Vogels tellen (2)

Wij wonen in de vogelbuurt: Houtduiflaan, Eksterlaan, Merellaan, Kwikstaartlaan…. en zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan. Dat wij daarom mee deden aan de Nationale Vogelteldag lag dan ook voor de hand. Vorig jaar deden wij dat ook. Gedurende een half uurtje moest je de vogels in je tuin tellen. Van elk soort gaf je het hoogste aantal op dat je tegelijkertijd in de tuin zag. Dus niet het totaal van alle mussen dat gedurende dat half uurtje je tuin in en uit vloog, maar het hoogste aantal. Dit om de vogels die expres de hele tijd  van de ene tuin naar de andere vlogen en weer terug  –  dit om de telling te beïnvloeden –  de wind uit de vleugels (lees de zeilen) te nemen.

We zagen dit jaar minder vogels dan vorig jaar. Toen telden we in een half uurtje tijd vijf koolmezen, vier Vlaamse gaaien, 1 ekster en 1 pimpelmees. Nu maar twee koolmezen, één pimpelmees en één roodborstje.  Nu is het wel zo dat we deze laatste eigenlijk wel voor drie hadden mogen tellen. Het was een joekel van een roodborstje, zeg maar gerust roodborst.

roodborstje

Dit roodborstje hoeft niet bijgevoerd te worden.

Vlakverdeling

00000 spoor

Uit de Wikipedia:

Vlakverdeling of beeldopbouw is een voor de beeldende kunst en de fotografie belangrijke term. Het is een nadere omschrijving van compositie waarbij het gaat om een bepaalde indeling van het beeldvlak en de onderlinge samenhang van de samenstellende delen. […]. Afhankelijk van de stroming of school kan de vlakverdeling statisch of dynamisch, polychroom of monochroom zijn en licht of donker. Met het opkomen van de abstracte kunst is het belang van vlakverdeling toegenomen, aangezien bij abstracte kunst het figuratie element geen rol speelt en er enkel aandacht is voor compositie.

Op mijn foto, getiteld ‘Ongemakkelijke vlakverdeling nr. 6’, is de spoorrails Den Haag – Leiden te zien.

 

Blaisse Pascal, bouwer van de eerste werkende rekenautomaat

In mijn serie over de mensen achter de computer is deel vijf verschenen. Het betreft Blaisse Pascal, de bouwer van de eerste werkende mechanische rekenautomaat. Het begint als volgt:

Blaisse Pascal, 1623 – 1662, bouwer van de eerste werkende mechanische rekenmachine

Blaisse Pascal

De eerste werkende mechanische rekenmachine hebben we te danken aan een Franse belastingambtenaar. Niet dat deze hem heeft uitgevonden maar hij was de vader van Blaisse Pascal. Deze zag als negentienjarige hoe zijn vader vaak urenlang bezig was met het handmatig uitrekenen van belastingaanslagen. Hij besloot daarop een rekenautomaat te bouwen die dit rekenwerk zou kunnen overnemen. Binnen drie jaar had hij een werkend apparaat.

Blaisse Pascal was een buitengewoon slim iemand, en die opmerking is eigenlijk nog een understatement. Vandaag de dag is hij niet alleen bekend vanwege zijn ontwerp voor zijn rekenmachine maar ook vanwege zijn grote bijdragen op het vlak van de wiskunde – samen met Fermat legde hij de grondslag voor de waarschijnlijkheidsrekening – de natuurkunde (hij was bedenker van de naar hem genoemde Wet van Pascal – ‘de druk die op een vloeistof wordt uitgeoefend, plant zich in alle richtingen met dezelfde grootte voort’) en de filosofie. Ook was hij de eerste persoon die een openbaar vervoer systeem voor grote steden bepleitte en het idee omzette in een succesvolle onderneming. En dat alles is een korte tijdsperiode – Blaisse Pascal stierf al op 39-jarige leeftijd – waarin hij zich ook nog eens een aantal jaren alleen maar aan de godsdienst wijdde en vaak last had van medische kwalen.

Wie de rest van het verhaal wil lezen, kan hier terecht.

Kledingvoorschriften

Marianne heeft een sollicitatiegesprek bij een financiële afdeling van een ziekenhuis. Ze vraagt zich af wat ze aan moet doen. Altijd een moeilijke zaak. Niet te formeel maar ook weer niet te casual. “Kijk eens op de site van het ziekenhuis, dan kan je misschien zien wat de dresscode is” suggereer ik. Vaak staan er op bedrijfssites van ondernemingen interviews met mensen die er werken, meestal vergezeld van een foto.

Ze vindt het een goed idee en zoekt de site van het ziekenhuis op.  “En?’ vraag ik “Wat dragen ze?” “Allemaal een witte jas” zegt ze.

Naar het voetballen

Gisteren speelde Go Ahead Eagles, mijn clubje – de echte fans hebben het over Ko Wet –  een uitwedstrijd tegen Excelsior uit Rotterdam. Dat is niet zo ver bij ons vandaan en mijn jongste dochter, die in Rotterdam studeert, had daarom twee kaartjes gekocht. Die van haar kostte met studentenkorting 17 euro. Die van mij 22 euro. Waar zijn de tijden gebleven dat ik voor vijftig cent op de jongensrang stond.

Ons voetbal was niet zo best. Vooral de eerste helft viel het niet mee. De eerste tien minuten speelden we redelijk, we scoorden zelfs en dat was het. Onze aanvallen bestonden er daarna uit dat onze keeper uit trapte. Normaal gesproken volgt er nu een tweede zin met het vervolg van ons aanvalsplan maar dat hadden we niet. We waren na de uittrap de bal steeds kwijt.

Op een gegeven moment zei mijn dochter dat onze linksback vaak vrij stond. Klopt, zijn tegenstander ook. Hoe we achterin aan het verdedigen waren, geen idee maar Excelsior had bij rust zomaar met 4-1 of zoiets voor kunnen staan. Dat het 1-1 stond was eigenlijk een wonder. Hoe hun rechtsbuiten bij voorbeeld al die kansen miste, dat kan hij alleen maar in zijn tijd dat hij voor ons speelde  – hij heeft een jaartje bij ons gebald – hebben geleerd

excelsior

Na rust speelde we een stuk beter. Er werd niet meer gescoord, waardoor we met één puntje naar huis gingen. Daar schieten we niet veel mee op. Het degradatiegevaar is nog steeds groot.

De oudste dochter en Marianne waren niet mee. Zij gingen liever naar een museum. De oudste dochter is in tegenstelling tot de jongste dochter absoluut niet in voetballen geïnteresseerd. Daar is iets gruwelijks mis gegaan in de opvoeding. Dat is mijn vader ook overkomen. Mijn oudste broer vond voetballen namelijk maar een stom spel. Gelukkig voor hem vonden mijn andere broer en ik voetballen wel leuk.

Met zijn drietjes gingen we ruim vijftig jaar geleden – we woonden toen in Apeldoorn – dan ook vaak naar AGOVV kijken. AGOVV stond voor Alleen Goed Oefenen Voert Verder. In die tijd hadden voetbalclubs nog educatief verantwoorde namen: ADO – Aanhouden Doet Overwinnen; DWS – Door Wilskracht Sterk; DOS – Door Oefening Sterk; EDO – Eendracht Doet Overwinnen. De langste afkorting is die van NAC. Dat staat voor Noad Advendo Combinatie. NAC is een fusie club van twee verenigingen NOAD en ADVENDO, waarvan beide namen op hun beurt ook weer afkortingen zijn. De volledige naam van NAC luidt daarom dan ook: Nooit Opgeven Altijd Doorzetten Aangenaam Door Vermaak En Nuttig Door Ontspanning Combinatie. Niet een echt lekkere naam om je club mee aan te moedigen.

Terug naar AGOVV. Deze is in 1913 opgericht door enkele leden van een Apeldoornse geheelonthouderszangvereniging  – mooi scrabblewoord ware het niet dat het te lang is  – die vonden dat er naast de zangvereniging ook een voetbalvereniging voor geheelonthouders moest zijn. Omdat ze lid waren van ‘de blauwe knoop’ speelde AGOVV in het blauw. De afkorting AGOVV stond bij de oprichting voor Apeldoornse Geheel Onthouders Voetbal Vereniging. In 1921 werd de afkorting echter officieel veranderd in ‘Alleen Goed Oefenen Voert Verder’ opdat ook niet-geheelonthouders lid konden worden.

In de tijd – de jaren zestig – dat mijn broertje en ik samen met mijn vader naar AGOVV gingen, speelde de club in de tweede divisie van het betaald voetbal. Aanvankelijk stonden mijn broertje en ik samen met mijn vader in een vak naast de hoofdtribune waar mijn vader altijd met zijn vrienden en kennissen stond.

agovvBekerwedstrijd AGOVV – Feyenoord; 0-5; september 1968. Rechts van de krakkemikkige hoofdtribune, is de plek – die waar al die mensen met een paraplu staan – waar mijn vader altijd stond. Een zitplaats op de tribune was te duur. Foto Nationaal Archief.

Later toen mijn broertje en ik wat ouder waren, mochten we van mijn vader met zijn tweetjes bij de fanatieke jeugdige supportjes van AGOVV staan. Die stonden altijd achter het doel van de keeper van de tegenstander en probeerden deze  – stel dat we bijvoorbeeld tegen Cambuur speelden –  met liedjes als:“Cambuur is pet, Cambuur is pet / Ze weten niet eens wat voetballen is. / Ze hebben een keeper / die kan geen sodemieter / de bal komt er aan / en de keeper laat hem gaan” uit zijn concentratie te halen. Het werkte meestal niet. Na rust verhuisde de hele tribune naar de overkant om daar weer achter het vijandelijke doel te gaan staan, opdat we onze doelpunten goed konden zien – meestal vielen de doelpunten echter aan de overkant.

In de jaren zestig was er nog geen internet. Als het vanwege de weersomstandigheden onduidelijk was of het voetballen door ging, dan werd ik door mijn vader naar de bushalte gestuurd. Als het doorging dan reden de stadsbussen namelijk met twee blauwe vlaggetjes er op. Even later kwam ik dan juichend thuis: “Blauwe vlaggetjes, het gaat door” jubelde ik dan, waarna mijn vader zijn hoed pakte – in die tijd hadden alle mannen op de tribune nog een hoed op; ook hing er altijd een enorme sigarenlucht op de tribune – en liepen we via de Jachtlaan naar het stadion van AGOVV dat naast het park van Berg en Bos lag.

Op een gegeven moment – we waren toen al wat ouder – hadden mijn broer en ik ontdekt dat je heel gemakkelijk onder het hek van het park Berg en Bos kon kruipen. Vervolgens liep je dan door dat park en kwam je achter de hoofdtribune van AGOVV uit. Daar kon je vervolgens ook weer onder een hek kruipen en dan was je gratis in het stadion. Met de twee kwartjes die we van onze vader hadden gekregen om een toegangskaartje te kopen, kochten we dan een flesje prik. Volgens mij wist mijn vader op een gegeven moment wel dat we zo het stadion in kwamen, want als wij vlak voor het stadion tegen hem zeiden dat we nog even wat rond gingen lopen en we hem wel in het stadion zouden zien, vroeg hij haast nooit waar we heen gingen, een soort stilzwijgend verbond.

berg en bos 21972: Prins Claus plant de miljoenste boom in park Berg en Bos.; Foto Rob Mierenmet; Nationaal Archief.

Meestal dronken mijn broer en ik twee flesjes prik tijdens de wedstrijd. Eentje voor rust betaald met het geld wat bestemd was voor ons toegangskaartje, en eentje na rust betaald met het statiegeld van lege bierflesjes die we tijdens de wedstrijd her en der op de tribune verzamelden en die we dan bij het kraampje in het stadion inleverden – de tijd dat er alleen maar geheelonthouders bij AGOVV kwamen, lag al ver in het verleden.

Tegenwoordig wordt er geen bier meer in flesjes bij voetbalwedstrijden verkocht. De jongste dochter moest bij de ingang van het Excelsior-stadion zelfs een lege waterdrinkbeker afgeven – na afloop kon ze deze weer ophalen.

AGOVV ging in 2013 failliet. Ze hebben een soort doorstart gemaakt en spelen nu ergens op een laag niveau in het amateurvoetbal.

Boompjes

Zoals elders op deze site te lezen valt, heb ik twee sequoia gigantea’s gekweekt. Ze zijn nu tien jaar oud. De grootste is inmiddels 375 cm hoog, de andere bijna twee meter (deze laatste heeft een keer schimmelinfectie gehad waardoor de top er uit geknipt moest worden; een zijtak heeft sindsdien de functie van de top overgenomen.)

Zie hier een wetenschappelijk zeer verantwoorde grafiek met daarin de groei van de boompjes weergegeven.

sequoia lengte jan 2017

Ik heb eergisteren toen alles met rijp was bedekt ook even een foto van de boompjes gemaakt.

000 boomDit is de grote boom, die ongeveer 3,75 meter hoog is.

000 boom. 2En dit kleintje moet het met een metertje of twee doen.

Voor beide boompjes geldt: ‘The sky is the limit’

Rijp

Gisteren was de natuur hier overal bedekt met rijp. De kou getrotseerd en er met een fototoestel op uit. De laatste twee foto’s zijn gemaakt naast landgoed De Horsten waar onze koninklijke familie woont. Ik heb ze echter niet gezien, maar misschien was die fietser op de laatste foto wel Willem-Alexander.

rijp 00

 

rijp 0

rijp 1

rijp 11

rijp 2

rijp 3

rijp 4

rijp 5

rijp 6

rijp 7

rijp 10

rijp 8

 

Tandpasta kopen

Of ik een tube tandpasta bij de Hema voor haar wilde kopen, vroeg Marianne. Vooruit, een spannend uitje is nooit weg. Als ik mijn jas al aan heb, wordt er gebeld. Ik neem de telefoon op. Ik hoor eerst alleen maar wat gekraak en gepiep. Ik roep mijn naam nog een keer en dan hoor ik opeens een dame met een zwaar Indiaas accent zeggen: “Hello, this is Microsoft calling”.

Ik ken de truc. Iemand belt zogenaamd namens Microsoft op om te zeggen dat er fout in de software zit – dat klinkt zeer geloofwaardig – en zegt dan dat Microsoft alle klanten opbelt om de fout te herstellen – dat doen ze nooit; dat opbellen bedoel ik. Als je er in trapt, sturen ze je een mailtje met een link om een “verbeterprogramma” te installeren. Als je die link volgt, dan krijg je een virus op je pc geïnstalleerd. Vervolgens vragen ze je voor de zekerheid te controleren of alles nog werkt. Of je daarom even een cent wilt overmaken. Als je dat doet, dan blijkt de overboeking te mislukken. Even later – ze hebben stiekem op afstand meegekeken en weten nu je bank- en je inloggegevens –  wordt je bankrekening geplunderd. Het tv-programma Opgelicht besteedde er laatst een uitzending aan. Er zit een bende oplichters uit India achter. Trap er niet in.

De dame begint met haar verhaal. Ik onderbreek haar. “This is the Indian police speaking. What’s your phonenumber?” zeg ik met een net zo slecht Engels accent als zij. (Volgens Marianne aan wie ik dit verhaal later vertelde, moet dat slechte accent mij geen enkele moeite hebben gekost.) De dame is even verrast en zegt dan aarzelend “I am not allowed to give that sir”. “It is not necessary, I can see your number and your address. My Indian colleagues will be there in ten minutes time to arrest you and your colleagues. Stay on the line.” antwoord ik. Het is even stil aan de andere kant van de lijn. Dan wordt er opgehangen. Of er is nu een kantoor in India waaruit allerlei mensen weg vluchten of het volgende potentiele slachtoffer in Europa wordt gebeld.

Even later is deze crimefighter op weg naar de Hema. De tubes blijken 75 cent per stuk te kosten. Vraag niet hoe het kan, maar profiteer ervan. Ik doe royaal en pak er twee. Het kassameisje zegt dat ik er beter vier kan nemen. Het is drie betalen, één gratis. Als ik even later met mijn vier tubes de winkel uitloop, hoor ik haar gillen. “Mevrouw, mevrouw, uw hond!” Ik kijk om. Vlakbij de kassa staat een dame van middelbare leeftijd met een hond. Het beestje, het heeft bijna hetzelfde kapsel als zijn baasje, tilt net op dat moment zijn achterpootje op en bij het schap met de crèmestubes verschijnt een klein plasje. “Oh sorry” zegt de dame. Ze haalt wat tissues uit haar tas en begint de boel op te vegen.

Als ik naar huis fiets, word ik door een oude dame op een scootmobiel voorbij gereden. Ze rijdt zo hard dat Max Verstappen waarschijnlijk nog moeite zou hebben om haar in te halen. Ik ben wel gewend dat oude mensen met een elektrische fiets mij voorbij schieten (op weg naar het ziekenhuis denk ik dan altijd), maar dat ik voorbij word gereden door iemand op een scootmobiel is nieuw voor mij. Meestal rijden ze hinderlijk in de weg. Ik word oud.

Thuis gekomen leg ik de tubes tandpasta op de tafel. Taakje volbracht.

Trump geeft een interview

Donald Trump heeft een interview gegeven aan twee Europese journalisten: eentje van de Bild Zeitung en eentje van de Times. In de Volkskrant van vandaag staat een foto van het gebeuren. Ik kan hem vanwege copyright-zaken hier niet plaatsen maar google er maar eens op. (Zo kan je op google wat afbeeldingen van het interview zien.)

Je ziet Trump achter zijn bureau zitten met tegenover hem de twee journalisten. Trump zit op een net iets hogere stoel dan de twee journalisten waardoor deze tegen hem op moeten kijken, een klassieke managementtruc. Ik heb ooit eens een komische film gezien waarin twee mannen in een gesprek telkens boven hun gesprekspartner probeerden uit te komen door hun stoel telkens ietsjes hoger te draaien. Op het laatst zaten ze beide op twee meter hoogte tegenover elkaar.

Ik wil het hier niet over de inhoud van het gesprek hebben maar over het bureau van Trump. Wat een rotzooi. Overal slingert van alles, veelal betreft het Trump-gerelateerde spullen. Zo liggen er twee exemplaren van een fotoboek over hem op zijn bureau. Vermoedelijk heeft hij die net gekregen. Verder ligt er een gouden sleutel in een lijstje en nog veel meer goedbedoelde rotzooi.

Aan de wand van zijn kamer hangen fotolijstjes, veelal voorkanten van tijdschriften met Trump op de voorpagina, onder andere eentje van de Playboy. Op de foto in de Volkskrant kijk je vanuit een positie schuin achter Trump en kijk je deels de gang in. Daar zie je ook een foto van Marilyn Monroe hangen. Zo’n foto had ik vroeger ook aan de wand hangen, maar dat was in mijn studententijd. Op een andere foto kan je deels onder het bureau kijken. Er staan twee kastjes met posters er in, vermoedelijk met afbeeldingen van Trump zelf gok ik.

Al met al kan ik niet anders zeggen dat het bureau van Trump één grote puinzooi is. Als dat maar geen voorteken is van zijn presidentschap.

p.s. dat Trump best veel twittert is geen breaking news. In één van zijn laatste tweets schrijft hij vol lof over zijn dochter. Dat kan ik hem niet kwalijk nemen. Dat doe ik ook altijd (niet over zijn dochter uiteraard maar over mijn eigen dochters.)

tweet trum ivanka

Wat deze tweet leuk maakt is dat hij per ongeluk een spatie zette in het twitteraccount van zijn dochter. Daardoor verwijst hij niet naar het twitteraccount van zijn dochter @IvankaTrump maar naar het twitteraccount van een Engelse huisvrouw met de naam @Ivanka, ook een “great woman with real character and class”.

William Oughtred, uitvinder van de rekenliniaal

In mijn serie over de mensen achter de computer is deel vier verschenen. Het betreft William Oughtred, de bedenker van de rekenliniaal. Het begint als volgt:

William Oughtred, 1574 – 1660; uitvinder van de rekenliniaal

Ooit wel eens afgevraagd waar het teken ‘x’ in vermenigvuldigingen vandaan komt? Dat is in 1631 bedacht door de Engelse wiskundige William Oughtred. Hij vermeldde het in zijn boek ‘Clavis Mathematica’ (‘De sleutel tot de wiskunde’ in het Latijn). Maar dit is niet de reden dat William Oughtred is opgenomen in het overzicht van ‘de mensen achter de computer’. De reden daarvoor is dat hij geldt als de uitvinder van de rekenliniaal. Nadat de Schot John Napier in 1614 het concept van logaritmes had beschreven en de Engelsman Edmund Gunter in 1620 een rekenlat met een logaritmische schaal had ontworpen, bedacht William Oughtred in 1624 een soort ‘drievoudige liniaal’ met een bewegend deel in het midden, waarmee men dankzij de logaritmische schaalverdeling op een eenvoudige wijze vermenigvuldigingen en delingen kon maken. Liefst zo’n 350 jaar lang zou de rekenliniaal van Oughtred het hulpmiddel bij uitstek blijven bij het maken van berekeningen. Pas na de opkomst van de handrekenmachines in de jaren tachtig van de vorige eeuw verloor de rekenliniaal zijn populariteit.

Wie de rest van het verhaal wil lezen, kan hier terecht.

De WhatsApp bende

In onze wijk is een inbrekersbende aan het werk. Deze lieden gaan zeer geraffineerd te werk. Ze bestaan vaak uit duo’s: een loper en een breker. De loper – meestal een keurige heer, soms zelfs met een hoed en wandelstok – loopt op zijn gemak door de wijk, ondertussen kijkend bij welke huizen de bewoners afwezig zijn. Ziet hij een kansrijk huis, dan pakt hij zijn mobieltje en stuurt een whatsappje naar zijn partner in crime die even later komt inbreken.

De politie is inmiddels op de hoogte van de werkwijze van deze sujetten en heeft borden in de wijk geplaats – Let op buurt, What’s App actief! – om de bewoners te waarschuwen voor deze figuren en hun werkwijze.

000-whatsapp

Mocht u zelf iemand zien die al whatsappend door de wijk loopt, dan wordt u verzocht direct een brief aan de politie te schrijven.

Nieuwsjaarreceptie

Gisteren bezocht ik de nieuwjaarsreceptie van onze gemeente. Een paar jaar geleden ben ik daar ook een keer geweest, als aanhang van Marianne die daar was namens de plaatselijke afdeling van de fietsersbond. Dat was een vrij formele toestand. De burgemeester stond op een vaste plaats en er was een grote rij mensen die de burgemeester vervolgens een handje kwam geven. Toen ik aan de beurt was, duwde hij mij zo ongeveer opzij omdat hij achter mij de bekendste bouwer van onze gemeente zag staan. De burgemeester vond die man overduidelijk belangrijker – hij wist blijkbaar niet dat dé bestsellerauteur van zijn dorp voor hem stond.

000-nieuwsjaarreceptie1963 Nieuwjaarsreceptie Amsterdam, Burgemeester Van Hall in het Stedelijk Museum; fotocollectie Anefo; Nationaal Archief

We hebben nu een nieuwe burgemeester, voor het eerst iemand van de ChristenUnie. Ik besloot om weer eens een kijkje te nemen. Dit keer niet in de rol van aanhang, want Marianne werkte over, maar in de rol van burger. Ik moet zeggen de nieuwe burgemeester kwam prettig over. Hij en zijn vrouw liepen ontspannen door de zaal, links en rechts – fysiek bekeken; niet vanuit de politiek gezien – handjes schuddend en de beste wensen uitdelend.

Vlak voor achten werd hij door een ambtenaar aan de mouw getrokken ten teken dat het tijd was voor de speech. De burgermeester begaf zich naar een podiumpje en hield daar een mooi betoog over de roerige tijden waarin wij leven. Nu moet ik eerlijk zeggen dat ik maar de helft van zijn verhaal mee kreeg, want ik werd vreselijk afgeleid door de dame die naast de burgemeester stond. Om misverstanden te voorkomen – Marianne leest dit ongetwijfeld mee –  dit kwam doordat ze aan ”het doventolken”  was. Ze deed dit echter met zo’n vuur en passie dat ik meer naar haar zat te kijken dan dat ik naar het verhaal van de burgemeester luisterde. Toen onze nieuwe burgervader het bijvoorbeeld had over de angst die veel mensen voelden, trok ze een gezicht alsof ze in een donker steegje belaagd werd door tientallen hooligans.

(Even tussendoor, ik weet nu waarom die hooligans altijd een capuchon op hebben. Volgens mijn jongste dochter doen ze dat omdat ze het altijd koud hebben.)

Doventolken lijkt me niet makkelijk. Hoe “vertaal je” bijvoorbeeld woorden als Brexit en Trump? Bij de naam van die laatste trok ze een heel zuinig tuitmondje. En nu maar hopen voor de tolk dat er ook dove mensen in de zaal waren, want anders waren al haar inspanningen voor niets. Volgens een gemeenteraadslid dat ik na afloop sprak was er in ieder geval één doof iemand in de zaal. En nu zou ik natuurlijk makkelijk kunnen scoren, door te zeggen dat er ook een hoop politici in de zaal waren en die zijn meestal doof als ze naar de burgers luisteren, maar dat is niet zo, althans het raadslid  waar ik na afloop mee sprak, kwam wel redelijk over – dat is dan ook gelijk een verwijzing naar zijn partij.

Op de nieuwjaarsbijeenkomst sprak ik ook even kort met Angelique Schipper van de Talentenloods dat het Open Podium organiseert. “Het Open Podium 12-21 is voor de jeugd om hun talenten voor het voetlicht te brengen op een breed gebied van muziek, dans, theater, schrijven, tekenen, sport, multimedia tot techniek.” aldus hun site.

talentenloods

Ze vertelde dat onlangs hun piano en alle geluidsapparatuur is gestolen. Daarom is er deze week een benefietavond om geld in te zamelen voor nieuwe apparatuur.  Op 12 januari 2017 vindt dit gebeuren plaats in Theater Ludens in Voorburg. Bij deze reclame voor deze avond. Voor meer informatie hierover zie hun site.

Tot slot, de nieuwe burgemeester lijkt me “geen kwaje”, zoals ze dat vroeger bij ons zeiden.