In oktober 2009 liep ik door de Passage in Den Haag toen ik in de etalage van een postzegelhandelaar een bijzondere Eerste Dag-enveloppe zag liggen. Op de enveloppe met postzegels van de Nederlandse Antillen uit 1962 stonden namelijk de handtekeningen van een aantal beroemde schakers, waaronder die van de inmiddels overleden wereldkampioenen Fisher, Tal en Petrosian. In eerste instantie dacht ik dat de handtekening van Bobby Fisher ontbrak, maar hij bleek hem dwars door die van Benkö, een andere bekende Amerikaanse schaker gezet te hebben.
Ik kocht de enveloppe en deed wat naspeuringen over de achtergronden van het schaaktoernooi. Vervolgens schreef ik over de enveloppe een deels fictief, deels non-fictief verhaal , wat ik opstuurde naar het literaire schaaktijdschrift ‘Matten’, waarin het in nummer 8 van het blad werd opgenomen.
‘Zie hieronder het verhaal zoals dat in het Matten 8 werd opgenomen.
Bobby Fisher en de Eerste Dag-enveloppe van het kandidatentoernooi van 1962
Het eerste deel van het verhaal was grotendeels fictie. Zo was de eerste enveloppe in het artikel niet van een zekere B. (die persoon was geheel door mij verzonnen) maar is een afbeelding van een exemplaar dat enige jaren daarvoor via een veilingsite werd aangeboden.
Het tweede deel (dat begint vanaf ‘Toelichting 2010’) over het vinden van de enveloppe en over de gebeurtenissen tijdens het schaaktoernooi – was een non-fictie stuk en klopte wel.
Het blad Matten verscheen in mei 2013 voor het laatst. In totaal zijn er twaalf afleveringen verschenen.