Dit weekend waren de beide dochters op bezoek. De oudste had iets nieuws ontdekt: biggen gooien. Voordat u nu de politie; de dierenbescherming of de BTG (de Bond Tegen Biggengooien) belt, het betreft hier een spelletje. Ze had het tijdens een vakantie leren kennen en op marktplaats zelf een exemplaar gekocht. Het heeft dus niks met echte biggen te maken, en ook bijvoorbeeld vegetariërs kunnen rustig meedoen.
Je gooit met varkentjes. Die komen dan op een bepaalde manier op de tafel terecht en dat bepaalt hoeveel punten je krijgt. Staat een big recht overeind of ligt hij op zijn rug, dan krijg je daar vijf punten voor. Zie onder: twee keer vijf punten.
Liggen ze op hun neus, dan levert je dat zelfs tien punten op.
Liggen ze allebei op dezelfde zij, dan krijg je één punt. Maar liggen ze elk op een verschillende zijde, – je kan dat zien omdat de biggen een stip hebben aan één kant -, dan is je beurt voorbij en ben je alle punten van die beurt kwijt. Je mag in je beurt net zo vaak gooien als je wilt. De punten worden bij elkaar opgeteld. Het is dus een zaak van telkens ‘ga ik wel of niet nog een keer gooien?”
Twee verschillende zijden, de beurt is voorbij, alle punten van die beurt kwijt: nul punten. Tja, had je maar op tijd moeten stoppen.
De winnaar is degene die het eerst 100 punten haalt, tenzij iemand anders nog meer punten haalt dan degene die als eerste boven de 100 uitkomt. (Een ieder krijgt nog een slotbeurt als er iemand boven de 100 uit is gekomen.) Ik hoop dat u het snapt. Johan Cruijff zou zeggen: “Als ik zou willen dat je het begreep, zou ik het beter hebben uitgelegd.”
Enfin, wij gingen het spelen en daar zaten vier volwassen met biggen te gooien. De eerste spelletjes werden gewonnen door de dochters. Die gooiden in hun beurt telkens net zo lang totdat ze bij elkaar meer dan twintig punten hadden. Daar hadden ze dan meestal vier of vijf worpen per beurt voor nodig (waarbij er dus geen worp tussen mocht zitten waarbij de varkentjes op een verschillende zij lagen.) Kunt u het nog volgen? Wel opletten graag, want anders zit ik voor niks te schrijven.
Deze ex-wiskundestudent had al na een paar spelletjes door dat de kans dat als je vier of vijf keer achter elkaar gooit er een worp tussen zit met de biggen op een verschillende zij, best groot was, en besloot daarom te stoppen zodra ik in een beurt meer dan tien punten bij elkaar had gegooid. En zie, de statistiek (en ik dus) wint het van het gokken van de dochters.
Winnaar Pap!