1. Waarom staan er jaartallen op huizen en in wat voor een vorm?
Het plaatsen van jaartallen op huizen is iets wat al lang geleden is ontstaan. De oude Grieken en Romeinen deden het al om belangrijke bouwwerken te dateren door op de gevel het bouwjaar te vermelden. Het had daarnaast vaak een praktisch nut. De jaartallen worden veelal aangebracht in de vorm van ijzeren muurankers. Muurankers werden vroeger op huizen geplaatst om de gevel te beschermen tegen het zogeheten uitknikken. Het gewicht van de dakconstructie – en ander gewicht dat op de buitenmuren rust – drukt langzaam maar zeker de gevel naar buiten. Maar door de gevels nu aan de voor- én achterzijde met de balken te verankeren die de vloeren van de verdiepingen ondersteunen, wordt dit uitknikken tegen gegaan. Zie hier een oud gebouw in Leiden met heel veel kleine rechte zwarte muurankers.
Op het niveau van de begane grond zie je meestal geen muurankers. Dit omdat de muren op deze hoogte niet de neiging hebben uit te knikken, behalve wanneer er een kelder of souterrain aanwezig is. Zie je dus ook muurankers op de begane grond, dan wijst dat op de aanwezigheid van een kelder of souterrain bij een huis.
Muurankers kan je in allerlei vormen smeden, rechte stukken maar ook in de vorm van versierselen en in de vorm van cijfers. Door te kiezen voor cijfers kan je de muurankers ook gebruiken om het bouwjaar van een huis aan te geven. Twee voor de prijs van één! Vanaf zo’n beetje 1930 zijn muurankers echter veelal niet meer nodig en dienen deze alleen nog maar voor de sier. Daarnaast kan je ook jaartallen op gevelstenen (ook wel muurstenen genoemd) zien staan. Zie bijvoorbeeld dit huis in Harlingen.
Gevelstenen op huizen hebben in tegenstelling tot muurankers geen bouwkundige functie. Nooit gehad ook. Wel worden ze soms gebruikt voor het geven van informatie over het huis zoals het bouwjaar van het huis of vertellen ze iets over het beroep van de huidige (of een vroegere) eigenaar van het huis, zoals een vis voor een vissenverkoper of een bakoven voor een bakker zoals deze muursteen in Amsterdam laat zien.
Soms zit er een hele symboliek in een gevelsteen verstopt. Neem deze twee gevelstenen op een huis in Alkmaar. Ze lijken heel veel op elkaar maar toch zit er een essentieel verschil in. Dit is de oudste gevelsteen op het huis.
De gevelsteen hieronder is later op het huis aangebracht.
Op de bovenste gevelsteen zien we een schip dat met de wind mee vaart. Het geeft aan dat in het huis een uit Alkmaar afkomstige actieve gezagvoerder woont, die vaart voor de admiraliteit van West-Friesland – dat laatste kunnen we aan het soort en de combinatie van de vlaggen zien. Op de onderste gevelsteen zien we dat het schip nu niet alleen de andere kant opvaart – terug naar de haven – maar ook dat het nu tegen de wind in vaart. Dat betekent dat de gezagvoerder met pensioen is. Uiteraard komt het ook voor dat er geen enkele betekenis moet worden gehecht aan de gevelsteen maar dat die gewoon als een versiering is aangebracht.
Je ziet ook combinaties op gevelstenen. Dan staat er zowel een afbeelding op alsmede ook een jaartal zoals deze gevelsteen in Dordrecht laat zien.
Of neem deze gevelsteen op Huize Swaensteyn in Voorburg. Er staat zowel een afbeelding van een zwaan – zwanen zie je vaak op gevelstenen – maar ook een jaartal. Daar kan ik iets mee!
En nog een voorbeeldje (uit Leiden), ook met een zwaan en een jaartal (1593).
Deze huizen komen dus in aanmerking voor mijn collectie. Dat geldt niet voor onderstaand huis in Haarlem. Er staat op de gevelsteen weliswaar zowel een afbeelding als een jaartal (2002), maar dat het huis in 2002 is gebouwd, daar geloof ik echt niks van. Het huis is veel ouder dan 2002. (Dat de gevelsteen van 2002 is, dat geloof ik daarentegen dan weer wel.)
Nog wat voorbeelden van gevelstenen met afbeeldingen. Ze zijn er in alle soorten en maten met beroepen, dieren, heiligen, rare mannetjes en nog veel meer soorten afbeeldingen er op. Zie hier een kleine collectie van gevelstenen in Deventer.
Leuk vond ik bijvoorbeeld deze zingende minstreel in Utrecht in combinatie met het openstaande raam. Helaas was voor de zingende minstreel de jonkvrouw even weg.
Soms zie je ook moderne gevelstenen zoals deze die ik in Haarlem op een ‘jaren-vijftig-huis’ zag. Er staat een modern @-tekentje op de gevelsteen. Ik vermoed dan ook dat deze gevelsteen pas minstens vijftig jaar later op het huis is aangebracht en niet ten tijde van de bouw.
Was dit een nieuwe gevelsteen, de gevelsteen linksonder met twee vechtende zwanen – ha, daar hebben we weer zwanen – op Logement Swaenenvecht in Oud-Zuilen, is wel oud. Het huis en de gevelsteen stammen beide uit 1678. Ik laat deze foto echter niet zien vanwege de gevelsteen op het linkerhuis, maar vanwege het horloge op het rechter huis.
Dat geeft weliswaar de tijd aan, maar het gaat mij om het jaar, dus aan een horloge heb ik niks. Dus als u iets met de tijd op een gevel wilt doen, graag een jaartal dus.
Behalve gevelstenen met jaartallen of afbeeldingen heb je ook heel veel gevelstenen die de naam van het huis aangeven die een (al of niet vroegere) eigenaar aan het huis heeft gegeven.
Gevelstenen waren vroeger handig als een soort adresaanduiding. Huizen in Nederlanden kenden namelijk tot de negentiende eeuw geen huisnummers en officiële straatnamen. Pas in 1851 is in de Gemeentewet officieel vastgesteld dat straatnamen moeten worden vastgelegd en voerde de Nederlandse overheid overal straatnamen in. Dat was handig in verband met de belastingen op onroerend goed.
Voerde de Nederlandse overheid het systeem van straatnamen in, het systeem van huisnummers hebben de Fransen in 1800 in de tijd dat ze in Nederland zaten al ingevoerd. (De Fransen waren trouwens ook degenen die in Nederland het gebruik van verplichte vaste achternamen invoerden.) Merkwaardigerwijze waren huisnummers dus eerder verplicht dan straatnamen.
Men omschreef daarvoor de straat waar men woonde als bijvoorbeeld ‘de straat naast de kerk’. Bij veel straatnamen zie je zulke omschrijvingen nog terug in de officiële straatnaam: Kerkstraat, Sluisstraat, Oudegracht, Schoolstraat, Paleisstraat om er maar een paar te noemen. Om het specifieke huis in de straat aan te geven kon men gebruik maken van de aanwezigheid van een eventuele gevelsteen. “Ik woon in het huis met de drie zwanen.”.
(Of als je buurman een degelijke gevelsteen had: “Ik woon in het huis naast het huis met de drie zwanen.”)
Enfin, je hebt dus vele soorten gevelstenen. Naast muurankers en gevelstenen zie je heel soms nog andere methodes om het bouwjaar op een huis aan te geven. Zo zag ik een keer op een boerderij aan de Voorweg tussen Leidschendam en Zoetermeer deze heel bijzondere vorm van een ‘jaartalweergave’. Het was niet gedaan met muurankers en ook niet in de vorm van een gevelsteen, maar als een haakwerkje dat achter het raam van de voordeur was opgehangen.
Opmerkelijk detail: deze boerderij had in de jaren veertig van de vorige eeuw een bekende eigenaar. De graficus M. C. Escher was een aantal jaar eigenaar van deze boerderij. De boerderij was afkomstig uit de nalatenschap van zijn moeder. Dus wellicht heeft hij het jaartal gebreid.
Bijzonder is ook deze jaartalweergave in Haarlem in de vorm van een gebrandschilderd glas. Wel een beetje kwetsbaar. Sinds 1865 mag de jeugd hier niet op straat voetballen.
2. Wat geeft het jaartal op een huis aan?
De jaartallen die je op huizen ziet, geven normaliter het jaar aan waarin het huis is gebouwd, maar dit is niet altijd het geval. Soms geeft het jaartal namelijk het jaar weer van een grote verbouwing. Neem bijvoorbeeld dit huis in Rijswijk, ‘Treckvliet’ genaamd.
We zien tussen de twee deuren de volgende tekst staan: ‘ANON1788’. (Om de één of andere reden is het woordje ANNO anders – lees fout – gespeld.)
Het vermelde jaar 1788 is echter niet het oorspronkelijke bouwjaar van het huis, zoals valt te lezen op dit blauwe bordje dat de gemeente Rijswijk op het huis heeft aangebracht.
‘Geestbrugkade 18, 19a en 19 ‘Treckvliet’: een herenhuis verbouwd in 1788. In 1623 bouwt de Rijswijkse timmerman Adriaen Cornelis Hes op deze locatie een huis. […] In de jaren hierna wordt het bestaande pand vermoedelijk vernieuwd. De gevel dateert waarschijnlijk in zijn geheel uit 1788. […]
Het huis is dus van 1623, maar het is in 1788 volledig en zeer ingrijpend verbouwd. Er is dat jaar als het ware een nieuw huis ontstaan. Bij die gelegenheid is het jaartal 1788 op het huis aangebracht. In dit geval volg ik het jaartalbordje en neem ik het huis op als een huis “gebouwd” in 1788. Deze lijn heb ik ook aangehouden bij soortgelijke gevallen zoals bijvoorbeeld dit huis in Arnhem dat (volgens een muursteen boven het middelste raam) oorspronkelijk in 1562 is gebouwd.
Op de gevelsteen onder het middelste raam valt echter te lezen dat het huis in 1791 helemaal verbouwd is. Ik heb dit huis dan ook opgenomen als een huis gebouwd in 1791.
Zie hieronder nog een voorbeeld van een huis (uit 1635) dat later ingrijpend is verbouwd en een nieuw jaartal (1888) heeft gekregen.
(En als je ziet hoe het huis er nu uitziet, dan zal er na 1888 nog wel een verbouwingtje zijn geweest, maar bij die verbouwing is geen nieuwe gevelsteen aangebracht.)
Twee gevelstenen met verschillende jaartallen op één huis zie je wel vaker. Hieronder nog een voorbeeldje, ook uit Haarlem. Op de bovenste gevelsteen staat het jaartal 1611, op de onderste 2008. (Gezien de bovenste gevelsteen, zat er vermoedelijk in dit huis in de zeventiende eeuw een bakkerij.)
Nnog een derde voorbeeld van een huis met twee verschillende jaartallen. Het betreft hier een huis in Den Haag met twee garages. Boven de linkergarage (voor een koets?) staat het jaartal 1863, boven de rechtergarage (voor een auto?) staat het jaartal 2003.
En als we toch bezig zijn, hier nog een vierde voorbeeld van een huis met twee jaartallen er op: een brugwachterhuis in Gorichem.
Er zit een blauwe gevelsteen (met de afbeelding van een hoed) uit 1640 op en boven naast de luiken staat anno 1910. Het lijkt een huis uit 1640 wat wellicht in 1910 is opgeknapt, maar volgens een informatiebordje op het huis is het huis gebouwd in 1910 en is de gevelsteen afkomstig uit een huis dat hier vroeger stond en afgebroken is.
Soms wordt bij een grote renovatie van een belangrijk gebouw een extra jaartal op het gebouw geplaatst, waarbij expliciet wordt aangegeven dat dit jaartal betrekking heeft op die verbouwing. Zie bijvoorbeeld de zijkant van het oude stadhuis in Delft.
Links van de luiken zien we het woord ‘REPARATA’ staan; rechts een A: (dat staat voor Anno) en MDCCLX1. Blijkbaar is het stadshuis in 1761 gerestaureerd. Dat was niet de eerste keer. Het stadshuis stamt oorspronkelijk uit ± 1200; omstreeks het jaar 1400 wordt het voor het eerst grondig herbouwd. In 1618 brandt het helemaal af, waarna het weer helemaal wordt opgebouwd. Ook daarna vinden er in de loop van de tijd nog regelmatig verbouwingen plaats, zoals die van 1761. Het stadshuis van Delft kent dan ook een hoop jaartallen verbonden aan de bouw.
Soms bestaat een “verbouwing” er zelfs uit dat het huis op de ene plek helemaal wordt afgebroken om vervolgens op een andere plek weer compleet te worden opgebouwd. Neem deze hofjes in Delft.
Op de huizen staan twee gevelstenen. Op de ene gevelsteen valt te lezen dat de huizen uit 1575 stammen.
Maar op de andere gevelsteen uit 1660 lezen we: “We stonden eertijds op de Geer / ses in t getal, doch nu een meer / opnieuw herbouwd en hier gebracht / door de twee oudste van t geslacht.”.
De huizen stonden eerst elders (ongeveer 500 meter verderop) en zijn in 1660 naar deze plek “verhuisd”. Ook is er dat jaar een zevende huis aan het rijtje toegevoegd. Oorspronkelijk stonden deze hofjeswoningen (bedoeld voor echtparen boven de 50 jaar zonder kinderen ) op de Korte Geer (een straat in Delft,) maar vanwege de uitbreiding van het Armamentarium, een militaire opslagplaats, zijn ze in 1660 verplaatst naar deze locatie aan de Van der Mastenstraat.
(Dat hier ruimte was om de hofjes naar deze plaats midden in het centrum van Delft te verplaatsen, en er zelfs ook nog ruimte was voor een zevende hofje, kwam door de ‘Delftse Donderslag’, de ontploffing van het Delftse Kruithuis in 1654, die alle hier aanwezige oude huizen compleet wegvaagde.)
Het compleet verhuizen van gebouwen en het elders weer opnieuw opbouwen zie je het vaakst gebeuren bij molens. Neem deze twee molens.
De molen links, oorspronkelijk gebouwd in 1621, stond eerst elders in Voorburg en verhuisde in 1989 naar deze plek in Voorburg. De molen rechts in Nootdorp stamt uit 1781, maar is volgens het bordje op de molen in 1855 helemaal uit Delft hierheen overgebracht.
In zijn algemeenheid geldt dat door verbouwingen en renovaties alle oude huizen er veel nieuwer uitzien dan dat je zou verwachten op grond van het jaartal op de huizen. Haast alle gebouwen die u hier zult aantreffen, zullen in de loop van de tijd vermoedelijk dan ook minstens één keer, maar waarschijnlijk veel vaker, opgeknapt of compleet verbouwd zijn, waardoor ze vandaag de dag er veel nieuwer uitzien.
Kijk maar eens naar dit huis in Pijnacker. Volgens de muurankers stamt het uit 1675, maar de muurankers zijn vermoedelijk nog de enige originele onderdelen van het huis.
Of neem dit huis in Wassenaar.
Het zier er aan de buitenkant uit als een modern ogend huis. Maar boven de voordeur valt te lezen dat het huis oorspronkelijk uit 1579 stamt en dat het 440 jaar later (in 2019) is gerenoveerd.
Andersom, dat een nieuw huis er heel oud uit ziet, komt ook een enkele keer voor. In Delft zag ik bijvoorbeeld in het oude centrum dit huis.
Het ziet er uit als een oud huisje uit de Middeleeuwen, maar het stamt uit 1948. Op de gevelsteen boven de openslaande deuren valt dit gedicht te lezen: “Het huisje dat hier stond van 1585 / Was na de eeuwen niet meer krachtig / Nu vindt gij hier een huisje in de geest / zoals het vroeger is geweest.”
Ik heb het huis als een huis uit 1948 gekarakteriseerd – het bouwjaar – en niet als een huis uit 1585, ook al ziet het er zo uit. (Omdat ik voor een ander huis uit 1948 heb gekozen, is het overigens niet in het overzicht opgenomen.)
Het komt ook voor dat er oorspronkelijk op een gebouw geen jaartal stond, maar dat er later alsnog een jaartal is op aangebracht om de historie van het gebouw aan te geven. Zie bijvoorbeeld deze jaartalaanduiding op een huis in Gouda uit 1614. Deze is er vermoedelijk pas recent op aangebracht. Het ziet er veel te nieuw uit voor iets dat al meer dan 400 jaar oud zou moeten zijn.
Het huis stamt volgens een bron wel uit 1614 maar dat geldt dus niet voor de gevelsteen. Andersom komt ook voor. Je ziet wel eens oude gevelstenen op nieuwe huizen, Die stenen hebben eerst op andere huizen gezeten. Neem deze gevelsteen (met daarop het jaartal 1600), die is aangebracht op een huis aan de Grote Kerkstraat 29 in Leeuwarden.
Maar wat lezen we over deze gevelsteen op de site van het historisch centrum Leeuwarden: “Wapensteen met het wapen van de familie Unia van Blija (een Franse lelie met twee korenaren). Onderschrift “1600”. Afkomstig uit de achtergevel van het huis Nieuwestad 55, in 1923 verworven door het Fries Museum, in 1998 gerestaureerd en
herplaatst aan de Grote Kerkstraat.” Kortom, hij zat vroeger op een heel ander huis. Het gebouw waar hij nu op stamt niet uit 1600 maar uit 1934.
Dat op een huis plaatsen van een gevelsteen die eerst op een ander huis heeft gezeten, moet je natuurlijk niet overdrijven, want anders val je direct door de mand, zoals dit huis in Amsterdam laat zien.
Soms is op een gebouw een jaartal te zien, dat suggereert dat het gebouw in dat jaar is gebouwd, maar waar na nadere onderzoek blijkt dat dit niet het geval is. Neem dit poortje in Gorichen uit 1391.
Volgens het bordje, wat rechtsboven het poortje te zien is, klopt dat jaar 1391 echter niet. Het poortje is ergens gebouwd tussen 1525 en 1550. Oké, het is wel een oud poortje, maar dus niet eentje uit 1391.
Een andere categorie muurstenen met een jaartal er op zijn de ‘eerste-steen’-muurstenen op huizen, waarop een jaartal (en meestal ook de datum) staat. Neem deze woning in het Friese Terherne.
Rechts naast de voordeur – wat mij doet vermoeden dat het niet de eerste gelegde steen van het huis is, anders zat hij wel helemaal onderop – is een ‘eerste steen’ te zien, waaruit blijkt dat het huis in 1847 is gebouwd.
“Op den 13 Maart 1847 heeft aan dit gebouw den Eersten steen gelegd Gerke Idzes Boetje.’
Maar omdat de ‘eerste-steen-gevelstenen’ vaak klein zijn, en niet goed leesbaar vanaf de straat zijn, neem ik geen huizen met ‘eerste-stenen’ op in mijn collectie.
Datzelfde geldt ook voor huizen met laatste-steen-gevelstenen. Eerlijk gezegd wist ik niet dat je ook zulke stenen hebt, totdat ik deze laatste-steen-gevelsteen tegenkwam die Prins Claus in 1975 bij her Sonesta hotel in Amsterdam heeft gekegd.
Huizen die u ook niet in de overzichten zult aantreffen zijn huizen (vaak boerderijen) met heel grote jaartalcijfers op het dak. Zie bijvoorbeeld deze boerderij die vlakbij Akmarijp (Eagmaryp zoals de Friezen zeggen) staat.
Ze schreeuwen hier letterlijk van de daken dat de boerderij uit 1868 stamt (in ieder geval het dak). Maar heeft dat 1868 betrekking op alleen het (vernieuwen van het) dak of op het hele huis? Dus – ik moet streng zijn – ook dit soorten gebouwen hebben geen plekje in de collectie gekregen.
Dat geldt dus ook voor deze boerderij bij Barchem in de Achterhoek met het jaartal 1999 op het rieten dak. Overigens is dat 1999 vermoedelijk niet het bouwjaar van deze boerderij denk ik. Gezien de twee verbonden ringen boven dat 1999 denk ik dat de eigenaar van de boerderij in dat jaar is getrouwd.
Het komt ook wel eens voor dat om een andere reden dan een verbouwing er meerdere jaartallen op een gebouw staan. Een voorbeeld hiervan is deze school in Den Haag met drie dakkapellen.
E r staan drie jaartallen op het gebouw. Linksboven staat onder de dakkapel het jaar 1902, in het midden 1904 en rechtsboven 1906. Waarschijnlijk is de bouw van deze school in fases uitgevoerd.
Soms staat er om een heel andere reden dan het weergeven van het bouwjaar of het jaar van een verbouwing een jaartal op een huis, bijvoorbeeld om aan te geven dat gedurende een aantal jaar er een beroemd iemand in heeft gewoond of gewerkt. Neem het Spinozahuis in Den Haag. Op het huis is een gevelsteen te zien met jaartallen en de tekst “Hier woonde Spinoza 1671 – 1677.”
Op een bordje naast de deur lezen we dat Spinoza hier zijn ‘Ethica’ voltooide en er ook is gestorven (en ook dat het huis in 1646 is gebouwd).
Dat door middel van een gevelsteen met een jaartal aangeven dat er vroeger iets belangrijks bij of in het huis is gebeurd, is een eeuwenoud gebruik. Zie hier deze steen, die oorspronkelijk op de Spuipoort in Dordrecht was aangebracht, en die (in het oud-Hollands) een inmiddels totaal vergeten gebeurtenis uit 1418 herdenkt.
Of neem dit groen geschilderde houten huis in Alkmaar.
Wie goed kijkt ziet op de derde verdieping het jaartal 1573 staan.
1573 als bouwjaar zou kunnen – het huis is uit de zestiende eeuw – maar het huis is ouder dan dat (onbekend is wanneer het huis is gebouwd). Dat 1573 slaat op dat zwarte ronde ding dat boven het jaartal te zien is. Volgens een informatiebordje op het huis is dat een kanonskogel die de Spanjaarden tijden het beleg van Alkmaar in 1573 op de stad hebben afgeschoten en die in dit huis belandde en er sindsdien nog steeds in zit. (Ja, ja, meer dan 4,5 eeuw later zit die zelfde kogel er nog steeds; nooit er uitgehaald of er uitgevallen; gelooft u het, geloof ik het.) Maar goed, het jaartal is dus niet het bouwjaar van het huis, maar het jaar dat die kogel er is ingeschoten.
Ook komt het vaak voor dat een gevelsteen wordt geplaatst om aan te geven dat een bekend persoon in het huis is geboren zoals bij het geboortehuis van Rembrandt in Leiden. Hij heeft er zo te zien zelfs nog een zelfportret achtergelaten.
En als we het toch over schilders hebben: in Den Haag is op een winkelpand vlakbij de Hofvijver een bordje aangebracht dat aangeeft dat Vincent van Gogh van 1869 tot 1873 in de toenmalige kunsthandel heeft gewerkt.
Ook wordt soms door middel van een gedenksteen herdacht dat iemand in het verleden in het huis heeft gewoond die er iets slims heeft bedacht. Zie het onderstaand bordje op een huis in Leiden. Blijkbaar heeft de geleerde Snellius hier – “op deze plaats bepaalde hij...” – er het concept van de achterwaartse insnijding ontwikkeld. Ik heb overigens geen flauw idee wat dat is, het klinkt naar moderne voetbaltactiek.
Het oorspronkelijk huis waarin Snellius zijn slimme ding heeft bedacht is overigens ergens in de loop van de tijd afgebroken en vervangen door een een andere huis, want het huis waaraan de gedenksteen is bevestigd, stamt uit de achttiende eeuw. Toen was Snellius al meer dan 100 jaar dood.
Snellius is overigens ook de man die de wet van Snellius – what’s in a name – heeft bedacht. Die gaat over brekingsindices. Voor wie de wet uitgelegd wil hebben kan dat zien op de zijkant van dit huis in Leiden.
Dat er gevelstenen worden aangebracht om te herdenken dat iemand iets gedaan in een huis dat al lang is afgebroken, zie je vaker. Zo ging Vondel blijkbaar dood in een huis dat al in 1894 is afgebroken. Tja, het zal wel.
Een enkele keer zie je een gevelsteenbordje in een vreemde taal. In Amsterdam zag ik een keer dit bordje bevestigd aan een huis. Ik heb sterk vermoeden dat de VVV het heeft aangebracht om Italiaanse toeristen of muziekliefhebbers naar de stad te lokken, want ik denk dat er niet veel Amsterdammers zijn die ooit van de beste man hebben gehoord.
Over buitenlanders gesproken, een opmerkelijk herdenkingsbordje op een huis zag ik in Leiden.
In dit oranje huis blijken in de achttiende eeuw namelijk twee latere Amerikaanse presidenten gewoond dan wel geslapen te hebben, zijnde John Quincy Adams (in die tijd een student in Leiden) en zijn vader John Adams (hij was de Amerikaanse ambassadeur in Nederland) kwam er vaak logeren. Beiden werden later president van Amerika. Vader in 1797 – hij was de tweede president van de Verenigde Staten na Georg Washington onder wie hij eerst vice-president was – en zijn zoon in 1826 (hij was president nummer 6.)
Ook bevestigt men vaak gedenkstenen met jaartallen op gebouwen om te herdenken dat er in het verleden een historische gebeurtenis vlakbij bij het gebouw heeft plaatsgevonden zoals deze gedenksteen op een schoolgebouw in Haarlem laat zien. Vanaf deze plaats zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog in augustus 1942 170 Joodse Haarlemmers gedeporteerd.
Soms zien we op huizen ook gevelstenen met jaartallen staan, die niet slaan op het bouwjaar van het huis, maar die betrekking hebben op het jaar dat er een bedrijf zijn intrek in het huis nam of op het jaar dat het bedrijf dat in het huis zit/zat is opgericht. Zie hier een voorbeeld uit Den Haag. In dit huis was een in 1918 opgerichte drukkerij gevestigd.
Wie goed kijkt, ziet boven het woord ‘drukkerij’ een gevelsteen, waarop te lezen valt dat huis ouder is dan de drukkerij. Het huis is in 1897 gebouwd. Het jaartal 1918 heeft alleen betrekking op het jaar dat de drukkerij zich hier vestigde.
Nog een voorbeeldje van een gevelsteen die aangeeft dat er een bedrijf of organisatie in een huis heeft gezeten. Deze gevelsteen staat op een huis in Dordrecht. Onder de afbeelding van een beer in een bootje – vraag me niet waarom er een beer in het bootje zit – lezen we: “Hier begon in 1899 De Eerste Ned. Scheepsverband MY. haar arbeid.” Het huis is echter minstens honderd jaar ouder.
Soms zie je jaartallen op een huis staan die voor verwarring zorgen, althans bij mij. Zie de jaartallen die op het ‘Sint Nicolaas Gasthuis’ in Den Haag staan.
Op het linkergedeelte van het pand staan de Romeinse cijfers MCCCLXXXV oftewel 1385. Wow, dat is oud. Op het rechtergedeelte, dat er even oud uitziet, staat echter MDCCCCIV, dat wil zeggen1904. Tja, wat is het nou?
Het antwoord luidt: geen van beide jaartallen hebben met het bouwjaar van het pand te maken. Het St Nicolaas Gasthuis is in 1385 opgericht door hertog Aelbrecht van Beijeren en was bedoeld voor de armenzorg in Den Haag. Het St Nicolaas Gasthuis was vroeger gevestigd in een niet meer bestaand pand aan de de Grote Halstraat in Den Haag. In 1904 verhuisde het Sint Nicolaas Gasthuis naar deze plek. Het ene jaartal (1305) heeft betrekking op het jaar dat het gasthuis is opgericht, het andere jaartal (1904) op het jaar dat het gasthuis naar dit pand verhuisde. Beide jaartallen hebben dus niets te maken met het bouwjaar van het huis. Het huis is ergens tussen 1625 en 1650 gebouwd.
Tot slot van dit stukje over gevelstenen met jaartallen: een wel heel bijzondere “gevelsteen” uit Haarlem. Dankzij deze tekening weten we dat Korte Anna vermoedelijk in 1975 is geboren (of dat ze er sinds 1975 woont; dat kan ook.). Uiteraard heb ik aan die informatie niks voor mijn onderzoek, maar ik vind het wel een leuke “gevelsteen”.
Enfin, om de boel samen te vatten, bij een jaartal op een huis moet je dus heel goed opletten of het jaartal betrekking heeft op het bouwjaar van het huis of op iets anders.
Tot slot, nog één aandachtspuntje voor wat dit punt betreft: heel soms staan er getallen op een huis die jaartallen lijken te zijn, maar die in werkelijkheid het huisnummer aangeven. Het komt niet vaak voor, want je hebt er hoge huisnummers voor nodig. Een voorbeeld uit de wijk Wateringen bij Den Haag:
Deze huizen in Wateringen zijn beslist geen huizen die zijn gebouwd in respectievelijk in 1562 en in 1564.
Je hebt zoals al gemeld ook heel veel gevelstenen zonder een jaartal, veel meer zelfs dan gevelstenen met een jaartal. Heel vaak staat op de gevelstenen de naam die de (toenmalige) eigenaren aan hun huis hebben gegeven. Zie hieronder Huize ‘Nooit Volmaakt’, gelegen tussen Leidschendam en Voorschoten. Voor mijn onderzoek heb ik aan een gevelsteen zonder jaartal uiteraard niets. Een gevelsteen zonder jaartal is voor mij dan ook ‘nooit volmaakt’.
Even tussendoor een tip: als u denkt dat u met een gevelsteen met daarop de tekst ’nooit volmaakt’ iets origineels voor uw huis hebt bedacht, dat is niet zo. Zie hier bijvoorbeeld nog een ‘nooit volmaakt’.
Hetzelfde geldt voor de naam ‘Nooit gedacht’. Neem dat maar van mij, expert huizen bekijken, aan. Hoe vaak ik die naam wel niet heb gezien.
Wel origineel vond ik de naam ‘Huize Houtworm’ die ik op een huis in Boskoop zag staan, maar of dat nou een handige naam is om op je huis te hebben in het geval dat je het huis wilt verkopen? Ik weet het niet.
Soms inspireren de buren elkaar zoals deze vier huizen naast elkaar in een straat in Den Haag laten zien met de namen ‘lente’, ‘zomer’, ‘herfst’ en ‘winter’.
Enfin, huizen met namen, ’t is altijd wat.
Tot slot van dit onderdeel: soms zie je ook allerlei vreemde voorwerpen (zonder jaartal) bevestigd aan een huis, zoals deze grote paraplu in Dordrecht. Tja, waarom hangt daar een paraplu?
Ook boven op huizen kan je van alles aantreffen zoals een Atlasfiguur in Utrecht en een hert in Amsterdam laten zien.
De Blues Brothers dansend boven op een huis verwacht je ook niet direct, maar het komt voor zoals dit gebouw in Amsterdam laat zien.
Op een huis in Den Haag zijn deze mannetjes te zien.
Bovenop een huis in Alkmaar is het zelfs een drukte van jewelste.
En wat te denken van deze man boven op een huis in Hoorn?
Opmerkelijk is ook deze theepot die ik zag boven op een parkeergarage in Utrecht. Wellicht vergeten door een heel grote bouwvakker?
Ook een beetje vreemd vond ik deze twee kranen die ik bevestigd zag aan huizen in Wateringen en Stompwijk. Ik ben wel nieuwsgierig of deze kranen zo bedoeld zijn of dat het een foutje is veroorzaakt door het verkeerd doorgeven van de afmetingen bij het bestellen van een buitenkraan (meters in plaats van centimeters). Enfin, al deze huizen hebben geen jaartal, dus zijn ze niet opgenomen in mijn collectie van huizen met jaartallen er op.
3. Hoe worden de cijfers van de jaartallen op de huizen weergegeven?
De jaartallen worden, een paar uitzonderingen daargelaten, altijd weergegeven met Arabische of Romeinse cijfers. Persoonlijk hou ik niet zo van Romeinse cijfers. Je moet altijd gaan rekenen om het jaartal te weten te komen. Hierbij geldt M = 1000; D = 500; C = 100; L =50; X= 10; V= 5 en I=1. Daarbij gelden ook nog een aantal regels.
- De waarden van de losse symbolen moeten bij elkaar opgeteld worden, behalve als een symbool met een lagere waarde direct vóór een symbool met een hogere waarde staat. In dat laatste geval wordt de lagere waarde ervan afgetrokken. Neem XC; de lagere waarde X staat voor de C en moet dus van de C worden afgetrokken: XC = 100 – 10 = 90; Nog een voorbeeld: IV = 5 -1 = 4.
- De duizendtallen, de honderdtallen, de tientallen en de overige eenheden worden van groot naar klein achter elkaar gezet. Indien aanwezig in een getal, dus eerst de M, dan de D, dan de C enzovoorts. Wel kan bij de volgorderegel de voorgaande regel worden toegepast. 1964 is dus MCMLXIV.
- Het zelfde symbool wordt hooguit drie keer achter elkaar gebruikt. Dus 9 is niet VIIII maar IX.
- De ‘halve’ symbolen D, L en V komen maar maximaal één keer in een getal voor. Dus 10 is niet VV maar X.
- De symbolen D, L en V worden niet gebruikt als aftrekfactor in een getal. Dus 45 is niet VL maar XLV; 950 is niet LM maar 950 = CML.
- Van een symbool wordt hooguit één symbool afgetrokken, niet twee symbolen of meer, dus 80 is niet XXC maar 80= LXXX.
- Men trekt alleen een symbool af van een symbool waarvan de waarde maximaal vijf of tien keer zo hoog is. Dus 49 is niet IL maar 49 = XLIX (40+9)
Nu de praktijk, als eerst een simpel voorbeeldje van het gebruik van Romeinse cijfers uit de tijd van de oude Romeinen zelf, zie hier een poort in het Colosseum in Rome die toegang geeft tot vak Lll.
“Waar zitten we? In vak LII, dat is vak 52. Oh kijk, ik zie het daar al staan”.
Dat was vrij simpel. Hier een wat ingewikkelder voorbeeld: een gevelsteen met het jaartal 1732 in Romeinse cijfers op een huis in Den Haag.
Enig rekenwerk leert dat het huis uit M+D+C+C+X+X+X+1+1 = 1000 + 500 +100 +100 +10 +10 +10 +1+1 =1732 stamt. Een heel rekenwerk dus.
Het kan echter nog een graadje erger. Meestal wordt bij de Romeinse cijfers voor het getal 1000 het Romeinse cijfer ‘M’ en voor 500 de ‘D’ gebruikt, maar af en toe zie je ook de andere veel minder gebruikte Romeinse notatie voor 1000 en 500 voorbij komen: CIƆ = M = 1000; en IƆ = D = 500. Zie bijvoorbeeld dit opgeknapte landhuis in Zoetermeer, dat na het nodige gepuzzel uit 1677 blijkt te stammen: CIƆ + IƆ +C +L + X + X + V + I +I = 1000+500+100+50+10+10+5+1+1 = 1677.
Overigens is dit huis een voorbeeld van een oud huis dat weer helemaal is opgeknapt is. Zie hieronder het huis op een foto van Gerard Dukker van het Rijksdienst van Cultureel Erfgoed uit februari 1974. Het zag er toen niet al te best uit.
Maar het is daarna helemaal opgeknapt en nu ziet het huis er zo uit.
Voor wat betreft de Romeinse cijfers, de Romeinen kenden net zoals andere oude volkeren niet het cijfer 0. Dat symbool zult u dus nooit in een Romeins getal aantreffen en dus ook niet als een Romeins cijfer op een huis. Probeert een verkoper u onderstaande klok als een originele oude Romeinse klok te verkopen, weet dan dat hij probeert u op te lichten.
Enfin, al dat gereken met Romeinse cijfers, geef mij maar gewoon een jaartal in Arabische cijfers zoals bij dit huis in Schiermonnikoog.
Gewoon simpel 1949. Je ziet het in één keer.
Tot slot van dit onderdeel nog even dit, heel soms wordt “een Romeins jaartal” op een huis niet als een getal weergegeven maar in de vorm van een jaargedicht, ook wel chronogram genaamd, met daarin de Romeinse cijfers “verstopt”. Daarbij wordt ook nog eens gebruikt gemaakt van de letters U, W en Y. De letter U moet je hierbij zien als een Romeinse V. De letter W geldt als een dubbele V en Y als een dubbele I. Alle ‘Romeinse cijfers’ die in één of meer versregels van het jaargedicht voorkomen – en die in het gedicht worden uitgelicht – moeten dan bij elkaar worden opgeteld.
Een voorbeeld van zo’n jaargedicht dat staat op het stadhuis van Leiden. Het gaat over het beleg van Leiden in 1574. (Gaat het jaartalvers over een bepaalde gebeurtenis, dan geeft het getal het jaartal aan waarin die gebeurtenis heeft plaatsgevonden.) In de tekst van het gedicht zit het jaartal 1574 verborgen. (‘Zo veel letters zo veel dagen‘, aldus het bord ) Zie hier het bord op het stadhuis met het chronogram.
Het gaat om de oranje letters in de tekst:
- “NAE ZWARTE HUNGER-NOOT
- GEBRACHT HAD TOT DE DOOT
- BINA EST ZES-DVIZENT MENSCHEN:
- ALS’T GOD DEN HEER VERDROOT
- GAF HI UNS WEDER BROOT
- ZO VEEL WI CUNSTEN WENSCHEN”
Oftewel de hongersnood en de bevrijding vond plaats in (de oranje cijfers opgeteld en de W en U vertaald naar Romeinse cijfers): V + V + V + C + I + V + I + M + C + L + V + I + V+ V + V + V + L + V + V + I + C + V + V + V + C = 1574.
Kijk, zo ben je wel even bezig om een jaartal te achterhalen.
4. Wat voor een soort “huizen” zijn in mijn verzameling ‘Hollandse huizen met een jaartal’ opgenomen?
Aanvankelijk was ik plan om alleen woonhuizen met een jaartal er op in de verzameling op te nemen, maar al snel realiseerde ik mij dat het hierdoor bijvoorbeeld lastig zou worden om veel oude woonhuizen uit de zestiende en zeventiende eeuw te vinden met een jaartal er op. Heel veel woonhuizen uit die tijd bestaan namelijk niet meer. Voor mijn onderzoek naar het Tweede Straatje van Vermeer – zie elders op deze site – heb ik bijvoorbeeld een keer uitgebreid gekeken naar alle woonhuizen in de Vlamingstraat in Delft uit de tijd van Vermeer. Van de 77 huizen die die in 1667 in de Vlamingstraat stonden, staat er vandaag de dag nog slechts één overeind. Alle andere huizen uit de straat zijn in de loop van de tijd afgebroken en vervangen door nieuwere huizen.
Vlamingstraat 77, het enige oorspronkelijke huis uit de zeventiende eeuw dat nog in de Vlamingstraat in Delft staat. Het heeft geen jaartal op de gevel, dus is het niet in de verzameling opgenomen.
Een oud huis loopt natuurlijk altijd een risico dat het ergens in de loop van de tijd “sneuvelt” zoals dit huis in Deventer uit 1598 – zie de muurankers – laat zien. Het werd in 2022 getroffen door een brand.
Ook het onderstaande huis uit de zeventiende eeuw bestaat niet meer. Onbewoonbaar verklaard en daarna gesloopt.
Of neem deze twee huizen in Amsterdam uit 1689.
Nou ja, twee huizen, eentje is er volkomen verdwenen en laat hartje Amsterdam nu een doorkijkje in de straat zien.
Om te voorkomen dat ik te weinig oude huizen zou kunnen vinden, besloot ik om het begrip ‘huis’ uit te breiden tot ‘gebouw’ om wat meer oude “huizen” te kunnen vinden met een jaartal er op. Historische overheidsgebouwen worden namelijk veel minder vaak afgebroken dan gewone huizen. In plaats daarvan worden ze vaker gerestaureerd. Daarom treft u in het overzicht ook stads- en gemeentehuizen, scholen, boerderijen, stadspoorten, weeshuizen, hofjes, fabrieken, vuurtorens, watertorens, gemalen en molens aan. Mits – en dat is wel een essentiële voorwaarde – er moet wel een duidelijk zichtbaar een jaartal op de gebouwen staan. Ook hanteer ik een zekere ondergrens bij de definitie van een gebouw: het moet wel echt een ‘gebouw’ zijn. Zo is deze waterpomp in Wassenaar, ondanks dat er een jaartal op staat (1866), niet in de collectie opgenomen.
Ook deze brug ‘Anno 2000’ in Terherne heeft daarom de collectie niet gehaald, niet echt een gebouw.
En dat geldt ook voor dit fietstunneltje uit 1982 onder het spoor bij Leidschendam.
Het zelfde geldt voor dit molentje bij Leidschendam uit 1987. Het voldoet niet aan de voorwaarden. Het moet natuurlijk wel een echte molen zijn.
Ook deze wateronderdoorgang uit 1938 bij Voorschoten moet het met een bescheiden rol in het overzicht doen – eigenlijk met helemaal geen rol. Het heeft overigens wel een mooi gesmede jaaraanduiding.
Volkomen overbodig om te zeggen dat deze putdeksel in Rotterdam met het jaartal 2018 er op het uiteraard ook niet heeft gehaald.
Overigens, een half jaar nadat ik met ‘verzamelen’ ben begonnen, moet ik zeggen dat ik het voor wat betreft de zeventiende eeuw fout heb gezien. Er blijken nog heel veel huizen uit de zeventiende eeuw met jaartallen er op te zijn. Zo leverde een wandeling door het oude centrum van Deventer mij binnen een uur twintig huizen uit de zeventiende eeuw op. Zie hier een vijftiental daarvan. Op eentje na heeft geen van deze huizen de verzameling gehaald. Allemaal dubbel. Gelukkig zag ik er ook nog twee zestiende-eeuwse panden die ik nog niet had.
(Ook zag ik in Deventer een huis waar een deel van de muur uit 1130 stamde. De grote stenen rechts van de muur stammen uit 1130 zoals het informatiebordje er boven leert, maar omdat er geen jaartal op het huis zit, is het huis zelf niet in de collectie opgenomen.
Voor de zestiende eeuw klopt mijn aanname dat er weinig huizen uit die eeuw te vinden zouden zijn echter wel. De meesten daarvan zijn overheidsgebouwen.
Ook de periodes 1790 – 1840 en de periode 1940 – 2000 blijken lastige periodes te zijn om veel huizen met een jaartal er op te vinden. Zo werd er na 1950 wel heel veel gebouwd maar zette men nauwelijks meer jaartallen op de gebouwen.
5. Hoe verloopt de speurtocht tot nu toe?
In het begin was het vooral hapsnap werk. Toeval was het belangrijkste element van de speurtocht, al ontwikkelde ik al een snel wel een gevoel bij welke huizen de kans groter is dat er een jaartal op het huis staat dan bij anderen. Zo staan er bijvoorbeeld weinig jaartallen op huizen na 1950. De periode 1950 -heden is dan ook een lastige periode. Er wordt wel veel gebouwd maar men zet nauwelijks nog jaartallen op de huizen. Ook gebouwen uit de periode 1790 -1850 zie je niet zoveel.
Drie keer een huis uit 2012 met een jaartal er op. Van links naar rechts: Stompwijk, Voorburg en Leidschendam.
Voor wat betreft het type huizen geldt dat de kans veel groter is om jaartallen te vinden op grote huizen van mensen met veel vermogen dan op de huizen van mensen met weinig geld. Neem deze twee groepen vrouwen in Amsterdam die in de negentiende eeuw in het zelfde jaar zijn gefotografeerd voor hun huizen.
De eerste groep woont in grachtenpanden, grote huizen met soms wel en soms geen jaartallen er op. De andere groep woont in armoedige kleine arbeidshuizen haast altijd zonder jaartal. Daardoor zijn de grotere huizen met jaartallen van ‘de rijkere mensen’ oververtegenwoordigd in de verzameling. Simpelweg omdat er gewoon meer van zijn. Heel af en toe kwam ik een arbeidshuisje tegen met wel een jaartal er op en die huizen heb ik dan altijd direct opgenomen, ook al ging dat wel eens ten koste van een mooi herenhuis uit het zelfde jaar die ik elders al had gefotografeerd. Dit heb ik gedaan om een zo’n compleet mogelijk beeld te geven van de verscheidenheid van het soort huizen en de ontwikkeling in de tijd daarvan.
Voor wat betreft het vinden van een huis met een jaartal er op geldt dat ik inmiddels een zekere vaardigheid heb ontwikkeld om jaartallen op huizen te spotten. Maar soms vergis ik mij, vooral als het een jaartal in Romeinse cijfers betreft. Zo fietste ik een keer voorbij dit huis in Zoetermeer.
In een flits zag ik op het huis een gevelsteen met daarop in ieder geval een M, een C, een I en een L er op staan. Ha, een Romeins jaartal! Ik stopte en keerde om, maar toen ik er voor stond, zag ik pas dat er geen Romeins getal op de gevelsteen stond maar een een naam met veel “Romeinse cijfers”: ‘Machtilda’.
Ook bij dit gebouw in Den Haag ging ik bijna de mist in.
M = 1000; D = 500; C = 100 maar wat is H nou voor een Romeins getal? Dat cijfer kende ik niet. Om het hoekje van het gebouw zag ik echter dat het hier niet om een jaartal ging maar om een afkorting. MDCH staat voor MediDental Centrum Haaglanden .
6. Waar trof ik tot nu toe vooral de huizen met jaartallen aan?
Ik ben zoals gezegd begonnen op Schiermonnikoog met het fotograferen van de huizen met een jaartal. “Wat doe je nou?” zei mijn vrouw toen ik dat voor het eerst deed. Ik legde haar mijn nutteloze plan uit, waarop mijn vrouw mij hoofdschuddend toe keek. Thuis gekomen heb ik vervolgens in de weken daarna af en toe wat fietstochten in de directe omgeving van Den Haag gemaakt en gekeken of ik onderweg huizen met een jaartal er op zag. Het was gewoon fietsend om me heen kijkend of ik iets zag. Soms was mijn vrouw mee, soms niet. De allereerste keer dat ze mee ging, riep ik opeens keihard “Stop!”. Ik zag een huis met een jaartal. Mijn vrouw schrok zich wezenloos. Ze dacht dat er iets ernstigs aan de hand was. Ik kreeg, toen ze hoorde dat ik alleen maar een huis met een jaartal zag, reuze op mijn kop van haar en mag sindsdien nooit meer onverwachts heel hard “Stop!” roepen als ik een huis met een jaartal zie.
Mijn vrouw fietste bij deze ‘speurtochten’ af en toe mee. Een leuk fietstochtje is immers nooit weg. Zo hebben we inmiddels fietstochten van 30 km tot 50 km gemaakt naar onder andere Voorschoten, Leiden, Oegstgeest, Katwijk, Noordwijk, Zoeterwoude, Delft en zelfs naar Rotterdam, Delfshaven en Schiedam. Allemaal bedoeld om jaartallen te spotten (‘normale’ mensen spotten vogels e.d.). Zie hier zo’n rondje langs Voorschoten, Oegstgeest, Noordwijk, Katwijk, Wassenaar en Leidschendam.
Ook heb ik af en toe alleen, zonder mijn vrouw, gefietst, onder andere door Den Haag, Scheveningen en Wassenaar. Die laatste fietstocht was niet bepaald een succes te noemen. Zie hier de door mij afgelegde kris-kras route van mijn fietstocht door Wassenaar. Dat had wellicht wel wat efficiënter gekund. Misschien had ik het moeten voorbereiden.
Bij elkaar heb ik die dag zo’n dertig kilometer door het wat rijkere gedeelte van Wassenaar gefietst en wat leverde deze fietstocht mij op? Welgeteld één huis met een jaartal. Wel zag ik er heel veel huizen met namen er op. (Wie noemt zijn huis nou ‘Solo Mio’?) Maar jaartallen? Nee hoor. Het lijkt wel of de mensen in Wassenaar bewust geen jaartal op hun huis hebben staan, wellicht bang dat de buren zullen zeggen: “Zo, wat woon jij in een oud huis.” (Bij een andere gelegenheid trof ik in een ander deel van Wassenaar gelukkig nog wel wat huizen met een jaartal er op aan.)
Veel succesvollers waren de fietstochten door de oude stadsgedeelten van Delft en Leiden, waar je nog heel veel huizen met een jaartal er op hebt. Ook in het centrum van Den Haag, Voorburg en in Scheveningen zijn er de nodige huizen met een jaartal te vinden.
Na een tijdje heb ik mijn ‘onderzoeksgebied’ vergroot. In augustus 2023 fietsten mijn vrouw en ik de LF4, dat is de lange-afstands-fietsroute van Den Haag naar Enschede (en dan met de trein weer terug). Je kan de route uiteraard ook in omgekeerde richting fietsen, maar zo hadden we de wind mee en ik ben een veel betere wind-mee-fietser dan een wind-tegen-fietser. (Mijn vrouw noemde dat weekje fietsen overigens vakantie. Het zal wel.) Zie hier de door ons afgelegde route:
Onderweg zag ik af en toe een huis met een jaartal er op en uiteraard heb ik die als een echte onderzoeker gefotografeerd, wat mij een aantal wat gebouwen met een jaartal er op uit andere regio’s dan de onze opleverde.
Daarnaast heb ik, al of niet vergezeld van mijn lieftallige onderzoeksassistente (om misverstanden te voorkomen, dat is mijn vrouw), ook per trein enkele steden bezocht zoals Gouda, Haarlem, Amsterdam, Utrecht en Dordrecht – zo zie je nog eens wat van Nederland. Ook deze bezoeken leverden de nodige huizen op. Dat zelfde gold ook voor een bezoek aan de Friese steden Harlingen, Franeker en Leeuwarden. Deze oude steden blijken nog veel huizen uit de zestiende en zeventiende eeuw te bezitten.
7. “Dubbele” jaartallen
Al snel deed zich een “probleem” voor: dubbele jaartallen. Daarmee bedoel ik dat ik huizen tegen kwam met jaartallen er op die ik al eerder had gezien en gefotografeerd. Zo zijn huizen die bij elkaar in de buurt staan vaak in dezelfde tijd gebouwd. Zo heb je in het centrum van Den Haag veel huizen uit de periode 1890 – 1910. Dan zie je al snel huizen met hetzelfde jaartal erop. Daar heb ik niks aan, want het is de bedoeling om van elk jaar maar één huis op te nemen. Zie hier bijvoorbeeld vijf verschillende gebouwen uit Den Haag (2x,) Leiden, Stompwijk en Leidschendam, allemaal uit 1885.
De keuze is reuze. In dit geval heb ik het huisje bij de sluizen van Leidschendam (rechtsonder) als ‘vertegenwoordiger’ voor 1885 in de verzameling opgenomen. Dit omdat ik dit gebouw het interessants vond. Uiteraard is het een subjectieve keuze.
Nog een voorbeeld van ‘dubbele jaartallen’ met vier verschillende soorten gebouwen, allemaal uit 1882.
Linksboven de Passage in Den Haag, daarnaast een gemaal in Stompwijk, linksonder een pastoriewoning in Voorburg, rechtsonder een herenhuis in Scheveningen, allen uit 1882. Gekozen heb ik in dit geval voor de pastoriewoning in Voorburg vanwege het beeld in het huis.
Soms kwam ik totaal verschillende types gebouwen tegen met het zelfde jaartal. Zie hier een huis in Den Haag (waar nu een coffeeshop in zit) en een boerderij in Essen, een gehucht bij Haren in Groningen. Ze zijn allebei in 1683 gebouwd. De combinatie ‘huis uit 1683’ met een coffeeshop is natuurlijk leuk, maar ik heb toch maar voor de boerderij uit Essen gekozen, dit om wat meer variatie in het type huis en plaats te krijgen.
Nog een voorbeeldje van verschillende typen gebouwen met hetzelfde bouwjaar. Deze vier zijn allemaal uit 1896. Linksboven ziet u een bakkerij in Haarzuilens, daarnaast een winkel in Scheveningen; rechts een klassiek herenhuis in Den Haag en linksonder een oude smederij in Zweeloo, Ik heb in dit geval voor de smederij gekozen. Zo’n soort gebouw had ik nog niet en ook had ik nog geen gebouw uit die plaats.
Nog een voorbeeldje van deze keuzestress, in dit geval moest ik kiezen tussen klein en groot. Linksonder ziet u een eenvoudig arbeidershuisje in Nootdorp uit 1931 (het is een nota bene een dubbelhuis, het gaat zelfs maar om de helft van het huis; het deel met de zonnepanelen op het dak is bewoond; het linkerdeel staat leeg); rechtsonder is een grote boerderij met schuren in de buurt van Barchem, eveneens uit 1931, te zien. In dit geval heb ik voor het kleine arbeidershuisje gekozen en niet voor de grote boerderij.
Bij de keuzes die ik moest maken als ik huizen aantrof met hetzelfde jaartal heb ik rekening gehouden met mijn ‘wens’ om niet alleen voldoende variëteit te krijgen in het type gebouwen – dus niet alleen herenhuizen, maar ook met mijn ‘wens’ om een zekere spreiding van de gebouwen over Nederland te krijgen.
Het aantal “dubbele huizen” nam in de loop van de tijd steeds vaker toe, waardoor het steeds lastiger werd om “nieuwe huizen” voor mijn collectie te vinden. Toen ontdekte ik dat er in de Wikipedia talloze pagina’s bestaan met daarop overzichten met rijksmonumenten in een bepaalde gemeente. Soms werd daarbij een specifiek jaartal genoemd, soms niet. Zie hier een voorbeeld van een deel van de ‘Lijst van rijksmonumenten in Maasluis.’
Als er in de lijst sprake is van een specifiek bouwjaar van een Rijksmonument, bijvoorbeeld 1625, dan wilde dat overigens nog niet zeggen dat er muurankers of een gevelsteen met dat jaartal op het huis zaten. Het bouwjaar kan ook afkomstig zijn van historische archiefbronnen en hoe interessant of mooi zo’n huis ook is, het past dan niet in mijn verzameling, want er moet wel een jaartal op het huis te zien zijn. Maar soms kon je op de bijbehorende foto’s van de huizen een jaartal zien en als ik dat jaartal nog niet had, noteerde ik het adres en als ik, al of niet toevallig, in de buurt was, dan liep ik even langs het adres om een foto van het huis met het jaartal te maken.
Dat maakt de speurtoch wel wat eenvoudiger, maar dan moet je echter niet ter plekke bij zo’n huis dit aantreffen, zoals mij een keer in Amsterdam overkwam. Had ik weer. Ergens op het huis zit een jaartal wat ik nog niet heb, maar ja, het zit verstopt achter het doek.
Daarnaast kan het ook gebeuren dat huizen met een jaartal uit mijn adressenlijstje op het punt staan om te worden afgebroken. Toen ik op Google zocht of er een huis in de buurt was met het jaartal 1742 er op – dat jaartal ontbrak nog – kreeg ik als zoekresultaat ‘Nieuwerkerk – Hoge Kerkstraat 14’. Een blik op Google Maps leerde mij dat Nieuwerkerk op Schouwen-Duiveland ligt, niet direct in de buurt voor mij, en ik maakte dan ook geen directe plannen om die kant op te gaan. Ik noteerde het adres echter wel en voor de zekerheid keek ik ook even op Google Streetview om te zien of er inderdaad wel 1742 op het huis stond. Dat was het geval, maar ik vrees met grote vreze dat mocht ik nog een keer in de buurt komen, dat het huis dan niet meer bestaat. Die 4 dreigt er nu al af te vallen.
Wat mij bij het zoeken ook helpt, is de database met de ouderdom van liefst 10 miljoen huizen in Nederland, die op de site van Parallel – zie hiervoor het ‘woord vooraf‘ – staat. Weliswaar laat deze site niet zien of er een jaartal op het huis staat en geeft het alleen het bouwjaar van de huizen aan, maar door de gegevens van deze site te combineren met foto’s van dezelfde huizen die in Google Streetview te zien zijn, kan ik soms zien of het om een huis gaat met een jaartal er op wat ik nog niet heb. Dan noteer ik het adres voor een eventueel toekomstig bezoek.
Ook handig is de site van Gevelstenen.net. Deze site bevat van heel veel steden en dorpen in Nederland een overzicht van gevelstenen op gebouwen met afbeeldingen inclusief beschrijvingen van de gevelstenen. Als er een jaartal op de gevelsteen staat, dan vermelden ze dat ook. Aangezien ze ook de adressen vermelden, is dat natuurlijk reuze handig voor mij,
Een handige site om te controleren of het jaartal van een huis ook het jaartal is dat het huis is gebouwd is de site van KadastraleKaart.com met allerlei informatie over huizen in Nederland, inclusief het bouwjaar.
U ziet, ik heb mij als onderzoeker behoorlijk ontwikkeld: van iemand die maar wat willekeurig rondfietste tot iemand die “databases aan elkaar koppelt.”
8. Hoe gaat het fotograferen?
Nou niet zo professioneel kan ik wel zeggen. Alle gebouwen heb ik gefotografeerd met mijn mobieltje. Dat is een simpel toestel van een paar jaar oud. Het zijn dus zeker niet de allerbeste foto’s, maar daar gaat het bij dit project niet om. (Bij één foto zag ik thuis dat de camera scherp had gesteld op het hek voor het huis en niet op het huis zelf, maar vooruit, de foto toch maar opgenomen in afwachting van een foto van een ander huis uit het zelfde jaar.) Ook ziet u soms een huis wat scheef staat. Een enkele keer komt dit omdat het huis daadwerkelijk scheef staat, maar dat geldt lang niet voor elk scheef staand huis op de foto’s. Soms was het mijn schuld dat het huis op de foto scheef staat.
Soms gaat er ook wel eens wat mis doordat ik af en toe gedwongen was om tegen de zon in te fotograferen. Of doordat er net iemand voorbij fietst. Of doordat die twee dingen tegelijk gebeuren, zoals op deze foto van een huis uit 1648 in Koudekerke aan den Rijn te zien valt.
Op zich vind ik deze foto met de dame op de fiets gevangen in zonnestralen wel mooi, maar voor de duidelijkheid heb ik in het overzicht van de huizen toch maar een andere foto geplaatst, waarop het huis wat beter te zien is. Overigens vind ik de aanwezigheid van mensen op de foto’s niet storend. Bovendien is het bij sommige toeristische gebouwen of bij huizen op drukke plaatsen het vaak haast niet mogelijk om een foto van een huis te maken zonder dat er mensen op staan. En sterker nog, ze voegen soms ook nog wel wat toe aan de foto’s. Neem bijvoorbeeld deze twee wachtende taxichauffeurs en hun auto’s voor een overheidsgebouw in Haarlem. Maken de foto sterker.
Enfin, let u maar niet te veel op de kwaliteit van de foto’s noch op de compositie. Ik doe mijn best. Zie hier uw fotograaf in actie op het platteland in de buurt van Vorden in Gelderland.
En hier heeft uw fotograaf zich in het zeer natte gras bij Leidschendam begeven om een molen uit 1672 te fotograferen. Uw fotograaf is dat donkere stipje in het weiland.
En zie hier uw fotograaf bezig in de randstad, in dit geval in Delfshaven bij Rotterdam.
Uw fotograaf en zijn lieftallige assistente (dat is dus mijn vrouw) zijn hierboven te zien in de weerspiegeling in het onderste raam van het huis. En als we het toch over weerspiegelingen hebben: Schiedam; beneden in de ramen rechtsonder van dit huis uit 1770 kunt u ook uw verslaggever en zijn vrouw zien.
En vooruit hieronder nog een weerspiegelingsfoto van de inmiddels wat ongeduldig wachtende steun en toeverlaat. Deze keer is ze weerspiegeld te zien in een raam in een huis uit 1560 in Gouda. Ik had al een foto van een ander huis uit 1560 en het is zonde om dit huis ook niet ergens te laten zien. Daarom krijgt u ook deze foto hier voorgeschoteld. (1517 is overigens het oudste jaar dat ik “dubbel” heb.)
Bij typisch toeristische gebouwen zoals stadspoorten, molens en vuurtorens kan je op je gemak fotograferen, maar bij particuliere huizen met een jaartal er op doe je dit toch niet zo snel. Dat voelt een beetje ongemakkelijk. Daar neem ik lang niet altijd uitgebreid de tijd om een foto te nemen. Oké, voor dit wetenschappelijk onderzoek moet ik wel een foto maken, maar het is toch een beetje ‘raar’ en gênant om een particulier huis te fotograferen. “Waarom fotografeert u mijn huis?” “Nou, omdat er een jaartal op staat.” Ga dat maar eens uitleggen.
Voordat ik een particulier huis met een jaartal er op fotografeer, kijk ik daarom altijd eerst even of ik niet iemand in het huis zie die naar buiten staat te kijken, zoals bij dit huis in Harlingen.
In Hoorn zag ik zelfs een heleboel mensen naar buiten kijken.
Soms zie je iemand in de tuin staan. Dat geeft toch wat ongemak bij het fotograferen van het huis. Stel je staat bij een huis, je kijkt om je heen, je wilt een foto nemen en opeens zie je een heel gezin in de tuin staan, die met zijn allen naar je staan te kijken om te zien wat je aan het doen bent.
Dan sta je toch niet op je gemak een foto van hun huis te maken. In dit geval hoefde ik dat gelukkig niet te doen, omdat op hun huis geen jaartal staat. Als ik iemand in het huis of in de tuin zag staan of lopen, dan liet ik het huis in zo’n geval maar meestal aan mij voorbij gaan.
Ook een beetje gênant was die keer dat ik door Amsterdam liep op zoek naar oude huizen. Met hulp van sites met informatie over rijksmonumenten had ik op Google Maps een route vanaf het Centraal Station uitgestippeld langs een aantal gebouwen met daarop een jaartal dat ik nog niet had.
Op een gegeven moment stond ik stil bij de Gordijnensteeg waar volgens mijn informatie een huis moest bevinden uit 1702. Terwijl ik stil stond en omhoog zat te kijken of ik ergens een jaartal zag, werd er opeens op het raam getikt van het huis waar ik stil voor stond. Ik keek naar het raam en zag daar een schaars geklede dame omgeven door rood licht die mij naar binnen wenkte. Oeps, ik zag nu pas in welke straat ik liep. Ik had helemaal niet om mij heen gekeken maar was gewoon de route van Google Maps aan het volgen. Maar even vriendelijk gezwaaid naar de dame en doorgelopen. Gelukkig zag ik twee huizen verderop het jaartal op een huis waarvan de gordijnen dicht waren. Snel een foto met mijn mobieltje van het huis en de gevelsteen gemaakt en doorgelopen naar het volgende huis op mijn lijstje.
Enfin, na een tijdje bedacht ik een trucje. Als er constant omstanders op straat liepen, terwijl ik een huis wilde fotograferen, deed ik net alsof ik een selfie maakte. Ik hield mijn mobieltje dan op enige afstand van mijn gezicht en trok vervolgens een grijnzend gezicht alsof ik een selfie maakte. In werkelijkheid nam ik een foto de andere kant op; van het huis met het jaartal. Ik deed dit in de hoop dat een toevallige passant, die mij zo bezig zou zien, niet zou denken: “Is die man een voorverkenning voor een inbraak aan het doen. Laat ik de politie maar even bellen“, maar dat hij in plaats daarvan zou denken: “Daar heb je weer zo’n idioot die een selfie maakt”. Deze aanpak werkt natuurlijk alleen maar als je toestel niet daadwerkelijk op de selfiestand zet, want anders krijg je foto’s zoals deze in plaats van een foto van een huis.
Tot slot van deze inleiding, soms zag ik prachtige huizen die ik zo in mijn verzameling had willen opnemen, maar ja er stond geen jaartal op. Ook al gaf een archiefbron soms exact aan in welk jaar het huis was gebouwd, het voldeed niet aan mijn voorwaarde dat het jaartal op het huis zichtbaar moet zijn. Neem deze vier huizen in Delft, schattige oude huisjes maar helaas, geen jaartal er op.
Of neem deze twee vergelijkbare winkelpanden in Den Haag, vermoedelijk ergens gebouwd tussen 1890 en 1910, maar ja, ook hier staan er geen jaartallen op.
Of neem dit modern pand in Utrecht. Ook al geen jaartal.
Soms geven de huizen in de buurt wel een idee hoe oud een huis zonder jaartal is. Neem deze twee soortgelijke huizen in Haarlem. Op het linkerhuis staat geen jaartal, op het rechterhuis (dat in dezelfde buurt staat) wel: 1603. Het linkerhuis zal dus vermoedelijk ook rond die tijd zijn gebouwd, maar ja, in welk jaar?
Op de meeste huizen in Nederland staan geen jaartallen. Dat vind ik jammer, zeker voor mijn onderzoek. Soms snap ik dat wel. Dat er bijvoorbeeld op dit smalle huis in Harlingen geen muurankers met een jaartal zijn aangebracht, daar kan ik inkomen.
En dat op dit huis in Utrecht eveneens geen jaartal in de vorm van muurankers staat, ook daar heb ik begrip voor.
Maar op grote huizen, zoals ‘Het Witte Huis’ in Rotterdam uit 1897, nota bene de eerste ‘wolkenkrabber’ van Europa, daar was toch wel plaats geweest voor een jaartal?
Soms gaven mijn bronnen (meestal een Wikipedia-pagina met rijksmonumenten in een bepaalde plaats) aan dat er ergens een huis met een jaartal op een bepaald adres moest zijn, maar kon ik het betreffende huis niet vinden.
Tot slot, vindt u al dit gedoe over oude gebouwen en de geschiedenis niet interessant, weet dan dat u niet de enige bent, zoals dit bordje op de Waterpoort in Gorichem laat zien. In 1893 had het College van Burgemeester en Wethouders van die stad het over een ‘ziekelijke vereering van oude dingen‘.
Enfin, tot zover deze inleiding. Voor teruggaan naar het ‘een woord vooraf‘ klik hier. Wilt u verder gaan naar de gebouwen uit ‘de periode voor 1543′ klik hier.