Martin Harryson

In de Volkskrant van vandaag zag ik de volgende ingezonden brief staan van iemand uit Beverwijk:

“IJslands voetbalwonder

In zijn artikel ‘Voetbalwonder IJsland’ schrijft Bart Jungmann: ‘De opstelling leest als een saai gedicht, elf maal eindigend op de klank son.’ (Sport, 29 juni) Daar is een eenvoudige verklaring voor, want de achternaam van een IJslandse man bestaat uit de voornaam van zijn vader met de toevoeging son.

Dus de vader van Kolbein Sigthorsson heeft als voornaam Sigthor en de eventuele zoon van de voetballer zal de achternaam Kolbeinsson dragen. Zijn dochter krijgt als achternaam Kolbeinsdóttir.

Ook de opmerking die vaak gemaakt wordt dat de spelers Ragnar en Gylfi Sigurdsson geen familie zijn is niet zo zinvol, omdat er in IJsland geen familienamen bestaan.”

Goh interessant, dat wist ik niet. Maar klopt het wel helemaal? In mijn boek ‘De Oranje Rapporten’ uit 2004 heb ik toentertijd een stukje geschreven over vaders en zonen in het Nederlands Elftal. Daarin stipte ik ook even kort de wedstrijd Estland-IJsland, d.d. 24 april 1996, uitslag 0-3 aan. Het bijzondere aan die wedstrijd was dat in de 62e minuut bij IJsland de 34-jarige Arnór Gudjohnsen werd vervangen door zijn 16-jarige zoon Eidur Gudjohnsen.

Niet alleen hadden deze IJslandse vader en zoon dezelfde achternaam maar deze eindigde ook nog eens niet op ‘son’ maar op ‘sen’. Hoe kan dat als er in IJsland geen familienamen zijn? Gelukkig gaf een bezoekje aan de Wikipedia hier helderheid over. Het blijkt iets ingewikkelder te zijn dan dat de briefschrijver suggereert. Ik citeer hier maar even grote delen uit het stuk van de Wikipedia

IJslandse namen

IJslandse namen zijn patroniemen waarbij de naam van de vader (soms de moeder) van een persoon wordt verbogen in de genitief en gevolgd wordt door son (zoon) of dóttir (dochter). Het zijn dus geen echte familienamen of (post-Napoleonistische) achternamen.

Bijvoorbeeld: als in IJsland een man die Jón Einarsson heet een zoon Ólafur heeft, dan krijgt Ólafur niet “Einarsson” achter zijn naam, net als zijn vader, maar Jónsson — wat letterlijk “zoon van Jón” betekent (vergelijk het Nederlandse: Janszoon/Janssen). Hetzelfde geldt voor vrouwen: een dochter van Jón, bijvoorbeeld Sigríður, zal achter haar naam het achtervoegsel Jónsdóttir krijgen, “Jónsdochter”.  […]

Lijsten met namen, zoals het telefoonboek, zijn derhalve op “voornaam” gerangschikt. Een voorbeeld van dit gebruik is Björk. Björk wordt vaak ten onrechte gezien als een artiestennaam, zoals Sting. Maar Björk Guðmundsdóttir (haar volledige naam) wordt door iedere IJslander als Björk aangesproken, zowel formeel als vriendschappelijk.

Alle IJslanders spreken elkaar met þú (jij) aan. Een uitzondering wordt alleen gemaakt voor God en voor de president van IJsland. Hun aanspreektitel is þér (u).

 Als de vader onbekend was, of indien de vader recent na de geboorte van het kind was komen te overlijden, dan wordt de naam van de moeder gebruikt voor het samenstellen van de naam van het kind. Sinds enige tijd is dit ook mogelijk zonder dat deze gebeurtenissen hebben plaatsgevonden. Zowel de moeder alleen als beide ouders samen mogen dit beslissen. Een dergelijke toevoeging aan de naam heet een metroniem.

Toch komen familienamen wel voor in IJsland en deze zijn volwaardige achternamen. Tussen 1913 en 1925 bestond er een wettelijke mogelijkheid om een familienaam aan te nemen. Wie daar gebruik van maakte, mag zijn naam houden; hun afstammelingen erven hem. Het bekendste voorbeeld daarvan is voetballer Eidur Guðjohnsen. Hij erfde deze familienaam van zijn vader Arnór Guðjohnsen, een oud-voetballer. Alle IJslanders bezitten een patroniem, maar velen met een familienaam gebruiken die niet. Doet men dat wel, dan is de volgorde: voornaam, familienaam, patroniem. Bijvoorbeeld: Ragnheiður, de dochter van Magnús Blöndal, heet dus voluit Ragnheiður Blöndal (Magnúsdóttir).”

Ik weet niet of alles juist is wat hier in de Wikipedia staat, maar dat de briefschrijver zich vergist lijkt me wel duidelijk. Sommige IJslanders hebben wel degelijk een familienaam. De opmerking dat Ragnar en Gylfi Sigurdsson geen familie zijn is dus wel zinvol. Maar dat de achternaam van veel IJslandse spelers op ‘son’ eindigt, is inderdaad niet zo verrassend en ook nog eens behoorlijk verwarrend voor de tegenstander “Dek jij die Son?” Geen wonder dat ze van Engeland hebben gewonnen.

Het lijkt me overigens lastig om in IJsland een stamboomonderzoek te doen, sprak Martin Harryson (althans zo had ik geheten als ik IJslander was).

 

Foute vliegtuigen

Gisterenavond was er op Net5 de film ‘Troy’ uit 2004 te zien met onder andere Brad Pitt en Orlando Bloom. Ten aanzien van deze film moet ik nog iets rechtzetten. In 2005 schreef ik voor de Volkskrant de wekelijkse rubriek ‘Het Nutteloze Kennisparadijs. In de aflevering ‘De regisseur lette even niet op’ van 3 april 2005 – de aflevering ging over fouten in films – kwam ook ‘Troy’ even ter sprake. Ik schreef toen:

“Soms gebeurt het per ongeluk. In de film ‘Troy’ is voor de oplettende kijker bij één van de scènes heel even, in een hoekje van het beeld, een verkeersvliegtuig te zien dat hoog over vliegt. Geen wonder dat de Trojanen schrokken en het paard naar binnen haalden”

Dit was gebaseerd op een afbeelding die toen op het internet circuleerde. Pas tien jaar later las ik dat het vliegtuig in de afbeelding was gefotoshopt. Het was een inzending voor een of andere wedstrijd. De afbeelding ging daarna een eigen leven op internet leiden. In werkelijkheid was er in de film dus geen vliegtuig in de betreffende scene te zien. Dat was geen foutje van de regisseur maar van mij dus. Bij deze alsnog rechtgezet. (Niet dat er geen fouten in Troy zitten. De site ‘Moviemistakes.com’ telt er liefst 223.)

Voor wat betreft de overige voorbeelden over filmfouten in mijn column, die kloppen voor zover ik weet nog wel: Zie hier de hele column:

De regisseur lette even niet op

De film ‘The Sound of Music’ uit 1965 is gebaseerd op de levensgeschiedenis van de familie Von Trapp. De film eindigt met de scène waarin de hoofdpersonen, de kapitein, Maria en de zeven kinderen van de kapitein uit zijn eerste huwelijk, lopend over een berg, Oostenrijk ontvluchten voor de Duitsers.

Dat een film ‘based on a true story’ is, wil nog niet zeggen dat elke scène exact de werkelijkheid weergeeft. Op het moment van hun vlucht hadden de kapitein en Maria (in het echt heette zij Gustl) namelijk samen ook nog twee kinderen en was zij zwanger van haar derde. Dit gegeven paste echter niet in het verhaal en deze kinderen komen in de film niet voor.

Onjuistheden in films die gebaseerd zijn op waar gebeurde verhalen of een historische gebeurtenis komen vaker voor. Soms gebeurt het per ongeluk. In de film ‘Troy’ is voor de oplettende kijker bij één van de scènes heel even, in een hoekje van het beeld, een verkeersvliegtuig te zien dat hoog over vliegt. Geen wonder dat de Trojanen schrokken en het paard naar binnen haalden.

Soms gebeurt het uit slordigheid. Zowel in ‘Ben Hur’ als in de ‘Tien Geboden’ komt de klassieke fout voor dat één van de acteurs een horloge draagt. In de film ‘Gladiator’ zijn per ongeluk in een paardenstalscène de benen te zien van een filmmedewerker. Dat zou niet zo erg zijn ware het niet hij een spijkerbroek draagt.

In de film ’Alexander’ uit 2004 liet regisseur Oliver Stone de destijds 77-jarige Christopher Plummer – de kapitein uit ‘The Sound of Music’ – de rol van Aristoteles spelen. Hele generaties scholieren zullen nu in hun op deze film gebaseerde werkstukken schrijven dat Alexander de Grote werd bijgestaan door de wijze oude Aristoteles. Wijs was hij wel maar niet oud. In werkelijkheid was Aristoteles veertig toen hij zich met de opvoeding van Alexander ging bemoeien.

Soms ontstaan filmfouten doordat de scènes niet in dezelfde volgorde worden opgenomen als waarin ze in de film te zien zijn. Zo komt er in de film ‘Spider-Man’ een scène voor waarin de held twee schurken door een raam gooit, vervolgens het gevecht aan gaat met nog twee schurken en als ook dat gewonnen is, komt het raam weer eventjes in beeld. Helemaal heel.

Ook vergist de scenarioschrijver zich wel eens in de datum van een bepaalde gebeurtenis. De film ‘Titanic’ (over de scheepsramp uit 1912) zit vol met dat soort foutjes. Zo dreigt hoofdpersoon Rose (Kate Winslet) in het begin van de film in het water te springen. Om haar te kalmeren vertelt de andere hoofdpersoon Jack (Leonardo DiCaprio) over het koude water van Lake Wissota. Dat is opmerkelijk want het meer ontstond pas in 1918 dankzij een stuwdam in de Chippewa River.

Verderop in de film vertelt Rose over theorieën, die Sigmund Freud pas in 1920 zou publiceren en worden er in de film filtersigaretten gerookt. Die bestonden in 1912 nog niet. Het digitale horloge dat een van de passagiers in de reddingsboten draagt evenmin. Aan het einde van de film ziet Rose het verlichte Vrijheidsbeeld, met een goudkleurige fakkel. Het Vrijheidsbeeld was in 1912 niet verlicht en de fakkel was toen grijs. Pas in 1986 werd de vlam goudkleurig geschilderd.

Nog even over de slotscène van de Sound of Music, in de film loopt de familie Von Trapp over de bergen bij Salzburg om zo de Duitsers te ontvluchten. Dat zou niet verstandig geweest zijn. De enige begaanbare bergpas vanuit Salzburg komt namelijk in Duitsland uit. In werkelijkheid nam het gezin dan ook de trein naar Italië.

Tot zover mijn column uit 2005

Miss Tennesee en de groenteboer

Toen ik gisteren in het fotoarchief van het Nationaal Archief zocht naar oude foto’s van de TT van Assen (zie deze blogpost), kwam ik toevallig een foto tegen van Kay Hunter, die in augustus 1958 in Tennessee, USA een missverkiezing won. Opeens zag ik mij weer als vijfjarig jongetje met een mandje bosbessen staan in een groentewinkel in Apeldoorn in 1961. Toch wonderlijk hoe het geheugen na het zien van een foto een jeugdherinnering van 55 jaar oud oproept. Nu snap ik dat u niet direct de relatie ziet tussen miss Tennessee 1958 en een groentewinkel in Apeldoorn maar het zit zo.

Vlak na mijn geboorte hoorde de dokter bij mij een ruisje. Ik bleek een aangeboren hartafwijking te hebben. Een van mijn hartkleppen was wat te groot voor mijn kleine hartje en sloot daardoor niet goed. Bij een niet goed werkende hartklep kan er in de loop der tijd schade aan het hart ontstaan doordat het hart harder moet pompen. Nu is er aan hard werken nog nooit iemand dood gegaan maar aan te hard werken door het hart wel. Daarom moest ik toen ik vijf jaar oud was een open hartoperatie ondergaan om de hartklep te repareren. Dat geschiedde in het Sint Antonius Ziekenhuis in Utrecht.

000 ziekenhuis

Het Sint Antoniusgasthuis bij de bouw in 1910; in 1983 is het ziekenhuis verhuisd naar Nieuwegein

In eerste instantie leek de operatie goed verlopen te zijn, maar twee dagen later – op een zondagavond – werden mijn ouders thuis opgebeld met de vraag of ze toestemming gaven om kleine Martin met spoed nog een keer te opereren, dit omdat de wond ontstoken was. Mijn moeder vroeg wat er gebeurde als ik niet opnieuw werd geopereerd. ‘Dan gaat hij dood’ was het nuchtere antwoord en uit het feit dat u nu deze blogpost zit te lezen mag u terecht constateren dat mijn ouders toestemming gaven voor deze tweede operatie. Dit keer ging wel alles goed (ik kan nu volgens de dokter met mijn hart 120 jaar oud worden; ik ben dus halverwege.)

Wel moest ik liefst twee maanden in het ziekenhuis blijven om verder te genezen. De zusters van de kinderafdeling vonden mij een 3-L kind: Lief, Leuk en Lastig. ‘Ondernemend’ noemde mijn moeder dat laatste liever. Zo stapte ik een keer toen ik met een zuster van de kinderafdeling terugkwam van het maken van röntgenfoto’s in tegenstelling tot de zuster niet uit de lift. Voordat zij door had dat ik was blijven staan, was de lift al weg. Toen de lift even later terug keerde, bleek ik er niet meer in te staan. Terwijl ik nieuwsgierig het ziekenhuis verkende, werd er een grote zoektocht naar het vermiste hartpatiëntje georganiseerd. Pas na ruim een half uur – het halve ziekenhuis was naar mij op zoek – werd ik aangetroffen op een kamer waar ik gezellig zat te keuvelen met een oude dame die dacht dat ik één van haar kleinkinderen was die op bezoek kwam.

Na twee maanden mocht ik naar huis. Bij het afscheid had mijn ‘vaste’ kinderzuster volgens mijn moeder tranen in haar ogen, maar of dat van vreugde of verdriet was wist mijn moeder niet. Thuis gekomen mocht ik van de dokter nog niet veel doen. De eerste paar maanden moest ik vooral thuis rusten. Zo mocht ik nog niet terug naar de kleuterschool en mocht ik ook geen “zware” lichamelijke inspanningen doen. Mijn ouders hadden daarom bijvoorbeeld mijn fietsje op de vliering van de garage gelegd, maar al snel had ik door dat de buurjongetjes hun fietsjes bij hun in de tuin lieten slingeren. Die ‘leende’ ik dan en fietste er vervolgens mee door de buurt totdat een oplettende buurvrouw mij bij de kraag greep en mij terugbracht naar huis. Mijn moeder, die ook nog eens net bevallen was van mijn zusje, vond me opeens niet meer ‘ondernemend’ maar ‘lastig’.

Mijn ouders besloten daarom om tijdelijk een hulp in de huishouding in te huren. Het was een jong meisje uit de wijk naast ons die mijn moeder hielp met wat huishoudelijke karweitjes en die verder als een soort oppas voor mij fungeerde. In het kader daarvan nam zij mij regelmatig achterop haar fiets mee voor een fietstochtje door de buurt. Nu woonden wij aan de Jachtlaan in Apeldoorn, vlakbij het paleis Het Loo, waar de oude koningin Wilhelmina haar laatste levensjaren sleet, dus het was logisch dat wij wel eens langs het paleis fietsten. Maar op de een of andere wijze kwamen we toch vaker bij het paleis uit dan dat je op grond van de statistieken mocht verwachten. Dat haar vriend hier paleiswacht was, zal er ongetwijfeld een rol bij hebben gespeeld.

00 het looPaleis het Loo met een paleiswacht in een hokje (foto Ron Kroon / Anefo – Nationaal Archief)

Nu zou het natuurlijk voor het verhaal leuk zijn om te kunnen schrijven dat op een dag toen zij en haar vriend samen in het hokje stonden te “keuvelen”, er een oude vrouw – lees prinses Wilhelmina – uit het paleis kwam lopen die vervolgens zou vragen wat ze daar in het hokje aan het doen waren, maar aan zo’n gebeurtenis heb ik helaas absoluut geen herinnering en is dus hoogst waarschijnlijk ook niet gebeurd.

Maar waar ik wel een herinnering aan heb en wat dus wel is gebeurd, is die keer dat wij in de bossen rondom paleis Het Loo samen met twee buurjongetjes van onze huishoudhulp bosbessen gingen plukken. Bij haar in de wijk zat een groenteboer die voor een vol mandje bosbessen twee kwartjes gaf. Nadat we allemaal een mandje vol hadden geplukt, en zij afscheid had genomen van haar paleiswacht, liepen we naar de groenteboer in haar wijk.

Eerst waren haar twee buurjongetjes aan de beurt. De groenteboer keek even in hun mandjes of het wel goede bessen waren en of onder de bovenste laag bessen niet een lading bladeren was verstopt. Daarna gaf hij ze elk twee kwartjes. Toen was ik aan de beurt. Ik zette mijn mandje op de toonbank, keek de groenteboer hoopvol aan en hield mijn hand al vast op. De groenteboer keek naar mij en zei toen: “Van jou koop ik geen bessen”.

Pardon?” zei mijn oppasjuffrouw. “Hij is niet van deze wijk. Hij moet zijn bessen maar in zijn eigen wijk verkopen.” sprak de groenteboer “Doe niet zo raar man. Dat kind is vijf. Hij hoort bij mij.” zei onze hulp op kwade toon.

De groenteboer viel niet te vermurwen. Hij bleef weigeren om mijn bosbessen te kopen. Ik moest maar naar mijn eigen wijk gaan. Toen we weer buiten stonden, ik met mijn mandje bosbessen nog steeds in mijn hand  – het huilen stond mij nader dan het lachten – pakte onze hulp haar portemonnee en haalde daar twee kwartjes uit. “Ik koop ze wel hoor” zei ze en ze gaf mij het geld.

Het gekke is dat ik absoluut niet meer weet hoe ze heette en zelfs ook niet meer weet hoe ze er uit zag, maar dat ze mijn bosbessen kocht, weet ik 55 jaar later nog steeds. Wonderlijk hoe het geheugen werkt. Ok, zult u misschien zeggen, en wat heeft miss Tennessee nu met dit verhaal te maken? Dat komt omdat miss Tennessee in 1958 Miss Bosbes, Tennessee was.

0000 bosbes

“Miss Bosbes”. De zojuist verkozen Kay Hunter poseert met een emmer bosbessen. Tennessee, 7 augustus 1958; aldus het onderschrift op de site van het Nationaal Archief bij deze foto.

 

De TT van Assen

Afgelopen zondag was de TT (dat staat voor ‘Tourist Trophy’; wist u dat?) van Assen op tv. In de stortregen reden de coureurs hun rondjes totdat de wedstrijd vanwege de hevige regenval werd gestaakt. Motorsport heeft mij nooit zo geboeid. Mijn vader vond het wel leuk om te zien. Toen mijn ouders begin jaren vijftig in Beilen in Drenthe woonden – mijn vader was daar leraar op een middelbare school –  ging hij elk jaar naar de TT kijken. Mijn moeder is één keer mee geweest. Ze kreeg van mijn vader een blaadje en een pen in haar handen gedrukt en als de coureurs voorbij reden, dan riep hij de nummers op en moest mijn moeder deze op schrijven.

000 tt 1“5, 21, 17, 46” brulde mijn vader en mijn moeder schreef braaf de nummers op. (foto genomen tijden de TT van Assen in 1953; Fotograaf Henk Blansjaar)

Het duurde vervolgens een tijdje voordat de coureurs weer langs kwamen, want in die tijd was het TT-circuit nog 16,5 km lang. Een rondje later was vaak de volgorde weer anders.

000 tt 2“3 ligt nu voorop; nee, nummer 4. Heb je dat?” riep mijn vader en mijn moeder noteerde weer ijverig de cijfers. (Fotograaf Joop van Bilsen)

Door vervolgens de nummers te vergelijken, kon mijn vader het verloop van de race een beetje volgen. Mijn moeder vond er niks aan. “Dat was eens maar nooit weer” zo vertelde ze later. “Ik heb haast niks van de race gezien. Terwijl je vader stond te kijken, was ik de hele tijd bezig met het opschrijven van nummers. Dat mocht hij het jaar er op mooi zelf doen. Ik ben nooit meer mee geweest.

Zelf ben ik nooit naar een TT wezen kijken. Dat kwam mede omdat tegen de tijd dat ik geboren werd, mijn ouders niet meer in Beilen woonden, maar naar Apeldoorn waren verhuisd waar mijn vader een baan had gekregen als leraar op een ULO-school.

Wel gingen mijn vriendjes en ik, toen we een jaar of 12, 13 waren, en we inmiddels in Diepenveen woonden, na afloop van de TT wel eens op de grens van Deventer en Diepenveen naar de Raalterweg toe. Daar zagen we dan honderden motorrijders voorbij sjezen, die de TT in Assen hadden bekeken en nu op weg naar huis waren richting het zuiden van het land. Er zaten er elk jaar wel een aantal tussen die dachten dat ze ook motorcoureur waren en daarom stonden niet alleen wij langs de kant van de weg te kijken, maar ook vaak de politie van Deventer om ze op de bon te kunnen slingeren.

Nog veel later hadden we op kantoor in Den Haag op mijn afdeling een groot motorsportliefhebber zitten, die niet alleen elk jaar naar de TT en andere wedstrijden in Assen ging kijken, maar die er ook baancommissaris was. Hij stond dan in zijn vaste bocht met allerlei vlaggen te zwaaien om coureurs te waarschuwen voor gladheid en andere mogelijke gevaren. En viel er ondanks – of misschien wel dankzij – zijn afleidende vlaggengezwaai toch een coureur van de motor af, dan moest hij deze en zijn motor zo snel mogelijk op rapen. Maar meestal had hij niet zo veel te doen. Zijn bocht was blijkbaar niet zo’n gevaarlijke bocht. Toch gebeurde het een keer dat hij op een maandagmorgen naar kantoor belde om te zeggen dat hij een paar dagen niet naar kantoor zou komen Hij was tijdens zijn werk als baancommissaris gewond geraakt. We vreesden het ergste. Wellicht was hij geraakt door een motor van een coureur die onderuit was gegaan of zoiets.

Er bleek later echter iets heel anders gebeurd te zijn. Tijdens de training had hij in het warme zonnetje op een stoeltje in zijn bocht gezeten. Op een gegeven moment was hij daar in slaap gesukkeld. Niet alleen was dat niet de juiste werkhouding voor een baancommissaris, maar het bleek ook nog eens gevaarlijk te zijn, want na een tijdje was hij al slapende voorover van zijn stoel af gevallen en met zijn gezicht op de vangrails beland. Hij had hierbij niet alleen een zodanige diepe snee in zijn neus opgelopen dat hij naar het ziekenhuis moest om deze te laten hechten, maar hij moest ook een paar dagen thuis blijven om de wond rust te geven. Zo zie je maar weer, motorsport is een gevaarlijke sport.

Maar terug naar afgelopen zondag: nadat het was opgehouden met regenen, werd de TT weer hervat. De NOS zond de rest van de race echter niet verder op tv uit maar alleen nog maar op internet. Op tv maakte de TT plaats voor de kraker Zwitserland – Polen, een achtste finale wedstrijd op het EK. Het grootste gedeelte van deze voetbalwedstrijd heb ik overigens gemist. De wedstrijd was zo saai dat ik op de bank in slaap viel. Gelukkig viel ik er niet van af.

 

 

Twee oude mensen in de Kikkervalleien

De Kikkervalleien is een duingebied gelegen in Meijendel, het grote duingebied dat ligt tussen Scheveningen en de Wassenaarse Slag. Normaliter zijn de Kikkervalleien niet te bezoeken, maar één keer per jaar, meestal de laatste zondag van juni, stelt Dunea, de beheerder van het gebied, de Kikkervalleien open voor publiek. Uit een persbericht van Dunea:

De vochtige duinvalleien liggen in het buitenduin (net achter de zeereep, grenzend aan de zee). De grondwaterstand in die gebieden is heel wisselend en de kwaliteit van het water is bijzonder goed. Behalve dat hier specifieke soorten zoals orchideeën, parnassia en duizendguldenkruid groeien, zijn er exemplaren van het bijzondere maanvarentje gezien. Bovendien is het de kraamkamer van het duin als het gaat om amfibieën en insecten. De rugstreeppad en de boomkikker laten zich in de Kikkervalleien zien én horen met hun gekwaak en gekwekker. Ook de kamsalamander komt er voor. Gelukkig zijn hier ook nog karakteristieke duinvogelsoorten te vinden. Denk dan aan de graspieper, roodborsttapuit en tapuit. En, niet te vergeten, zeldzame libellen, vlinder- en keversoorten, zoals de zandloopkever.”

Er was een wandelroute uitgezet die langs de vennetjes en de duinen voerde.

000 duin 0Eén van de vennetjes van het gebied.

000 duin 5Een grote kolonie aalscholvers met hun nesten

000 duin 4We waren niet de enige bezoekers.

Ook lagen er her en der op de grond informatiebordjes met informatie over de planten die op de betreffende plek groeiden. Zie hier bijvoorbeeld de informatiebordjes over de Guichelheil en de Ogentroost

000 duin 2 000 duin 1(Gezien het feit dat op de foto rechts ook de schoen van Marianne te zien is, is dit ‘zeer zeldzame’ plantje waarschijnlijk nog zeldzamer geworden.)

En zie hier de Guichelheil en de Ogentroost in het echt:000 duin 7 000 duin 6

Het was een bezoek waar ik later nog wel eens aan zal terugdenken. Echter niet vanwege al het natuurschoon van de Kikkervalleien, maar vanwege een gebeurtenis vlak voordat we het gebied ingingen. Dat zat zo.

De toegang tot de Kikkervalleien ligt aan een fietspad dat door de duinen voert. Het is een fietspad dat ook erg geliefd is bij wielrenners. Nu geldt voor een groot deel van deze mensen – de goede uitgezonderd – dat afremmen iets is dat bij voorkeur vermeden moet worden. Je ziet ze dan ook vaak inhalen op plekken en in situaties waar dat eigenlijk niet kan en vaak ook nog eens schreeuwend, want een bel van 20 gram, dat is wel heel veel extra gewicht op de fiets (net zoals gezond verstand).

Maar deze keer moesten ze wel afremmen, want de Dunea had een stuk fietspad min of meer afgezet, zodat de bezoekers van de Kikkervalleien veilig konden oversteken. Fietsers moesten even afstappen en tien meter lopen, maar toen wij er met onze fiets in de hand naar een plek liepen waar je je fiets kon neer zetten, kwamen er twee wielrenners aan die het niet nodig vonden om af te stappen. Ze reden om de afzetting heen en fietsen zonder af te stappen door. Marianne vroeg of ze niet even tien meter konden lopen, maar de ene riep dat hij ongelukkige schoenen had en de andere riep dat we er ons niet mee moesten bemoeien. Vervolgens fietsten ze door.

En nu gebeurde het. Terwijl wij onze fietsen op slot zetten, hoorden wij een echtpaar met jonge kinderen praatten. “Wat was er aan de hand?” vroeg de vrouw, waarop de man antwoordde:

Die wielrenners zijn vreselijk. Ze wilden niet af stappen en toen zeiden die oudere mensen er wat van.”

Marianne en ik keken elkaar aan. “Die oudere mensen zeiden er wat van.” Oh mijn god, het was zover. We behoorden nu definitief tot de categorie “oudere mensen”.

Veertig jaar eerder had ik ook zo’n moment. Ik was op een zaterdagavond samen met een aantal mensen van mijn studentenflat in discotheek ‘de Siebel’ in Hengelo – ik weet nog precies hoe de discotheek heette – toen ik een meisje ten dans vroeg. Ze beantwoordde dit buitengewoon aantrekkelijke aanbod met de woorden. “Nee, dank u”. Wat was dat erg. Niet dat ze niet wou dansen, maar dat ze ‘u’ zei. Waarschijnlijk was ze wat jonger dan dat ik had gedacht, en misschien was ze heel keurig opgevoed en antwoordde ze altijd heel beleefd, maar wat de reden ook was, ze zei ‘u’. Dat kon maar één ding betekenen. Ik was oud! Mijn jeugd was voorbij.

En nu dit dus: ‘oudere mensen’. Ben ik net uit mijn midlifecrisis, zit ik nu dus in een ‘oldlifecrisis’. En ik ben nog maar zestig, dat is helemaal niet oud.

 

Een pyrrusoverwinning?

Pyrrhus van Epirus, hij leefde van 319 tot 272 voor Christus, was koning van Epirus, één van de Griekse koninkrijken uit die tijd. Hij is vooral bekend geworden door zijn veldtochten tegen de Romeinen in de jaren 280-275 voor Christus. Tijdens deze oorlogen schoot hij de inwoners van de stad Tarentum – Epirus en Tarentum hadden een verdrag om elkaar in geval van nood te ondersteunen – te hulp in een conflict dat Tarentum had met Rome over zeerechten. Deze oorlog zou uiteindelijk uitmonden in een aantal veldslagen tussen het leger van Pyrrhus en dat van de consuls van Rome. De eerste veldslagen werden door Pyrrhus gewonnen maar deze veldslagen verzwakten zijn leger zodanig dat hij uiteindelijk de oorlog verloor.

00 pyrrus 2 00 pyrrusPyrrhus en Epirus aangegeven op een kaartje met de veldtocht van Pyrrhus in het zuiden van Italië.

In 280 voor Christus landde Pyrrhus met zijn leger, dat uit 25.000 man en een twintigtal ‘vechtolifanten’ bestond, bij Tarentum en trok vanuit daar verder Italië in.

oo olifantenDit zijn Carthagische vechtolifanten ingezet tijdens de slag om Zama in 202 voor Christus. (tekening Henri-Paul Motta) Volgens Plinius de oudere kon je ze goed bestrijden door hete olie over varkens te gieten en deze krijsende beesten vervolgens richting de olifanten te jagen: “Olifanten zijn bang voor zelfs het kleinste gilletje van een varken en slaan dan op hol”.

De eerste veldslag in deze zogenaamde Pyrrische oorlog werd gehouden bij Heraclea. Tegenover de 25.000 man van Pyrrhus stond een leger van liefst 50.000 Romeinen. Desondanks werd de slag gewonnen door Pyrrhus. Wel leed hij grote verliezen. Hij verloor naar schatting 4.000 man (de Romeinen verloren zo’n 10.000 man). Ook de tweede veldslag bij Asculum werd door Pyrrhus gewonnen. Maar ook hier tegen een hoge prijs. Bij deze veldslag verloor hij nog eens 3.500 man (tegenover 6.000 slachtoffers aan Romeinse kant). Na afloop feliciteerde één van zijn generaals hem met de overwinning, waarop Pyrrhus de beroemde woorden sprak: “Als we nog één zo’n veldslag winnen, dan gaan we eraan ten onder!‘ Sindsdien worden overwinningen die meer kosten dan dat ze opleveren pyrrusoverwinningen genoemd.

Pyrrhus vertrok uiteindelijk in 275 voor Christus weer naar Griekenland. Drie jaar later kwam hij in de stad Argos om het leven tijdens gevechten in een conflict met Sparta . Volgens de overlevering gooide een oude vrouw vanuit een huis een dakpan op zijn hoofd terwijl Pyrrhus beneden met haar zoon in gevecht was. Pyrrhus viel bewusteloos op de grond. Of hij toen al dood was, is niet zeker maar toen even later iemand hem onthoofde was zijn dood wel zeker.

Hoe kom ik nu op Pyrrhus? Door het Britse referendum. Ik vraag me namelijk ernstig af of de voorstanders van het vertrek van Groot-Brittannië niet een pyrrusoverwinning hebben geboekt, maar we zullen het in de toekomst gaan zien.

En wie weet zien we over een jaar of tien wel weer de Britten terugkomen, gezien dit opmerkelijke berichtje over voor- en tegenstanders dat ik op de site van de Volkskrant tussen al de nieuwsberichten voorbij zag komen.

00 jeugd

Ook in de categorie 25-49 stemde nog 56% voor om in de EU te blijven. De vertrekkers zaten vooral in de categorie 50-64: maar 44% blijven, en in de categorie 65+: slechts 39% blijven.

Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst.

 

Wie verraadde het zevenjarige schooljongetje?

In 1963 zat ik in de tweede klas – groep vier heet dat nu – van de openbare basisschool Berg en Bosch in Apeldoorn. Op de site van fotoarchief Apeldoorn staan enkele afbeeldingen van deze school.

00 apeldoorn 2

Het was in de tijd dat je schoolmelk dronk uit een Pyramide-achtig kartonnetje. Je had geen iPad maar een inktpot en je luisterde braaf naar de juffrouw. Althans, dat was de bedoeling. Maar op een dag werd er vlak naast de school een aantal bomen gekapt en ter plekke door de gemeente verbrand. We zagen het in het speelkwartier gebeuren. “Juffrouw mogen we gaan kijken?” vroegen we. Nee, dat mocht beslist niet.

De verleiding was te groot. Terwijl de juffrouw op het plein toezicht hield, klommen een vriendje en ik achter de fietsenstalling  – het lage gebouw linksboven op de foto linksboven; twee keer ‘linksboven’ dus – stiekem over het hek en holden door de bosjes naar het vuur toe. Wow, wat was dat groot en warm. We gloeiden ervan.

Even later klonk de schoolbel ten teken dat het speelkwartier voorbij was. Via dezelfde weg als we heen waren gegaan, holden we weer terug naar school. We stonden net op tijd in de rij om de school binnen te gaan. De juffrouw had niks gemerkt. Dachten we. Toch werden we allebei bij onze kraag gegrepen toen we de klas binnen wilden gaan. “Wat had ik nou gezegd!” riep de juffrouw kwaad. We moesten de rest van de les op de gang staan. We snapten er niks van. Ze kon ons beslist niet gezien hebben. Iemand moest ons verraden hebben. We keken door het gangraam de klas in, maar we zagen niemand die stiekem zat te gniffelen. Wie was de verrader?

Om twaalf uur ging de schoolbel en terwijl de rest van de kinderen naar huis mocht, werden wij naar binnen geroepen. We moesten voor straf een half uur nablijven. Mijn moeder stond buiten op mij te wachten en kwam na vijf minuten de klas binnen om te kijken waar ik bleef. De juffrouw vertelde dat ik een half uur moest nablijven. “En wat denkt u? Dat ik ook een half uur nablijf? Ik heb nog meer kinderen thuis. U verzint maar een straf binnen schooltijd. Ik neem die jongen nu mee naar huis” sprak mijn moeder. Ze pakte mijn hand en trok me de klas uit.

Buiten op het schoolplein zei ze: “Dat doe je nooit meer en de volgende keer ga je uit de rook staan. Je stinkt een uur in de wind.”

België is een mooie stad

Vorige week had Donald Trump het tijdens zijn verkiezings-campagne ook even over onze zuiderburen. “So, Belgium is a beautiful city” sprak de komende Republikeinse presidentskandidaat. Uiteraard was Hillary Clinton er op Twitter als de kippen bij om dit staaltje geografische kennis van Trump verder te verspreiden.

clinton trump

Trump is niet de eerste politicus die zich in verkiezingstijd vergist. Zo vertelde een vermoeide Obama aan het einde van zijn verkiezings-tournee in 2008 dat hij al 57 staten had bezocht en er nog eentje te gaan had. Alleen Alaska en Hawaï stonden niet op het programma (inclusief Alaska en Hawaï telt Amerika 50 staten).

obama

Ach foutje,  kan gebeuren. Hij bedoelde 47 staten. Ook John McCain, zijn republikeinse tegenstrever van dat jaar, vergiste zich een keer. Hij vertelde tijdens een debat dat hij zich zorgen maakte over de oplopende spanningen aan de Irakese-Pakistaanse grens. Die zorgen had hij zich niet hoeven te maken, want Irak en Pakistan hebben geen gemeenschappelijke grens.

Nu worden de Amerikanen ook niet echt geholpen door hun televisiestations. Die maken er geografisch gezien ook vaak een potje van. Dat CNN Niger en Nigeria door elkaar haalt, kan ik nog wel begrijpen (het land dat volgens CNN op onderstaande kaartje Nigeria is, is echt Niger. Nigeria ligt er onder)

cnn 4

Maar dat WGN TV uit Chicago tijdens het WK voetbal 2010 denkt dat Zuid-Afrika een continent is dat verdacht veel op Zuid-Amerika lijkt en dat CNN Hong Kong in Zuid-Amerika plaatst, tja…..

0 zuid afrikaZuid-Afrika met Zuid-Amerika verwisselen. Dat kan inderdaad voor enige controversie zorgen.

cnn foutHong Kong ligt volgens CNN opeens in Brazilië

Ook het Midden-Oosten geeft veel problemen. Zo ligt volgens Fox News Egypte tegenwoordig tussen Syrië en Iran in.

fox

En gezien het feit dat Oekraïne volgens CNN niet meer in Europa ligt maar op de plek van Pakistan doet vermoeden dat er weinig mensen zijn opgekomen bij het referendum aldaar.

cnn 3

Ook steden willen nog wel eens ergens anders gesitueerd worden. Zo ligt volgens CNN Londen niet meer aan de Thames maar in het graafschap Norfolk.

cnn 2

En dat Sydney volgens Fox News opeens in het noorden van Australië ligt in plaats van in het zuiden zal ongetwijfeld “Breaking News!” in Australië zijn geweest, en niet alleen daar.

cnn 6

Maar zelfs al heb je de ligging van de stad goed, dan nog kan je verkeerd zitten. Zo geeft onderstaand kaartje inderdaad de goede positie van Tripoli, een stad van 500.00 inwoners in Libanon, weer. Maar dat kolonel Gadhafi tijdens zijn laatste dagen zich in Libanon bevond en niet in Tripoli, Libië dat kan je met recht ‘Breaking News’ noemen.

cnn 5

En nu we het toch over plaatsen hebben, misschien bedoelde Trump wel het plaatsje Belgium en niet het land. Belgium is een klein plaatsje in de staat Wisconsin (één van de 57 staten die Obama in 2008 heeft bezocht). Het telt ongeveer 2000 inwoners en het schijnt een “beautiful city” te zijn.

p.s Ik heb nog even overwogen om ook wat voorbeelden te geven van geografische vergissingen in speelfilms, maar daar zie ik van af, want anders ben ik pagina’s lang bezig. Daarom beperk ik me tot één voorbeeld, dit omdat het een speelfilmtitel betreft. In 1969 verscheen er een Amerikaanse rampenfilm over de uitbarsting van de Krakatau in 1883. De titel van de film luidde: “Krakatoa, East of Java’. Gezien het feit dat de Krakatau ten westen van Java ligt, een tamelijk opmerkelijke filmtitel.

 

 

Dagelijkse belevenissen

Op weg naar Albert Heijn had ik drie volle boodschappentassen aan mijn stuur hangen. Je bedoelt zeker ‘komende vanaf Albert Heijn’ zult u misschien zeggen. Maar nee, het was echt op weg naar Albert Heijn. Er zaten geen boodschappen in mijn tassen maar plastic afval, oud papier en glaswerk. “Never refuse to reuse” zoals de Engelsen zeggen.

Bij de glas- en oud papierbak stond een auto geparkeerd met daarin een echtpaar van mijn leeftijd, een iets ouder echtpaar dus. Ze waren aan het overleggen. Het leek of ze het niet helemaal eens waren. Terwijl ik het glas in de glasbak gooide, stapte de man uit de auto en haalde uit de kofferbak een grote doos met allemaal National Geographic tijdschriften. Hij begon ze in de oud-papierbak te gooien. Hij keek er met een weemoedige blik naar.

Ze moeten de deur uit?” vroeg ik voorzichtig. “Ze waren van mijn vader. Die bewaarde alle jaargangen. Hij is onlangs overleden en nu zijn we het huis aan het opruimen.” sprak hij gelaten. Zijn vrouw was nu ook uitgestapt en kwam met nog een doos aan met nog meer National Geographic tijdschriften.

Even overwoog ik om te vragen of ik de doos mocht hebben. Toen bedacht ik dat ik ze waarschijnlijk toch nooit zou lezen en dat over een jaar of dertig, veertig mijn kinderen dan met die doos bij de oud-papierbak zouden staan.

Terwijl ik even later verder fietste, keek ik nog een keertje om. Het echtpaar was nog steeds bezig om tijdschriften in de papierbak te gooien.

Vreemde zaken in het Museon

Vorig jaar leende het Haags Gemeentemuseum het schilderij ‘Esther’ van Egon Schiele een aantal maanden uit aan het museum Belvedere uit Wenen. In ruil hiervoor kreeg het Haags Gemeentemuseum dit jaar gedurende drie maanden het schilderij ‘Judith’ van Gustav Klimt te leen. (Nutteloos weetje: beide Oostenrijkse schilders stierven in 1918 aan de gevolgen van de Spaanse griep.) Vorige week was het de laatste week dat het schilderij van Klimt in Den Haag te zien was en omdat de oudste dochter, wiens naam ik hier niet zal verklappen, het portret van haar naamgenote wel eens wilde zien, gingen wij afgelopen donderdag naar het Gemeentemuseum.

Het schilderij hing in een aparte zaal. Ik zag een speciale ingang voor mensen met de naam Judith, maar omdat er geen andere toegang tot de zaal was, ben ik ook maar door deze ingang naar binnen gelopen. Behalve het schilderij stonden er in de zaal tientallen parfumflesjes met een goudkleurige vloeistof er in. Waarom dat was weet ik niet. Ik ben vergeten er een foto van te maken, dus u zult mij op mijn woord moeten geloven. Wel heb ik een foto van het schilderij gemaakt.

0 deur   0 klimt

(In 2006 is er een schilderij van Klimt voor 135 miljoen dollar verkocht, dus ik vermoed dat mijn foto later ook nog wel een leuk bedragje zal opbrengen.)

Het bezoek aan het Gemeentemuseum was overigens niet het hoofddoel van de dag. Dat was een sentimental journey naar het Museon, dat pal naast het gemeentemuseum staat. De naam Museon is een samentrekking van de woorden Museum en Onderwijs. Toen de leeftijd van de kinderen nog maar één cijfer telde, zijn we er vaak geweest. Je had er opgezette beesten, een groot walvisskelet, Eskimotenten waar je in kon kruipen en een nagebouwde boeg van een schip die op en neer bewoog om maar een paar dingen te noemen. We waren er in geen jaren meer geweest en het leek Judith wel leuk om er weer eens rond te kijken. Wat bleek, de boel werd verbouwd. De eerste verdieping waar alle leuke dingen van vroeger stonden was sinds 1 juni gesloten. “Het Museon vernieuwt zijn permanente tentoonstelling! Na meer dan 10 jaar nemen we afscheid van onze tentoonstelling Jouw Wereld, Mijn Wereld en openen dan in oktober de nieuwe expositie ONE PLANET!” Alleen de benedenverdieping waar altijd alle wisseltentoonstellingen waren, was nu open. Dat hadden wij weer.

Maar goed, dan maar de wisseltentoonstellingen bekeken. Er waren er twee. Eentje bestond uit National Geografic foto’s, de andere wisseltentoonstelling had als thema: Magie of Wetenschap’. Deze laatste tentoonstelling bracht mij een beetje in verwarring. Sterker nog, ik verloor er zelfs mijn hoofd bij. Gelukkig vond Judith het terug op een fruitschaal.

0 Museon 1

Er waren allerlei voorbeelden te zien hoe je eigen hersenen en zintuigen je voor de gek kunnen houden. Neem bijvoorbeeld deze twee stukken krom hout. Als je ze naast elkaar legt, dan lijkt de linker groter dan de rechter, maar als je ze op elkaar legt, dan zie je dat ze even groot zijn.

0 museon 2  0 museon 3

Nog een voorbeeld: neem deze cirkel. Op de linkerfoto is duidelijk te zien dat de bovenst helft van de cirkel dezelfde kleur heeft als de onderste helft van de cirkel, maar schuif je de stukken uit elkaar, dan lijkt opeens de onderste cirkelhelft donkerder te zijn dan de bovenste cirkelhelft.

0 museon 4  0 museon 5

We hebben er een tijdje rond gelopen en het was weer even net als vroeger: de kinderen klein en papa groot.

0 museon 6Tot zover deze blogpost.

(“En verder ben ik van mening ben dat de klantenservice van de Media Markt heel erg slecht is.”)

Asterix in Leidsenhage

Begin jaren zestig waren wij één van de eerste gezinnen in onze straat die een televisie in huis hadden. Veel buurtkinderen kwamen bij ons tv kijken. We keken naar programma’s als Pipo de Clown, Swiebertje, Lassie, Ivanhoe, Robinson Crusoë en de Verrekijker. Onze televisie zag er ongeveer zo uit.

1 tv 1960

Foto: Wikipedia – Oliver Kurmis

Tegenwoordig zien televisies er veel moderner uit. Neem bijvoorbeeld onze televisie:

1 tv 2018

Ja, ja, wij zijn met onze tijd meegegaan. Voor de jeugdige lezertjes van dit blog, dat grote ding achter het beeldscherm, dat hoort ook bij de tv. “Moeten je ouders niet een keer een nieuwe tv kopen?” vroeg laatst het vriendje van onze jongste dochter. (Die jongen weet dus overduidelijk nog niet wat hij wel en wat hij niet bij ons thuis kan zeggen).

Maar goed, gisteren maar eens naar Leidsenhage, zo heet het winkelcentrum in ons dorp, gelopen om in de BCC aldaar – voorlopig even geen Media Markt meer – naar nieuwe tv’s te kijken. Het kopen van een nieuwe televisie is bij ons een proces van weken, zo niet van maanden (tenzij hij kapot gaat, dan hebben we binnen een uur een nieuwe gekocht). Aangekomen in Leidsenhage heb ik eerst even  naar de werkzaamheden gekeken. Het winkelcentrum wordt momenteel namelijk compleet verbouwd. Hoewel, verbouwd is niet het juiste woord. Het gaat zo ongeveer helemaal tegen de vlakte, waarna er een nieuw winkelcentrum zal herrijzen.

0 leids 1In het winkelcentrum zaten niet alleen winkels maar ook kantoren. Op deze plek stond zo ongeveer het kantoor waar ik vroeger ook heb gewerkt. Niks meer van over. Dat zal dus later een probleem worden voor degene die over een jaar of vijftig de historische ‘Martin van Neck route’ moet uitzetten.

Unibail-Rodamco, de eigenaar van het winkelcentrum, heeft grootste plannen. Uit hun laatste nieuwsbrief: “Leidsenhage [..] ondergaat momenteel een uitgebreide transformatie, waarbij wordt ingespeeld op alle actuele trends en ontwikkelingen in de retail. Het wordt een uniek, volledig overdekt winkelcentrum van 116.000m² met een viersterren serviceniveau waar een dagje uit centraal staat. Compleet anders dan de andere winkelcentra in Nederland, mede door de komst van flagshipstores waarin retailers de beleving van hun merk centraal stellen.”

De naam van het winkelcentrum gaat ook veranderen. De ‘Mall of the Netherlands’ wordt de nieuwe naam, waar je dus heen gaat voor een ‘stukje beleving’ en ‘unexpected shopping’. Op de ‘artist impressie’ uit het persbericht ziet het nieuwe centrum er zo uit

0 leids 2

Momenteel ligt ongeveer een kwart van het winkelcentrum al tegen de vlakte. De slopers naderen de modewinkel van Bronwasser.

0 leids 3Rechts het pand van Bronwasser dat nog volop in gebruik is

Ik ben benieuwd wat daar gaat gebeuren. Bezit Unibail-Rodamco heel Leidsenhage? Nee, een enkele winkel is niet hun eigendom zoals die van Modehuis Bronwasser. Waar doet me dit aan denken? O ja, ik weet het al weer: “Zo’n 2000 jaar geleden was heel Leidsenhage (zo heette ‘Mall of the Netherlands‘ toen) bezet door soldaten van Unibail-Rodamco, de Romeinse veldheer. Heel Leidsenhage? Nee, een kleine nederzetting bleef moedig weerstand bieden aan de overweldigers.”

Bronwasser heeft gezien het onderstaande plakkaat op hun ruit overigens niet zo’n fiducie in de slopers.

0 leids 4

Het zal wel een kwestie worden van uitkopen van Bronwasser vermoed ik.

Maar goed, doorgelopen naar de BCC en daar uitgebreid de collectie nieuwe televisies bekeken. Wist u dat je tegenwoordig ook al platte televisies hebt? Ik zal thuis de boel eens op mijn gemak gaan analyseren. Testen en prijzen vergelijken, dat soort werk. Net zolang totdat ik een keuze heb gemaakt, die dan natuurlijk terug gekomen in de winkel niet meer te koop is.

Ik ben benieuwd wat er het eerst is: een nieuwe televisie in ons huis of de beleving in de ‘Mall of the Netherlands’.

(“En verder ben ik van mening ben dat de klantenservice van de Media Markt heel erg slecht is.”)

Het geld ligt op straat.

Microsoft wil LinkedIn overnemen. Voor het bedrijf, dat het laatste jaar 140 miljoen euro verlies draaide, heeft Microsoft ruim 23 miljard euro over. De aandelenkoers van LinkedIn schoot na bekendmaking van het nieuws met bijna vijftig procent omhoog. Beleggers in Microsoft daarentegen waren wat minder blij met het voorgenomen bod: de koers  van het technologiebedrijf daalde meteen met vijf procent.

Ik vermoed dan ook dat de Amerikaanse vermogensbeheerder Vanguard de overname met gemengde gevoelens zal hebben bekeken. Ik zie het dagelijkse rapport aan hun klanten al voor me: “We hebben goed nieuws en slecht nieuws te melden. Het goede nieuws is dat we 4,4% van de aandelen van LinkedIn bezitten. Het overnamebod van Microsoft levert ons een koerswinst op van ruim 315 miljoen dollar. Het slechte nieuws is dat we ook 6,3% van de aandelen van Microsoft bezitten. De koersdaling van het aandeel Microsoft kost ons op papier bijna 640 miljoen dollar. Al met al hebben we vandaag ruim 320 miljoen dollar koersverlies geleden. Verder was het een rustig beursdagje.”

LinkedIn is niet het eerst bedrijf dat een miljoenen verlies leidt dat voor een fors bedrag wordt overgenomen. Zo betaalde Facebook in 2012 voor Instagram dat toen nog nauwelijks omzet had, laat staan winst maakte, één miljard dollar. En in 2014 nam datzelfde Facebook voor 19 miljard dollar ook WhatsApp over. WhatsApp leed dat jaar een verlies van 232 miljoen dollar.

Ik zie mogelijkheden. Ik begin gewoon een bedrijfje dat een miljoenen verlies draait en laat me daarna voor 1 miljard  of meer overnemen. Een bedrijf stichten dat een miljoenen verlies leidt, dat kan toch niet zo moeilijk zijn? Het geld ligt op straat. Letterlijk zelfs. Je moet het alleen zien. Neem bijvoorbeeld onze straat. Daar wordt de riolering vernieuwd. Aan het begin van de straat staat het bord: ‘Doorgaand rijverkeer gestremd

1 patrijslaan

Nu zijn er een hoop automobilisten die denken dat dit bord niet voor hen geldt en toch onze straat inrijden. Even verderop zien ze dit.

1 patrijslaan 2

Tja, dat wordt keren dan. Onze oprit is momenteel de laatste oprit waar dat kan. We zien dan ook dagelijks heel veel auto’s die van onze oprit gebruik maken om te keren.

Het businessidee is simpel. Een geldbusje bij onze oprit en een bord “Keren: 50 cent.” Het is een idee met veel groeipotentieel. Overal ter wereld heb je immers wegopenbrekingen. The sky is the limit! Ik heb ook al een naam voor mijn bedrijf: “Turnaround’.  Nu is het wachten op het bod van Facebook.

(“En verder ben ik van mening ben dat de klantenservice van de Media Markt heel erg slecht is.”)

Klantenservice Batavus en de Media Markt: Top of Flop?

Ongeveer twee jaar geleden kocht ik vrijwel tegelijkertijd een nieuwe Batavus-fiets bij onze plaatselijke fietsenwinkel, alsmede een nieuwe Asus-laptop bij de Media Markt.

Casus 1: De Batavus fiets.

Na ongeveer twee jaar fietsen begon het voorwiel te piepen: ”Piep” zei de as in het voorhuis; herstel: “Piep” zei de as van het voorwiel. Het gepiep werd na verloop van tijd steeds luider en al snel werd het één groot ‘gekraak’ in het wiel. De as oliën hielp niet, dus met de fiets naar de fietsenwinkel. De man van de fietsenwinkel luisterde naar mij en naar het geluid en constateerde vervolgens dat er iets mis was met de kogellagers in de as. Hij belde naar Batavus en zei dat hij een klant in de winkel had staan met een twee jaar oude fiets met kapotte kogellagers. Of Batavus iets voor de klant kon doen?

Dan konden ze. Binnen twee jaar behoorden de kogellagers niet kapot te gaan zeiden ze en ze zouden wel gratis een nieuw vooras opsturen. “Nou” zei de man van de fietsenwinkel. “Dat is fijn voor de klant maar voor mij nog wel een hoop werk, want ik moet alle spaken opnieuw zetten.” “Daar heeft u een punt, dat is niet fijn voor u.” zei de man van Batavus. “Ze stuurden wel gratis een geheel nieuw voorwiel op. Wat voor een kleur moest het zijn?” Een week later fietste ik stilletjes – zonder gepiep – de winkel uit met mijn nieuwe wiel: kosten: € 0,-

1 fiets

Casus 2: De Asus laptop gekocht bij de Media Markt.

Ongeveer twee jaar geleden kochten we een Asus Laptop bij de Media Markt. Nu was het geval dat deze laptop niet als een ‘echte’ laptop in gebruik was. Hij lag nooit op de “lap” maar stond altijd op een vaste plaats op tafel en diende als een soort reserve-pc. Hij werd weinig gebruikt. Toch ging hij na bijna twee jaar al kapot. Er verschenen opeens horizontale strepen in beeld, even later gevolgd door een kromme verticale streep en een grote zwarte vlek. Gelukkig heb ik verstand van computers, dus zei ik tegen Marianne: “Die is kapot

Wonder boven wonder liep de garantie nog net twee weken. Meestal gaan die dingen bij ons pas kapot als de garantie net twee weken is verlopen. Op naar het servicecentrum van de Media Markt. De laptop werd in ontvangst genomen en voor reparatie opgestuurd. Een week later kregen we een mailtje. De laptop was onderzocht en het scherm moest worden vervangen. We kregen een prijsopgave van 215 euro. Eh, pardon, we hadden toch nog garantie?

In uw geval heeft ons technisch personeel schade geconstateerd, veroorzaakt door onheil van buitenaf. Dit betekent dat de grenzen van normaal gebruik overduidelijk zijn overschreden. De schade (gebroken onderdeel) aan het product valt niet onder de garantiecondities van ASUS”, aldus de Media Markt.

Er volgde een wekenlange discussie per mail. Volgens de Media Markt hadden we hem misschien wel laten vallen, of anders een pen er in laten zitten terwijl we hem dicht klapten of anders …… In ieder geval had het servicecentrum ‘drukschade’ geconstateerd en dit was uitgesloten van garantie. Nu hadden we noch de laptop laten vallen, noch er een pen in laten zitten bij het dicht klappen, en we hadden zelfs geen puntje, puntje, puntjes gedaan, maar dat ging er bij de Media Markt niet in. Ze weigerden beslist de laptop onder garantie te repareren.

1 mediamarkt

Juffrouw Jannie van het Media Markt Serviceteam legt uit welk onderdeel van de laptop kapot is en waarom ze het niet onder garantie willen vervangen.

(Ok, in werkelijkheid is dit Barbara Loyd van de Culver fabrieken in de Verenigde Staten van Amerika, die in november 1963 een onderdeel van een computer laat zien.)

Om een lang verhaal kort te maken: we hebben vorige week de laptop weer ongerepareerd bij de Media Markt opgehaald. Ik laat hem wel ergens anders maken, niet tegen betaling bij de Media Markt. Ik ben toch niet gek. (We misten volgens de Media Markt dan wel drie maanden garantie op de reparatie.)

Conclusie van het geheel: Klantenservice Batavus: Top!; klantenservice Media Markt: Flop!

Tot zover deze blogpost: “En verder ben ik van mening ben dat de klantenservice van de Media Markt heel erg slecht is.”

(Dit in de geest van de Romeinse senator Cato Maior (234-149 voor Chr.) die elke toespraak in de senaat, ongeacht het onderwerp, beëindigde met de woorden: ‘Ceterum censeo Carthaginem esse delendam’. De spreuk betekent: “Verder ben ik van mening dat Carthago verwoest moet worden”. De stad Carthago, gelegen in Noord-Afrika, was in de tijd van Cato de grote tegenstrever van Rome tijdens de Punische oorlogen. Cato had de gewoonte elke redevoering, waar deze ook maar over ging, met deze spreuk te beëindigen. Carthago is uiteindelijk in 146 voor Christus, drie jaar na de dood van Cato – hij heeft het dus nooit mee gemaakt –  door de Romeinen geheel verwoest. In 29 voor Christus werd de stad door keizer Augustus echter weer opgebouwd. )

Ik overweeg nu ernstig om elke blogpost, ongeacht het onderwerp, af te sluiten met de zin: “En verder ben ik van mening ben dat de klantenservice van de Media Markt heel erg slecht is.” Net zo lang totdat ze met een nieuwe laptop op de stoep staan.

Wil de echte Pannekoek op staan?

In de Volkskrant stond donderdag onder de kop ‘Anton Pannekoek, sterrenmarxist krijgt eigen symposium’ een artikel over Anton Pannekoek (1873-1960), een man die niet alleen als astronoom bekend is geworden maar ook als marxist. Bij het artikel stond de volgende foto.

pannekoek

Het onderschrift luidde: “Anton Pannekoek (rechts) en zijn vrouw Tine Noordewier”

Eerlijk gezegd had ik nog nooit van Anton Pannekoek gehoord en omdat ik niet alles kan lezen, heb ik alleen maar even naar de foto gekeken en het artikel niet gelezen. Ik weet niet of dat ook geldt voor een zekere Jan Otter uit Zuidlaarderveen maar hij heeft in ieder geval kritisch naar de foto en het onderschrift gekeken, want in de krant van vandaag stond onder de kop ‘man en vrouw’ in de rubriek ‘Geachte redactie’ de volgende schitterende ingezonden brief van hem.

Wat attent van de redactie om bij de foto van de in 1960 overleden astronoom Pannekoek en diens vrouw Tine op pagina 25 tussen haakjes te vermelden dat de heer rechts in beeld zit. Maar al te gauw is de vergissing gemaakt, aan het begin van de vorige eeuw droegen immers vele vrouwen een lange baard en een snor, terwijl mannen regelmatig in een jurk voor een foto poseerden. Het is te betreuren dat de Volkskrant er niet bij heeft gemeld of de locatie ‘rechts’ vanuit het perspectief van de kijker is gezien. Nu blijft het dus gissen wie van de twee afgebeelde personen Anton Pannekoek is. Tenzij de lezer zijn gezonde verstand gebruikt, iets waar de redactie blijkens het bijschrift van de foto niet van uit is gegaan.’ Aldus Jan Otter, Zuidelaarderveen.

Leuk! En voor wie nog steeds twijfelt over wie van de twee personen op bovenstaande foto Anton Pannekoek is: in de fotocollectie van het nationaal archief zag ik de volgende foto – het bijschrift luidde: ‘Bolsjewieken. Dr. A. Pannekoek lopend over straat in Amsterdam en betrokken bij de Bolsjewistische samenzwering. 1920. Nederland.’).

pannekoek 2

De man met hoed (rechts) is Anton Pannekoek. De man met hoed  (links) is iemand van de binnenlandse veiligheidsdienst die stiekem de heer Pannekoek volgt.

Toevoeging d.d. 12 juni 2016:

In het oorspronkelijke artikel in de Volkskrant stonden blijkbaar enige foutjes, want in de rubriek ‘Aanvullingen & Verbeteringen  van afgelopen zaterdag las ik het volgende:

Sterrenmarxist’ Anton Pannekoek (Wetenschap, pag. 25, 9 juni) schreef in 1944 zijn memoires in de oorlog niet ‘bij een enkel kaarsje’ in Arnhem maar in Amsterdam, aan het ziekbed van zijn vrouw. Hij was niet getrouwd met Tine Noordewier, maar met haar oudere zus Anna. Ook werd hij niet geboren in Apeldoorn, maar in Vaassen. Pannekoek werd in 1925 hoogleraar in Amsterdam.

Ai, dat zijn wel heel erg veel foutjes voor zo’n klein artikel. De persoon op de foto is dus niet Tine Noordewier maar Anna Noordewier. Hoewel, helemaal zeker we dat niet.  Dat hij met Anna was getrouwd en niet met Tine wil nog niet zeggen dat de persoon op de foto ook Anna is. Misschien had het juiste onderschrift wel moeten zijn:

‘Anton Pannekoek (rechts) en zijn schoonzus Tine Noordewier.’

Over dat ‘rechts’ begin ik nu ook te twijfelen.

p.s. Anna Noordewier werd wel vaker verwisseld met iemand anders. Even zoekend in het historisch krantenarchief van de NRC kom ik haar twee keer tegen. In de krant van 26 maart 1928 wordt ze opgevoerd als een van de aanwezigen bij de begrafenis van een bekende actrice. Een dag later treffen we het volgende bericht aan:

anna noordewier

 

 

World press photo 2016 en Where the hell is Matt?

Gisteren bezochten mijn oudste dochter – “Pap, ik kan deze maand nog gratis met mijn studenten-OV-kaart reizen, zullen we naar Amsterdam gaan?” – en ik de ‘World Press Photo 2016’ – tentoonstelling in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Het was een mooie tentoonstelling. Op deze site kan je de winnende foto’s per categorie zien. Prachtige foto’s vaak. Bekijk bijvoorbeeld maar eens de winnaars uit de categorie ‘Nature’. (Even op de aangegeven World Press Photo-site naar beneden scrollen en  dan de foto’s aanklikken; het duurt even voordat ze laden maar het is het wachten waard.)

Omdat 2015 een jaar was met veel oorlogslachtoffers en  vluchtelingenellende, waren er uiteraard ook veel foto’s over dit onderwerp. De foto’s die de meeste indruk op mijn dochter en ik maakten, waren gemaakt door een zekere Abd Doumany uit Syrië. Hij fotografeerde kinderen in Douma, Syrië die slachtoffer van een bombardement waren.

1 wold press 2

1 wold press 3

Als je deze en andere foto’s van hem uit dezelfde serie ziet, dan zou je tegen alle mensen die zo fel tegen de komst van een asielzoekerscentrum protesteren willen zeggen, bekijk deze foto’s eens een kwartiertje lang.

Ik wil deze blogpost echter niet somber eindigen. Op de tentoonstelling was ook een serie foto’s van een Nederlander die de hele wereld over was gereisd om in allerlei landen straten te fotograferen. Op zich vond ik die foto’s niet zo bijzonder maar ze deden me denken aan de dansfilmpjes van de Amerikaan Matt Harding. Die heeft een aantal keer de wereld rondgereisd en daarbij in allerlei landen een raar maar vrolijk dansje gedaan, vaak met de plaatselijke bevolking. Hij heeft er YouTube-filmpjes van gemaakt en ze op internet gezet. Hij heeft er meerdere gemaakt maar die uit 2008 vind ik de leukste.

1 matt

Het filmpje is inmiddels zo’n 50 miljoen (!) keer bekeken en meer dan 100.000 mensen hebben een ‘reactie’ achter gelaten onder dit filmpje. Van zo’n filmpje word ik weer helemaal vrolijk.

Overigens in zijn 2012 filmpje komen ook dansende mensen uit Damascus, Syrië voor. Je vraagt je af hoe het met deze mensen is vergaan sindsdien. In het filmpje heeft Matt Harding de gezichten van deze mensen nu onherkenbaar gemaakt.

matt 2