De periode voor 1543
1350: Leeuwarden; foto genomen op 22 oktober 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1350?
- In de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden wonen in 1350 samen ongeveer 1.500.000 mensen. Het grootste gedeelte daarvan woont in de Zuidelijke Nederlanden. (Het precieze aantal is niet bekend. Er zijn geen bevolkingsregisters. Schattingen zijn gebaseerd op onder andere historische boeken met de opbrengsten van het haarstedenstelsel, dat is de belastingen op haarden en stookplaatsen in huizen.)
- Het economisch zwaartepunt van de Lage Landen ligt in de Zuidelijke Nederlanden. De drie belangrijkste gewesten zijn Henegouwen, Oost- en West-Vlaanderen. Een stad als Gent met haar textielverwerking telt zo’n 50.000 inwoners, Brugge en Ieper elk 35.000 inwoners en Brussel ongeveer 25.000 mensen. Deze steden zijn daarmee stuk voor stuk veel groter dan de steden in de Noordelijke Nederlanden.
- In de Noordelijke Nederlanden is er geen enkele stad met meer dan 20.000 inwoners. Steden als Utrecht, Leiden, Haarlem en Dordrecht hebben tussen de 10.000 en 20.000 inwoners. Een stad als Amsterdam telt in 1350 slechts zo’n vijfduizend inwoners. Dordrecht is belangrijkste handelsstad van de Noordelijke Nederlanden. De rijke kooplieden wonen er aan de haven in grote huizen met wijnkelders en opslagzolders. De arbeiders zoals wevers, leerbewerkers en schoenmakers wonen elders in de stad in kleine veelal houten huizen.
- Aan het eind van het jaar is in veel steden het aantal inwoners behoorlijk afgenomen. Dit als gevolg van een builenpestepidemie – de Zwarte Dood – die tussen 1347 en 1352 door Europa raast. Wereldwijd kost deze epidemie aan minstens 75 miljoen mensen het leven. Geschat wordt dat in Europa zo’n 30% van de bevolking bezwijkt aan de ziekte. In 1349 bereikt de ziekte Bergen op Zoom en in 1350 verspreidt de ziekte zich verder over heel Nederland.
- De ziekte wordt veroorzaakt door pestbacteriën die overgebracht worden door vlooien op ratten, al weet men dat in die tijd nog niet. Dankzij de strikte hygiënische wetten in de Joodse samenleving heeft de Joodse bevolking veel minder last van ratten (met hun vlooien) en telt daardoor ook veel minder ziektegevallen. Als gevolg daarvan wordt de Joodse bevolking beschuldigd dat zij de ziekte opzettelijk verspreidt – “hoe kan het anders dat zij zo weinig zieken hebben” – en vinden er talloze pogroms plaats. Onder andere in Maastricht, Nijmegen, Deventer en Kampen wordt de Joodse bevolking bijna geheel uitgemoord.
- 1350 is ook het jaar dat de Hoekse en Kabeljauwse twisten uitmonden in de eerste gevechten. De aanleiding voor de Hoekse en Kabeljauwse Twisten is het overlijden in 1345 van de kinderloze Graaf Willem IV, de graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen. Margaretha van Beieren, de zus van Graaf Willem IV, wordt daarop door Lodewijk de Beier, de toenmalig keizer van het Heilige Roomse Rijk, benoemd als opvolgster van haar broer, maar tegenstanders zien liever haar minderjarige zoon Willem V als zijn opvolger. In 1349 benoemt Margaretha van Beieren haar zoon tot de graaf van Holland en regelt een torenhoog salaris voor hem dat hij deels direct aan haar moet afstaan. Het leidt tot veel onrust onder de edelen en de steden. De kabeljauwen steunen Willem IV die ze los willen weken van zijn moeder, de Hoeken gravin Margaretha, maar het conflict gaat er eigenlijk over wie er recht heeft op de macht in de graafschappen.
- De naam ‘Kabeljauwen’ vindt zijn oorsprong in het familiewapen van Beieren, waarin enkele blauwgrijze ruiten voor komen die op visschubben lijken. De Hoeken (of haken) noemen zich zo, omdat je met ‘haken’ kabeljauwen kan vangen.
- Op 15 mei 1350 vinden de eerste gewelddadigheden – ‘De Slag bij Naarden’ – plaats. De Kabeljauwse stad Naarden wordt veroverd door de Hoeken.
- Op 23 mei sluiten de Kabeljauwen in Delft de Kabeljauwse verbondsakte. Op 5 september sluiten de Hoeken ook een verbondsakte. Uiteindelijk zal de strijd tussen de Hoeken en Kabeljauwen met tussenpauzes tot liefst 1492 doorlopen. Al weet geen mens in die tijd meer wat de oorspronkelijke aanleiding was.
1402: Schoonhoven; foto genomen op 31 oktober 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1402?
- Op 16 februari 1402 overlijdt Willem I, de hertog van Gelre. Ook overlijdt op die dag Willem III, de hertog van Gulik. Het betreft hier één en dezelfde persoon. In het eerste hertogdom is hertog Willem de eerste Willem die daar de hertog is, in het andere hertogdom is hij ook hertog, maar is hij daar al de derde Willem die er hertog is. Hij staat dan ook bekend als Willem I/III. Hij houdt van vechten en is iemand die niet alleen aan riddertoernooien meedoet, maar ook veelvuldig ten strijde trekt. Zo vecht hij in de Honderdjarige Oorlog aan de kant van Engelsen mee tegen Frankrijk. Als beloning daarvoor wordt hij door Richard II van Engeland als eerste buitenlander tot ridder in de “Orde van de Kouseband” benoemd.
- Van 29 juni tot 18 september 1402 vindt het beleg van Gorichem plaats. De oorsprong ligt in een ruzie tussen de uit Gorichem afkomstige Jan V van Arkel en Albrecht van Beieren, graaf van Holland. Graaf Albrecht en zijn opgeroepen kompanen slagen er echter niet in om Gorichem te veroveren en in september geeft hij de strijd op. Het beleg maakt deel uit van de Arkelse Oorlogen (1401-1412), die uiteindelijk zullen leiden tot de ondergang van de heren van Arkel.
- Omstreeks 1380 heeft Willem Beukelszoon uit Biervliet naar verluidt het haringkaken uitgevonden. Daarbij wordt met een kort scherp mes een diepe insnijding achter de kieuwen van de vis gemaakt en met een draai van het mes worden in één keer de maag, hart, lever en een deel van de ingewanden naar buiten getrokken. Hierbij verwijdert men ook de kieuwen – de “kaken”; vandaar het woord haringkaken. De alvleesklier (pancreas) laat men zitten. Dit orgaan bevat bepaalde enzymen die zorgen voor het omzetten van voedsel in vet. De vis kan dan, na gezouten te zijn, goed bewaard worden. De Duitse Hanze-steden zien in het haringkaken van de Noordzee-haring een bedreiging voor hun vissers en vragen en krijgen aanvankelijk van de Hollandse bestuurders een verbod op het haringkaken op zee. In 1402 geeft de hertog van Biervliet echter de vissers van de steden Nieuwpoort, Oostende en Sluis toestemming om op zee te gaan haringkaken. Wel moeten ze hem daarvoor een vergoeding betalen die afhangt van de hoeveelheid gevangen en gekaakte vis.
- In Brussel wordt in 1402 op de Grote Markt begonnen met de bouw van het stadshuis. In Amsterdam wordt in 1402 in de binnenbocht van de Amstel het vrouwenklooster Ter Lely, beter bekend als het Nieuwe Nonnenklooster, gevestigd. In 1578 zal het klooster worden opgeheven en komen de bezittingen in handen van de Regenten van het Sint-Pieters en het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis.
- De Tienhonderdpolder, een polder ten noordoosten van Cadzand in Zeeland, die bij een stormvloed in 1375 is overstroomd en onder water staat, wordt in 1402 opnieuw herdijkt.
1448: Delft; foto genomen op 30 juni 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1448?
- Op 22 mei benoemt hertog Filips de Goede van Bourgondië zijn raadsheer Jan III van Lannoy tot stadhouder van Holland, Zeeland en Friesland. Van Lannoy is de eerste persoon in de Lage Landen met de titel ‘Stadhouder’. Hij geldt bij afwezigheid van Filips de Goede als diens plaatsvervanger.
- In Kampen wordt een houten brug, de ‘Lange Brugge’, over de IJssel gebouwd. Het is de eerste keer dat er ergens in Nederland een vaste verbinding over de Rijn of IJssel wordt aangelegd. De brug is “290 passen lang” en 3,5 meter breed. De brug verbindt de dorpen aan de overkant van de IJssel met de stad Kampen. Deventer protesteert bij het Hanzeverbond tegen de aanleg door mede-Hanzestad Kampen, dit omdat de brug een vrije doorvaart verhindert, maar Kampen trekt zich van het protest niets aan. In september komt de brug gereed. Aan de stadskant ligt een brugopening waar schepen, na het betalen van een tol, doorheen kunnen varen. Drie jaar later raakt de brug door kruiend ijs ernstig beschadigd.
- Vanaf juli 1448 begint er een lange periode van droogte die door loopt tot ver in de herfst.
- Rogier van der Weyden – hij en Jan van Eijk zijn de belangrijkste schilders van de 15e eeuw in de Lage Landen – voltooit in 1448 het schilderij ‘De geboorte van Jezus.’ (Het werk, olieverf op paneel, hangt tegenwoordig in de ‘Gemäldegalerie der Staatlichen Museen’ in Berlijn.) Ook schildert Van der Weyden in die jaren regelmatig portretten in opdracht, onder andere van Filips de Goede en diens zoon Karel de Stoute. (Dat ‘Stoute’ staat overigens niet voor ‘stout’ zijn maar voor ‘stoutmoedig’ zijn.)
- Op 21 december overlijdt Johannes van Neck, geestelijke en staatsman, op 68-jarige leeftijd. Nu zegt die naam u (en mij ook) helemaal niets, maar gezien zijn achternaam vind ik het toch een beetje triest nieuws.
1481: Den Haag; foto genomen op 15 oktober 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1481?
- Op 6 augustus begint de Stichtse Oorlog. Het Sticht Utrecht is het gebied waarover de bisschop van Utrecht niet alleen als geestelijke maar ook als jandelijke vorst de landsheerlijkheid uitoefent. Het Sticht Utrecht bestaat uit het Nedersticht, zeg maar de huidige provincie Utrecht, en het Oversticht dat de huidige provincies Overijssel en Drenthe en de stad Groningen omvat. Het Sticht staat onder controle van de Bourgondiërs. Jacob van Bourgondië, een halfbroer van Karel de Stoute, is er de bisschop. Hij heeft de steun van de Kabeljauwen en van de steden Wijk bij Duurstede, IJsselstein en Rhenen.
- Daartegenover staan de Hoeken, gesteund door Hertog Johan II van Kleef – opmerkelijk detail: omdat de hertog naar verluidt 63 buitenechtelijke kinderen heeft, wordt hij wel ‘de Kindermaker’ genoemd – en de Hoekse steden Utrecht, Amersfoort en Montfoort. Hertog Johan wil graag dat zijn broer bisschop van het Sticht Utrecht wordt. De strijd duurt zo’n twee jaar. Uiteindelijk trekken de Kabeljauwen aan het langste eind en als in 1483 vrede wordt gesloten blijft Jacob van Bourgondië dan ook aan als bisschop.
- Eén van de bekendste voorvallen uit de Stichtse Oorlog is het van de kerktoren van Barneveld springen door Jan van Schaffelaar, Hij is een door de Kabeljauwen ingehuurde huurling, afkomstig uit Amersfoort, die van de kerktoren springt om daarmee het leven te sparen van zijn in het nauw gebrachte metgezellen. Samen met twintig van zijn strijders heeft hij zich na een verloren gevecht teruggetrokken in de kerktoren van Barneveld. Bij de onderhandelingen over een overgave eisen de Hoekse troepen, die net zoals Van Schaffelaar afkomstig zijn uit Amersfoort, dat zijn manschappen hun stadgenoot die vecht voor de vijand van de toren gooien. Deze weigeren dat waarop Van Schaffelaar zelf springt. Hij overleeft de val maar wordt op de grond alsnog door de Hoeken doodgeslagen.
- Ook elders vinden er in 1481 gevechten plaats tussen de Hoeken en de Kabeljauwers, onder andere bij Leiden, Dordrecht, Naarden, Vianen, Hoorn en Utrecht. De ene keer winnen de Hoeken, de andere keer de Kabeljauwen. (In 1483 zal eronder toezicht van Maximiliaan van Oostenrijk een vredesverdrag worden ondertekend tussen de Hoeken en Kabeljauwen. In 1488 laait de strijd nog één keer op, maar in1490 komt er na bijna 150 jaar definitief een einde aan de Hoekse en Kabeljauwse twisten.)
- In Amsterdam begint men in1481 met de bouw van de eerste stenen stadsmuur, compleet met torens en poorten. Als de stadsmuur omstreeks 1494 is voltooid, is de stadsmuur al verouderd door de introductie van buskruit. Onderdeel van de stadsmuur is de Schreierstoren.
- Bij Tacozeil, waar de Ee uitstroomt in de Zuiderzee (het huidige IJsselmeer) wordt een keersluis gebouwd.
- In 1481 voltooit Jheronimus Bosch zijn beroemde drieluik ‘De tuin der lusten’, dat thans in het Prado in Madrid hangt.
1506: Gouda; foto genomen op 26 september 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1506?
- Op 15 februari wordt in Schloss Stolberg Juliana van Stolberg geboren. In 1523 trouwt ze als zestienjarige met de acht jaar oudere graaf Filips II van Hanau-Münzenberg. Samen krijgen ze vijf kinderen. Na zijn overlijden in 1529 hertrouwt ze in 1531 – ze is dan 24 jaar oud – met de 54-jarige Willem de Rijke, graaf van Nassau-Dillenburg. Samen met hem krijgt ze nog eens twaalf kinderen, waarvan Willem van Oranje, de latere stadhouder, geboren in 1533 de oudste is.
- Tijdens de afwezigheid van Philips de Schone die naar Spanje is afgereisd, verovert op 22 februari Karel van Gelre samen met zijn beruchte veldheer Maarten van Rossem de plaats Wageningen op de Habsburgers .
- Karel V wordt op 26 september nadat zijn vader Filips de Schone plotseling is overleden de nieuwe vorst van de Nederlandse gebieden. Zijn grootvader Maximiliaan I van Oostenrijk is officieel de regent van de zesjarige vorst, maar in de praktijk wordt het regentschap uitgeoefend door zijn dochter, Margaretha van Oostenrijk, die een jaar later met instemming van de Hollandse gewesten tot landvoogdes wordt benoemd.
- Edzard I, de graaf van het Duitse Oost-Friesland, wordt op 1 mei door de stad Groningen benoemd tot ‘Heer van Groningen’. Acht jaar later zal Groningen hem op zijn beurt inruilen voor de dan 14-jarige Karel V.
- De Kruiningenpolder wordt in opdracht van de Heer Jan van Kruiningen bedijkt. De dijk zal later vaak doorbreken, voor het eerst in 1511.
1517: Leeuwarden; foto genomen op 22 oktober 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1517?
- In 1517 wordt Sneek belaagd door Floris van Egmont. Deze is niet alleen de Graaf van Buren, maar sinds 1515 ook de stadhouder van Friesland. In dat jaar heeft de hertog van Saksen, Joris met de Baard (zoon van Albrecht de Kloekmoedige), voor 100.000 florijnen Friesland verkocht aan keizer Karel V. Deze heeft Graaf Floris benoemd tot stadhouder van Friesland, maar lang niet alle Friezen accepteren hem als regent. Een deel van de Frieze steden komt in opstand waaronder Sneek. Alleen de steden Harlingen, Franeker en Leeuwarden erkennen Graaf Florisem als stadhouder.
- De opstandige Friezen zoeken steun bij de hertog van Gelre, Karel van Gelre, waardoor ook Friesland strijdtoneel wordt van de Gelderse Oorlogen. Ook vinden de Friese opstandelingen Pier Gerlofs Donia, beter bekend als Grote Pier, aan hun zijde.
- Grutte Pier zoals de Friezen Grote Pier noemen is in 1515 een boer te Kimswerd als tijdens zijn afwezigheid een groep Saksische huurlingen in dienst van het Habsburgse gezag het dorp binnen valt en het plundert. Hierbij wordt onder andere de vrouw van Donia gedood. Grote Pier – volgens de overlevering is hij 2,08 meter groot, ongelooflijk sterk en hanteert hij een zwaard van meer dan twee meter lang – begint daarop een vendetta tegen de Habsburgers, Saksen en de Hollanders die hij verantwoordelijk houdt voor de dood van zijn vrouw. Zo formeert hij bijvoorbeeld een kapervloot die op de Zuiderzee Hollandse schepen overvalt. De gevangen genomen bemanning wordt daarbij overboord gegooid. Ook overvallen de troepen van zijn Friese rebellenleger plaatsen in het noorden van Holland zoals Alkmaar en Medenblik. Op het hoogtepunt telt zijn rebellenleger, dat de Arumer Zwarte Hoop wordt genoemd, zo’n 4.000 man.
- In 1517 besluit Floris van Egmont een poging te wagen om alle opstandige Friezen, waaronder die uit Sneek, zijn gezag op te dwingen, Hij onderneemt een tweede poging om Sneek in te nemen. Twee jaar eerder in 1515 was dit niet gelukt.
- Als het in januari 1517 flink gaat vriezen en de grachten rondom de stadmuren van Sneek bevriezen, ziet hij zijn kans en valt hij de stad van vier kanten aan. Ze bestormen de stadsmuren met ladders, maar slagen er niet in om de stad – ook Grutte Pier behoort tot de verdedigers van Sneek – binnen te dringen. Als enkele grote katapulten die uit Leeuwarden moeten komen niet op tijd arriveren, en als het op 28 januari gaat dooien, staakt Floris van Egmont de strijd. (Pas in 1524 zullen de opstandige Friezen de strijd tegen de Hollanders staken en Karel V erkennen als landsheer. Grote Pier is dan al vier jaar dood. Hij overlijdt in 1520 op 40-jarige leeftijd in Sneek.)
- Op 8 augustus vertrekt Karel V naar Spanje en benoemt zijn nicht Margaretha van Oostenrijk tot landvoogdes van de Nederlanden. Het is de tweede keer dat ze de tijdelijke landvoogdes van de Nederlanden wordt. Net zoals de eerste keer bestuurt ze het land vanuit Mechelen.
- Op 14 maart breekt er brand uit in Enschede. Op twee stenen stadspoorten en de stenen kerktoren na brandt de gehele binnenstad van Enschede af. De stad telt in 1517 zo’n 1000 inwoners die allemaal in houten huizen wonen. De stad wordt opnieuw opgebouwd. Ook deze keer bouwt men weer alleen houten huizen. In 1750 zal Enschede nog een keer grotendeels afbranden.
1519: Gouda; foto genomen op 26 september 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1519?
- In Breda wordt op 5 februari René van Chalon geboren. Hij is de zoon van graaf Hendrik III van Nassau-Breda en Claudia van Chalon. Via zijn vader erft hij de titels ‘Graaf van Nassau en Vianden’ en ‘Heer van Breda en de Lek’. In 1530 erft hij daarnaast op 11-jarige leeftijd via zijn moederskant van de kinderloos gestorven Filibert van Chalon ook het vorstendom Orange (Oranje) in de Franse Provence, plus nog een aantal bezittingen in Bourgondië en de Dauphiné. Door het bezit van het prinsdom Orange is René van Chalon de eerste Nassau die zich prins van Oranje mag noemen. In 1540 wordt hij stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht. Drie jaar later wordt hij ook stadhouder van Gelre en Zutphen. René van Chalon overlijdt op 18 juli 1544 op 25-jarige leeftijd tijdens het beleg van Saint-Dizier. Zijn bezittingen en titels laat hij na aan zijn neef Willem van Nassau, de latere ‘Vader des Vaderlands’, die voortaan als Willem van Oranje-Nassau door het leven gaat. Dankzij René van Chalon heet de Nederlandse koninklijke familie ‘van Oranje-Nassau’. Ook de wapenspreuk ‘Je maintiendrai’ (Ik zal handhaven) hebben ze aan hem te danken.
- Op 23 juli 1519 gaat door een grote stadsbrand een groot deel van de stad Purmerend verloren. Zo’n 150 huizen vallen ten prooi aan de vlammen. Slot Purmersteijn blijft bespaard, maar de stadsmuren raken zodanig beschadigd dat ze moeten worden afgebroken.
- De dan 19-jarige Karel V – hij is sinds 1515 ‘Heer der Nederlanden’ en sinds 1516 ook koning van Spanje -, wordt in 1519 na de dood van zijn grootvader (keizer Maximiliaan I) gekozen als de nieuwe Rooms-Duitse keizer. Zijn rijk omvat hierdoor zo’n 40% van de totale Europese bevolking plus grote delen van Zuid-Amerika.
- In 1519 is Jan van Scorel, een Noord-Nederlandse schilder en tekenaar, op weg naar Italië. Bij een tussenstop in Neurenberg bezoekt hij de bekende Duitse graficus Albrecht Dürer. Van Scorel is zeer onder de indruk van Dürer, wat terug valt te zien in het Obervellach-triptiek dat Van Scorel in 1519 maakt tijdens een verblijf in Oostenrijk. De eindbestemming van Jan van Scorel is Rome. (In Rome zal hij in 1522 door de Nederlandse paus Adrianus VI benoemd worden tot de opzichter van de pauselijke kunstcollecties in het Belvédère in Rome. Hij is daarmee de opvolger van Rafael. Als Adrianus een jaar later overlijdt keert Jan van Scorel terug naar Nederland.)
1520: Haarlem; foto genomen op 28 september 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1520?
- In Haarlem komt in 1520 met de voltooiing van de kerktoren onder leiding van bouwmeester (de vroegere benaming voor een architect) Jacob Symonszoon van Edam de ‘Grote of St.-Bavo kerk’ gereed. De bouw van een eerder ontwerp voor de kerktoren van een andere bouwmeester moet in 1514 worden gestaakt. Halverwege de bouw van de toren blijkt namelijk dat de vier kruispijlers het gewicht van de stenen toren niet kunnen dragen. Daarop wordt de al half afgebouwde toren tussen 1514 en 1517 weer afgebroken.
- Karel V reist in 1520 vanuit Spanje naar Aken om daar gekroond te worden tot keizer en gaat vanuit Aken zijn keizerrijk besturen. Hij benoemt de Nederlandse kardinaal Adriaan Floriszoon Boeyens tot zijn regent in Spanje. Ze kennen elkaar vanuit zijn jeugd in Vlaanderen. Vanaf 1507 is Boeyens – hij is dan nog maar priester – één van de tutoren van de jonge Karel V. De in Gent geboren Karel wordt in Mechelen grootgebracht aan het Hof van zijn tante Margaretha van Oostenrijk, de landvoogdes van de Nederlanden. Als Karel V in 1516 koning van Spanje wordt en naar Spanje afreist, vraagt hij Boeyens om hem naar Spanje te vergezellen. Daar wordt Boeyens al snel benoemd tot bisschop – even later ook tot kardinaal – om in 1520 degene te worden die namens Karel V als regent Spanje moet gaan besturen.
- Het regentschap van Boeyens is geen succes. De Spaanse steden, wensen niet door een Nederlander te worden bestuurd en komen al snel in opstand. Aan het einde van 1520 vervangt Karel V hem als regent door twee Spanjaarden. In 1522 zal Boeyens verrassenderwijs – hij is een compromiskandidaat; hij is zelfs niet eens aanwezig bij het Conclaaf waar de nieuwe Paus wordt gekozen – na de elfde stemronde worden gekozen als Paus. Hij neemt de naam Adrianus VI aan. Het pausschap van de enige Nederlandse paus zal slechts 1,5 jaar duren. Hij overlijdt op 14 september 1523 in Rome. (Pas 456 jaar later zal er in 1978 met de verkiezing van de Pool Karol Józef Wojtyla weer een niet-Italiaan tot Paus worden gekozen.)
- In 1520 ontstaat er een openlijk conflict tussen de rivaliserende steden Kampen en Zwolle. Het heeft te maken heeft met tolheffingen over de IJssel en het Zwarte Water. Er breken ongeregeldheden uit tussen de twee steden die slechts na moeizame onderhandelingen tot een einde komen. Tijdens deze onderhandelingen kiest Zwolle er opeens voor om de Utrechtse bisschop Filips van Bourgondië, die namens zijn neef Karel V de landsheer van Zwolle is, als Landsheer in te wisselen voor Karel van Egmond, de hertog van Gelre. Omdat de Zwollenaren eerder met hun vingers in de lucht eeuwige trouw hebben gezworen aan de bisschop noemen de Kampenaren de Zwollenaren sindsdien blauwvingers.
- De Duitse graficus Alfred Dürer maakt in 1520 een uitgebreide reis door de Nederlanden. Hij bezoekt onder andere Den Bosch, Maastricht, Leuven, Brussel, Mechelen en Antwerpen.
1535: Leeuwarden; foto genomen op 22 oktober 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1535?
- In het begin van de zestiende eeuw zijn onder invloed van Luther en Calvijn nieuwe stromingen in de kerk ontstaan. Zo scheiden de wederdopers zich af van de officiële katholieke kerk. Wederdopers zijn mensen die zich opnieuw laten dopen wanneer zij de leeftijd bereikt hebben “om goed en kwaad van elkaar te kunnen onderscheiden”. Begonnen in Zwitserland bereikt deze stroming ook de Nederlanden, waarbij de ideologie van de wederdopers vooral in de Noordelijke Nederlanden goed valt bij de kleine burgerij. Zowel de Kerk als het landsbestuur zien wederdopers als een bedreiging. Aanvankelijk worden ze nog gedoogd maar na enkele voorvallen – zo rent op 11 februari 1535 een groep wederdopers na een bijeenkomst naakt door de straten van Amsterdam – ze beschouwen hun kleding als ‘aards slijk’ – worden ze hard aangepakt.
- Op 10 mei 1535 bezetten zo’n veertig wederdopers als protest tegen deze strenge aanpak het stadhuis op de Dam. Ze overvallen de wacht, waarbij een dode valt. De volgende morgen vinden bij de bestorming van het gebouw door de Amsterdamse schutterij 28 wederdopers de dood, de overige twaalf worden gevangen genomen en later terechtgesteld. Niet alleen in Amsterdam maar ook elders worden wederdopers berecht en terechtgesteld, onder andere in Zierikzee, Middelburg, Luik, Maastricht, Den Haag, Leiden, Deventer en Bolsward.
- Eén van de bekendste wederdoper in 1535 is Jan van Leiden, bekend van de uitdrukking ‘Je ergens met een jantje-van-leiden van afmaken’. (Er zijn twee verklaringen voor de oorsprong van deze uitdrukking. De eerste heeft betrekking op zijn werk als kleermaker in Leiden, waarbij hij zijn slechte werkzaamheden vaak met een mooi praatje verdoezelde. De andere heeft betrekking op zijn praatjes als hoofd van de wederdopers in Münster, vlak over de grens met Duitsland.)
- Jan van Leiden is twee jaar eerder in 1533 als ‘apostel’ van Jan Mathijs, de leider van de wederdopers in Münster, beland. De wederdopers hebben in Münster een meerderheid in de gemeenteraad verkregen en hebben vervolgens de katholieke bisschop Frans van Waldeck de stad uit gejaagd. Deze belegert daarop de stad met een huurleger. Tijdens de gevechten komt Jan Mathijs om het leven en roept Jan van Leiden zich uit als de nieuwe leider. Hij noemt zich in september 1534 de koning van het theocratische “Koninkrijk Sion” en voert er met behulp van zijn apostelen een schrikbewind. Hij laat alle boeken behalve de Bijbel verbranden. Geld wordt afgeschaft en polygamie wordt ingevoerd en Jan van Leiden ‘benoemt” 17 vrouwen tot zijn echtgenotes. Als één van deze vrouwen hem wil verlaten, zet hij haar gevangen en onthoofdt hij haar even later persoonlijk op 12 juni 1535.
- Op 25 juni slagen de troepen van bisschop van Waldeck er in om de stad in te nemen. Jan van Leiden wordt gearresteerd en zes maanden lang als als “circusbeer” door het omliggende land gevoerd. In januari 1536 wordt hij geëxecuteerd. Zijn lichaam en dat van twee van zijn belangrijkste ‘apostelen’ worden ter afschrikking in open ijzeren kooien aan de toren van de Lambertikerk in Münster gehangen. De lichamen blijven bijna 50 jaar (tot 1585) in deze kooien opgehangen.
1540: Gouda; foto genomen op 26 september 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1540?
- Het jaar 1540 is waarschijnlijk het warmste jaar van de afgelopen duizend jaar in Europa. Het jaar zal bekend komen te staan als het grote zonnejaar. Maandenlang heerst er in West-Europa een Middellandse Zee klimaat. Vanaf februari zal het zo goed als negen maanden lang droog zijn met dagenlang zonnig onbewolkt weer. Vooral van april tot en met juli is het extreem warm. Alleen op 28 juli regent het even flink.
- De gevolgen zijn groot. De Seine bij Parijs valt droog en ook de Rijn staat vanaf Keulen zo goed als droog. Er is nauwelijks scheepvaart meer mogelijk, watermolens kunnen niet draaien, drinkwater wordt een probleem, koeien sterven van de dorst en er is ook vaak geen water om de vele branden te blussen die her en der ontstaan.
- In de zomer is er sprake van een muizenplaag en breken er ziektes uit. Appels en peren verdrogen aan de takken, maar de graanoogst is wel goed, vooral van haver. Eind augustus wordt het koren al geoogst en is de wijnoogst ook al achter de rug. Veel mensen lopen een zonnesteek op en bezwijken aan de hitte.
- De landvoogdes Maria van Hongarije heeft in 1537 de Nederlandse gewesten een belasting opgelegd om de oorlog van haar broer Karel V in Italië te financieren. Alle gewesten betalen aanvankelijk braaf deze belastingen, maar in 1539 besluit de stad Gent opeens om deze belasting niet langer meer te betalen., wat leidt tot de zogeheten Gentse Opstand. Als Karel V in Madrid hiervan hoort, besluit hij met een leger naar Gent op te trekken. Op 14 februari 1540 trekt hij vergezeld van een leger van zo’n 5.000 man zonder enige weerstand de stad binnen. De angstige opstandige bestuurders van de stad ontvangen hem met eer en hopen er met een waarschuwing van af te komen, maar dat is niet de bestraffing die Karel V in gedachte heeft voor de revolte.
- Na een proces laat hij op 17 maart de de kopstukken van de Gentse opstand onthoofden. Hun lichamen worden op wielen gebonden en hun hoofden op spietsen buiten de poort geplaatst. Op 3 mei verplicht hij een grote groep Gentenaars waaronder edellieden, stadsambtenaars en bekende poorters blootsvoets voor hem te lopen, gekleed in een zwarte tabbaard. De stoet wordt gesloten door 50 gewone Gentenaren met een strop rond hun nek. Sindsdien worden Gentenaren stroppendragers genoemd.
- Na het bedwingen van de Gentse Opstand reist Karel V door naar Amsterdam. Hij heeft er een meerdaags bezoek gepland, maar als hij op 13 augustus in de stad arriveert, stinkt het er gigantisch. De grachten vol met dierlijk afval zijn drooggevallen en de hygiënische omstandigheden zijn er zo slecht – er is nauwelijks drinkbaar water voorhanden – dat hij na één dag de stad al weer verlaat. Hij zal er nooit meer terugkomen.
1542: Gouda; foto genomen op 26 september 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1542?
- Op 12 juli 1542 verklaart de Franse koning Frans I de oorlog aan Karel V. Hij maakt daarbij gebruik van de afwezigheid van Karel V die op dat moment bij Algiers grote verliezen lijdt in zijn strijd tegen de Moren aldaar. Hertog Willem van Kleef en Gulik, die met Karel V een strijd voert om zijn hertogdom – de Gelderse oorlogen – sluit zich bij de Franse koning aan en stuurt zijn hoogste militair veldheer Maarten van Rossum met de Gelderse legers naar Antwerpen en Gent in een poging om deze steden op Karel V te veroveren.
- Ook de Deense koning Christiaan III sluit zich aan bij de oorlogsverklaring van Frans I aan Karel V. Hij sluit de Sont af voor de Hollands schepen. Ook stuurt hij een vloot van veertig schepen naar de Hollandse en Zeeuwse kusten om daar de handel en de visserij te verstoren. Frans I valt ondertussen in het zuiden de gewesten Luxemburg en Artesië aan.
- Spionnen van Maria van Hongarije, de landvoogdes van de Habsburgse Nederlanden, krijgen het aanvalsplan van Maarten van Rossum in handen. De landvoogdes stuurt daarop versterkingen naar de Maas om de Gelderse troepen daar tegen te houden. Hierdoor wordt de opmars van Maarten van Rossum naar Antwerpen vertraagd. Van Rossum wijzigt daarop zijn koers. Onderweg plundert hij Sint Oedenrode (toen nog Rode geheten) en brandt het stadje plat. Ook Vught wordt geplunderd. Als Van Rossum met de nodige vertraging bij Antwerpen aankomt is de stad ondertussen zodanig versterkt dat Van Rossum het hopeloze van zijn taak al snel inziet. Na drie dagen breekt hij het beleg op en keert hij terug naar Gelderland.
- De troepen van Landvoogdes Maria van Hongarije – ze staan onder de bevelen van prins René van Oranje – van Nassau, de hertog van Aarschot en de graven van Buren en van Roeulx – houden elders ook stand en de opmars van de Fransen stokt. Ondertussen keert Karel V snel terug naar de Lage Landen om zijn Hollands rijk te verdedigen tegen de Fransen.