Het wereldkampioenschap voetballen is weer voorbij. Het werd in Qatar gehouden en dat had nooit gemoeten, maar daar wil ik het nu niet over hebben, Wel over strafschoppen. Argentinië is wereldkampioen geworden. Het won in de finale de strafschoppenserie van Frankrijk. Eerder versloegen ze in de kwartfinale Nederland, ook al na strafschoppen.
De kunst van het strafschoppen nemen is belangrijk. Bondscoach Louis van Gaal weet dat uiteraard ook. In zijn vorige periode als bondscoach tijdens het WK van 2014 verloor Nederland in de halve finale met strafschoppen, ook toen van Argentinië. Van Gaal kondigde daarom al een jaar voor dit WK aan dat hij het wetenschappelijk ging aanpakken. Er werd zelfs twee maanden voor het WK nog een speciale stafschoppendag op Zeist voor de doelmannen van Oranje gehouden.
Uit het AD van 20 september 2022
Maar nadat Nederland ondanks deze voorbereiding ook deze keer de strafschoppenserie verloor zei Van Gaal dat het gewoon een loterij was. Tot zover de wetenschappelijke aanpak van Van Gaal.
Uiteraard is het geen loterij. Strafschoppen nemen is een vaardigheid. Neem Kylian Mbappé die tijdens de WK-finale – over druk gesproken – liefst drie strafschoppen benutte (twee tijdens de wedstrijd; eentje bij de shoot out.) Ook het stoppen van de strafschoppen is een vaardigheid, waarin de ene keeper beter is dan de andere. Kortom, het is geen loterij. Daarom bij deze een cursus strafschoppen.
Alles wetenschappeliijk onderbouwd. Er zijn namelijk meerdere bedrijven en sites die er allerlei analyses op los hebben gelaten. Tienduizenden strafschoppen zijn er onderzocht, waarbij er is gekeken of er statistische verbanden zijn. Lang niet alle gevonden statistische resultaten zijn relevant. Vrouwen stoppen bijvoorbeeld vaker strafschoppen dan mannen. Is waar. Maar misschien nemen vrouwen strafschoppen wel slechter dan mannen en stoppen de keepsters er daarom meer. Dus niet direct de keeper in de strafschoppenserie vervangen door zijn vrouw.
Nog zo’n verband waar je niet veel aan hebt. Mensen met het sterrenbeeld Leeuw blijken niet alleen vaker een strafschop te benutten maar stoppen er ook meer. Komt mij als Leeuw logisch voor maar toch, ik zou er niet te veel waarde aan hechten. Maar nu over naar de statistische verbanden die er wel toe doen.
We beginnen met de strafschoppenserie. Er wordt geloot wie mag beginnen. Als je die loting wint, kies dan altijd om als eerste te gaan schieten. Statistieken, gebaseerd op grote aantallen shoot-outs, laten namelijk zien dat het beginnende team net iets vaker wint. Een onderzoek gebaseerd op grote aantallen strafschoppenseries geeft een voordeel van 51,5% – 48,5% ; een ander onderzoek zelfs 60% – 40% maar dat is op te weinig shoot-outs gebaseerd. Dat laatste geldt ook voor de statistieken van de shoot-outs genomen tijdens WK’s.
Tot dit WK waren er 30 shoot outs op een WK. (Het is in 1978 geïntroduceerd). De score was 15-15. Op dit WK waren er vijf; twee gewonnen door het beginnende team; drie door het team dat als tweede moest (waarvan Argentinië twee keer.) De WK-stand is dus nu 17-18, maar in zijn algemeenheid (gebaseerd dus op veel grotere aantallen) is de stand 51,5%-48,5% in het voordeel van de beginnende partij.
Shoot out tijdens de Champions League Finale 2012;Bayern München – Chelsea; 19 mei 2012; foto Markus Unger; Wikipedia
Beginnen dus met schieten als je de loting wint. Psychologen geven als verklaring voor de grotere winstkans dat de druk om telkens de gelijkmakende strafschop te moeten maken groter is dan de druk om als eerste te schieten. Degene die als eerste begint, schijnt onbewust in zijn achterhoofd nog de gedachte te hebben dat als hij mist zijn keeper de strafschop van de tegenstander uit de gelijkmakende beurt wellicht stopt.
Wetenschappelijke tip 1: Als je de loting bij een strafschoppenserie wint, kies er dan voor om met de serie te beginnen.
Om deze druk hoog te houden moet je als eerst schietende partij er natuurlijk wel voor zorgen dat de eerste strafschoppen raak zijn. Daarom moet je altijd je beste penalty-nemers als eerste laten schieten. Dus niet je aanvoerder die “zijn verantwoordelijkheid pakt” als eerste laten schieten maar je beste man als eerste.
Kijken we nou wat Nederland deed tegen Argentinië dan zien we dat daar Virgil van Dijk, de aanvoerder maar niet de beste strafschoppennemer van Nederland, als eerste ging schieten (en miste) en niet de beste strafschoppennemer van de ploeg (Koopmeiners). Tot zover de wetenschappelijke aanpak van Louis van Gaal en keeperstrainer Frans Hoek.
Ook Brazilië ging tijdens dit WK in de kwartfinale tegen Kroatië hier goed de mist mee in. Neymar, hun beste penaltynemer wilde graag de beslissende vijfde penalty nemen (en dan ijdel oh ijdel – daarna de gevierde man zijn die zijn ploeg naar de halve finale had geschoten). Het trieste was dat hij zelfs niet meer aan de beurt kwam. Voor hem misten al twee andere Brazilianen. Een strafschoppenserie en je beste penaltynemer neemt niet eens een strafschop. Tja….
De meeste landen zijn echter wel zo verstandig om met hun beste strafschoppennemers te beginnen. Dat je zie ook terug in dit staatje van de site van The Analyst met de perentages benutte strafschoppen per strafschoppennemer in de serie. Dat zakt van 75% voor de nummer 1 naar 50% voor nummer 5.
Wetenschappelijke tip 2: Je beste strafschoppennemers als eerste laten schieten in een strafschoppenserie.
Wie moet er trappen? De 30-plussers doen het volgens de statistieken beter dan jongeren. De aanvallers en middenvelders doen het beter dan de verdedigers en nooit iemand laten schieten die zijn laatste drie strafschoppen heeft gemist. Die schiet zijn vierde poging opvallend vaak op de paal of lat. Blijkbaar wil hij het zo graag goed doen nu, dat hij zo ver mogelijk van de keeper af schiet en schiet hem dan op de paal. Maar iemand die zijn laatste drie strafschoppen onder druk heeft gemist, zou ik persoonlijk sowieso geen penalty laten nemen.
Wetenschappelijke tip3: Oudere aanvallers en middenvelders zijn de betere strafschopnemers
Nu over naar het nemen van de strafschop. We beginnen met iets simpels – althans dat lijkt het – de aanloop. Je kan een grote aanloop nemen, een kleine of uit stand schieten. Alles is uiteraard onderzocht. De statistieken leren dat de lengte van de aanloop er toe doet. Er zijn namelijk keepers die aan de houding en de bewegingen van de speler tijdens de aanloop kunnen “zien” in welke hoek hij gaat schieten.
Dat lukt hem/haar het beste als hij/zij de penaltynemer een aanloop van vijf stappen ziet maken. Dan stopt hij 31% van de strafschoppen. Bij een aanloop van slechts twee passen (uit stand dus bijna) zakt dit percentage naar 27%. Bij een langere aanloop dan 5 stappen lukt het de keeper om de een of andere reden ook niet meer goed. Te veel beweging waarschijnlijk. Dan zakt het percentage gestopte strafschoppen zelfs naar 22%. Het beste is dus om een aanloop van in ieder geval langer dan vijf passen te nemen. Die aanloop moet – blijkt ook uit cijfers – daarnaast niet te snel zijn maar ook niet te langzaam. Klinkt logisch zou Johan Cruijff zeggen.
Wetenschappelijke tip 4: De strafschoppennemer moet een wat langere aanloop (niet te hard en niet te zacht) nemen, in ieder geval meer dan vijf passen.
Wat ook van belang is voor de strafschoppennemer is om tijdens de aanloop niet alleen naar de bal te kijken, maar ook naar de goal en de keeper. Sommige keepers gokken en duiken al tijdens de aanloop naar een hoek en dan kan je alsnog voor de andere hoek kiezen. Kijkt de strafschopnemer alleen naar de bal dan bedraagt volgens cijfers van InstantSport.com het percentage benutte strafschoppen 69%. Kijkt hij echter ook naar de keeper dan stijgt dit percentage naar 76%.
Wetenschappelijke tip 5: tijdens de aanloop moet de strafschoppennemer ook naar de keeper kijken
De volgende vraag is: waar te schieten? In ieder geval op het doel. Het beste is om in de hoek te schieten, hard, maximaal niet meer dan een metertje van de paal af verwijderd en redelijk hoog. Maar niet precies in de bovenhoek, want dan heb je een te grote kans om over te schieten; Ook niet te laag want dan kan een duikende gokkende keeper er bij en zeker niet door het midden.
Zie hier twee plaatjes afkomstig van de site van the Analyst met daarop aangegeven hoe de benutte en gemiste strafschoppen tijdens WK’s vanaf 1982 zijn genomen. Dit zijn de benutte strafschopppen
En dit zijn de gemiste strafschoppen.
Je ziet dat veel spelers de neiging hebben om de bal laag in de hoek te schieten en ook dat een behoorlijk aantal van die strafschoppen wordt gestopt (Meestal omdat ze niet hard genoeg zijn en/of omdat de keeper gokte). Kijk je echter naar de wat hoger in de hoek geschoten strafschoppen, dan zie je dat die nauwelijk tot helemaal niet worden gestopt. Als de bal hard genoeg is geschoten, dan kan de keeper er gewoon niet bij. Als het wel mis gaat, dan is het omdat de strafschop over of naast wordt geschoten of tegen de paal/lat. De keuze voor een wat hogere bal in de hoek van het doel is juist. De technische uitvoering is een kwestie van veel trainen.
(Je ziet ook een aantal rake strafschoppen die dwars door het midden worden geschoten, waaronder enkele panenka’s. Het betreft dan meestal een gokkende doelman die een hoek in duikt. Als de doelman niet gokt kan hij ze makkelijk tegen houden. Kom ik verderop op terug.)
Rechtsbenige spelers hebben de neiging om de bal in de linkerhoek te schieten (vanuit de strafschoppennemer gezien); Linksbenige spelers in de rechterhoek. Schiet echter niet 100% van de strafschoppen in dezelfde hoek. Dat helpt gokkende keepers (die soms de voorkeuren van spelers op hun bidon schrijven). Af en toe er daarom eentje in de andere hoek schieten. Maar als ze maar hoog genoeg zijn, dicht genoeg bij de paal zijn en hard genoeg zijn, dan kan de keeper er gewoon niet bij. Mbappé schoot zijn drie penalties tijdens de WK-finale alle drie in dezelfde hoek. Ze waren hard en hoog genoeg: drie goals.
Zie hier de twee gemiste strafschoppen van Nederland tegen Argentinië. Links die van Berghuis; rechts die van Van Dijk. Die van Berghuis zat niet echt in de hoek en was te laag. Daarom kon de keeper er bij. De bal had verder de hoek in gemoeten en hoger. Die van Van Dijk zat iets beter in de hoek maar was ook te laag. Daarnaast waren ze alle twee te zacht
Wat je echter niet moet doen is zo hard mogelijk knallen (zoals Johan Neeskens dat vroeger deed en Harry Kane tijdens dit WK tegen Frankrijk). In 28% van de gevallen gaat het dan namelijk mis. Je hoeft de bal maar iets verkeerd te raken en hij vliegt het stadion uit.
Harry Kane schiet de bal heel hard heel hoog over. Er wordt nog steeds naar de bal gezocht.
Als je de bal “normaal hard” schiet, dan is dat voldoende. De gemiddelde reactietijd van een mens is ongeveer 0,2 seconde. De keeper kan er dan niet meer bij. Zuiverheid (dichtbij de paal en redelijk hoog) is belangrijker dan keihard schieten.
Wetenschappelijke tip 6: Schiet de bal redelijk hoog, hard en dicht bij de paal.
Dan de doelman. Voor de doelman is er maar één gouden regel. Reageren op het schot! Niet gokken op een hoek. Het is geen loterij. Wie niet gokt maar reageert op het schot zal veel meer strafschoppen stoppen dan de gokker. (35% om 21%). Dat komt omdat hij dan alle slecht genomen penalty’s stopt.
Een keeper die op de verkeerde hoek gokt. De bal was slecht in geschoten. Te laag, te zacht en niet ver genoeg in de hoek. Had de keeper niet gegokt maar gereageerd dan had hij hem simpel kunnen stoppen. Foto: Björn Láczay; Wikipedia.
De keeper moet altijd reageren op het schot en niet naar de speler kijken tijdens diens aanloop. En pas reageren als de bal beweegt en je de richting en beweging van de bal kan zien. De goed genomen strafschoppen stop je dan weliswaar niet, maar alle slechte genomen penalties wel. 1,5 keer zo veel als bij gokken!
En wat zagen we doelman Noppert doen tegen Argentinië in de strafschoppenserie op het WK na de uitgebreide wetenschappelijke analyse van Louis van Gaal en keeperstrainer Hoek? Gokken! Minstens bij drie van de vijf penalties gokte hij op een hoek. Alle drie keer mis. (Het was bij de andere twee strafschoppen niet te zien of hij reageerde of dat hij op de goede hok gokte.) Wellicht had hij één van de drie fout gegokte strafschoppen (de eerste of de derde) bij reageren wel kunnen stoppen (de vijfde strafschop was sowieso te goed ingeschoten).
Bij strafschop 1, 3 en 5 gokt Noppert op de verkeerde hoek. Bij strafschop 2 zat hij wel goed maar die was te goed in geschoten. Strafschop 4 werd naast geschoten.
Wetenschappelijke tip 7. De keeper moet niet op een hoek gokken maar reageren op het schot.
Tot zover deze gratis strafschoppencursus. Vraag niet hoe het kan maar profiteer ervan. Om nog twee echte kenners te citeren:
“Penalty’s zijn een specialiteit, wie niet iedereen ken” – Johan Cruijff (hij nam zelf haast nooit strafschoppen.)
“Onuitroeibaar zit het in de hoofden: je kunt niet op strafschoppen trainen, het is een loterij.” – Jan Mulder, analist der analisten.