Rondom kerst 1986 bezochten Marianne en ik Londen. We wilden een keertje de sfeer rond kerst in Londen meemaken. Londen was in feeststemming. De winkels waren allemaal feestelijk versierd. Met een dubbeldekker reden we ’s avonds door het centrum van Londen en waren als kinderen zo blij toen bleek dat bovenin de bus de voorste rij vrij was. We zaten met onze neusjes tegen het raam gedrukt om alle verlichte etalages van de winkels goed te kunnen bekijken.
In Londen bekeken we niet alleen de kerstwinkels, we beklommen ook de Tower Bridge en bezochten een tentoonstelling in de Tower waar je de kroonjuwelen kon zien – we stonden er in een ellenlange rij; en hoewel een el maar zo’n 69 cm lang is, mag u van mij aannemen dat de rij veel langer dan dat was. Toen we eindelijk dachten dat we er waren, bleek er om de hoek nog zo’n rij te zijn.
Ook reisden we met een bus heen en weer naar Portsmouth, waar op dat moment een Japanse correspondentievriendin van mij woonde – ik begon in mijn studententijd met haar te schrijven toen ze nog in Osaka woonde. Ze was een half jaar eerder met een Engelsman getrouwd. Toen we bij hen thuis waren, vroeg ik bij een kopje thee in mijn beste Engels “How was your marriage?”, waarop hij haar een heel venijnige blik gaf (“wat heb je ze geschreven?”)
Ik bedoelde slechts te vragen hoe hun huwelijksdag was geweest, maar ja, mijn Engels – later bleek dat ze op dat moment al zo ongeveer in scheiding lagen. Niet veel later gingen ze dan ook uit elkaar. Een aantal jaar na haar scheiding ontmoette ze een Amerikaan en trouwde met hem. Ze verhuisde naar Seattle aan de westkust van Amerika. Ook daar hebben we haar tijdens een rondreis door Amerika een keertje opgezocht, maar bij die gelegenheid heb ik maar niet gevraagd hoe het met haar huwelijk ging. Ik neem aan goed, want ze wonen na twintig jaar nog steeds samen.
Het geplande culturele hoogtepunt van ons Londen-tripje moest een bezoek aan de zebra van Abbey Road worden. Dat had ik althans bedacht. Nu moet ik eerlijk zeggen dat dit niet bovenaan op het lijstje van Marianne stond, tenzij je haar lijstje zou omdraaien. Maar ze moest er wel aan geloven.
Op een druilerige morgen namen we de metro die ons in de buurt van Abbey Road zou brengen. Toen we uit het metrostation stapten, bleek het te regenen. Goed voor de plantjes, maar niet voor Marianne haar humeur. Helemaal niet toen het hard ging regenen. Aangekomen bij de zebra bleken we de enige aanwezigen te zijn. “Only mad dogs and Englishmen go out in the midday sun, only Dutch in the rain”. We konden dus niemand vragen om een foto van ons tweeën op de zebra te maken.
“Ik loop dan wel alleen over het zebrapad en dan moet jij een foto van mij maken. Dan doe ik dat daarna bij jou” stelde ik voor. “Ja, ik ben niet gek, ik kijk wel uit” antwoordde ze “Met die regen gaat mijn toestel naar z’n mallemoer. Dat doe ik niet hoor.“ Marianne sprak op een toon waaruit op viel te maken dat hier geen discussie over mogelijk was. Ik mocht nog wel een keertje – “Snel!” – van haar heen en weer over de zebra lopen – “Goed gedaan.” riep ze toen ik klaar was – en toen liepen we met gezwinde pas weer door de regen terug naar de metrohalte. “Nou, dat was leuk.” zei ze toen we de ondergrondse weer binnen stapten.
Omdat ik geen foto had van mij lopende over het zebrapad, moest ik natuurlijk nog een keertje terug naar Abbey Road. Al snel, nou ja snel, 23 jaar later, deed die mogelijkheid zich voor. In 2009 bezochten we Londen weer. Deze keer samen met onze toen 16 en 14 jaar oude dochters. Voor het bezoek aan Londen had ik om goed voorbereid te zijn een speciale reisgids gekocht, ‘Het Londen van the Beatles’, geschreven door Piet Schreuders, Mark Lewisohn en Adam Smith. In deze mooie gids, althans dat vind ik, staan liefst 467 Beatleslocaties aangegeven die je in en om Londen kan bekijken.
De eerste locatie, 57 Green St, Mayfair, London, die we bezochten was een flat waar de Beatles met zijn vieren hadden gewoond, toen ze net vanuit Liverpool naar Londen waren verhuisd. (Marianne en de dochters hadden alleen met een bezoek aan dit huis ingestemd, omdat het op maar vijf minuten lopen van het warenhuis Selfridges in Oxford Street lag.)
Ter plekke aangekomen, bestudeerde ik mijn boekje, keek omhoog, wees naar het dak en sprak toen de magische woorden: “Kijk daar helemaal bovenin, het is niet zo goed te zien vanaf beneden af, maar daar bovenin dus hebben de Beatles in een appartement gewoond!” We staarden allemaal omhoog. Er was niks te zien.
Green Street 57 zoals te zien is op Google Street View
“Boeiend hoor, gaan we nu naar Selfridges?” sprak de oudste dochter. “Heel mooi pap” zei de jongste. “Hoeveel van die locaties staan er nog in dat boekje van jou?” vroeg Marianne. “Nog 466” zei ik. Ik voelde aankomen dat we ze niet allemaal zouden gaan bezoeken.
Ik mocht er nog één kiezen. Dat werd uiteraard de zebra bij Abbey Road. Toen we er aankwamen, regende het net, zoals 23 jaar eerder. Had ik weer, maar geloof of het niet, deze keer wilde Marianne wel wat foto’s nemen terwijl we over het zebrapad liepen. Voor degene die dit echt niet wil geloven, zie hier.
De hoes van Abbey Road heeft uiteraard ook een achterkant. Hierop is een stenen straatnaambordje van Abbey Road te zien. Veel toeristen willen dan ook graag ook met dit bordje op de foto, maar dat kan helaas niet meer. Het bordje was bevestigd aan een muur die stond op de hoek van Abbey Road en Alexandra Road. Die straat en de omliggende gebouwen bestaan niet meer. Ze zijn begin jaren zeventig gesloopt om plaats te maken voor een groot appartementencomplex. Ook is het zo dat de stenen Abbey Road straatnaambordjes zijn vervangen door onbreekbare metalen bordjes, mede omdat souvenirjagers steeds de stenen letters mee namen.
De metalen bordjes in de omgeving staan helemaal vol gekliederd.
Wat de meeste toeristen echter niet weten – en ik dankzij mijn boekje wel – is dat er toch nog één stenen Abbey Road straatnaambordje is (situatie 2009). Daarvoor moest je 800 meter richting Kilbur lopen. Op de hoek van een parkje bij de kruising van Abbey Road en Boundary Road bevond zich volgens mijn boekje het laatste stenen Abbey Road bordje. Daar moest ik dus heen. De dames volgden mij en sjokten braaf bijna een kilometer achter mij aan. Het bordje bleek er inderdaad nog te zijn. Direct op de foto dus gezet voordat het weg gehaald zou worden. Zie hier het resultaat.
Marianne – linksonder niet te zien – hoefde niet zo nodig met het bordje op de foto.
Enthousiast zei ik na deze fotoshoot: “Ik weet nog veel meer leuke Beatles-locaties” en hield mijn boekje omhoog, maar de dames – allen fans van de Harry Potter boeken – hadden andere plannen. Met gezwinde spoed begaven we ons daarom naar King’s Cross Station om daar een foto te maken van een karretje dat je zogenaamd door een muur kon duwen. Echt? Ja, echt. Ach, iedere generatie zijn eigen iconen. Zie hier hoe wij alle vier genoten van deze fotomogelijkheid.
Enfin, ik moet maar weer eens naar Londen. Nog 465 Beatles locaties te gaan.