De periode voor 1543

De periode voor 1543

Tijdens mijn speurtocht kwam ik ook een aantal gebouwen van voor 1543 tegen. Uiteraard heeft deze onderzoeker ook een foto  met zijn mobieltje van die huizengemaakt. In dit hoofdstuk treft u deze foto’s aan. Het zijn er achttien. Bij elke foto heb ik ook even kort aangegeven wat er in het betreffende jaar in de Nederlanden gebeurde.

Wat u in dit hoofdstuk niet zult aantreffen is een  overzicht van de complete geschiedenis van de Nederlanden van voor 1543.  Ik denk niet dat ik u daar een plezier mee doe en in ieder geval mijzelf niet.  Herman Finkers zou zeggen: “Soms denk ik uren na en heb ik nog niks op papier, een andere keer bereik ik precies datzelfde in vijf minuten.”

De oudste in Nederland teruggevonden menselijke sporen (van neanderthalers in grindlagen bij Maastricht) zijn 70.000 tot 100.000 jaar oud. Een boek van 100.000 bladzijden dik, daar begin ik niet aan. Daarom laat ik de “volledige geschiedenis van Holland in Huizen en Jaartallen” pas in 1543 beginnen. Voor de jaren daarvoor moet u het met onderstaande fragmenten doen. Het is niet anders. Het geeft een beknopt fragmentarisch beeld van de Nederlanden tussen 1350 (het oudste jaar waarvan ik een huis aantrof) tot aan 1543. Zie hier de achttien aangetroffen gebouwen van voor 1543.

000 1542 en eerder

De gebouwen van voor 1543:  huis voor huis; jaar voor jaar

1350: Leeuwarden; foto genomen op 22 oktober 2023

1350 Leeuwarden 22 okt 2023 20231022_105738

Wat gebeurt er in de Nederlanden in 1350?

  • In de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden wonen in 1350 samen ongeveer 1,5 miljoen mensen. Het grootste gedeelte daarvan woont in de Zuidelijke Nederlanden. (Het precieze aantal is niet bekend. Er zijn geen bevolkingsregisters. Schattingen zijn gebaseerd op onder andere historische boeken met de opbrengsten van het haarstedenstelsel, dat is de belastingen op haarden en stookplaatsen in huizen.)
  • Het economisch zwaartepunt van de Lage Landen ligt in de Zuidelijke Nederlanden. De drie belangrijkste gewesten zijn Henegouwen, Oost- en West-Vlaanderen. Een stad als Gent met haar textielverwerking telt zo’n 50.000 inwoners, Brugge en Ieper elk 35.000 inwoners en Brussel ongeveer 25.000 mensen. Deze steden zijn daarmee stuk voor stuk veel groter dan de steden in de Noordelijke Nederlanden.
  • In de Noordelijke Nederlanden is er geen enkele stad met meer dan 20.000 inwoners. Steden als Utrecht, Leiden, Haarlem en Dordrecht hebben tussen de 10.000 en 20.000 inwoners. Een stad als Amsterdam telt in 1350 slechts zo’n vijfduizend inwoners. Dordrecht is belangrijkste handelsstad van de Noordelijke Nederlanden. De rijke kooplieden wonen er aan de haven in grote huizen met wijnkelders en opslagzolders. De arbeiders zoals wevers, leerbewerkers en schoenmakers wonen elders in de stad in veelal kleine houten huizen.
  • Aan het eind van het jaar is in veel steden het aantal inwoners flink afgenomen. Dit als gevolg van een builenpestepidemie – de Zwarte Dood – die tussen 1347 en 1352 door Europa raast. Wereldwijd kost deze epidemie aan minstens 75 miljoen mensen het leven. Geschat wordt dat in Europa zo’n 30% van de bevolking bezwijkt aan de ziekte. In 1349 bereikt de ziekte Bergen op Zoom en in 1350 verspreidt de ziekte zich verder over heel  Nederland.
  • De ziekte wordt veroorzaakt door pestbacteriën die overgebracht worden door vlooien op ratten, al weet men dat in die tijd nog niet. Dankzij de strikte hygiënische wetten in de Joodse samenleving heeft de Joodse bevolking veel minder last van ratten (met hun vlooien) en telt daardoor ook veel minder ziektegevallen. Als gevolg daarvan wordt de Joodse bevolking beschuldigd dat zij de ziekte opzettelijk verspreidt – “hoe kan het anders dat zij zo weinig zieken hebben” – en vinden er talloze pogroms plaats. Onder andere in Maastricht, Nijmegen, Deventer en Kampen wordt de Joodse bevolking bijna geheel uitgemoord.
  • 1350 is ook het jaar dat de Hoekse en Kabeljauwse twisten uitmonden in de eerste gevechten. De aanleiding voor de Hoekse en Kabeljauwse Twisten is het overlijden in 1345 van de kinderloze Graaf Willem IV, graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen. Margaretha van Beieren, de zus van Graaf Willem IV, wordt daarop door Lodewijk de Beier, de toenmalig keizer van het Heilige Roomse Rijk, benoemd als opvolgster van haar broer, maar tegenstanders zien liever haar minderjarige zoon Willem V als zijn opvolger. In 1349 benoemt Margaretha van Beieren haar zoon tot de graaf van Holland en regelt een torenhoog salaris voor hem, dat hij echter deels direct aan haar moet afstaan. Het leidt tot veel onrust onder de edelen en de steden. De kabeljauwen steunen Willem IV die ze los willen weken van zijn moeder, de Hoeken steunen gravin Margaretha, maar het conflict gaat er eigenlijk over wie er recht heeft op de macht in de graafschappen.
  • De naam ‘Kabeljauwen’ vindt zijn oorsprong in het familiewapen van Beieren, waarin enkele blauwgrijze ruiten voor komen die op visschubben lijken. De Hoeken (of haken) noemen zich zo, omdat je met ‘haken’ kabeljauwen kan vangen.
  • Op 15 mei 1350 vinden de eerste gewelddadigheden  – ‘De Slag bij Naarden’ –  plaats. De Kabeljauwse stad Naarden wordt veroverd door de Hoeken.
  • Op 23 mei sluiten de Kabeljauwen in Delft de Kabeljauwse verbondsakte. Op 5 september sluiten de Hoeken ook een verbondsakte. Uiteindelijk zal de strijd tussen de Hoeken en Kabeljauwen met tussenpauzes tot aan liefst 1492 doorlopen. Al weet geen mens in die tijd meer wat de oorspronkelijke aanleiding was.

1391: Zutphen; foto genomen op 29 maart 2024

1391 Zutphen 29 maart 2024 20240329_162012

Wat gebeurt er in de Nederlanden in 1391?

  • In 1391 is De Schie de belangrijkste vaarverbinding tussen de steden Leiden, Den Haag, Delft en Rotterdam. In 1391 wordt in het verlengde van de Delftse Schie – deze loopt van Delft naar Overschie bij Rotterdam – de Delfshavense Schie gegraven die van Overschie naar Delfshaven loopt. Zowel de Delfse Schie als de Delfhavense Schie zijn eigendom van de stad Delft.
  • Ook elders in de Nederlanden worden nieuwe kanalen en grachten gegraven. Zo worden omstreeks 1390 in Utrecht de Nieuwegracht, de Kromme Nieuwegracht en de Plompetorengracht aangelegd.
  • Omstreeks 1390  komt er in Haarlem een speciale beugelbaan. Beugelen is een balspel met een zware bol (van zo’n  4 kg) die met een houten schep door de beugel, dat is een soort halve hoepel, op de beugelbaan moet worden gespeeld.
  • Vermoedelijk wordt in Maaseik omstreeks1390 de schilder Jan van Eyck geboren. Noch zijn geboorteplaats en zijn geboortejaar staan echter exact vast.
  • Op 1 oktober 1391 overlijdt op 74-jarige leeftijd Graaf Willem I van Namen, bijgenaamd Willem de Rijke. (Zowel zijn moeder als zijn tweede vrouw, Catharina van Savoye, beschikten over een groot fortuin, vandaar zijn bijnaam.) Willem I was liefst 54 jaar lang de Graaf van Namen.  Dat hij in 1337 de Graaf van Namen werd, was vijf jaar eerder overigens nog zo goed als uitgesloten. Hij had liefst vier oudere broers die eerder recht op de titel hadden, maar deze stierven allen tussen 1333 en 1337 en ook nog eens allemaal kinderloos, waardoor de jonge Willem I de titel Graaf erfde. Tijdens de honderdjarige oorlog tussen Engeland en Frankrijk vecht Graaf Willem I mee aan de kant van de Engelsen. In tegenstelling tot zijn broers krijgt Willem I wel een aantal kinderen: twee zonen, een dochter en een aantal buitenechtelijke kinderen. Hij wordt in 1391 opgevolgd door zijn oudste zoon Willem II.

1402: Schoonhoven; foto genomen op 31 oktober 2023

1402 Schoonhoven 31 okt 2023 20231031_121745

Wat gebeurt er in de Nederlanden in 1402?

  • Op 16 februari 1402 overlijdt Willem I, de  hertog van Gelre. Ook overlijdt op die dag Willem III, de hertog van Gulik. Het betreft hier één en dezelfde persoon. In het eerste hertogdom is hertog Willem de eerste Willem die daar de hertog is, in het andere hertogdom is hij ook hertog, maar is hij al de derde Willem die er hertog is.  Hij staat dan ook bekend als Willem I/III. Hij houdt van vechten en is iemand die niet alleen aan riddertoernooien meedoet, maar ook veelvuldig ten strijde trekt. Zo vecht hij net zoals zijn naamgenoot Graaf Willem I van Namen in de Honderdjarige Oorlog aan de kant van Engelsen mee tegen Frankrijk. Als beloning daarvoor wordt hij door Richard II van Engeland als eerste buitenlander tot ridder in de “Orde van de Kouseband” benoemd.
  • Van 29 juni tot 18 september 1402 vindt het beleg van Gorichem plaats. De oorsprong van de vijandelijkheden ligt in een ruzie tussen de uit Gorichem afkomstige Jan V van Arkel en Albrecht van Beieren, graaf van Holland. Graaf Albrecht en zijn opgeroepen kompanen slagen er echter niet in om Gorichem te veroveren en in september geven ze de strijd op. Het beleg maakt deel uit van de Arkelse Oorlogen (1401 – 1412), die uiteindelijk na elf jaar vechten zullen leiden tot de ondergang van de Heren van Arkel.
  • Omstreeks 1380 vindt Willem Beukelszoon uit Biervliet naar verluidt het haringkaken uit. Daarbij wordt met een kort scherp mes een diepe insnijding achter de kieuwen van de vis gemaakt en worden met een draai van het mes in één keer de maag, hart, lever en een deel van de ingewanden naar buiten getrokken. Hierbij verwijdert men ook de kieuwen – de “kaken”; vandaar het woord haringkaken. De vis kan dan, na gezouten te zijn, langer bewaard worden. De Duitse Hanzesteden zien in het haringkaken van de Noordzee-haring een bedreiging voor hun eigen vissers en vragen en krijgen van de Hollandse bestuurders een verbod op het  haringkaken op zee door vissers. In 1402 geeft de hertog van Biervliet echter de vissers van de  steden  Nieuwpoort, Oostende en Sluis toestemming om toch op zee al te gaan haringkaken. Wel  moeten ze hem daarvoor een vergoeding betalen die afhangt van de hoeveelheid geharingkaakte vis.
  • In Brussel wordt in 1402 op de Grote Markt begonnen met de bouw van het stadshuis.
  • In Amsterdam wordt in de binnenbocht van de Amstel het vrouwenklooster Ter Lely,  beter bekend als het Nieuwe Nonnenklooster, gebouwd.
  • De Tienhonderdpolder, een polder ten noordoosten van Cadzand in Zeeland, die bij een stormvloed in 1375 overstroomd is en sindsdien onder water staat, wordt in 1402 opnieuw bedijkt.

1437: Delft; foto genomen op 6 januari 2024

1437 Delft 6 jan 2024 20240106_163842

Wat gebeurt er in de Nederlanden in 1437?

  • Vanwege de oorlog tussen Frankrijk en Engeland boycotten de Engelsen de lakenuitvoer naar Vlaanderen waardoor het erg slecht gaat met de lakennijverheid in Vlaanderen. Dit leidt tot spanningen in diverse steden in Vlaanderen, waarbij de bevolking tot opstand komt tegen het gezag. Zo worden in Brugge op 22 april burgemeester Maurits van Varsenare en diens broer vermoord. Ook in Gent en Sluis is het onrustig. Er ontstaan ook grote spanningen tussen de Vlaamse steden onderling. Hertog Filips de Goede probeert te bemiddelen  – ‘Hij blaast warm en koud tezelfdertijd‘, zoals een verslag uit die tijd vermeldt, maar de hertog slaagt er niet in om de gemoederen tot rust te brengen.
  • Op 22 mei breekt er een gewelddadige volksopstand uit in Brugge gericht tegen Filips de Goede. Oorzaak is dat de Bruggenaren  vinden dat Filips de Goede de stad Sluis bevoordeelt. Er ontstaat een soort oorlog tussen Sluis en Brugge. Zo blokkeert Sluis voedseltransporten naar Brugge, waardoor er in deze stad hongersnood uitbreekt. Bij de opstand vallen er in Brugge de nodige doden, waaronder Jean de Villiers de L’Isle-Adam, de Bourgondische maarschalk van Filips de Goede, die tracht de gemoederen tot rust te brengen. De maarschalk is overigens een opmerkelijk man. Tijdens de Honderdjarige Oorlog vecht hij zowel met de Bourgondiërs, de Fransen als met de Engelsen mee.
  • Op 1 juli belegeren Bruggenaren Sluis en proberen de poorten van de stad in te beuken, hetgeen niet lukt. Wel steken ze er een brug in brand. Uiteindelijk komt er in 1438 een eind aan de Brugse opstand.
  • Ook elders gaat het in 1437 niet goed in de Nederlanden. Door een strenge winter en een slecht voorjaar vinden er in de zomer misoogsten plaats, wat leidt tot hongersnood. De prijs van tarwe stijgt naar een recordhoogte.
  • in 1437 wordt het Hoogheemraadschap Zeeburg en Diemerdijk opgericht. Aanleiding is de de Sint-Elisabeth vloed van 1421. De belangrijkste taak die het hoogheemraadschap krijgt, is om de Diemerzeedijk te verhogen en te versterken.
  • Jan van Eyck schildert in 1437 een schilderij van Maria met een kind op schoot. Tegenwoordig staat het schilderij bekend onder de naam ‘Lucca Madonna’ en hangt het in het Städel Museum in Frankfurt am Main. Ook schildert hij dat jaar het drieluik van het altaarstuk van Dresden.

1448: Delft; foto genomen op 30 juni 2023

1448 delft 30 juni 2023 20230630_161727

Wat gebeurt er in de Nederlanden in 1448?

  • Op 22 mei  benoemt hertog Filips de Goede van Bourgondië zijn raadsheer Jan III van Lannoy tot stadhouder van Holland, Zeeland en Friesland. Van Lannoy is de eerste persoon in de Lage Landen met de titel ‘Stadhouder’. Hij geldt bij afwezigheid van Filips de Goede als diens plaatsvervanger.
  • In Kampen wordt een  houten brug, de ‘Lange Brugge’, over de IJssel gebouwd.  Het is de eerste keer dat er ergens in Nederland een vaste verbinding over de Rijn of IJssel wordt aangelegd. De brug is “290 passen lang” en 3,5 meter breed. De brug verbindt de dorpen aan de overkant van de IJssel met de stad Kampen. Deventer protesteert bij het Hanzeverbond tegen de aanleg door mede-Hanzestad Kampen, dit omdat de brug een vrije doorvaart verhindert, maar Kampen trekt zich van het protest niets aan. In september komt de brug gereed. Aan de stadskant ligt een brugopening waar schepen, na het betalen van een tol, doorheen kunnen varen.  Drie jaar later raakt de brug door kruiend ijs ernstig beschadigd.
  • Vanaf juli 1448 begint er een lange periode van droogte die door loopt tot ver in de herfst.
  • Rogier van der Weyden – hij en Jan van Eijk zijn de belangrijkste schilders van de 15e eeuw in de Lage Landen –  voltooit in 1448 het schilderij ‘De geboorte van Jezus.’ (Het werk, olieverf op paneel, hangt tegenwoordig in de ‘Gemäldegalerie der Staatlichen Museen’ in Berlijn.) Ook schildert Van der Weyden regelmatig portretten in opdracht, onder andere van Filips de Goede en diens zoon Karel de Stoute. (Dat ‘Stoute’ staat overigens niet voor ‘stout’ zijn maar voor ‘stoutmoedig’ zijn.)
  • Op 21 december overlijdt Johannes van Neck, geestelijke en staatsman, op 68-jarige leeftijd. Nu zegt die persoon u en mij ook helemaal niets, maar gezien zijn achternaam vind ik het persoonlijk een beetje triest nieuws.

1481: Den Haag; foto genomen op 15 oktober 2023

1481 Den Haag 15 okt 2023 20231015_152631

Wat gebeurt er in de Nederlanden in 1481?

  • Op 6 augustus begint de Stichtse Oorlog. Het Sticht Utrecht is het gebied waarover de bisschop van Utrecht niet alleen als geestelijke maar ook als landelijke vorst de ‘landsheerlijkheid’ uitoefent. Het Sticht Utrecht bestaat uit het Nedersticht, zeg maar de huidige provincie Utrecht, en het Oversticht dat de huidige provincies Overijssel en Drenthe en de stad Groningen omvat. Het Sticht staat onder controle van de Bourgondiërs. Jacob van Bourgondië, een halfbroer van Karel de Stoute, is er de bisschop. Hij heeft de steun van de Kabeljauwen en van de steden Wijk bij Duurstede, IJsselstein en Rhenen.
  • Daartegenover staan de Hoeken, gesteund door Hertog Johan II van Kleef – opmerkelijk detail: omdat de hertog naar verluidt liefst 63 buitenechtelijke kinderen heeft, wordt hij ‘de Kindermaker’ genoemd – en de Hoekse steden Utrecht, Amersfoort en Montfoort. Hertog Johan wil graag dat zijn broer bisschop van het Sticht Utrecht wordt. De strijd duurt zo’n twee jaar. Uiteindelijk trekken de Kabeljauwen aan het langste eind en als in 1483 vrede wordt gesloten, blijft Jacob van Bourgondië dan ook aan als bisschop.
  • Eén van de bekendste voorvallen uit de Stichtse Oorlog is het van de kerktoren van Barneveld springen van Jan van Schaffelaar. Hij is een door de Kabeljauwen ingehuurde huurling, afkomstig uit Amersfoort. Hij springt van de kerktoren om daarmee het leven te sparen van zijn in het nauw gebrachte metgezellen. Samen met twintig van zijn strijders heeft hij zich na een verloren gevecht teruggetrokken in de kerktoren van Barneveld. Bij de onderhandelingen over hun overgave eisen de Hoekse troepen, die net als Van Schaffelaar afkomstig zijn uit Amersfoort, dat zijn manschappen hun stadgenoot die voor de vijand vecht van de toren gooien. Deze weigeren dat echter, waarop Van Schaffelaar vervolgens zelf van de toren springt. Hij overleeft de val, maar wordt op de grond alsnog door de Hoeken doodgeslagen.
  • Ook op veel andere plaatsen vinden er in 1481 gevechten plaats tussen de Hoeken en de Kabeljauwen, onder andere bij Leiden, Dordrecht, Naarden, Vianen, Hoorn en Utrecht. De ene keer winnen de Hoeken, de andere keer de Kabeljauwen. (In 1483 zal eronder toezicht van Maximiliaan van Oostenrijk een vredesverdrag worden ondertekend tussen de Hoeken en Kabeljauwen. In 1488 laait de strijd nog één keer op, maar in 1492 komt er na bijna 150 jaar definitief een einde aan de Hoekse en Kabeljauwse twisten.)
  • In Amsterdam begint men in1481 ter bescherming van de stad met de bouw van de eerste stenen stadsmuur, compleet met torens en poorten. Als de stadsmuur in 1494 is voltooid, is de stadsmuur al verouderd door de introductie van het buskruit. Onderdeel van de stadsmuur is de huidige Schreierstoren.
  • Bij Tacozeil, waar de Ee uitstroomt in de Zuiderzee (het huidige IJsselmeer), wordt een keersluis gebouwd.
  • In 1481 voltooit Jheronimus Bosch zijn beroemde drieluik ‘De tuin der lusten’. Het hangt vandaag de dag in het Prado in Madrid.

1506: Gouda; foto genomen op 26 september 2023

1506 Gouda 26 sept 2023 20230926_103209

Wat gebeurt er in de Nederlanden in 1506?

  • Op 15 februari wordt in Schloss Stolberg Juliana van Stolberg geboren. Ze zal de stammoeder van de koninklijke Nederlandse familie worden. In 1523 zal ze als zestienjarige met de acht jaar oudere graaf Filips II van Hanau-Münzenberg trouwen. Samen krijgen ze vijf kinderen. Na zijn overlijden in 1529 hertrouwt ze in 1531 –  ze is dan 24 jaar oud – met de 54-jarige Willem de Rijke, graaf van Nassau-Dillenburg. Met hem krijgt ze nog eens twaalf kinderen, waarvan Willem van Oranje, de latere stadhouder en ‘vader des vaderlands’, geboren in 1533 de oudste zoon is.
  • Tijdens de afwezigheid van Philips de Schone, die naar Spanje is afgereisd, verovert op 22 februari hertog Karel van Gelre samen met zijn beruchte veldheer Maarten van Rossem de plaats Wageningen op de Habsburgers .
  • Karel V wordt op 26 september nadat zijn vader Filips de Schone onverwacht is overleden de nieuwe vorst van de Nederlandse gebieden. Zijn grootvader Maximiliaan I van Oostenrijk is officieel de regent van de zesjarige vorst, maar in de praktijk wordt het regentschap uitgeoefend door zijn dochter, Margaretha van Oostenrijk die een jaar later met instemming van de Hollandse gewesten tot landvoogdes wordt benoemd.
  • Edzard I, de graaf van het Duitse Oost-Friesland, wordt op 1 mei door de stad Groningen benoemd tot de ‘Heer van Groningen’. Acht jaar later zal Groningen hem inruilen voor de dan 14-jarige Karel V, waarna ook Groningen onder het gezag van Karel V komt te staan.
  • De Kruiningenpolder wordt in opdracht van Jan van Kruiningen bedijkt. De dijk zal later overigens vaak doorbreken, voor het eerst in 1511.
  • Ergens omstreeks 1506 schrijft een onbekend gebleven auteur het mirakelspel ‘Mariken van Nieumeghen’ over een meisje dat in de buurt van Nijmegen woont en dat in de macht van de duivel raakt. In 1515 verschijnt het voor het eerst in druk.

1517: Leeuwarden; foto genomen op 22 oktober 2023

1517 Leeuwarden 22 okt 2023 20231022_105633

Wat gebeurt er in de Nederlanden in 1517?

  • In 1517 wordt Sneek belaagd door Floris van Egmont. Deze is niet alleen de Graaf van Buren, maar sinds 1515 ook de stadhouder van Friesland. In dat jaar heeft de hertog van Saksen, Joris met de Baard (zoon van Albrecht de Kloekmoedige), voor 100.000 florijnen Friesland verkocht aan keizer Karel V, waardoor deze ook Friesland tot zijn rijk kan rekenen. Karel V benoemt Graaf Floris tot stadhouder van Friesland, maar lang niet alle Friezen accepteren hem als regent. Een deel van de Friese steden komt in opstand, waaronder Sneek. Alleen de steden Harlingen, Franeker en Leeuwarden erkennen Graaf Floris als stadhouder.
  • De opstandige Friezen zoeken steun bij de hertog Karel van Gelre, waardoor ook Friesland strijdtoneel wordt van de Gelderse Oorlogen tussen Karel V en de Hertog van Gelre. Ook vinden de Friese opstandelingen in 1517 Pier Gerlofs Donia, beter bekend als Grote Pier, aan hun zijde.
  • Grutte Pier, zoals de Friezen Grote Pier noemen, is in 1515 een boer te Kimswerd als tijdens zijn afwezigheid een groep Saksische huurlingen in dienst van het Habsburgse gezag het dorp binnen valt en het plundert. Hierbij wordt de vrouw van Donia gedood. Grote Pier – volgens de overlevering is hij 2,08 meter groot, ongelooflijk sterk en hanteert hij een zwaard van meer dan twee meter lang – begint daarop een vendetta tegen de Habsburgers, Saksen en  de Hollanders die hij verantwoordelijk houdt voor de dood van zijn vrouw.  Hij formeert een kapervloot die op de Zuiderzee Hollandse schepen overvalt. De gevangen genomen bemanning wordt daarbij overboord gegooid. Ook overvallen de troepen van zijn Friese rebellenleger plaatsen in het noorden van Holland zoals Alkmaar en Medenblik. Op het hoogtepunt telt zijn rebellenleger, dat de Arumer Zwarte Hoop wordt genoemd, zo’n 4.000 man.
  • In 1517 besluit Floris van Egmont een poging te wagen om alle opstandige Friezen, waaronder die uit Sneek, zijn gezag op te dwingen, Hij onderneemt, net zoals twee jaar eerder, een poging om Sneek in te nemen. In 1515 mislukte dit.
  • Als het in januari 1517 flink gaat vriezen en de grachten rondom de stadmuren van Sneek bevriezen, ziet hij zijn kans schoon en valt de stad van vier kanten aan. Zijn troepen bestormen de stadsmuren met ladders, maar slagen er echter niet in om de stad – ook Grutte Pier behoort tot de verdedigers van Sneek – binnen te dringen. Als dan ook nog enkele grote katapulten die uit Leeuwarden moeten komen niet op tijd arriveren en als het op 28 januari gaat dooien, staakt Floris van Egmont de strijd. (Pas in 1524 zullen de opstandige Friezen de strijd tegen de Hollanders staken en Karel V erkennen als landsheer. Grote Pier is dan al vier jaar dood. Hij overlijdt in 1520 op 40-jarige leeftijd in zijn slaap in Sneek.)
  • Op 8 augustus vertrekt Karel V naar Spanje en benoemt zijn nicht Margaretha van Oostenrijk tot landvoogdes van de Nederlanden. Het is de tweede keer dat ze de tijdelijke landvoogdes van de Nederlanden wordt. Net zoals de eerste keer bestuurt ze het land vanuit Mechelen in de Zuidelijke Nederlanden.
  • Op 14 maart breekt er brand uit in Enschede. Op twee stenen stadspoorten en de stenen kerktoren na brandt de gehele binnenstad van Enschede af. De stad telt in 1517 zo’n 1000 inwoners die allemaal in houten huizen wonen. De stad wordt opnieuw opgebouwd. Ook deze keer bouwt men weer alleen houten huizen. (In 1750 zal Enschede nog een keer grotendeels afbranden.)

1519: Gouda; foto genomen op 26 september 2023

1519 Gouda 26 sept 2023 20230926_104331

Wat gebeurt er in de Nederlanden in 1519?

  • In Breda wordt op 5 februari René van Chalon geboren. Aan hem heeft de Nederlandse koninklijke familie het Oranje gedeelte in de naam Van Oranje-Nassau te danken. René van Chalon is de zoon van graaf Hendrik III van Nassau-Breda en Claudia van Chalon. Van zijn vader zal hij de titels ‘Graaf van Nassau en Vianden’ en ‘Heer van Breda en de Lek’ erven. In 1530 erft hij daarnaast op 11-jarige leeftijd via zijn moederskant van de kinderloos gestorven Filibert van Chalon het vorstendom Orange in de Franse Provence, plus nog een aantal bezittingen in Bourgondië en de Dauphiné. Door het bezit van het prinsdom Orange is René van Chalon de eerste Nassau die zich prins van Oranje mag noemen. In 1540 wordt hij stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht. Drie jaar later wordt hij ook stadhouder van Gelre en Zutphen. René van Chalon sneuvelt op 18 juli 1544 op 25-jarige leeftijd tijdens het beleg van Saint-Dizier. Zijn bezittingen en titels laat hij per testament na aan zijn neef Willem van Nassau, de latere ‘Vader des Vaderlands’. Deze zal voortaan als Willem van Oranje-Nassau door het leven gaat. Mede door René van Chalon heet de Nederlandse koninklijke familie daardoor  ‘Van Oranje-Nassau’. Ook de wapenspreuk ‘Je maintiendrai’ (Ik zal handhaven) hebben ze aan hem te danken.
  • Op 23 juli 1519 gaat door een grote stadsbrand een groot deel van de stad Purmerend verloren. Zo’n 150 huizen vallen ten prooi aan de vlammen. Slot Purmersteijn blijft bespaard, maar de stadsmuren raken zodanig beschadigd dat ze moeten worden afgebroken.
  • De nu 19-jarige Karel V – hij is sinds 1515 ‘Heer der Nederlanden’ en sinds 1516 ook koning van Spanje – wordt in 1519 na de dood van zijn grootvader (keizer Maximiliaan I) gekozen als de nieuwe Rooms-Duitse keizer. Zijn rijk omvat vanaf dit moment zo’n 40% van de totale Europese bevolking plus grote delen van Zuid-Amerika.
  • In 1519 is Jan van Scorel, een Noord-Nederlandse schilder en tekenaar, op weg naar Italië. Bij een tussenstop in Neurenberg bezoekt hij de bekende Duitse graficus Albrecht Dürer. Van Scorel is zeer onder de indruk van Dürer, wat terug valt te zien  in het Obervellach-triptiek dat  Van Scorel in 1519 maakt tijdens een verblijf in Oostenrijk. (De eindbestemming van Jan van Scorel is Rome. In Rome zal hij in 1522  door de Nederlandse paus Adrianus VI benoemd worden tot de opzichter van de pauselijke kunstcollecties in het Belvédère in Rome. Hij is daarmee de opvolger van Rafael. Als Adrianus een jaar later overlijdt keert Jan van Scorel terug naar Nederland.)

1520: Haarlem; foto genomen op 28 september 2023

1520 Haarlem 20230928_140212

Wat gebeurt er in de Nederlanden in 1520?

  • In Haarlem wordt de  ‘Grote of St.-Bavo kerk’ met een paar jaar vertraging opgeleverd. De vertraging werd veroorzaakt doordat in 1514  de bouw van de kerktoren moest worden gestaakt. Halverwege de bouw van de kerktoren bleek dat de vier kruispijlers het gewicht van de stenen toren niet konden dragen. Daarop wordt de half afgebouwde toren tussen 1514 en 1517 weer helemaal afgebroken en begon men met de bouw van een nieuwe kerktoren, ditmaal op basis van een ontwerp van bouwmeester (de vroegere benaming voor een architect) Jacob Symonszoon van Edam.
  • Karel V  reist in 1520 vanuit Spanje naar Aken om er gekroond te worden tot keizer. Hij gaat vanuit Aken zijn keizerrijk besturen. Hij benoemt de Nederlandse kardinaal Adriaan Floriszoon Boeyens tot zijn regent in Spanje. Ze kennen elkaar vanuit zijn jeugd in Vlaanderen. Vanaf 1507 is Boeyens – hij is dan nog maar priester – één van de tutoren van de jonge Karel V. De in Gent geboren Karel wordt in Mechelen grootgebracht aan het Hof van zijn tante Margaretha van Oostenrijk, de landvoogdes van de Nederlanden.  Als Karel V in 1516 koning van Spanje wordt en naar Spanje afreist, vraagt hij Boeyens om hem naar Spanje te vergezellen. Daar wordt Boeyens al snel benoemd tot bisschop  – even later ook tot kardinaal – om in 1520 degene te worden die namens Karel V als regent Spanje moet gaan besturen.
  • Het regentschap van Boeyens is geen succes. De Spaanse steden, wensen niet door een Nederlander te worden bestuurd en komen al snel in opstand. Aan het einde van 1520 vervangt Karel V hem daarom als regent door twee Spanjaarden. (In 1522 zal Boeyens verrassenderwijs – hij is een compromiskandidaat; hij is zelfs niet eens aanwezig bij het Conclaaf in Rome waar de nieuwe Paus wordt gekozen –  na de elfde stemronde worden gekozen als Paus. Hij neemt de naam Adrianus VI aan. Het pausschap van de enige Nederlandse paus zal slechts 1,5 jaar duren. Hij overlijdt op 14 september 1523 in Rome. Pas 456 jaar later zal er in 1978 met de verkiezing van de Pool Karol Józef Wojtyla tot Paus voor het eerst weer een niet-Italiaan tot Paus worden gekozen.)
  • In 1520 ontstaat er een conflict tussen de rivaliserende steden Kampen en Zwolle. Het heeft te maken heeft met tolheffingen over de IJssel en het Zwarte Water. Er breken ongeregeldheden uit tussen de twee steden die slechts na moeizame onderhandelingen tot een einde komen. Tijdens deze onderhandelingen kiest Zwolle er opeens voor om de Utrechtse bisschop Filips van Bour­gondië, die namens zijn neef Karel V de lands­heer van Zwolle is, als Landsheer in te wisselen voor Karel van Egmond, de hertog van Gelre. Omdat de Zwollenaren eerder met hun vingers in de lucht eeuwige trouw hebben gezworen aan de bisschop noemen de Kampenaren de Zwollenaren sindsdien blauwvingers.
  • De Duitse graficus Alfred Dürer maakt in 1520 een uitgebreide reis door de Nederlanden. Hij bezoekt onder andere Den Bosch, Maastricht, Leuven, Brussel, Mechelen en Antwerpen.

1521: Deventer; foto genomen op 14 januari 2024

1521 Deventer 14 jan 2024 20240114_123132

Wat gebeurt er in de Nederlanden in 1521?

  • Van 28 januari tot 5 mei vindt in Duitsland de Rijksdag van Worms plaats. Eén van de belangrijkste zaken die op deze door keizer Karel V bijeengeroepen bijeenkomst – ook de Paus is aanwezig – wordt besproken is de kritiek die Maarten Luther in 1517 heeft geuit op gebruiken in de katholieke kerk. De denkbeelden en geschriften van Luther zijn inmiddels wijd verspreid. Zijn aanhang en van andere critici van de katholieke kerk groeit snel en de kerk ziet hierin een ernstig gevaar.
  • Eén van de zaken die Luther aan de orde stelt, is het gebruik van de aflaat, een manier om straffen voor zonden af te kopen. Het gaat hierbij om zonden die in de biecht zijn beleden. Een aflaat (in het Latijn: indulgentia) kan verdiend worden door veel bidden, door goede werken te doen of door deze voor geld te kopen. Vooral dat laatste komt begin zestiende eeuw steeds vaker voor.  De aflaat wordt een soort winst- en verdienmodel voor de Rooms-Katholieke Kerk en hiertegen ageert Luther fel.
  • Tijdens de Rijksdag worden de stellingen van Luther besproken. Hij heeft een vrijgeleide gekregen van Karel V, maar als hij op het congres zijn stellingen niet intrekt, vaardigt Karel V direct na afloop van de Rijksdag het Edict van Worms uit. Luther wordt hierin in de rijksban gedaan en vogelvrij verklaard. Keurvorst Frederik III van Saksen heeft hem echter al onder zijn hoede genomen en onder zijn bescherming kan hij Worms veilig verlaten.
  • Eén van de zaken die ook in het Edict van Worms staan, is dat het bezit van de boeken en geschriften van Luther verboden is en dat deze verbrand moeten worden. Dit geldt ook voor de Nederlanden waar Luther inmiddels ook de nodige aanhangers heeft. Op 13 juli vindt er op de Grote Markt in Brussel onder belangstelling van honderden mensen een boekverbranding plaats van meer dan 300 exemplaren van boeken geschreven door Maarten Luther, waaronder diens boek uit 1520 over de tien geboden. De autoriteiten hebben de boeken bij drukkerijen en boekhandels in beslag genomen. Ook een paar inwoners hebben hun exemplaar – uit angst dat ze anders als ketter bestraft zullen worden – naar de markt gebracht. Tot teleurstelling van het volk laat Karel V, die wel in de stad is, zich niet zien bij de boekverbranding. Onder het nodige gemor van de bevolking wordt de stapel in brand gezet.
  • Bij  Vieuxville in de provincie Luik ligt de Burcht van Logne. Dit kasteel is in handen van Robert II de la Marck en zijn zonen die vanuit het kasteel regelmatig op rooftocht in de omgeving gaan. Op 1 mei maken de troepen van Karel V onder leiding van Hendrik van Nassau-Breda hier een einde aan als ze het kasteel belegeren. Met hun kanonnen schieten ze het kasteel bijna helemaal kapot en veranderen ze het in een ruïne. Alle verdedigers van het kasteel die niet bij de beschieting omkomen worden na afloop opgehangen.
  • In 1521 vaardigt Karel V een ordonnantie uit waarin staat dat vanaf dat moment in verband met brandgevaar nieuwe huizen in zijn rijk alleen nog maar van steen mogen worden gebouwd. Dat geldt ook voor zijn gebieden in de Nederlanden.
  • De stad Doornik, gelegen in het zuidwesten van het huidige België aan de Schelde, is na een korte bezetting door de Engelsen (van 1513 tot 1518) in handen van de Fransen. In 1521 besluit Karel V om de stad aan te vallen en voegt de stad na de verovering op 3 december toe aan zijn rijk, waarna het later deel zal gaan uitmaken van de Nederlanden.

1528: Deventer; foto genomen op 14 januari 2024

1528 Deventer 14 okt 2024 20240114_115708

Wat gebeurt er in de Nederlanden in 1528?

  • De grootste tegenstrever van Karel V in de Nederlanden tijdens de eerste helft van de zestiende eeuw is de in 1467 geboren hertog Karel van Gelre. Van 1502 tot aan zijn dood in 1538 is hij, ondersteund door zijn legeraanvoerder maarschalk Maarten van Rossum, regelmatig in gevecht met de Habsburgse dynastie, eerst met die van de Bourgondiër Filips de Schone en later met diens zoon de Habsburgse keizer Karel V. Tijdens deze zogeheten Gelderse oorlogen wordt er vooral gevochten in het noorden (Friesland-Groningen), in het oosten (Overijssel), en het midden van het land (Utrecht). In 1522 bereikt het gebied van Karel van Gelre zijn grootste omvang, zoals dit Wikipedia-kaartje van ‘Nederlandse Leeuw’  laat zien. (Nedersticht is het huidige Utrecht en staat in 1528 aan de kant van Karel van Gelre.)

undefined

  • In 1528 verliest Karel van Gelre echter Overijssel aan Karel V, welk gebied vervolgens als ‘Heerlijkheid Overijssel’ onderdeel wordt van de Habsburgse Nederlanden. .
  • Aan de andere kant van het land boeken de Gelderse troepen wel successen. Op 6 maart onderneemt Maarten van Rossum – hij is een slimme veldheer, zo verovert hij 1514 Arnhem door een aantal van zijn soldaten verstopt in een hooiwagen de stad in te smokkelen die vervolgens een stadspoort openen – samen met zijn ruitermacht en een grondleger van zo’n 2.000 man uit Utrecht een strooptocht naar het westen. Ze belanden tot in Den Haag. Deze stad is niet ommuurd en de aanvallers kunnen de stad gemakkelijk binnenvallen. Den Haag wordt vervolgens geplunderd en diverse kostbaarheden worden door de aanvallers mee genomen. Het Binnenhof wordt echter in opdracht van Maarten van Rossum met rust gelaten. Pas nadat het Haags stadsbestuur Van Rossum een losgeld van 28.000 goudguldens belooft, verlaten de aanvallers na twee dagen de stad. -Daadwerkelijk hebben ze op dat moment maar 8.000 guldens in kas, waarop Van Rossum een aantal hooggeplaatste Hagenaars als gegijzelden meeneemt, Een aantal van hen zal pas na twee jaar vrijkomen na betaling van een losgeld. Het stadsbestuur van Den Haag geeft de familie hiervoor vrijstelling van belasting.
  • Na deze strooptocht besluiten diverse Hollandse en Brabantse steden uit angst dat zij ook aangevallen zullen worden door de troepen van Karel van Gelre en Maarten van Rossum om mee te gaan betalen aan het leger van Karel V. Een huurleger van meer dan 10.000 soldaten onder leiding van Floris van Egmont, de graaf van Buren, trekt daarop in de zomer eerst naar Utrecht en vervolgens naar de Veluwe. Onder andere Harderwijk en Elburg worden bezet.
  • Een poging om de stad Tiel in te nemen mislukt echter. Op 10 augustus bestormt het huurleger van Floris van Egmont tot drie keer toe de muren van de stad, maar ze slagen er niet in om de stad binnen te komen. Twee dagen later geven ze het beleg op. Aan de kant van de Habsburgers sneuvelen bij deze strijd zo’n 1.500 man. Het aantal doden onder de verdedigers is onbekend. Wel is de schade in Tiel groot. De stad ligt vol met kanonskogels. Karel van Gelre geeft de opdracht “dat de klooten welke te Tiel door de vijand in de stad geschoten, te voorschijn gebragt en aan de ambtman Jelis van Riemsdijk overgeleverd moeten worden”.  Om de vele reparaties in de stad te kunnen betalen, bepaalt het stadsbestuur dat in 1529 op iedere ton vreemd bier dat in Tiel wordt getapt, een accijns van 6 stuivers geheven moet worden.
  • In september 1528 overlijdt Lambrecht Thorn. Deze broeder maakt deel uit van een groep Antwerpse augustijnen die al in 1519 openlijk hebben gekozen voor het lutheranisme en één van de eerste lutheraanse gemeenschappen in de Nederlanden vormen. In 1522 worden zestien broeders door de inquisitie, die onder leiding staat van de jurist Frans van der Hulst, als ketters gearresteerd. De meeste broeders herroepen daarop hun nieuwe geloofsovertuigingen op een drietal na, waaronder Lambrecht Thorn. Het drietal wordt ter dood door middel van verbranding veroordeeld, maar krijgen voor de voltrekking nog eerst de kans om hun ‘dwaling’ af te zweren. Thorn wil hierover een paar dagen nadenken, maar de twee anderen, Jan van Essen en Hendrik Voes, blijven vast houden aan hun geloof en belanden op 1 juli 1523 als eerste Nederlandse martelaren op de brandstapel. Thorn wordt veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. Tijdens zijn gevangenschap in Brussel groeit hij uit tot een bekende persoon. Zo ontvangt hij in 1524 (clandestien) een brief van Luther. In 1528 overlijdt Thorn, mogelijk als gevolg van een vergifting. Zijn lijk wordt – omdat hij zijn lutherse geloofsovertuiging niet officieel heeft willen herroepen – naar het galgenveld gebracht om daar in ongewijde grond te worden begraven.
  • In oktober komt er een einde aan de vijandelijkheden tussen Karel V en de Karel van Gelre. In het verdrag van Gorinchem komen ze overeen dat Karel van Gelre Karel V erkent als de Heer van het hertogendom Gelre, maar dat Karel van Gelre het gebied als leenheer mag besturen, inclusief de noordelijke delen. Als de op dat moment 61-jarige Karel van Gelre kinderloos zou overlijden, dan zouden diens bezittingen overgaan naar Karel V.  Het verdrag wordt echter  niet getekend. Wel stoppen de vijandelijkheden voorlopig. (In 1538 gaat het hertogendom na het overlijden van Karel van Gelre niet over naar Karel V maar aan hertog Willem van Kleef.)
  • Omdat Karel van Gelre veel toleranter staat tegenover andersdenkende qua geloof dan Karel V worden de Gelderse oorlogen tegen de Bourgondiërs en de Habsburgers wel eens als een opstand tegen het katholieke bestuur van Karel V gezien en daarmee als een voorloper van de Tachtigjarige Oorlog.

1534: Culemborg; foto genomen op 11 juli 2024

1534 Culemborg MS 20240711_110806 (002)

Wat gebeurt er in de Nederlanden in 1534?

  • In het begin van de zestiende eeuw zijn onder andere onder invloed van Luther en Calvijn allerlei nieuwe stromingen in de kerk ontstaan. Zo scheiden de wederdopers, die zich vooral baseren op de ideeën van Calvijn, zich van de katholieke kerk af. Wederdopers zijn mensen die zich opnieuw laten dopen als zij de leeftijd bereikt hebben “om zelf goed en kwaad van elkaar te kunnen onderscheiden”. Begonnen in Zwitserland bereikt deze stroming ook de Nederlanden, waarbij de ideologie van de wederdopers vooral in de Noordelijke Nederlanden aanslaat bij de kleine burgerij.  Zowel de Kerk als het landsbestuur zien de wederdopers als een bedreiging. In Den Haag worden in 1534 twee wederdopers uit Aalsmeer op de brandstapel gezet en verbrand.
  • In Culemborg komt het stadshuis gereed. Het is een initiatief van Antonis van Lalaing, de stadhouder van Holland, Utrecht en Zeeland; hij treedt in die functie hard op tegen het opkomen protestantisme –  en van zijn vrouw Elisabeth, Vrouwe van Culemborg en Gravin van Hoogstraten. Zij vinden dat Culemborg, de stad telt in 1530 ongeveer 3500 inwoners,  een stadhuis van allure moet hebben en verstrekken de stad een lening om de kosten van de bouw te financieren.  Het ontwerp is van Rombout II Keldermans, de persoonlijk architect van keizer Karel V. Boven de toegangsdeur worden twee sierlijke initialen aangebracht: een ‘A’ en een ‘E’. De ‘A’ is van Antonis, de ‘E’ is van Elisabeth.
  • Op 23 juli breekt er brand uit bij de St Jans kapel in Breda. De brand verspreidt zich al snel over de binnenstad van Breda. De gehele binnenstad wordt vernietigd, behalve het gedeelte dat in 1490 al bij de eerste grote stadsbrand van Breda is afgebrand en daarna is herbouwd in steen. Ook het stadshuis stort in. Op 22 november vaardigt Hendrik III van Nassau  een ordonnantie voor brandpreventie in Breda uit met daarin onder andere de regels dat een ieder die binnen de stad een huis bouwt met een stenen
    gevel of met stenen muren en een hard dak, een deel van de kosten vergoed krijgt, dat degene die een huis met een verdieping bouwt meer subsidie  krijgt dan iemand die een huis zonder verdieping bouwt, dat de gevels langs een rooilijn moeten worden gezet en dat het dekken met riet verboden wordt.
  • In Breda sticht Hendrik Anthonius Claesz. van den Corput de brouwerij ‘Den Boom ‘. Eeuwen later gaat deze brouwerij op in brouwerij De Oranjeboom.’
  • In Zeeland ontstaat door indijking de St Joris polder. Elders in Zeeland wordt daarentegen besloten om het dorp Simonskerke niet langer tegen de zee te beschermen en wordt de nieuwe dijk elders aangelegd, waardoor het dorp buitendijks komt te liggen. Pastoor Jacobus Johanneszoon van Zuytkercke die er tien jaar eerder als pastoor is benoemd, verlaat als één van de laatsten het dorp Simonskerke en zoekt een veilig heenkomen.
  • In Enkhuizen wordt Willem Jansz. de Rijke voor de eerste keer benoemd als burgemeester van Enkhuizen. Tussen 1534 en 1572 zal hij liefst vijftien keer tot burgermeester van Enkhuizen worden benoemd. (In het laatste jaar dat Willem Jansz. burgemeester van Enkhuizen is (in 1572), kiest Enkhuizen in mei van dat jaar als eerste stad in Nederland de kant van Willem van Oranje.)

1535: Leeuwarden; foto genomen op 22 oktober 2023

1535 Leeuwarden 22 okt 2023 20231022_105433

Wat gebeurt er in de Nederlanden in 1535?

  • Op 11 februari rent een groep wederdopers na een bijeenkomst naakt door de straten van Amsterdam –  ze beschouwen hun kleding als ‘aards slijk’. Ze worden hard door de autoriteiten aangepakt.
  • Op 10 mei 1535 bestormen zo’n veertig wederdopers tijdens het zogeheten ‘Wederdopersoproer’ als protest tegen deze strenge aanpak het stadhuis op de Dam. Ze overvallen de wacht. Hierbij komt Pieter Colijn, de burgemeester van Amsterdam, om het leven. De groep wederdopers bezet daarna het gebouw. De volgende morgen vinden bij de bestorming van het gebouw door de Amsterdamse schutterij 28 wederdopers de dood, de overige twaalf worden gevangen genomen en later terechtgesteld. Niet alleen in Amsterdam, maar ook elders worden er in 1535 wederdopers berecht en terechtgesteld, onder andere in Zierikzee, Middelburg, Luik,  Maastricht, Den Haag, Leiden, Deventer en Bolsward.
  • Eén van de bekendste wederdoper in 1535 is Jan van Leiden, die we nu vooral nog kennen van de uitdrukking ‘Je ergens met een jantje-van-leiden van afmaken’.  Er zijn twee verklaringen voor de oorsprong van deze uitdrukking. De eerste heeft betrekking op zijn werk als kleermaker in Leiden, waarbij hij zijn slechte werkzaamheden vaak met een mooi praatje verdoezelde. De andere heeft betrekking op zijn praatjes als hoofd van de wederdopers in Münster, vlak over de grens met Duitsland.
  • Jan van Leiden is een ‘apostel’ van Jan Mathijs, een oud-bakker uit Haarlem en in 1534 de leider van de wederdopers in Münster. Hij heeft in de loop van de tijd honderden mensen herdoopt. De wederdopers hebben in Münster de katholieke bisschop Frans van Waldeck de stad uit gejaagd. Deze belegert daarop de stad met een huurleger. Tijdens deze gevechten komt Jan Mathijs om het leven – zijn hoofd wordt daarna door de bisschop op een spaak gezet-  waarna Jan van Leiden zich uitroept als de nieuwe leider. Hij benoemt zichzelf in september 1534 tot koning van het theocratische “Koninkrijk Sion” en voert er met behulp van zijn “apostelen’ een waar schrikbewind. Hij laat alle boeken behalve de Bijbel verbranden. Geld wordt afgeschaft en polygamie wordt ingevoerd. Jan van Leiden wijst 17 vrouwen aan als zijn echtgenotes. Als één van deze vrouwen dat niet wil en weg wil uit Münster, zet hij haar gevangen en onthoofdt hij haar op 12 juni 1535 in eigen persoon. Twee weken later slagen de troepen van bisschop van Waldeck er in om de stad in te nemen. Jan van Leiden en zijn apostelen worden gearresteerd en zes maanden lang wordt hij als een soort “circusbeer” in een kooi door het omliggende land gevoerd en tentoongesteld.

1536: Delft; foto genomen op 17 december 2023

1536 Delft 17 december 2023 20231217_155343

Wat gebeurt er in de Nederlanden in 1536?

  • In januari worden Jan van Leiden en zijn twee belangrijkste ‘apostelen’ na terugkeer van hun “tournee” door het land in Münster geëxecuteerd.  Hun lichamen worden daarna in open ijzeren kooien aan de toren van de Lambertikerk in Münster gehangen. De lichamen blijven daar ter afschrikking liefst bijna 50 jaar hangen.
  • Op 3 mei breekt er brand uit in Delft. De vermoedelijke oorzaak is blikseminslag. De brand houdt drie dagen aan. Meer dan helft van de huizen in Delft, zo’n 2.000 stuks, gaat in vlammen op. Ook de Nieuwe Kerk (het dak stort in en de top van de toren brandt af) en het stadhuis (een groot deel van het stadsarchief verbrandt) raken zwaar beschadigd.
  • Bij Heiligerlee in de provincie Groningen vindt op 5 augustus een veldslag plaats tussen een leger van 3.000 man onder leiding van Meindert van Ham, de rechterhand van Maarten van Rossum (de veldheer van hertog Karel van Gelre) en een Bourgondisch leger van 4.500 huursoldaten dat onder leiding staat van de Duitse edelman Georg Schenck van Toutenburg, de door Karel V  benoemde stadhouder van Friesland en Overijssel. Van Ham wordt niet alleen gesteund door de hertog van Gelre, maar ook door de Deense koning die net zoals de Franse koning ook in conflict met Karel V is.
  • Twee maanden voor deze veldslag is Meindert van Ham met zijn leger de provincie Groningen binnen gedrongen en heeft zich met zijn manschappen in Appingedam gevestigd, van waaruit hij een waar schrikbewind voert in de dorpen in de Ommelanden waaronder Bedum en Ten Post. Beide plaatsen worden geplunderd. Ook plundert hij  het Schuitenschuiverskwartier in Groningen en steekt het in brand.
  • De Slag bij Heiligerlee wordt gewonnen door de Habsburgse troepen. Groningen en de Ommelanden erkennen daarna Karel V als de nieuwe landheer. Karel V benoemt vervolgens Georg Schenck van Toutenburg ook tot stadhouder van  Groningen en Drenthe.
  • Hertog Karel van Gelre trekt noodgedwongen zijn troepen uit het noorden van het land terug. Hem rest alleen nog zijn hertogdom Gelre en het hertogdom Gulik en Kleef.
  • Op 12 augustus 1536 overlijdt in Basel de Nederlandse humanist, katholiek theoloog en filosoof Desiderius Erasmus. (Zijn bekendste boek is ‘Lof der Zotheid’ uit 1511, waarin hij allerlei menselijke dwaasheden, niet alleen van kerkelijke autoriteiten maar ook van kooplieden, vorsten en wetenschappers op ironische wijze beschrijft. In 1559 zal de Spaanse Inquisitie dit in het Latijn geschreven boekwerk, net zoals alle andere boeken van Erasmus, op de Index van verboden werken plaatsen.)
  • De Vlaming Andries van Wessel, beter bekend onder de naam Andreas Vesalius, keert in 1536 terug vanuit Parijs waar hij een medische studie volgt. In Leuven vervolgt hij zijn opleiding. Hij zal er regelmatig secties uitvoeren op de lichamen van terechtgestelden – naar verluidt de eerste keer op een lichaam wat hij stiekem van de galg heeft gehaald –  en met de aldus verkregen kennis, brengt hij het menselijk lichaam nauwkeurig in beeld. (In 1543 publiceert hij het boek ‘De Humani Corporis Fabrica’, wat heel lang als standaardwerk van het menselijk lichaam zal gelden. Het zal hem wereldberoemd maken. Na het verschijnen van het boek benoemt keizer Karel V hem tot zijn lijfarts.)

1537: Delft; foto genomen op 17 december 2023

1537 Delft 17 december 2023 20231217_152436

Wat gebeurt er in de Nederlanden in 1537?

  • In Amsterdam worden op de Dam drie wederdopers onthoofd. Op basis van informatie van ene Sophie Harmansdochter, bijgenaamd Gele Fye – dit vanwege haar wat geelachtige huidskleur veroorzaakt door problemen met haar gal – zijn ze gearresteerd vanwege deelname aan doperse bijeenkomsten. Dat Gele Fye de namen van deze drie mannen kent – ze heeft een beloning  gekregen voor het aangeven van de mannen – komt omdat haar vader, Harman Hoen van Zwol, tot zijn dood in 1535 thuis regelmatig verboden bijeenkomsten van wederdopers organiseerde. In 1535 is haar vader tijdens het Wederdopersoproer gearresteerd en ter dood veroordeeld. Hij werd toen niet alleen onthoofd, maar ook nog eens in het openbaar gevierendeeld.
  • De dood van haar vader vormt voor Gele Fye echter geen beletsel om bijna twintig jaar lang als verklikster van wederdopers actief te blijven. Als gevolg van haar activiteiten worden tientallen wederdopers opgepakt en ter dood gebracht. Sophie ontvangt voor haar verraderswerk en getuigenissen in totaal een beloning van een paar honderd Amsterdamse guldens.
  • Haar aanwijzingen zijn vooral op het laatst echter lang niet altijd even betrouwbaar meer. Op een gegeven moment heeft een nieuwe schout er genoeg van en besluit om niet meer met haar in zee te gaan. Sophie is hierover zo verbolgen dat ze de beschuldiging uit dat de nieuwe schout en zijn vrouw zelf ook tot de wederdopers behoren. Ze wordt niet geloofd en vanwege het doen van een valse getuigenis gearresteerd en overgebracht naar Den Haag, waar ze liefst zes jaar in in de Ridderkamer van de Haagse Gevangenpoort gevangen zit in afwachting van een proces. In 1562 volgt dan eindelijk het proces. Ze wordt ter dood veroordeeld door middel van verbranding, maar voordat deze straf wordt uitgevoerd snijdt de beul eerst nog haar tong uit, dit omdat ze daarmee de valse getuigenis heeft uitgesproken.
  • Niet alleen in het gewest Holland maar ook elders worden in 1537 strenge vonnissen uitgesproken. Zie bijvoorbeeld dit overzicht (samengesteld door oud-archivaris Wopke Eekhoff) van vonnissen – “crimineele sententiën” – uitgesproken en uitgevoerd door het Hof van Friesland in Leeuwarden in 1537:  “Op 17 Maart is George van den Bosschen wegens publicq geweld onthooft.; op dezelfde dag zijn drie manspersonen wegens herdooperij onthoofd, de lighamen op een rad en de hoofden op staaken gesteld;  eveneens op 17 maart is Claas van Bozum wegens kerkeroof, opgehangen en ook Hero Romkes zoon wegens huisbraak; op 25 April is Georgen Slootemaker wegens opensteken van een kiste en steelen van goederen daaruit aan de galge opgehangen.; op 15 Mey is Pier wegens manslag onthooft.; op 2 october is Pieter Ysbrand soon Smid wegens 2 manslagen onthooft.; op 19 december is Janneke Schroors wegens herdopery in het water verdronken; op dezelfde dag is Lucus Gorgen onthooft en op 20 december is Meynert van Dockum wegens het loopen en tieren op het Cloosters onthoofd.”
  • In 1537 vaardigt de Landvoogdes van de Nederlanden, Maria van Hongarije, een omstreden belastingbede uit. Haar broer Karel V is in oorlog met het Frankrijk. De gevechten vinden vooral in het zuiden van Frankrijk plaats. Van haar broer krijgt Maria het bevel om een huurleger  samen te stellen dat vanuit de Zuidelijke Nederlanden Frankrijk moet binnenvallen, zodat Frankrijk een strijd op twee fronten moet gaan voeren. Maria legt daarop de steden en gewesten van Holland een bede op (een belastingmaatregel) om dit leger te financieren.
  • Op16 maart 1537 valt dit Habsburgs huurleger vanuit de Zuidelijke Nederlanden Frankrijk binnen. Lang duurt de strijd daar echter niet. Al snel kampen zowel Frankrijk als Maria van Hongarije met een tekort aan geld om langdurig een huurleger te kunnen betalen – de Hollanders zijn wat zuinig geweest met betalen van de bede. Op 30 juli komt er een bestand tot stand, waarna de troepen van  Maria van Hongarije weer terug keren naar Vlaanderen.
  • Na onenigheid met een hoogleraar vertrekt de medicus Vesalius in 1537 uit Leuven en vestigt zich in Padua in Italië, waar hij promoveert en direct daarna op 23-jarige leeftijd wordt benoemd tot hoogleraar in de chirurgie, belast met het onderwijs in de ontleedkunde.

1540: Gouda; foto genomen op 26 september 2023

1540 Gouda 26 sept 2023 20230926_102744

Wat gebeurt er in de Nederlanden in 1540?

  • Het jaar 1540 is waarschijnlijk het warmste jaar in Europa van de laatste duizend jaar. Het jaar zal bekend komen te staan als het grote zonnejaar. Maandenlang heerst er in West-Europa een soort Middellandse Zee klimaat. Vanaf februari blijft het bijna negen maanden lang droog. Het is dagenlang zonnig en onbewolkt. Vooral van april tot en met juli is het extreem warm. Alleen op 28 juli regent het even flink.
  • De gevolgen zijn groot. De Seine bij Parijs valt droog en ook de Rijn staat vanaf Keulen zo goed als droog. Er is nauwelijks scheepvaart meer mogelijk, watermolens kunnen niet draaien, drinkwater wordt een probleem, koeien sterven van de dorst en er is ook vaak geen water om  de vele branden te blussen die her en der ontstaan. Veel mensen lopen een zonnesteek op en bezwijken aan de hitte. In de zomer is er sprake van een muizenplaag en breken er ziektes uit. Appels en peren verdrogen aan de takken. De graanoogst is echter wel goed, vooral die van haver. Eind augustus is het koren al geoogst en is de wijnoogst ook al achter de rug.
  • Landvoogdes Maria van Hongarije legt na de financiering van de korte oorlog in 1537 met Frankrijk de Nederlandse gewesten een nieuwe bede op. Deze keer om de oorlog die Karel V in Italië voert te kunnen financieren. Aanvankelijk betalen alle gewesten, weliswaar met de nodige tegenzin, deze belasting, maar in 1539 besluit de stad Gent om deze bede niet langer meer te betalen, wat leidt tot de zogeheten Gentse Opstand. Als Karel V tijdens een verblijf in Madrid van deze opstand hoort, besluit hij om met een leger naar Gent op te trekken om deze rebellie de kop in te drukken. Op 14 februari 1540 verschijnt hij vergezeld van een leger van zo’n 5.000 man voor de stadspoorten van Gent.
  • De angstige bestuurders van de stad zetten de poorten wijd voor hem open en ontvangen hem met grote eer. Ze beloven om weer te gaan betalen en hopen er met een waarschuwing van af te komen, maar dat is niet de bestraffing die Karel V in gedachten heeft voor de revolte. Na een kort proces laat hij op 17 maart de kopstukken van de Gentse  opstand onthoofden. Hun lichamen worden aan wielen vast gebonden en hun hoofden op staken buiten de poort gespietst. Op 3 mei verplicht hij daarnaast een grote groep Gentenaars, waaronder edellieden, ambtenaren en bekende poorters, blootsvoets voor hem langs te lopen, gekleed in een zwarte tabbaard. De stoet wordt gesloten door 50 gewone Gentenaren met een strop rond hun nek. Sindsdien worden Gentenaren stroppendragers genoemd.
  • Na het bedwingen van de Gentse Opstand reist Karel V door naar Amsterdam. Hij heeft er een meerdaags bezoek gepland, maar als hij op 13 augustus in de stad arriveert, stinkt het er gigantisch. De grachten, die vol liggen met dierlijk slachtafval, zijn drooggevallen en de hygiënische omstandigheden zijn er zo slecht – er is bijvoorbeeld nauwelijks drinkbaar water voorhanden – dat Karel V na één dag de stad al weer verlaat. Hij zal er nooit meer terugkomen.
  • Antonis van Lalaing, de stadhouder van Holland, Utrecht en Zeeland, overlijdt. Hij wordt opgevolgd door René van Chalon.

1542: Gouda; foto genomen op 26 september 2023

1542 Gouda 26 sept 2023 20230926_105839

Wat gebeurt er in de Nederlanden in 1542?

  • Op 12 juli 1542 verklaart de Franse koning Frans I wederom de oorlog aan Karel V.  Hij maakt daarbij gebruik van de afwezigheid van Karel V, die op dat moment bij Algiers aan het vechten is en er grote verliezen lijdt in zijn strijd tegen de Moren aldaar. Willem V van Kleef – hij is zowel hertog van Gelre als hertog van Kleef en Gulik en voert regelmatig met Karel V een strijd (de Gelderse oorlogen) om zijn hertogdom – sluit zich bij de Franse koning aan en stuurt zijn hoogste militaire veldheer, Maarten van Rossum, met de Gelderse legers naar Antwerpen en Gent in een poging om deze steden op Karel V te veroveren.
  • Ook de Deense koning Christiaan III sluit zich bij de oorlogsverklaring van Frans I aan. Hij sluit de Sont af voor de Hollandse schepen. Ook stuurt hij een vloot van veertig schepen naar de Hollandse en Zeeuwse kusten om daar de handel en de visserij te verstoren. Frans I valt ondertussen in het zuiden de gewesten Luxemburg en Artesië aan.
  • Spionnen van Maria van Hongarije krijgen het aanvalsplan van Maarten van Rossum in handen en zien dat hij op weg is naar Maastricht om daar de Maas over te steken en dan via Leuven naar Antwerpen te trekken. Om tijd te winnen voor de verdediging van de stad stuurt de landvoogdes versterkingen richting Maastricht om de Gelderse troepen daar op te houden, waardoor Van Rossum gedwongen wordt om zijn route te wijzigen. Hij steekt nu bij Nijmegen de Maas al over om daarna door Brabant richting Antwerpen te trekken. Onderweg plundert hij Sint Oedenrode (toen nog Rode geheten) en brandt het stadje plat. Ook Vught wordt geplunderd. Als gevolg van de vertraging die dit alles oplevert zal Van Rossum pas begin 1543 bij Antwerpen verschijnen, waardoor de legers van Maria van Hongarije – deze staan  onder de  bevelen van prins René van  Oranje, de hertog van Aarschot en de graven van Buren en van Roeulx – de tijd krijgen om ook naar Antwerpen af te reizen en daar een verdediging op te te richten.
  • De Vlaamse humanist Nicolaes Cleynaerts, vooral bekend door zijn pogingen om een toenadering tussen het christendom en de islam te bewerkstelligen  – hij reist daartoe onder andere af naar Fez in het huidige Marokko – overlijdt in het Alhambra in Grenada waar hij ook begraven wordt.

Naar de inleiding

Naar de periode 1543 – 1600

My WordPress Blog