zes cijfers optellen en aftrekken, maar met hulp van de Napier’s Bones (zie diens portret) ook vermenigvuldigen en delen. Als kers op de slagroomtaart laat de machine, wanneer de uitkomst van een berekening te groot is om door de machine weergegeven te kunnen worden, een belletje klinken.
Kepler schrijft terug dat hij graag zo’n machine wil hebben, waarop Schickard toezegt een dergelijk apparaat voor hem te bouwen. Hij huurt een behendige ‘technisch vakman’ in, een zekere Johannes Pfister, die hem helpt met de bouwen van de rekenmachine. Ze gaan samen aan de slag, maar op een gegeven moment breekt er een brand uit in de werkplaats van Pfister, waarbij het half afgebouwde exemplaar verloren gaat. In een brief aan Kepler van februari 1624 schrijft Schickard over deze tegenslag. Zodra hij weer tijd heeft zo schrijft hij zal hij een nieuwe poging ondernemen.
Ontwerptekeningen van de automaat van Schickard zoals deze door hem zijn geschetst in een instructie voor Johannes Pfister en in een brief aan Kepler in 1624.
Na 1624 schrijft Schickard echter niet meer over zijn rekenmachine. Het is daardoor niet bekend of hij er in slaagt om tot een werkend apparaat te komen of dat hij het project heeft opgegeven. Maar omdat Schickard in de brief aan Kepler van 1624 uitgebreid het ontwerp van zijn rekenmachine heeft beschreven, en hoe deze moest kunnen functioneren, heeft men 330 jaar later een poging ondernomen om de machine te reconstrueren. Met wat verbeteringen functioneerde het apparaat.
Een nagebouwd exemplaar van de mechanische rekenmachine van Schickard; foto Herbert Klaeren; Wikipedia.
Vanaf 1624 reist Schickard regelmatig door Württemberg rond. Dit doet hij in opdracht van de hertog van Württemberg. Hij heeft een dubbelfunctie. Schickard fungeert zowel als toezichthouder op Latijnse scholen alsmede als landmeter. Over hoe je het beste landkaarten kan maken schrijft hij in 1629 een pamflet, wat nog decennialang als richtlijn door landmeters wordt gebruikt.
Instructiepagina uit het pamflet over landmeten van Schickard; Deutsche Fotothek; Wikipedia
In 1631 wordt hij benoemd tot hoogleraar astronomie aan de universiteit van Tübingen. Datzelfde jaar schrijft hij een boekwerk met de titel ‘Ephemeris Lunaris’, waarin hij de positie van de maan voor elk tijdstip en elke dag van het jaar laat zien. Het is nog de tijd dat de katholieke kerk hardnekkig blijft volhouden dat de aarde het middelpunt van het heelal is. Schickard is echter een aanhanger van het heliocentrische model, waarbij de zon het middelpunt van het heelal is– ook niet juist maar wel al een wat beter model dan het model van de kerk. Hij correspondeert hierover niet alleen met Kepler, maar ook met verschillende andere bekende astronomen uit die tijd, zoals de Fransen Boulliau en Gassendi. Ook stuurt hij enkele brieven aan Hugo de Groot.
De handtekening van Schickhard op een bladzij van het boek ‘Loca difficiliora’ van de Nederlandse theoloog Drusius (Het boek is gedrukt door de drukker Fredericus Heynsius uit Franeker
In 1635 overlijdt hij. Hij is dan nog maar 43 jaar oud. Schickard sterft aan de gevolgen van de pest. Een jaar eerder hebben de Spanjaarden tijdens de dertigjarige oorlog het protestantse leger bij Tübingen verslagen. Tijdens de gevechtshandelingen is Schickard tot twee keer toe gevlucht naar Oostenrijk, maar keert na verloop van tijd telkens weer terug naar Tübingen. Nadat de Spanjaarden hebben gezegevierd, trekken ze de stad binnen. Helaas voor de bewoners brengen ze de pest mee. Het hele gezin van Schickard – hijzelf, zijn vrouw en zijn vier kinderen – overlijdt binnen een jaar aan de gevolgen van deze ziekte. Schickard naar verluidt eenzaam als laatste. Hij raakt in de vergetelheid totdat 300 jaar later zijn brieven aan Kepler opduiken met daarin zijn idee voor een mechanische rekenmachine.
Naar het volgende verhaal uit deze serie.
Naar het vorige verhaal uit deze serie