Zaterdag was de finale van de Champions League. Real Madrid won met 3-1 van Liverpool. Dat Real won, mocht vooral de doelman van Liverpool zich aanrekenen. Hij blunderde twee keer gigantisch. Eén keer wierp hij bij een uitgooi de bal tegen het been van een speler van Real Madrid aan, waarop de bal in het doel verdween en bij een houdbaar afstandsschot liet hij de bal op kinderlijke wijze door zijn handen gaan.
Die zal na afloop niet lekker in de kleedkamer hebben gezeten. Dat doet me denken aan het antwoord van Barry Hughes op een vraag van een journalist. Barry Hughes was begin jaren zeventig trainer van Go Ahead, mijn favoriete clubje. Onze keeper had enorm geblunderd en een journalist vroeg na afloop hoe het met de doelman ging. “Niet best” antwoordde Hughes “Hij zat er in de kleedkamer helemaal verslagen bij, gooide wanhopig zijn hoofd in de handen en miste.”
Barry Hughes, geboren in Wales, was in de jaren zeventig van de vorige eeuw een bekende trainer, onder andere van Haarlem en van Go Ahead. Hij was echter niet alleen bekend als trainer maar ook als entertainer. Zo zong hij carnavalsliederen en trad hij op in allerlei televisieprogramma’s. Daarnaast genoot hij bekendheid omdat hij getrouwd was met de televisieomroepster en later radio- en televisiepresentator Elles Berger.
Elles Berger en Barry Hughes trouwen; 13 mei 1965; fotograaf Jac De Nijs; Anefo; Nationaal Archief.
In 2015 heb ik voor Hard Gras, een literair voetbaltijdschrift, een verhaal over het jeugdhuis van Go Ahead geschreven. Dat was een soort internaat waar talentvolle jeugdspelers in woonden. Mijn vader was vijftien jaar lang de studiebegeleider van de spelers in het jeugdhuis. In dat verhaal kwam Barry Hughes ook voor. Ik citeer even uitgebreid uit dit verhaal:
“[…] Het jeugdhuis kwam onder leiding van een nieuw echtpaar en de club vroeg Gerrit Eggink, een bekende makelaar in Deventer, te gaan fungeren als een soort praatpaal voor de spelers uit het jeugdhuis. Mijn vader, Harry van Neck, werd gevraagd als nieuwe studiebegeleider. Eggink was niet alleen makelaar in Deventer, hij had er ook een groot sociaal netwerk. Als er spelers uit het jeugdhuis ’s avonds in de binnenstad werden gesignaleerd op een tijdstip dat ze er niet behoorden te zijn, dan kreeg hij al snel een belletje. Mijn vader was de directeur van de MEAO in Deventer en kende vanuit die functie de andere directeuren van scholen in Deventer en omgeving goed en dat hielp bij het regelen van bijzondere studiefaciliteiten, zoals op maat gemaakte huiswerkbegeleiding voor de jeugdspelers. Wekelijks bezochten Eggink en mijn vader het jeugdhuis, waarbij dan ook vaak de studievoortgang werd besproken.
Eén van de eerste spelers in het jeugdhuis die met het strengere beleid te maken kreeg was Peter Arntz. Deze latere international was door de KNVB uitgenodigd voor een trip met het UEFA-jeugdelftal naar Zwitserland, maar omdat Eggink en mijn vader van mening waren dat het leren voor een proefwerkweek – die zou een dag na terugkomst uit Zwitserland beginnen – een hogere prioriteit had, kreeg hij tot zijn ontzetting geen toestemming om mee te gaan. Hij klaagde nog bij Barry Hughes – deze was in 1970 Fadrhonc opgevolgd als trainer – maar dat hielp niet. ‘Leren voor school is belangrijker’ zei Hughes en in plaats van in Zwitserland te voetballen, zat Arntz die week gebogen over de schoolboeken.
Ook Jack van Loon, een andere jeugdspeler, merkte dat Barry Hughes school belangrijk vond. Van Loon was bij de A-selectie gehaald, speelde al mee in oefenwedstrijden en stond op het punt om zijn debuut in de eredivisie te maken. Voor Jack van Loon was dit alles aanleiding om de aandacht voor school tot een minimumniveau terug te brengen. Mijn vader vroeg Hughes of hij Van Loon hierover wilde aanspreken. “Doen we “ zei Hughes en hij riep Jack van Loon bij zich.
“Jack, het gaat goed op het veld hè.” sprak Hughes. Jack straalde. “Maar ik hoor van meneer van Neck hier dat je de school een beetje aan het verwaarlozen bent. Klopt dat?” “Mwah” mompelde Jack. “Is niet goed Jack, school is belangrijk. Ik zet je voor vier weken terug naar de jeugd. Als het daarna weer beter op school gaat, dan mag je weer bij de A-selectie mee trainen.”
Van Loon keek Hughes verbijsterd aan. Ook mijn vader was verrast. Dit had hij niet met Hughes afgesproken. Maar het hielp. Zijn aandacht voor school nam weer toe. Na vier weken mocht hij weer met de A-selectie mee trainen en even later zijn debuut maken. (Uiteindelijk zou Jack van Loon tot 1976 voor Go Ahead Eagles spelen. Daarna vertrok hij naar FC Groningen voor welke club hij ook nog eens ruim 200 wedstrijden zou spelen. Hij overleed in 2005 op 51-jarige leeftijd.)
Barry Hughes was gedurende de vijftien jaar dat mijn vader van 1970 tot aan zijn overlijden in 1985 de studieadviseur van het jeugdhuis was de trainer die de meeste belangstelling had voor de schoolprestaties van de spelers. Met de meeste andere trainers moest mijn vader vaak een strijd voeren om de jeugdspelers gelegenheid te geven om te leren. De fanatiekste onder hen was Wiel Coerver, trainer van Go Ahead Eagles in het seizoen 1976 – 1977. “Alle jeugdspelers moeten van school af. Ze moeten de hele dag trainen, dan maak ik ze allemaal miljonair. U kunt wel weg”. sprak hij. “Ik dacht het niet” zei mijn vader en de spelers bleven op school.
Hughes vond het van een goed karakter getuigen als een speler naast het voetballen ook trachtte op school succesvol te zijn. Karakter was naast techniek één van de zaken waar hij potentiële nieuwe spelers op beoordeelde. Eigenlijk was Hughes daarmee Louis van Gaal 25 jaar voor. Deze verklaarde in 1995 dat zijn successen met Ajax mede te danken waren aan zijn beoordelingssysteem TIPS dat stond voor ‘Techniek, Inzicht, Persoonlijkheid en Snelheid.’ Van Gaal zal het ongetwijfeld ontkennen, maar misschien heeft hij in zijn periode dat Hughes bij Sparta zijn trainer was – Van Gaal in de rust bij een wedstrijd: “Trainer, vindt u ook niet dat er gewisseld moet worden”; Hughes; “Inderdaad Louis, jíj gaat eruit, kleed je maar om” – iets van zijn gedachtewereld overgenomen.
Ten aanzien van zijn vak was Barry Hughes heel serieus, maar hij was ook een showman. Hier overhandigt hij in maart 1974 een gouden plaat aan Alice Cooper. In ruil daarvoor krijgt hij een gouden bal terug. (Let even op de fijne details zoals de bij de overjas passende pet van Hughes en het blikje Budweiser in de hand van Alice Cooper. Je bent tenslotte een woeste rocker of niet.) Fotograaf onbekend; Nationaal Archief
Dat Hughes spelers niet alleen beoordeelde op technische aanleg merkte ook Piet Hamberg. In 1972 voetbalde Hamberg bij BNC uit Finsterwolde en maakte hij deel uit van de nationale UEFA-jeugdselectie. Hij gold als één van de grootste talenten van Nederland en vanuit het betaalde voetbal was er dan ook veel belangstelling voor hem. Ook Go Ahead Eagles nodigde hem uit voor een gesprek.
Tot verbazing van Go Ahead kwam hij samen met een zaakwaarnemer. Waarschijnlijk was hij één van de eerste jeugdspelers in Nederland met een zaakwaarnemer. Hamberg vleide zich neer in een stoel – hij lag meer dan dat hij zat – en luisterde naar de verhalen van de voorzitter die vertelde wat voor een prachtige club Go Ahead wel niet was – Hamberg zakte ondertussen verder onderuit – naar Barry Hughes die zijn voetbalvisie ontvouwde – Hamberg lag nu bijna helemaal plat in zijn stoel – en naar mijn vader die vertelde hoe de spelers in het jeugdhuis werden begeleid. Toen mijn vader uit gesproken was – Hamberg lag nu horizontaal in zijn stoel – keek het jonge talent naar zijn zaaknemer. Deze kuchte en zei: “We willen 100.000 gulden tekengeld.” Dat was ruim meer dan de best betaalde speler van Go Ahead Eagles verdiende.
Hughes en mijn vader keken elkaar aan. Hughes pakte zijn portemonnee, haalde er een biljet van 25 gulden uit en gaf dit aan Hamberg. Deze wist niet goed wat hij er mee moest. Was dit een voorschot op zijn tekengeld? “Voor de reiskosten; veel succes elders” sprak Hughes. Hij stond op en liep de kamer uit. Later, toen Hamberg en zijn zaakwaarnemer weg waren, vroeg mijn vader aan Hughes of ze niet hadden moeten onderhandelen over het tekengeld. “Nee” zei Hughes: “Zag je niet hoe hij er bij lag in zijn stoel. Helemaal plat. Die haalt nooit de top. Niet het juiste karakter.”
Hamberg zou even later een contract bij NEC tekenen. Hij zou ook nog voor Wageningen, FC Utrecht, Servette en Ajax uitkomen maar de echte top haalde hij inderdaad niet” […]
Tot zover het citaat uit Hard Gras. Mijn vader overleed in 1985 op 65-jarige leeftijd na een auto-ongeluk. Barry Hughes leeft nog. Hij is nu 80 jaar oud. Elles Berger leeft ook nog en is 78 jaar oud. Ze zijn inmiddels 53 jaar getrouwd.