Op twitter zag ik deze leuke tweet van Herman van de Zandt die een vraag op een Pickwick-theelabeltje beantwoordt.
Ook als je wel een afbreekstreepje zet, moet je even uitkijken. Neem bijvoorbeeld het woord ‘bestedingen’. Als je dat afbreekt als beste-dingen dan geeft dat enige verwarring. Het zelfde geldt als je het woord ‘reservering’ afbreekt als ‘reserve-ring en zo zijn er nog wel meer voorbeelden. Het geeft misverstanden als je ‘geleend’ als gel-eend afbreekt.
Zie hier de gel-eend, ook wel bekend als kuifeend.
Op de onvolprezen site van OnzeTaal staat een stukje uit 2011 hoe je afbreekstreepjes moet gebruiken. Om te zorgen dat mijn blog dit jaar voldoende educatiepunten (educa-tiepunten) haalt, ben ik zo vrij om dat hieronder te citeren. Van de site van OnzeTaal:
“Wat zijn de belangrijkste regels voor het afbreken van woorden aan het einde van een regel?
Bij het afbreken van woorden is soms de uitspraak van een woord doorslaggevend, soms de etymologie (de herkomst) en soms de morfologie (de opbouw van een woord). Meestal leiden deze drie principes tot dezelfde opvatting over waar de lettergreepgrens (en dat is vaak de plaats om af te breken) ligt. Hieronder geven we de hoofdregels voor woordafbreking.
- Afbreken kan tussen de delen van een samenstelling: bij-val, circus-act, fiets-pad, tand-arts.
- Woorden op -achtig, -baar, -heid, -rijk, -dom en -loos (achtervoegsels waarmee afleidingen worden gevormd) gedragen zich als samenstellingen: aap-achtig, bereik-baar-heid, ei-wit-rijk, prins-dom, werke-loos.
- Afbreken kan aan het einde van een lettergreep: cir-cus, be-las-ting, me-de-wer-ker, Ge-noot-schap On-ze Taal, er-ger-nis, klap-lo-per.
- Medeklinkers gaan zo veel mogelijk naar de volgende regel, maar beide stukken van het afgebroken woord moeten uitspreekbaar blijven en uit normale lettergrepen bestaan. Dus: dui-ker, lei-den, mor-gen, be-schrij-ven, reu-ze-fla-ter. Ambten wordt amb-ten, want bten kun je niet zeggen; haasten wordt haas-ten en troosten wordt troos-ten, omdat haa en troo geen normale lettergrepen zijn.
- Uit andere talen afkomstige lettercombinaties die als één lettergreep klinken, worden niet afgebroken. Voorbeelden: bite, cake, gra-tuit, house, ma-noeu-vre, race. Afbrekingen van uit het Frans afkomstige woorden als crè-me, pati-ent, stati-on en terti-air zijn in principe niet onmogelijk, maar worden toch vrijwel altijd vermeden: crème, pa-tiënt, sta-tion en ter-tiair.
- Eén losse letter aan het begin of einde van een regel is niet toegestaan. Dus niet a-linea of aline-a, maar alleen ali-nea; oven wordt nooit o-ven en kan dus niet worden afgebroken. Deze regel geldt ook als zo’n woord deel is van een samenstelling. Bakoven kan dus alleen na bak worden afgebroken: bak-oven. IJverig wordt wel ij-ve-rig, omdat de ij als een tweeklank wordt beschouwd, niet als letter.
- Rondom de x wordt niet afgebroken: sexy, faxen, mixer. Op grond van deze en de vorige regel kan de naam Alexia niet worden afgebroken.
- Ch, sh en sj als één klank blijven bij elkaar: ka-che-len, ca-shew-noot, pu-shen, an-sjo-vis, ram-sjen (maar: vis-haak, vis-je).
- Bij ng en nk wordt afgebroken na de n: vin-ger, wan-gen , han-gen, an-ker, ver-len-gin-kje, win-ter-ko-nin-kje. Maar Frank-rijk wordt als een samengestelde naam beschouwd. Ook in ko-nink-rijk en ko-nink-lijk blijft de nk bijeen.
- Een achtervoegsel dat met een klinker begint, krijgt een medeklinker mee (aar-dig, hoes-ten, krui-pen); bij een medeklinker + st zelfs twee (oog-sten). Dat geldt niet voor -achtig (koorts-achtig) en de meeste woorden op -aard (bei-aard, dronk-aard, snood-aard). Uitzonderingen zijn bas-taard, Span-jaard en stan-daard.
- Bij afbrekingen verdwijnen apostrofs en trema’s, en bij de verkleinvorm ook een eventuele dubbele letter: baby’tje wordt baby-tje, ruïne wordt ru-ine, colaatje wordt cola-tje.
- Bij het afbreken van een woord waar een koppelteken in staat, wordt maar één streepje gebruikt (dus niet
sms-
-bericht, maar
sms-
bericht).
Tot zover een stukje educatie.