17. Gerbert van Aurillac (Paus Sylvester II), ca 945 – 1003; introduceert de Arabische cijfers (maar nog zonder het cijfer 0) in Europa.

Dat er een Paus voorkomt in de lijst van mensen achter de computer is iets wat u misschien niet had verwacht. Oké, wellicht zegt u dat iedere Paus beschikt over goddelijke wijsheid, maar die wijsheid telt hier niet. Als die wel meetelt, dan zouden er liefst 266 door de Katholieke Kerk erkende pausen in de lijst staan plus nog een stuk of veertig tegenpausen en niet erkende pausen. Nee, om in de lijst van mensen achter de computer te worden opgenomen moet je beschikken over wetenschappelijke, technische of over computerwijsheid en daarmee iets bijzonders hebben gedaan. Paus Sylvester II heeft wetenschappelijke wijsheid.

12 Gerbert van Aurillac portret

Portret van Paus Sylvester II zoals dat te zien is in de Basilica di San Paolo fuori la Mura in Rome en dat uit de 10e of 11e eeuw zou stammen. Of hij er daadwerkelijk zo heeft uitgezien, is niet zeker.

Gerbert van Aurillac is de man die na een verblijf in Spanje de abacus herintroduceert in het Europa buiten Spanje en daarnaast introduceert hij in de rest van Europa het gebruik van de Arabische cijfers (maar nog zonder het cijfer 0). Dankzij de Moren wordt in grote delen van Spanje deze Arabische getallennotatie al gehanteerd; Gerbert introduceert het in Frankrijk, Italië en Duitsland.

Gerbert van Aurillac doet dit alles voordat hij Paus wordt. Paus is hij overigens niet zo lang, slechts iets meer dan vier jaar (van 9 april 999 tot aan zijn dood op 12 mei 1003). Als u goed naar die jaartallen kijkt, dan ziet u dat in die periode de overgang naar het nieuwe millennium valt. Net zoals in 2000 zijn er vlak voor het jaar 1000 allerlei voorspellingen dat de overgang naar een nieuw millennium rampspoed zal inhouden. De wetenschappelijk ingestelde Paus probeert de mensen zoveel mogelijk gerust te stellen en hij blijkt gelijk te hebben. Op 1 januari 1000 komt de zon gewoon weer op.

Gerbert van Aurillac (Paus Sylvester II)

Over de jeugd van Gerbert van Aurillac weten we weinig. Hij is vermoedelijk ergens tussen 945 en 950 geboren in de omgeving van Aurillac, een stad gelegen in de Franse regio Auvergne-Rhône-Alpes. Zijn precieze geboortejaar staat niet vast. Het vermoeden is dat hij van arme afkomst is. Het enige wat we van zijn jeugd weten is de naam van zijn vader (Agilberto), niet dat dit echt nuttige kennis is.

12 Gerbert standbeeld

Standbeeld uit 1851 van Paus Sylvester II, zoals dat staat in zijn geboortestad Aurillac; foto MOSSOT

In 963 zou Gerbert zijn ingetreden in de Benedictijnse abdij van Aurilla Saint-Géraud d’Aurillac, vermoedelijk als lekenbroeder – dat is een kloosterling die wel de gelofte van de orde waartoe hij behoort aflegt maar zonder de bijbehorende klerikale wijdingen. Meestal zijn dit arme mensen die veelal handenarbeid doen, zoals het werken op het land van de abdij.

Raymond de Lavaur, een monnik in het klooster, herkent het intellect van de jonge Gerbert en neemt hem onder zijn hoede. Hij onderwijst hem in talen, theologie, muziek, geschiedenis, astronomie en filosofie. De jonge Gerbert waardeert dit werk van de monnik zeer. Dat we dat weten, danken we aan een pauselijke brief die hij later naar het klooster stuurt en die bewaard is gebleven. Hierin schrijft hij: ”[…] Dank in het bijzonder aan vader Raymond. Als ik enige kennis heb opgedaan is het, na God, meer aan hem dan aan een ander sterveling te danken.”

De beginselen van de wiskunde kan ‘vader Raymond’ hem echter niet bij brengen. Wiskunde is in het Frankrijk van de tiende eeuw nog een tamelijk onontgonnen tak van sport en het wordt dan ook in de abdij niet onderwezen. De wiskunde, in het bijzonder de geometrie, leert Gerbert echter wel tijdens zijn driejarig verblijf in Spanje. Dat hij daar belandt, heeft hij te danken aan een bezoek aan het klooster in 967 van de Spaanse graaf Borrel II – hij is graaf van de graafschappen Barcelona, Girona en Osana – die op doorreis is naar Spanje. De monniken vragen hem of er aan het hof plaats is om één of meerdere jonge monniken te scholen in de wiskunde.

De graaf heeft plaats voor één monnik en de kloosterlingen kiezen daarop voor Gerbert, die zij beschouwen als de meest getalenteerde. Aldus vergezelt Gerbert de graaf naar Spanje. Daar krijgt hij les van Atto, de bisschop van het net boven Barcelona gelegen bisdom Vic. Deze onderwijst hem in de wiskunde en astronomie, welke kennis hij snel tot zich neemt. Ook reist Gerbert naar verluidt een aantal keer naar Cordoba, dat in die tijd het centrum van het kalifaat van Cordoba is en waar veel wetenschappers wonen. Cordoba bezit ook een grote bibliotheek. Terwijl een gemiddelde bibliotheek in steden in Europa zo’n 1.000 boeken bevat, omvat de bibliotheek van Cordoba meer dan 400.000 boeken. Sommige bronnen spreken zelfs over 600.000 boeken. De catalogus alleen al bestond uit 44 delen. Córdoba huisvest daarmee in die tijd de grootste bibliotheek ter wereld. Het omvat niet alleen allerlei wetenschappelijke boeken maar ook medische boeken en boeken over de landbouw.

Spanje is sinds de moslims onder leiding van de islamitische legerleider Tarik Ibn Zajid in 711 de straat van Gibraltar overstaken een grotendeels islamitisch land. In 967 behoort een groot deel van het land tot het Kalifaat van Cordoba, dat in het noorden grenst aan het Condado (graafschap) van Barcelona.

12 Gerbert kaart spanje

Het kalifaat van Cordoba omstreeks 967; boven het groene gebied is in het noordoosten het graafschap ‘condado de Barcelona’ te zien. (Afbeelding Té y kriptonita; Wikipedia).

De Islamitische cultuur is tolerant tegenover de Christenen en de Joden in het land. Ook zorgt ze voor welvaart en kennis. Een groot deel van de bevolking van het kalifaat kan lezen en schrijven, dit in tegenstelling tot de rest van Europa waar dit veelal is voorbehouden aan de adel en de geestelijkheid.

Zo schrijft SP Scott  in ‘zijn boek ‘The History of the Moorish Empire in Europe’ dat: “Er was overal kennis en geleerdheid, […] In een tijd dat zelfs koningen niet konden lezen of schrijven, had een Moorse koning –  Al-Hakam II, de kalief van Cordova in Al-Andalus,- een privébibliotheek van 600.000 boeken. In een tijd waarin 99 procent van de christenen volledig analfabeet was, had de Moorse stad Cordoba 800 openbare scholen, en er was geen dorp binnen de grenzen van het rijk waar de zegeningen van het onderwijs niet konden worden genoten door de kinderen van de meest behoeftige boer. . . en het was moeilijk om zelfs een Moorse boer tegen te komen die niet kon lezen en schrijven.”

Waar precies is niet bekend, maar Gerbert komt in zijn Spaanse tijd in aanraking met twee zaken, die de ontwikkeling van de wetenschap en in het bijzonder de wiskunde in Europa een grote stap voorwaarts zullen geven, namelijk de abacus en de Arabische cijfernotatie.

De abacus is een oud instrument dat al vroeg in Europa bekend is. Na het verval van het Romeinse rijk is echter het gebruik er van min of meer verloren gegaan. Zo zorgt de tijd van de grote volksverhuizingen in Europa voor veel oorlog en strijd. Atilla de Hun heeft de wetenschap niet hoog in het vaandel staan. Ook de Noormannen zijn niet een volk dat op hun veldtochten veel wetenschappelijke kennis mee brengen. Mede daardoor is het gebruik van een abacus uit de mode geraakt.

Tijdens zijn verblijf in Spanje ziet Gerbert de grote voordelen van het rekenen met een abacus. Tijdens zijn reizen door Italië, Duitsland en Frankrijk zal hij later dan ook uitgebreid het gebruik van dit instrument promoten, met als gevolg dat de abacus weer volop in Europa wordt gebruikt.

12 gerbert abacus

Een abacus uit ca 1340 met Romeinse cijfers; afbeelding Anagoria

Het andere belangrijke onderwerp waarmee Gerbert in Spanje in aanraking komt, is het gebruik van de Arabische cijfernotatie, maar nog wel zonder het cijfer nul. De plek waar we nu een nul zouden zetten, wordt meestal leeg gelaten. Gerbert vindt het rekenen met de Arabische cijfers een stuk gemakkelijker dan met de onhandige Romeinse cijfers en de Arabische cijfers promoot hij dan ook overal waar hij komt.

12 gerbert getallen

Uit de ‘Codex Vigilanus’ van 976, een compilatie van historische documenten bijeengebracht door een drietal Spaanse monniken, met daarin onderin zichtbaar de Arabische cijfers 1 t/m 9 in omgekeerde volgorde.

In 969 gaat Graaf Borrel II op pelgrimstocht naar Rome en neemt Gerbert mee. Daar ontmoet hij niet alleen de toenmalige Paus Johannes XIII maar ook Keizer Otto I de Grote, die naast hertog van Saksen ook koning van Duitsland en koning van Italië is. Als de keizer hoort van de wetenschappelijke kennis die Gilbert op het gebied van wiskunde, astronomie en muziek heeft, vraagt hij hem om leraar te worden van zijn op dat moment dertienjarige zoon, de latere keizer Otto II. Gerbert blijft twee jaar in Rome om de jongen gedurende die tijd les te geven.

In 971 laat Gerbert Rome achter zich en vertrekt hij naar Reims, waar hij gaat studeren aan de befaamde school van de kathedraal van Reims. De reden dat hij dit doet, is dat daar de beroemde logicus Geranno doceert en de logica is een onderwerp waar Gerbert zich graag meer in wil verdiepen. Al spoedig zal Gerbert zelf les geven aan de school. Gedurende zijn tijd daar zal hij ook een aantal wetenschappelijke boeken schrijven, onder andere over de geometrie en astronomie. Hij bouwt er ook een aantal astronomische instrumenten zoals een armillarium.

12 gerbert boek

Pagina uit een kopie uit de 12e eeuw van een geometrieboek van Gerbert.

Gerbert geniet al snel een goede reputatie als leraar. Hij onderwijst zijn leerlingen rekenkunde (waarbij hij gebruik maakt van de Arabische cijfernotatie), geometrie, astronomie, logica, grammatica, muziek en redenaarskunst. Een jaloerse vakgenoot, een zekere Otrico, het hoofd van de school van Magdeburg, klaagt in 980 over Gerbert bij Keizer Otto II. Hij beweert dat Gerbert niet goed les geeft en ook allerlei wetenschappelijke fouten maakt. De keizer laat daarop zijn oud-leraar en de man uit Magdeburg naar zijn hof komen en organiseert een wetenschappelijk wedstrijd tussen de twee kemphanen. Tijdens een boottocht over de Po naar Ravenna moeten ze allebei wiskundige opgaven oplossen. Gerbert wint met grote overmacht.

Voor wat betreft zijn ‘kerkelijke carrière’, die verloopt wat minder voorspoedig. Hij is er ook niet zo in geïnteresseerd. De wetenschap trekt hem meer. Hij is een jaartje met niet al te veel succes het hoofd van het klooster van St Columban in het Italiaanse Bobbio. Na dat jaar keert hij terug naar Reims waar hij het hoofd wordt van de wetenschappelijk school. Hij besteedt veel tijd en geld in het uitbreiden van de bibliotheek van de school. Uit een brief die hij aan een vriend schrijft:

Je weet met welke ijver ik overal kopieën van boeken aan het verzamelen ben. Je weet ook hoeveel kopiisten er in de steden en op het platteland van Italië zijn.[…] Ik ben druk bezig met het ijverig vorm geven van een bibliotheek. En net zo als kort geleden in Rome en in andere delen van Italië, en ook in Duitsland en in Lotharingen, heb ik grote sommen geld gebruikt om kopiisten te betalen en om kopieën van boeken te verwerven.”

(De gebruikte citaten in dit portret zijn afkomstig van de site van history.mcs.st-andrews.ac.uk)

In 991 wordt hij als opvolger van een zekere Arnulf benoemd tot aartsbisschop van Reims. Arnulf moet dat jaar noodgedwongen vertrekken als aartsbisschop, dit omdat hij er van verdacht wordt dat hij de Franse koning tijdens een machtsstrijd heeft verraden. Als Arnulf echter in 995 gerehabiliteerd wordt, eist hij zijn ambt van aartsbisschop weer op. Er volgt een rumoerige strijd om de functie en nadat paus Johannes XV de zijde van Arnulf kiest, verliest Gilbert de strijd.

Gerbert vlucht min of meer naar Magdeburg waar de op dat moment 15-jarige keizer Otto III resideert. Hij gaat hem, net als zijn vader twintig jaar eerder, les geven. (Otto III is na het overlijden van zijn vader in 683 als driejarige op de troon gekomen.) Erg lang doet Gerbert dit lesgeven echter niet, want in 997 wordt hij door Paus Gregory V (deze in 996 Paus geworden geestelijke is een neef van Otto III) benoemd tot aartsbisschop van Ravenna, een bisdom gelegen in het noordoosten van Italië. Drie jaar lang oefent Gerbert deze functie uit totdat hij in 999 na het overlijden van Paus Gregory V gekozen wordt tot de nieuwe Paus.

Dat de keus op hem valt, heeft hij grotendeels te danken aan keizer Otto III. Bij de keuze van zijn neef Gregorius V tot Paus heeft Otto III al een grote rol gespeeld en de keizer zorgt er ook deze keer voor dat zijn favoriet tot Paus wordt benoemd. De reden is dat Otto III geen geestelijke uit de stad Rome als Paus wil. Gerbert wordt de eerste Franse Paus. Hij kiest voor de naam Sylvester II.

Twee jaar later komt de hogere stand van Rome in opstand tegen Otto III en deze ontvlucht, samen met Gerbert, Rome. Ze vertrekken naar Ravenna. Tot drie keer toe probeert Otto III daarna Rome te heroveren, maar elke keer mislukt dit. Tijdens de derde poging sterft hij.

Na de dood van Otto III keert Gerbert terug naar Rome, maar erg veel gezag heeft hij er niet. Dat komt mede omdat onder de bevolking verhalen de ronde doen dat de Paus met de duivel bevriend is. Immer een geestelijke die aan wetenschap doet en met allerlei rare instrumenten rond loopt – bedoeld worden zijn astronomische apparaten – dat kan toch niet normaal zijn. Ook geeft de overgang naar het nieuwe Millennium veel onrust. Het einde der tijden zou nabij zijn.

12 gebert en de duivel

Een afbeelding uit 1460 waarop paus Sylvester II samen met de duivel staat afgebeeld.

In 1003 overlijdt Gerbert. Over zijn dood doet een mooi verhaal de ronde. Volgens een oude legende zou Gerbert in zijn jeugd voorspeld zijn dat hij ooit Paus zou worden en dat hij in Jeruzalem zou overlijden. Gerbert hecht niet veel waarde aan de voorspelling, maar nadat hij onverwacht Paus is geworden, neemt hij de voorspelling toch maar serieus. Hij besluit om nooit naar Jeruzalem af te reizen.

Op 2 mei 1003 draagt hij een dienst op in één van de vele kerken van Rome. Tijdens deze dienst wordt hij niet goed en zijgt ineen. Als hij verward weer bij komt, vraagt hij waar hij is. “U bent in de Jeruzalem” krijgt hij als antwoord. Bedoeld wordt de ‘Santa Croce in Gerusalemme’ (‘Het heilige kruis van Jeruzalem’), één van de zeven pelgrimskerken van Rome, maar Gerbert begrijpt het verkeerd. “Ik ben in Jeruzalem? Dan ga ik dood.” stamelt Gerbert en hij geeft de geest. Moraal van het verhaal, ook de Paus kan de dood niet ontlopen.

Als u nu denkt, hé dat ken ik ergens van, dat zou best eens kunnen. Het doet heel erg denken aan het bekende gedicht ‘De tuinman en de dood’ van Pieter Nicolaas van Eyck uit 1926. Dat gaat als volgt:

12 Gerbert van Aurillac de tuinman en de dood.JPG 2

Dit verhaal (op rijm gezet door Van Eijk) is gebaseerd op een oude legende (dat laatste vergat Van Eijk bij de publicatie van zijn gedicht te vermelden). Het stamt vermoedelijk al uit de tijd van koning Salomo. Sindsdien duiken er regelmatig allerlei versies van het verhaal op. Veel spelen zich af in het oude Perzië.

Maar nu zijn we wel erg ver afgedwaald van de ontwikkeling van de computer en sluiten daarom dit portret af van de man die niet alleen de abacus herintroduceert in grote delen van Europa maar ook de Arabische getallen (wel nog zonder het cijfer nul). Het zal nog twee eeuwen duren voordat Europa dankzij Leonardo van Pisa (ook wel bekend als Fibonacci) ook het Arabische cijfer ‘0’ zal gaan gebruiken en de Romeinse cijfers zullen ‘verdwijnen’.

Naar het volgende verhaal uit deze serie.

Naar het vorige verhaal uit deze serie

 

 

My WordPress Blog