Hélène Dutrieu, 1877 – 1961; de eerste wereldkampioene wielrennen die later piloot werd.
Het eerste officiële wereldkampioenschap wielrennen voor vrouwen, georganiseerd door de internationale wielerbond UCI, werd pas in 1958 gehouden. Dat was tamelijk laat. Negentig jaar eerder was in Parijs al de eerste wedstrijd voor vrouwen georganiseerd. De Franse krant ’Le Monde Illustre’ plaatste op 1 november 1868 de volgende tekening van dit gebeuren.
Ook in het Amerikaanse weekblad Harper’s Weekly werd ruim een maand later verslag van deze wedstrijd gedaan. Wel was er een opmerkelijk verschil. De bijgevoegde tekening was dezelfde als in de Franse krant, alleen waren in Harper’s Weekly de blote benen van de dames delicaat bedekt.
Reden de vrouwen in 1868 voor het eerst onderling een wedstrijd, een jaar later deden ze zelfs al mee met een mannenwedstrijd. In 1869 werd voor het eerst een wedstrijd tussen twee steden georganiseerd: Parijs – Rouen over een afstand van 123 km. In het reglement stond dat zowel mannen als vrouwen zich konden inschrijven. Het reglement van de wedstrijd kende overigens een paar opvallende bepalingen. Zo mocht men zich niet laten voortrekken door een hond en ook was het gebruik van een zeil om van de wind te profiteren niet toegestaan.
Onder de 203 officiële inschrijvers bevonden zich zes vrouwen. Eén van hen, een vrouw die zich had ingeschreven onder de naam Miss America, behoorde tot de slechts 32 deelnemers die de race voltooiden. Ze eindigde als 29e ,op twaalf uur van de winnaar. In een verslag van de wedstrijd lezen we over deze nummer 29:
“29: Miss America, vertrokken om 07 uur 30 ‘s morgens, aangekomen om 06 uur 20 de volgende morgen. Deze dappere dame is gestopt te Mantes-la-Ville, Vernon, en Gaillon. Om 23 uur ’s avonds was zij te Pont de l’Arche, waar zij rust nam tot 04 uur 30 om te eindigen te Rouen in gezelschap van de twee galante compagnons nr. 30 en nr. 31: Turner en Taboureau.”
Dat die galante Turner tegelijkertijd met haar finishte is niet zo verrassend. In werkelijkheid heette ‘Miss America’ namelijk Mrs. E. Turner. Ze was de echtgenote van de Engelse wielrenner Rowley Turner. Dat deze van oorsprong Française onder een schuilnaam reed, had te maken met het feit dat het in Engeland in die jaren ‘not done’ was voor vrouwen om te wielrennen.
Vijfentwintig jaar later waren fietsende vrouwen echter ook in Engeland algemeen geaccepteerd. Zo werd er bijvoorbeeld in 1895 in Londen een zesdaagse voor vrouwen georganiseerd. Een jaartje later deed men er nog een schepje bovenop. Op de ‘The Aquarium’ wielerbaan werd zelfs een twaalfdaagse voor vrouwen gehouden.
De vrouwen reden twee maal per dag twee uur lang hun wedstrijdjes. Overall winnares werd de Belgische Hélène Dutrieu. De Belgische koning Leopold II was zo onder de indruk van deze prestatie van zijn landgenote dat hij haar een hoge onderscheiding toekende: het “Sint Andreuskruis met Diamanten”.
Hélène Dutrieu in 1893 op 16-jarige leeftijd.
Hélène Dutrieu, klein van stuk, was een groot wielrenster. Ze was niet alleen de beste Belgische wielrenster uit die tijd maar werd in augustus 1896 in Oostende ook de eerste officieuze wereldkampioene. Ze won de wedstrijd op de baan over 10 kilometer, een prestatie die ze een jaar later herhaalde. Hoewel er niet sprake was van een officieel wereldkampioenschap uitgeschreven door een bond – en er waren meerdere organisatoren van wielerwedstrijden in die tijd die hun wedstrijd aanprezen als de strijd om het wereldkampioenschap – wordt algemeen Hélène Dutrieu gezien als de eerste officieuze wereldkampioene wielrennen.
Hélène Marguerite Marie Dutrieu wordt op 10 juli 1877 geboren in Doornik. Haar vader is in dienst van het Belgische leger, maar als hij zijn baan kwijt raakt moet Hélène van school af. Ze is dan veertien jaar oud. Haar vier jaar oudere broer Eugène is op dat moment professioneel wielrenner en ook Hélène gaat fietsen. Ze blijkt een groot talent te zijn en wint al snel wedstrijden. Als ze vijftien jaar is, wordt ze professioneel wielrenster. Ze wordt gesponsord door Simpson, een Britse fabrikant van ‘schalmenkettingen speciaal voor fietsen’.
In 1893, ze is dan zestien jaar oud, vestigt ze met 29 kilometer een nieuw werelduurrecord. Twee jaar later rijdt ze zelfs 35,5 kilometer in een uur, alleen doet ze dit deze keer stayerend achter een motor. Een jaar later scherpt ze dit uurrecord aan tot een afstand van bijna 40 kilometer. Ze krijgt de bijnaam ‘De Menselijke Pijl’ en wint wedstrijden in Engeland, België, Italië en Frankrijk. Vooral in dit laatste land is ze zeer populair.
Als haar wielrencarrière ten einde loopt, vertrekt ze dan ook naar Frankrijk, waar haar inmiddels gestopte broer Eugène een variétécircus leidt. Hélène voert er acrobatische stunts met haar fiets uit. Op een speciaal voor haar geprepareerde piste maakt ze zelfs een looping met haar fiets.
Maar niet alleen met haar fiets zoekt ze het gevaar op, ze neemt tussen 1904 en 1907 ook deel aan motor- en autoraces. Ook treedt ze op als stuntrijdster. Zo maakt ze met een motor en later zelfs ook met een auto loopings.
In 1908 bezoekt ze een vliegdemonstratie op het vliegveld van Issy-les-Moulineaux in Frankrijk. Hélène is zeer geïnteresseerd in vliegen. Ze heeft Wilbur Wright eerder dat jaar met zijn tweedekker boven Le Mans zien vliegen. Als de Franse vliegtuigbouwer Adolphe Clément-Bayard – zijn fabriek sponsort Dutrieu bij haar autoraces – haar vraagt of ze in één van zijn lichtgewichtvliegtuigen wil vliegen – het lijkt hem wel een mooie reclamestunt – hapt de stoutmoedige Hélène onmiddellijk toe.
Ze heeft nog nooit gevlogen maar dat wordt niet als een belemmering gezien. Ze krijgt een korte uitleg hoe alles werkt. Vermoedelijk was de uitleg te kort want ze komt nauwelijks van de grond en als ze de stuurknuppel de verkeerde kant op duwt, crasht ze. Het vliegtuig is onherstelbaar beschadigd maar Hélène blijft ongedeerd. Clément-Bayard zal haar nooit meer vragen om in één van zijn vliegtuigen te vliegen.
Hélène heeft echter de smaak van vliegen te pakken gekregen en ze neemt les bij Henri Farman, een Engelsman die in Frankrijk een vliegschool heeft en ook zelf vliegtuigen ontwerpt. Ze kent hem nog uit haar wielrennerstijd (Farman fietste ook en won in 1892 Parijs – Clermont-Ferrand (deze wedstrijd stond ook bekend onder de naam Course Michelin; alleen renners die op Michelinbanden reden mochten deelnemen).
Al snel krijgt Hélène Dutrieu het vliegen onder de knie. Als in 1909 de Franse overheid een vliegbrevet voor piloten verplicht stelt, doet ze examen. Ze voldoet aan alle eisen maar vanwege “administratieve redenen” krijgt ze geen brevet toegekend – de Franse autoriteiten willen niet dat een Belgische de eerste vrouwelijke pilote in Frankrijk wordt. Noodgedwongen wijkt ze voor haar vliegen uit naar België. Pas in 1910, als drie Franse vliegsters hun brevet hebben gehaald, krijgt ze alsnog haar brevet en kan ze ook in Frankrijk vliegen.
Ze doet in die jaren mee aan vliegtuigshows die duizenden toeschouwers trekken. Het vliegen staat nog in de kinderschoenen en het publiek is razend nieuwsgierig naar de onverschrokken waaghalzen in hun wonderbaarlijke machines. Hélène vestigt veel records. Zo is ze de eerste vrouw ter wereld die langer dan een uur in de lucht blijft, de eerste vrouw die hoger dan 400 meter vliegt en de eerste vrouw ter wereld die een passagier mee neemt (haar mecanicien Bécaud tijdens een tocht in België waarbij ze ook een rondje om de Kathedraal van Brugge vliegt). Ook wint ze twee keer de Coupe Femina, een vliegwedstrijd voor vrouwen.
Links: Als volleerd vlieger (met schoenen met hoge hakken!); Rechts met haar mecanicien Béaud als passagier
Als vlieger krijgt ze de bijnaam ‘Lady Hawk’. Ze doet mee aan vliegshows over de hele wereld. Soms gaat het wel eens mis. Zo raakt ze in Odessa in Rusland tijdens de landing de schoorsteen van een huis, maar overleeft zonder veel kleerscheuren de crash. In New York maakt ze ook een harde landing. Als het bezorgde publiek toestroomt om te kijken hoe het met haar gaat – geen ernstige verwondingen – ontstaat er opwinding. Ze blijkt geen korset te dragen. De discussies die daarna volgen gaan voornamelijk hierover en niet over het ongeluk. Feministen juichen haar toe maar Hélène verklaart dat ze dit alleen maar doet omdat het zonder korset lekkerder zit tijdens het vliegen.
In 1912 wordt het watervliegtuig uitgevonden. Hélène is er als de kippen bij en is de eerste vrouw ter wereld die in een dergelijk toestel vliegt. Tijdens een race boven het Como-meer verslaat ze al haar twaalf mannelijke collega’s. In 1913 wordt ze door de Franse overheid onderscheiden met het Légion d’honneur.
Als in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbreekt is het gedaan met haar vliegcarrière. Burgervluchten worden niet meer toegestaan – er zijn wat verhalen in omloop dat Hélène enkele verkenningsvluchten voor het Frans leger heeft gevlogen om Duitse troepenbewegingen vast te leggen maar of dit inderdaad is geschied is hoogst onzeker. Hélène rijdt in ieder geval wel als chauffeur op een ambulance en vervoert de gewonden van de loopgraven met grote snelheid naar het ziekenhuis. Later organiseert ze voor meerdere ziekenhuizen het ambulancevervoer. In 1915 en 1916 reist ze op verzoek van de Franse overheid een aantal keer naar Amerika om de geallieerde zaak daar te bepleiten in de hoop de Amerikanen te overtuigen om deel te nemen aan de oorlog
Na de Eerste Wereldoorlog zijn er nauwelijks meer grote vliegshows. De nieuwigheid is er van af en er zijn nu veel meer vliegtuigen en piloten. Hélène Dutrieu vliegt alleen nog af en toe als hobby. In 1922 trouwt ze met de Franse journalist en politicus Pierre Mortier en verkrijgt de Franse nationaliteit. Haar leven belandt daarna in een rustiger vaarwater. Ze gaat aan het werk als journaliste en schrijft voor divere Franse bladen.
Tijdens het begin van de Tweede Wereldoorlog is Dutrieu even de directrice van een veldhospitaal en haalt gewonde soldaten op van het front. Ze gaat na de Duitse bezetting net zoals haar man in het verzet, maar moet uiteindelijk vluchten naar Londen.
Haar echtgenoot overlijdt kort na de oorlog. In 1956 komt ze nog een keer in het nieuws als ze de Coupe Hélène Dutrieu-Mortier in het leven roept met een prijs van 200.000 frank voor de Franse of Belgische vrouwelijke piloot die dat jaar de langste non-stop vlucht maakt.
Op 26 juni 1961 overlijdt de eerste officieuze wereldkampioene wielrennen in Parijs. Ze is dan 84 jaar oud. Hélène Dutrieu ligt begraven op de Batignolles Cemetery op het Ile-de-Franc in Parijs. Op haar grafsteen staat: ‘Aviatrice’. Haar wielrenprestaties staan er niet op vermeld.
Terug naar het overzicht van het museum van opmerkelijke mensen.