Categorie archief: familie

Kowet Kwärtet

Ik ben lid van een geheim genootschap van echte voetbalkenners oftewel de supportersvereniging van Go Ahead Eagles. We hebben onze geheime begroetingsrituelen – wanhopig naar je hoofd grijpen; dat gebaar leer je zo bij ons op de tribune – en ook krijgen we elk jaar een ledenpas  toegestuurd. Dit jaar werd die pas vergezeld door een cadeautje: een ouderwets kwartetspel.

kwartet 0

De kinderen waren dit weekend op bezoek en na het biggen gooien – zie hier – moesten de kinderen in het kader van hun educatie ook dit spel een keer spelen. Het was heel leerzaam. Zo weten ze nu hoe de oude pisbakken in het stadion er vroeger uitzagen.

kwartet

Dat we een aantal legendarische wedstrijden hebben gespeeld

kwartet 2

Dat we vier keer landskampioen zijn geweest.

kwartet 3(Bij dit kwartet wordt aan het einde van het komende seizoen een nieuwe kaart toegevoegd, althans daar ga ik van uit.)

En ook leerden ze met wat voor een soort spreuken we onze ploeg aanmoedigen.

kwartet 4‘Biet ‘m in de rugge’; oké, opvoedkundig niet geheel juist.

De dochters werden zo enthousiast dat we het nog een tweede keer moesten spelen. Het wordt nog wel wat met hun. De adelaar leeft! Op naar Kowet!

kwartet 7kwartet 5

De kerstboom

Vorig jaar hadden we geen kerstboom in huis maar dit jaar vonden we dat we toch maar weer eens een boompje in huis moest halen. Nou ja, boompje? Het moest natuurlijk wel een mooie grote boom zijn!

Nu is het zo dat niet elke aankoop van een boom door mij een groot succes is. Ik heb menig kerstboomverkoper afgeholpen van een exemplaar waarvan hij dacht  – kerstboomverkopers zijn om de een of andere reden altijd mannen – dat hij ze nooit zou verkopen, omdat ze te klein, te lang, te scheef, te dik of te dun waren, of dat ze een rare vorm hadden. (De boom; niet de kerstboomverkoper.)

00 boom 2 00 boom

De oudste dochter in de jaren negentig met een boom die we samen hadden gekocht. “Vraag je nooit af of je kerstboom wel groot genoeg is. In de ogen van een kind zijn ze allemaal tien meter hoog.” – Larry Wide

Enfin, Marianne en ik begaven ons op weg naar ‘Vlinders aan de Vliet’. Dat is een ‘vlindertuin’ in onze gemeente. Daar kan je tussen 19 februari en 24 oktober meer dan 1500 tropische dagvlinders zien, maar in december verkopen ze er kerstbomen.

Even tussen haakjes, door de overheid wordt de vlindertuin als een dierentuin gezien, wat leidt tot het volgende opmerkelijke verkeersbord langs de kant van de weg.

00 vlinders

De olifanten stonden even op stal, maar de parkeerplaats stond vol met kerstbomen. De keuze was reuze en we gingen naar huis met een boom waarvan zelfs Marianne vond dat het een mooie boom was. De verkoper stopte de boom na onze aankoop in een machine, waarbij ik even bang  was dat het een shredder was, maar de machine deed een netje om de boom zodat we de boom makkelijker mee konden nemen.

00 boom 0De boom thuis in het netje. Ik heb ook wel eens een boom gehad die er zonder netje net zo uit zag.

We knipten het netje los en toen hadden we dit.

00 boom 1

Eerlijk is eerlijk, we vonden het allebei een mooie boom. De beste die we in jaren hebben gehad. En hij stond ook nog eens recht!

Zondag kwamen de hulptroepen – de beide dochters – langs om de boom te versieren. We spraken in verband met de 1,5 coronameters af dat de  dochters de ballen en slingers in de boom zouden hangen en dat vader – de langste van het gezelschap  – als eerste de piek in de boom zou zetten.

Nu hebben wij een Mickey Mouse-piek. Ooit lang geleden gekocht bij Europa Tuin, een plantencentrum bij ons in de gemeente. Op een gegeven moment veranderde het zijn naam in Life and Garden. Inmiddels bestaat het niet meer. De muis hangt aan de piek en zwaait daar met een lampje.

00 boom mickey

De kinderen vonden toen ze jong waren dat gezwaai prachtig om te zien, maar meestal mocht hij maar een paar minuten aan, want het gezwaai van het lantarentje ging gepaard met een vreselijk irritant schurend geluid.

Ik pakte een stoel, ging er bovenop staan en probeerde Mickey op de top van de boom te plaatsen. De drie wijzen –  Marianne en de twee dochters – dachten dat het handig was om de top van de boom naar mij toe te trekken en dan de piek er op te zetten, maar de ezel in onze kerststal – ik dus –  dacht het beter was om de boom te laten staan en zelf voorover te leunen.

Op het moment dat ik dat deed, begon de stoel te schuiven en daar ging ik. Ik viel languit voorover de kerstboom in. Die kon mij niet houden en viel om. Daar lag ik op de grond.  Boven op de kerstboom. Gelukkig betrof de enige schade een gekrenkt ego, wat nog eens werd versterkt door het gelach van de dochters die het een buitengewoon vermakelijk gezicht vonden.  Marianne riep bezorgd “Gaat het lieverd?”.  Oké, dat is niet helemaal waar. In werkelijkheid riep ze “Hoe kan je zo stom doen!”.

Enfin, iedereen – de boom en ik – kwam weer overeind. Mickey had de val ook overleefd. Alleen kregen we, wat we ook probeerden, het niet meer voor elkaar om de boom rechtop in de houder te krijgen en kijken we dus ook dit jaar weer tegen een scheve boom aan.

00 boom 3

Een familietraditie zullen we maar zeggen.

 

 

De kranten over mijn geboorte

Ik dacht ik zal eens even kijken wat er 65 jaar geleden in de kranten en tijdschriften over mijn geboorte werd geschreven. (Tussen haakjes, ik  ben niet  op 12 oktober maar op 30 juli geboren; ik loop wel vaker wat achter met het nieuws.)

Maar helaas, als ik op de naam ‘Van Neck” en ‘1955’ zoek in Delpher (dat is een krantenarchiefsite), dan tref ik geen enkel bericht over mijn geboorte aan. Dat is triest. Het enige nieuwsbericht wat ik omstreeks mijn geboortedatum in de kranten zie staan – en waar de naam ‘Van Neck’ in voorkomt – is een bericht uit ‘Waar bevinden de zeeschepen zich?’

De ‘Van Neck’  ligt op dat moment in Bombay in India. (Deze Van Neck lag op dat moment in een wieg in Apeldoorn.)

00000000 van neck

Ook zie ik dat een zekere Van Neck op 25 september 1955 voor Borne een hattrick heeft gemaakt in een voetbalwedstrijd tegen het altijd lastige KHC uit Kampen.

00000000 a borne

Maar ja, ik was toen nog maar twee maanden oud. Dat zal ik dus wel niet zijn geweest.

Het meest opmerkelijke bericht met de naam ‘Van Neck’  rond juli 1955 is een ANP-nieuwsbericht  van 2 juli 1955. Het gaat over de ‘Nationale vijfkamp’

00000000 a apeldoorn

De eerste plaats bij de motorrijders was voor wachtmeester Van Neck van de koninklijke marechaussee uit Apeldoorn, Hij behaalde veertien punten.‘ en  ‘De corpsprijs in de groep motorrijders was evenals vorig jaar voor de equipe opperwachtmeester Edenburg en wachtmeester Van Neck van het depot marechaussee in Apeldoorn.’

Weliswaar is het een bericht van vier weken voor mijn geboorte, maar niet alleen de naam ‘Van Neck’ komt er in voor maar ook de plaatsnaam ‘Apeldoorn’! In die plaats ben ik geboren. Wie is die wachtmeester Van Neck? Niet mijn vader, die was leraar boekhouden op een MULO in Apeldoorn in die tijd.

(Ook een mooie zin in het ANP-bericht: ‘Bij het handgranaatwerpen was de groepsprijs voor de mariniers‘; Ik ben wel nieuwsgierig hoe die wedstrijd ging. Gooiden de deelnemende groepen handgranaten naar elkaar?)

Enfin, niks dus in de kranten over mijn geboorte. U moet dus maar van mij aannemen dat ik echt op 30 juli 1955 in Apeldoorn ben geboren.

00000000 a MArtin

 

Opvoeden doe je zo (3)

Wederom een bijdrage uit de cursus ‘opvoeden doe je zo’.

Les 11: Leer ze zo vroeg mogelijk zelfstandig zijn. Laat ze hun eigen kamers schoonmaken.

0000000 kinderen10

Les 12: Als u twee kinderen heeft, dan moet u er nooit eentje voortrekken.  Laat ze elkaar voorttrekken.

0000000 kinderen17

Les 13: Geeft ze niet te veel zakgeld. Laat ze al vroeg een bijbaantje nemen.

0000000 kinderen15

Les 14: Luisteren ze niet, praat dan met ze.

0000000 kinderen9

Les 15: Denk niet zwart-wit. Tenzij ze samen met u Zorro op tv kijken.

0000000 kinderen11

 

Opvoeden doe je zo (2)

Het vervolg van de cursus ‘opvoeden doe je zo”.

Les 6: Breng ze tafelmanieren bij.

0000000 kinderen8

Les 7: Leer ze netjes eten.

0000000 kinderen16

Les 8: Laat ze een plantje verzorgen.

0000000 kinderen12

Les 9: Breng ze in contact met dieren.

0000000 kinderen13

En tot slot les 10: Als de ene de andere niet kan vinden met verstoppertje, help haar dan met zoeken.

0000000 kinderen7

Opvoeden doe je zo

Uit de serie opvoeden doe je zo:

Les 1: Geef je kinderen alle aandacht.

0000000 kinderen1

Les 2: Vervoer je kinderen op een veilige en comfortabele wijze.

0000000 kinderen2

Les 3. Als je kleren “op de groei” koopt, overdrijf hierbij niet.

0000000 kinderen5

Les 4: Hou ze actief.

0000000 kinderen6

En tot slot les 5: beschouw jezelf als een groot blij kind.

0000000 kinderen3

 

Een opgeloste puzzel

Twee weken geleden werd er namens de de dochters een pakje bij ons bezorgd. De dochters hadden van een foto een puzzel van 1000 stukjes laten maken. Het betrof een kunstzinnige foto die ik tijdens onze vakantie in Amerika in 2017 van Marianne en de twee dochters had genomen in een Trader Joe’s supermarkt in  Santa Monica. Zie hier de foto in ons reisverslag van die vakantie in Amerika.

00000 puzzel 0

Het leek hun wel een goed idee om van die foto een puzzel te maken. Met al die aardappels en paprika’s zou het namelijk best eens wel een lastige puzzel kunnen zijn. Hadden wij mooi wat te doen als we vanwege de coronacrisis binnen moesten zitten.

00000 puzzel 1

00000 puzzel 2

Ze hadden wel even zitten twijfelen of ze voor 1000 of 1500 stukjes moesten gaan. Het was maar goed dat ze voor 1000 stukjes hebben gekozen, want anders was hij beslist nooit afgekomen. Vooral die aardappelen waren een hele kluif.

Bij elkaar heeft het zo’n 14 dagen geduurd voordat hij af was. Eerlijk is eerlijk, Marianne heeft het meeste werk gedaan. Alleen als ze even vast zat, heb ik een stukje voor haar gelegd om haar te laten hoe het moest. Maar nu is hij dus af. Zie hier het resultaat.

00000 puzzel 3

Persoonlijk dacht ik dat het  wel wat sneller moest kunnen dan veertien dagen. Ik heb hem daarom uit elkaar gehaald en opnieuw in elkaar gezet. Zie hier het resultaat.

00000 puzzel 4

In veertien minuten! Ach ja, als je eenmaal weet waar de stukjes moeten liggen, dan gaat het snel.

Abbey Road – 3

Rondom kerst 1986 bezochten Marianne en ik Londen. We wilden een keertje de sfeer rond kerst in Londen meemaken. Londen was in feeststemming. De winkels waren allemaal feestelijk versierd. Met een dubbeldekker reden we ’s avonds door het centrum van Londen en waren als kinderen zo blij toen bleek dat bovenin de bus de voorste rij vrij was. We zaten met onze neusjes tegen het raam gedrukt om alle verlichte etalages van de winkels goed te kunnen bekijken.

harrods

In Londen bekeken we niet alleen de kerstwinkels, we beklommen ook de Tower Bridge en bezochten een tentoonstelling in de Tower waar je de kroonjuwelen kon zien – we stonden er in een ellenlange rij; en hoewel een el maar zo’n 69 cm lang is, mag u van mij aannemen dat de rij veel langer dan dat was. Toen we eindelijk dachten dat we er waren, bleek er om de hoek nog zo’n rij te zijn.

rij

Ook reisden we met een bus heen en weer naar Portsmouth, waar op dat moment een Japanse correspondentievriendin van mij woonde – ik begon in mijn studententijd met haar te schrijven toen ze nog in Osaka woonde. Ze was een half jaar eerder met een Engelsman getrouwd. Toen we bij hen thuis waren, vroeg ik bij een kopje thee in mijn beste Engels “How was your marriage?”, waarop  hij haar een heel venijnige blik gaf (“wat heb je ze geschreven?”)

Ik bedoelde slechts te vragen hoe hun huwelijksdag was geweest, maar ja, mijn Engels – later bleek dat ze op dat moment al zo ongeveer in scheiding lagen. Niet veel later gingen ze dan ook uit elkaar. Een aantal jaar na haar scheiding ontmoette ze een Amerikaan en trouwde met hem. Ze verhuisde naar Seattle aan de westkust van Amerika. Ook daar hebben we haar tijdens een rondreis door Amerika een keertje opgezocht, maar bij die gelegenheid heb ik maar niet gevraagd hoe het met haar huwelijk ging. Ik neem aan goed, want ze wonen na twintig jaar nog steeds samen.

Het geplande culturele hoogtepunt van ons Londen-tripje moest een bezoek aan de zebra van Abbey Road worden. Dat had ik althans bedacht. Nu moet ik eerlijk zeggen dat dit niet bovenaan op het lijstje van Marianne stond, tenzij je haar lijstje zou omdraaien. Maar ze moest er wel aan geloven.

Op een druilerige morgen namen we de metro die ons in de buurt van Abbey Road zou brengen. Toen we uit het metrostation stapten, bleek het te regenen. Goed voor de plantjes, maar niet voor Marianne haar humeur. Helemaal niet toen het hard ging regenen. Aangekomen bij de zebra bleken we de enige aanwezigen te zijn. “Only mad dogs and Englishmen go out in the midday sun, only Dutch in the rain”. We konden dus niemand vragen om een foto van ons tweeën op de zebra te maken.

“Ik loop dan wel alleen over het zebrapad en dan moet jij een foto van mij maken. Dan doe ik dat daarna bij jou” stelde ik voor. “Ja, ik ben niet gek, ik kijk wel uit” antwoordde ze “Met die regen gaat mijn toestel naar z’n mallemoer. Dat doe ik niet hoor.“ Marianne sprak op een toon waaruit op viel te maken dat hier geen discussie over mogelijk was. Ik mocht nog wel een keertje – “Snel!” – van haar heen en weer over de zebra lopen – “Goed gedaan.” riep ze toen ik klaar was –  en toen liepen we met gezwinde pas weer door de regen terug naar de metrohalte. “Nou, dat was leuk.” zei ze toen we de ondergrondse weer binnen stapten.

Omdat ik geen foto had van mij lopende over het zebrapad, moest ik natuurlijk nog een keertje terug naar Abbey Road. Al snel, nou ja snel, 23 jaar later, deed die mogelijkheid zich voor. In 2009 bezochten we Londen weer. Deze keer samen met onze toen 16 en 14 jaar oude dochters. Voor het bezoek aan Londen had ik om goed voorbereid te zijn een speciale reisgids gekocht, ‘Het Londen van the Beatles’, geschreven door Piet Schreuders, Mark Lewisohn en Adam Smith. In deze mooie gids, althans dat vind ik, staan liefst 467 Beatleslocaties aangegeven die je in en om Londen kan bekijken.

londen van de beatles. 4

De eerste locatie, 57 Green St, Mayfair, London, die we bezochten was een flat waar de Beatles met zijn vieren hadden gewoond, toen ze net vanuit Liverpool naar Londen waren verhuisd. (Marianne en de dochters hadden alleen met een bezoek aan dit huis ingestemd, omdat het op maar vijf minuten lopen van het warenhuis Selfridges in Oxford Street lag.)

Ter plekke aangekomen, bestudeerde ik mijn boekje, keek omhoog, wees naar het dak en sprak toen de magische woorden: “Kijk daar helemaal bovenin, het is niet zo goed te zien vanaf beneden af, maar daar bovenin dus hebben de Beatles  in een appartement gewoond!” We staarden allemaal omhoog. Er was niks te zien.

green streetGreen Street 57 zoals te zien is op Google Street View

“Boeiend hoor, gaan we nu naar Selfridges?” sprak de oudste dochter. “Heel mooi pap” zei de jongste. “Hoeveel van die locaties staan er nog in dat boekje van jou?” vroeg Marianne. “Nog 466” zei ik. Ik voelde aankomen dat we ze niet allemaal zouden gaan bezoeken.

Ik mocht er nog één kiezen. Dat werd uiteraard de zebra bij Abbey Road. Toen we er aankwamen, regende het net, zoals 23 jaar eerder. Had ik weer, maar geloof of het niet, deze keer wilde Marianne wel wat foto’s nemen terwijl we over het zebrapad liepen. Voor degene die dit echt niet wil geloven, zie hier.

abbey road 0

De hoes van Abbey Road heeft uiteraard ook een achterkant. Hierop is een stenen straatnaambordje van Abbey Road te zien. Veel toeristen willen dan ook  graag ook met dit bordje op de foto, maar dat kan helaas niet meer. Het bordje was bevestigd aan een muur die stond op de hoek van Abbey Road en Alexandra Road. Die straat en de omliggende gebouwen bestaan niet meer. Ze zijn begin jaren zeventig gesloopt om plaats te maken voor een groot appartementencomplex. Ook is het zo dat de stenen Abbey Road straatnaambordjes zijn vervangen door onbreekbare metalen bordjes, mede omdat souvenirjagers steeds de stenen letters mee namen.

bordDe metalen bordjes in de omgeving staan helemaal vol gekliederd.

Wat de meeste toeristen echter niet weten – en ik dankzij mijn boekje wel –  is dat er toch nog één stenen Abbey Road straatnaambordje is (situatie 2009). Daarvoor moest je 800 meter richting Kilbur lopen. Op de hoek van een parkje bij de kruising van Abbey Road en Boundary Road bevond zich volgens mijn boekje het laatste  stenen Abbey Road bordje. Daar moest ik dus heen. De dames volgden mij en sjokten braaf bijna een kilometer achter mij aan. Het bordje bleek er inderdaad nog te zijn. Direct op de foto dus gezet voordat het weg gehaald zou worden. Zie hier het resultaat.

abbey road bordMarianne – linksonder niet te zien – hoefde niet zo nodig met het bordje op de foto.

Enthousiast zei ik na deze fotoshoot: “Ik weet nog veel meer leuke Beatles-locaties” en hield mijn boekje omhoog, maar de dames – allen fans van de Harry Potter boeken –  hadden andere plannen. Met gezwinde spoed begaven we ons daarom naar King’s Cross Station om daar een foto te maken van een karretje dat je zogenaamd door een muur kon duwen. Echt? Ja, echt. Ach, iedere generatie zijn eigen iconen. Zie hier hoe wij alle vier genoten van deze fotomogelijkheid.

treinstation

Enfin, ik moet maar weer eens naar Londen. Nog 465 Beatles locaties te gaan.

Een kerstboom kopen

Vandaag wil ik het met u hebben over het kopen van een kerstboom. Huh, het is februari, zult u misschien zeggen. Nou en? Bij sommige zaken moet je er vroeg bij zijn. Zo liggen er sinds vorige week in onze Albert Hein al paaseitjes en dat terwijl Pasen pas over ruim twee maanden is. (Albert Einstein zou zeggen: “Ik denk nooit aan de toekomst. Ze komt vroeg genoeg”.)

Bovendien wil ik het niet hebben over het kopen van de kerstboom voor dit jaar, maar over eentje die mijn oudste dochter en ik ruim twintig jaar geleden kochten. Ik kwam namelijk toevallig deze foto tegen.

0000 kerst

De foto is wat wazig maar dit zijn mijn oudste dochter en ik met onze zo juist gekochte kerstboom. Het was de allereerste keer dat ik samen met de dochter een kerstboom kocht. Ver hoefden we er niet voor te lopen. Vlakbij ons huis stond een kraampje dat bomen verkocht.

We bekeken het assortiment en toen wees de dochter een boom aan.  Die moest zijn. Ik had er wat twijfels bij, maar deze moest het beslist zijn zei ze. “Waarom?” vroeg ik. “Omdat hij heel veel takken heeft”, zei de dochter. “Ja, maar die zitten haast allemaal onderin.” sputterde ik tegen. “Dan kan ik er goed bij.” zei ze. Dat was een goed argument en we kochten de boom.

Terwijl we met de boom wegliepen, belde de kerstboomverkoper zijn vrouw . “Je raadt nooit welke boom ik zojuist verkocht heb.” hoorde ik hem zeggen. (Oké, dat laatste verzin ik nu.)

Thuis ging de dochter enthousiast aan de slag met het versieren van de boom.

0000 kerst 1

Vraag je nooit af of je kerstboom wel groot genoeg is. In de ogen van een kind zijn ze allemaal tien meter hoog.” – Larry Wide

Zij hield zich bezig met het versieren van de onderste helft, ik met de bovenste helft. Ik was eerder klaar.

0000 kerst 2

Toen de boom af was, lieten we vol trots het resultaat aan Marianne en de jongste dochter zien.

0000 kerst 3

“Is het niet een beetje raar model”, sprak Marianne aarzelend.  “Nee hoor, het is een heel mooie boom. Niemand heeft zo’n boom als wij.” zei ik. Daarmee was Marianne het eens. De dochter glom van trots.

Het jaar daarop kocht Marianne de boom. Die was scheef.

1988 -> 2019 -> 2050

Zowel in 1988 (tijdens onze huwelijksreis) als in 2019 bezochten wij het ‘Monument Valley National Monument’, gelegen in de staat Arizona in Amerika. Zie deze twee foto’s.

mv 1988

mv 2019 2(Om misverstanden te voorkomen, de bovenste foto stamt uit 1988, de onderste uit 2019.)

Wat zien we nu als we deze twee foto’s vergelijken? A) mijn gevoel voor humor heeft zich in die 31 jaar niet ontwikkeld en B) ik ben een soort transgender geworden: een slank iemand geboren in een te dik lichaam.  Enfin, we zullen over 30 jaar – in 2050 dus; ik ben dan 95 jaar oud – maar weer zo’n foto maken. Kijken hoe de zaken er dan bij staan. Vermoedelijk zal het dan wel een reisje worden onder begeleiding van de kleinkinderen die nu nog moeten worden geboren.

Uit het weblog ‘Met opa en oma op reis’: “Opa, als u nu met uw ene hand op de wandelstok leunt, kunt u dan de andere hand  omhoog houden?” Waarom moet ik dat doen kinderen?” “Gewoon doen opa.”

2020

Het nieuwe jaar is begonnen. Het is nu 2020. Hoe spreek je dat eigenlijk uit? Als ‘tweeduizendtwintig’, ‘tweeduizend en twintig’ of gewoon twintigtwintig? Dat laatste schijnt het meest populair te zijn.

Vandaag is het 2 januari 2020 oftewel 02-01-2002. Dat is wel een mooie datum maar natuurlijk niet zo mooi als die van over een maand. Dan is het 02-02-2020. Ik zou niet verbaasd zijn als er veel mensen op die datum trouwen. Zo waren er op 02-02-2002 ook allerlei mensen die het leuk vonden om op die datum te trouwen, onder andere dit stel.

0000 WA Max

Het is trouwens maar goed dat we een decimaal getallenstelsel hanteren en geen binair stelsel, want in zo’n stelsel zou de datum 02-02-2020 gelijk zijn aan 1-1-11111010010, niet echt een lekkere datum om te onthouden.

De vorige keer dat je zo’n mooi jaargetal had was 1919. De mensen die in dat jaar geboren zijn (onder andere mijn vader) en die nog leven (mijn vader helaas niet meer) worden dit jaar 101. Dat is ook een mooi getal.

Met een leeftijd van 101 behoor je tot ‘de eregalerij van de oude glorie’ zou Barend Barendse (een mooie naam in dit kader) zeggen. Voor wie niet weet wie Barend Barendse is – hij overleed in 1981 – , dat was een Nederlandse sportverslaggever en presentator.

0000 bb

Tussen 1972 en 1979 presenteerde hij iedere zaterdagmiddag op Hilversum 3 van 2 tot 4 uur een radioprogramma. Het meest populaire onderdeel hiervan was de ‘Eregalerij van de Oude Glorie. Dat waren felicitaties aan echtparen die vijftig, zestig of zeventig jaar getrouwd waren, en aan mensen die 90 of 100 jaar of ouder waren geworden. Deze kregen allemaal een plekje in de rubriek ‘Eregalerij van de Oude Glorie’.

Even tussendoor, over Barend Barendse bestaat een mooi anekdote uit zijn tijd dat hij sportverslaggever was. In 1958 gaf hij voor de radio verslag van  Olympia’s Tour, een meerdaagse wielerwedstrijd door Nederland. Dit deed hij vanuit een auto die voor de renners uit reed. Zijn informatie kwam via de mobilofoon van de wagen die bij de renners reed. Vanwege de gebrekkige techniek was afgesproken dat hij niet de namen, maar de rugnummers zou doorkrijgen. Op een gegeven moment kreeg hij  vanuit Hilversum te horen: “Pflimlin is gevallen”. Barend Barendse was in de veronderstelling dat het om een wielrenner ging en reageerde  met “Aan namen heb ik niks, rugnummers moet ik hebben”. Het ging echter om Pflimlin de Franse premier, wiens kabinet  was gevallen.

Maar goed , terug naar de mooie datums, ook 19 januari 1919 was natuurlijk een mooie datum om te trouwen, maar dat was een zondag, dus ik gok dat er in Nederland die dag niet werd getrouwd.

Zelf zijn Marianne en ik getrouwd op 26-08-1988. Niet echt een mooie dag. Om misverstanden te voorkomen, dat bedoel ik uiteraard qua datum.

 

Kopspijkers

Niet alleen nu maar ook 25 jaar geleden hield ik mij al bezig met allerlei nutteloze zaken. Zo hield ik in 1994, het jaar dat Marianne zwanger was van onze tweede dochter, bij wat voor namen andere ouders hun kinderen gaven. Tegenwoordig toets je daar een zoekopdracht op Google voor in, maar in 1994 ‘onderzocht’ ik dit aan de hand van de geboorteadvertenties in de Volkskrant en de zaterdagkrant van de NRC.

Begin 1995  – ik had die gegeven nu eenmaal toch – maakte ik een top tien van die verzamelde namen en stuurde ik die op naar de Volkskrant. Om de kans op plaatsing van mijn brief wat te vergroten, deed ik dit namens de (niet bestaande) vereniging VIENO. Dat stond voor de Vereniging van Interessante Edoch Nutteloze Onderzoeken.

De brief kreeg een ereplaatsje op de pagina met ingezonden brieven en tot mijn grote verbazing werd ik vervolgens gebeld door liefst drie televisie-programma’s en vier radiostations met de vraag of ik bij hen in het programma wat wilde komen vertellen over de VIENO en het namenonderzoek.  (Ik heb vier geleden hier een keer uitgebreid over geschreven – zie hier.)

In twee radioprogramma’s (een programma van de AVRO en eentje van de regionale omroep Utrecht) was ik te horen. De televisie-programma’s deed ik echter bewust niet. Volgens mij zou ik daar noch de kijkers noch mijzelf een plezier mee doen.

Zo was één van de tv-programma’s die belde Kopspijkers – het heette toen nog geloof ik Spijkers – van Jack Spijkerman. Dat was een erg populair satirisch programma met daarin grappige tv-filmpjes,  cabaretiers die bekende mensen nadeden, een quizje met twee bekende Nederlanders die als ze een antwoord goed hadden op een spijker in een tafel mochten slaan en een onderdeel met – ik citeer nu  even de Wikipedia –  “voorgekookte interviews met UFO-deskundigen, helderzienden en andere makkelijke mikpunten van spot”.  Dat laatste zei de redacteur die mij belde er niet bij, maar ik kende het onderdeel als trouwe kijker en mooi dus dat ik voor de eer  bedankte. (Pas in 2012 zou ik als “Titanic-deskundige” – je heb nutteloze kennis of niet –  in Pauw en Witteman op tv te zien. )

Van de week speelden wij met de dochters het spelletje 30-Seconds. Dat is een spelletje waar twee teams tegen elkaar spelen. Je krijgt een kaartje met vijf begrippen er op. Dat kunnen zaken zijn als namen, films, sporten, gebeurtenissen, plaatsen enzovoorts, enzovoorts. Het ene teamlid moet het begrip omschrijven, de andere moet het raden.  “Land beneden Nederland” brult de ene “België” roept dan de andere dan. Je hebt 30 seconden voor elk kaartje met vijf begrippen. Voor elk goed antwoord krijg je een punt.

Op een gegeven moment was de oudste dochter aan het beurt om de omschrijvingen te verzinnen, de jongste moest raden. “Presentator Kopspijkers” zei de oudste.  “Jack van Gelder” antwoordde de jongste. “Goed” zei de oudste. Wat??? Ze hadden het allebei fout maar ze hadden het begrip wel goed – er stond inderdaad Jack van Gelder op het kaartje. In plaats van een punt hadden ze een strafpunt verdiend vonden Marianne en ik, maar triomfantelijk schoven ze hun poppetje een plaatsje verder op het bord.  Tja ….

0000 jacksJack Spijkerman en Jack van Gelder; hoe haal je ze uit elkaar. (Foto’s WIkipedia)

 

Weer (3)

Ook vandaag wil ik het met u hebben over het warme weer van vorige week. Mocht u overigens een derde achtereenvolgende  blogpost over dit onderwerp wat veel van het goede vinden, dan bevindt u zich in “goed” gezelschap, want in 2015 tweette  Donald Trump al.

0000 40 trump

Op het gevaar af dat u mij ‘boring‘ gaat vinden, toch nog een keertje over het weer van vorige week . Op de sociale media werd daar  vorige week namelijk druk over “gepraat”. Twee voorbeelden.

Allereerst een tweet van de politie van de stadswijk Feyenoord – u mag  drie keer raden in welke stad die wijk ligt.

0000 40 tweet politie

Ivm het weer doen wij geen achtervolgingen te voet. Verzoek is dus om niet weg te rennen als we roepen dat je moet blijven staan.
Als de temperatuur onder 20 graden zakt, doen we weer graag mee

Kijk, dat vind ik humor. Ik vond de tweet dan ook leuk, maar dan moet je net Nederland hebben. Een aantal zuurpruimen vond  dat zo’n tweet beslist niet  kon. ‘

Vinden jullie het gek, dat niemand de #politie nog serieus neemt. Jullie gedragen je als een stel pubers en zo worden jullie door menigeen ook behandeld. Shame on you!”  gaf iemand die zich een “Vrije geest” en een “creatief denker” noemde  als reactie . En iemand anders  tweette: “Neem de burger serieus door de wet uit te voeren, in plaats van janken over de temperatuur. Met deze mentaliteit zou er in zuidelijken landen chaos ontstaan. Jankers zijn het tegenwoordig.”

Zucht. Gelukkig waren er ook genoeg mensen die het voor het politie opnamen. En ook moet ik zeggen dat de politie Feyenoord steeds keurig een reactie gaf op elke klaag-reactie op de ‘zweet-tweet’, zoals:

0000 40 polpolitie

Ook degene die in zijn reactie begon over de conditie van de gemiddelde agent van de politie Feyenoord en de score die hij/zij behaald – dat woord had eigenlijk met een ‘t’  gespeld moeten worden –  bij een “coupe test“, kreeg keurig een antwoord.

0000 40 polpolitie 2

Dan een andere tweet en wel van ‘Buienradar’. Deze tweette:

0000 ijsje

Leuk gevonden en deze tweet kreeg dan ook haast alleen maar positieve reacties, al was er toch nog iemand die wat te zeuren had: “Zorg eerst maar eens dat jullie het weer goed voorspellen. Begin deze week melding dat de afkoeling vrijdag zou komen. En later wordt het elke dag een dag opgeschoven. In het Noorden hebben we nog steeds geen afkoeling.”

Dan nog even over mijn vader en het weer. Hij was geen twitteraar -gezien het feit dat hij  in 1985 overleed, is dat ook niet zo verwonderlijk. Wel was hij weervrijwilliger voor de KNMI, gespecialiseerd in onweer.  In de jaren zestig had je in Nederland een heel netwerk van vrijwilligers die allerlei meldingen over het weer aan de KNMI door gaven.

Mijn vader was ook lid.  Voor zover ik weet, gaf hij  alleen meldingen door over onweer. Hij had daartoe een speciaal formulier van de KNMI waarop hij – in het geval dat het onweerde – noteerde hoe lang het onweer duurde, de hevigheid er van en op wat voor afstand van ons huis het was. Ik hielp hem daarbij wel eens.  Als we een bliksemflits zagen, telden we hoe lang het duurde voordat we de donder hoorden en berekenden dan hoe ver weg het onweer was – elke seconde tussen flits en klap stond ongeveer voor 340 meter.

Eens in de zoveel tijd – ik geloof één keer per maand – stuurde mijn vader het formulier per post op. Wat de KNMI er dan nog mee kon, geen idee. In ruil voor zijn vrijwilligerswerk kreeg mijn vader een gratis blad van de KNMI. Daar stonden allerlei interessante verhalen over het weer, en ook over sterrenkunde in, die ik, de jonge ‘assistent-waarnemer onweer’,  met plezier las.

Vijftig jaar geleden

Vandaag is het vijftig jaar geleden dat de mensheid voet op de maan zette. Op zondag 20 juli 1969 om 20:17:39 GMT landde de maanlander met aan boord Neil Amtrong en Buzz Aldrin op de maan.

De eerste twee uur op de maan werd besteed om de maanlander klaar te maken voor onmiddellijk vertrek. Dit voor het geval  er iets mis zou gaan en een snel vertrek noodzakelijk was. Daarna stond een dutje op het programma, maar de beide astronauten hadden daar geen behoefte aan – net zoals je als klein kind de avond voor je verjaardag moeilijk in slaap viel – en er werd besloten om eerder dan gepland met de maanlanding te beginnen.

Nu mag u raden: wat was de eerste handeling die Neil Amstrong deed nadat hij het luik opende? Hij gooide een zak met afval met urine- en poepzakken, vieze filters en verpakkingen van eten naar buiten! Nog voordat hij de trap afdaalde. De buitencamera was overigens nog niet ingeschakeld waardoor het op tv niet te zien was.

Het is fraai. De mens reist vier dagen door de ruimte heen om naar de maan te gaan en daar aangekomen is het eerste wat hij doet een zak met afval op de maan gooien.

0000 afvalDe witte zak met afval op de boden van de maan.

We verplaatsen ons nu even duizend jaar in de tijd. In een ‘galaxy, far far away’ is een planeet ontdekt met een levensvorm die op de onze lijkt. Dankzij het gebruik van wormgaten kunnen we er naar toe reizen. De bewoners nodigen ons uit en als het ruimtevoertuig van de mensheid is geland, gaat er op die onbekende planeet een luid gejuich op. Dan gaat de deur open en vliegt er een zak met afval naar buiten. Nou die bewoners zullen ons vast nog een keertje uitnodigen, maar niet heus.

Maar goed, terug naar de maanlanding van 20 juli 1969. Zie hier hoe Buzz Aldrin uit het luik kruipt. Het was passen en meten om met zijn ‘rugzak’ door het luik te komen.

0000 uitstappen0

0000 uitstappen

0000 aaa

0000 aaa1

0000 aaa2

De foto’s zijn gemaakt door Neil Amstrong, die sowieso de meeste foto’s op de maan maakte. Op alle beroemde foto’s van een astronaut op de maan is dan ook Buzz Aldrin te zien.

0000 aaa22Dit is Buzz Aldrin. In de weerspiegeling van diens helm is Amstrong te zien.

In totaal liepen de twee mannen zo’n 2,5 uur op de maan en verbleven ze, inclusief de tijd in hun maanlander, ruim  21 uur op de maan. Toen vlogen ze weer weg en maakten even later contact met de Columbia, waarin hun maatje Michael Collins ondertussen eenzaam rondjes om de maan had gedraaid. Op de momenten dat hij achter de maan was, met de aarde niet in zicht, werd Collins wel betiteld als de eenzaamste mens in het heelal.

De beelden van de maanlanding werden wereldwijd door naar schatting zo’n 500 miljoen mensen bekeken. In Nederland werden Chriet Titulaer en Henk Terlingen er beroemd mee.

0000 henk terlingen

Vijftig jaar geleden. HenkTerlingen (“Apollo Henkie”) – jasje en schoenen uit; wijnfles op de grond; volle asbak; papiertroep om hem heen – zit te wachten totdat hij in de tv-uitzending weer wat moet zeggen. Hij heeft even rust. De deskundigen zijn aan het woord.

Zelf heb ik de maanlanding ook “live” gezien. (Niet op de maan uiteraard maar kijkende naar de televisie-uitzending. ) Vier jaar geleden schreef ik hierover in een blogpost:

“[…]  Mijn ouders gingen niet op vakantie naar het buitenland. Dat vonden ze met vier kinderen te veel gedoe en te duur. Wij gingen elke zomer naar een huisje op een vakantiepark in Nederland. Dat was ook leuk. Ik kan me zulke huisjes herinneren in Sint Anthonis (Noord-Brabant), Exloo (Drenthe) en Bakkeveen (Friesland). Vooral die laatste vakantie weet ik nog goed.

Ik liep er niet alleen in het donker keihard tegen ons huisje aan, maar we mochten er ook met alle kinderen naar de eerste maanlanding kijken. Mijn ouders vonden dat we zo’n historische gebeurtenis moesten zien. Dus zaten we in een volgepropt zaaltje naar een zwart-wit toestel te kijken waar we Neil Amstrong de eerste stappen op de maan zagen maken (“That’s one small step for a man, one giant leap for mankind”).

Apollo_11_first_step

Toen we terugliepen naar ons huisje – niet hollen Martin –  keken we naar de maan om te zien of we Amstrong konden zien. “Net niet” zei mijn vader, hoewel mijn jongere zusje zeker wist dat ze een stipje op de maan zag bewegen.

 

 

Honderd jaar geleden

Met hulp van Delpher zocht ik gisteren even in kranten van 1919 op de combinatie ‘Voorst’ en de naam ‘Van Neck’. Delpher toonde mij een viertal kranten, waaronder de Apeldoornse Courant van 13 juni 1919. De krant van die dag begon met ‘breaking news’ over een fietstocht die zijne koninklijke hoogheid Prins Hendrik een dag eerder te Apeldoorn had gemaakt

Plaatselijk Nieuws. Van het Loo. — Z. K. H. Prins Hendrik bracht gisteravond per rijwiel een bezoek aan den heer I. J. van Dam, voorzitter van de Afdeling „Apeldoorn” der Nederlandsche Padvindersvereeniging, te wiens huize Z. K. H. de thee gebruikte. De Prins was vergezeld van zijn page Jhr. Sminia’

Tot zover het ‘breaking news’ van de Apeldoornse Courant van 13 juni 1919. De reden dat ik met de combinatie ‘Van Neck, Voorst en 1919’ een hit kreeg, was een bericht over enkele rechtszaken die waren behandeld voor de ‘Zutphense Balie’, waarin de naam ‘Van Neck’ voor kwam. (Niet als dader natuurlijk, maar als slachtoffer.)

0000000000 1919apeldoornse courant 13 06 juni

Een diefstal met braak, het wegnemen van klosjes afvalgaren en het aanlengen van melk met water, het is niet de categorie misdaden zoals je ze vandaag de dag in de kranten aantreft, maar toch.

Deze rechtszaken waren echter niet de reden dat ik in kranten uit 1919 op de naam ‘van Neck’ in combinatie met Voorst zocht. Nee, dat deed ik omdat het gisteren precies 100 jaar geleden was dat mijn vader in Voorst was geboren. Ik keek daarom op Delher om te zien of er misschien een geboorteadvertentie of een bericht van de burgerlijke stand te vinden was, maar dat was helaas niet het geval.

Maar goed, gisteren was het dus 100 jaar geleden dat mijn vader was geboren, of zoals mijn broer het per WhatsApp formuleerde:  ‘Wat gaat een eeuw toch gauw!’  Nederland telde in 1919 zo’n 7 miljoen inwoners. Koningin Wilhelmina was de regerende vorstin, Jonkheer mr. Ch.J.M. Ruys de Beerenbrouck van de RKSP – wie kent hem niet – de ‘eerste minister’ zoals het in die tijd heette. Drie weken na de geboorte van mijn vader stemde de Tweede Kamer voor de invoering van het algemeen kiesrecht voor vrouwen, wat overigens niets met de geboorte van mijn vader te maken had.

Mijn vader heeft de honderd niet gehaald. Hij stierf 34 jaar geleden op 66-jarige leeftijd aan de gevolgen van een auto-ongeluk. Ik hoop wel de honderd te halen, maar dat duurt nog wel even. Ik ben namelijk van 1955. Dat is, en nu dwaal ik wel wat af, hetzelfde jaar als waarin Albert Einstein overleed – dit voor degenen die in reïncarnatie geloven.

En nu ik het toch over Albert Einstein heb, ik moet opeens denken aan die beroemde conversatie tussen Albert Einstein en Marilyn Monroe, waarin de laatste gezegd zou hebben: “Het zou toch wat zijn als wij samen een kind zouden hebben. Uw hersens en mijn uiterlijk.”, waarop Albert Einstein zou hebben geantwoord “Interessante gedachte, maar het kan natuurlijk ook andersom  uitpakken.” Volgens sommige bronnen eindigde hier de conversatie, maar volgens andere bronnen zou Marilyn daarna nog gezegd  hebben: ‘Wat bedoelt u?‘, waarop Einstein antwoordde “‘Dit bedoel ik dus.”

Ik geloof overigens helemaal niks van dit verhaal, het is ongetwijfeld een broodje aap verhaal. Volgens mij hebben Einstein en Marilyn Monroe elkaar nooit ontmoet. Of toch wel?

0000000000 2EinsteinEen ‘stil’ uit een reclamefilmpje voor Pepsi cola.

Maar goed, terug naar 1919. Negen dagen na de geboorte van mijn vader was er een volledige zonsverduistering, die te zien was in zowel Zuid-Amerika als in Afrika. Twee expedities reisden vanuit Europa naar die continenten om te zien of het licht rondom de zon   werd afgebogen, iets wat Albert Einstein’s algemene relativiteitstheorie voorspelde. Dat bleek inderdaad het geval te zijn. Mijn vader was op dat moment negen dagen oud. Ik neem aan dat hij hier niks van mee heeft gekregen.

Voor het geval, u nu zegt, wat bazelt hij hier allemaal, citeer ik even nog Albert Einstein: “Logica brengt je van A naar B. Verbeelding brengt je overal.”