De Titanic

In april 2012 verscheen ‘De Titanic’ met als ondertitel: ‘Reddingsboot nr.6 en andere opmerkelijke verhalen

titanic

Ontstaansgeschiedenis van het boek

De geschiedenis van de Titanic heeft mij altijd al geïnteresseerd. De grootste boot ter wereld die op haar maidentrip tegen een ijsberg aanvaart en zinkt, waarbij 1500 mensen in het ijskoude water belanden terwijl het orkest ‘Nader tot u mijn God’ speelt. Dat vraagt om een boek. Ok, daar waren er al honderden van geschreven, maar toch. Ik had al vaker over de Titanic geschreven onder andere opmerkelijk genoeg in het voetbalboek ‘De Oranje Rapporten’.

Dat zat zo. In 2004 trok ik voor dat boek wat gegevens na over een Engelse scheidsrechter die in het begin van de vorige eeuw heel vaak het Nederlands elftal floot. Opeens belandde ik op de Titanic. Niet letterlijk natuurlijk, maar het leek er op dat de  betreffende scheidsrechter op de Titanic had gezeten. Dat zou een mooi verhaal zijn en ik ging het onderzoeken. Alras bleek echter dat de beste man helaas niet op de boot had gezeten. Dat was jammer, want ik kwam de meest fantastische verhalen over mensen op de Titanic tegen. Zonde om daar niets over te schrijven. Dus besloot ik te “onderzoeken” of er ook Nederlandse internationals aan boord  van de Titanic waren geweest. Uiteraard wist ik wel dat dit niet het geval was, maar het gaf mij een mooi excuus om in mijn voetbalboek ook iets over de Titanic te kunnen schrijven.

Over dit zijstapje in de Oranje Rapporten schreef Marcel Maassen in een recensie in het blad Johan:

Zoekmachine Google voert hem op internet onder andere naar de passagierslijst van de Titanic en plotseling fascineert die scheepsramp hem dermate dat hij het bijna jammer vindt dat de Oranjerapporten over het Nederlands elftal gaan en niet over de Titanic. En het mooie is: als lezer die toch allereerst in dat Nederlands elftal was geïnteresseerd , zou je het best vinden als het boek vanaf dat moment alleen nog maar over dat schip ging. Groot nieuws overigens: aan boord van de Titanic bevonden zich geen Nederlandse internationals

Ook in mijn wekelijkse rubriek ‘Het Nutteloze Kennisparadijs’ die ik in 2005 en 2006 voor de Volkskrant schreef heb ik een aantal afleveringen over de Titanic geschreven.

In 2011 zag ik mijn kans schoon om een heel boek over de Titanic te schrijven. Een jaar later zou het 100 jaar geleden zijn dat de Titanic was gezonken. Dat zou ongetwijfeld een hoop publiciteit over het schip geven. Ik moest natuurlijk wel een goede invalshoek hebben. Er waren immers al veel boeken over de Titanic geschreven, vooral in het Engels. Maar in het Nederlands waren er slechts een paar verschenen en ik overtuigde de mensen bij Atlas dat het commercieel gezien beslist een goed idee zou zijn – “denk eens al die radio en tv-aandacht” – om een boek over de Titanic te maken.

Aanvankelijk leek het me een origineel idee om alleen maar over de mensen van één specifieke reddingsboot te schrijven en hoe het verder met hun in het leven was gegaan. Ik koos voor reddingsboot nr. 6, omdat daar niet alleen de Unsinkable Molly Brown in zat, maar ook de stuurman en de uitkijk van de Titanic. Maar al snel besloot ik om voor een andere invalshoek te kiezen. (Wel is het verhaal van reddingsboot nr.6 gedeeltelijk opgenomen in het boek.)

De reden dat ik voor deze invalshoek koos, was dat ik zo veel verhalen en mythes tegen kwam, waarbij ik ernstige twijfels had over het waarheidsgehalte, dat ik besloot om te kijken of het mogelijk was om honderd jaar later te controleren welke verhalen nu wel en welke verhalen nu niet waar waren. Ik probeerde zoveel mogelijk originele getuigenissen uit 1912 te vinden. Een groot voordeel hierbij was dat de uitgebreide verslagen van verhoren van getuigen door de Amerikaanse en Engelse onderzoekscommissies uit 1912 nu online stonden, zodat je niet meer in de stoffige archieven hoefde te duiken. Al met al slaagde ik er in om van een groot aantal verhalen aannemelijk te maken of deze nou wel waar of niet waar waren.

Ik mocht van Atlas deze keer ook wat foto’s in het boek opnemen – er staan zo’n vijftig foto’s in het boek – maar bij voorkeur wel rechtenvrij. Ik had geluk. Ik trof op enkele andere Amerikaanse overheidssites diverse foto’s van de Titanic aan die rechtenvrij te gebruiken waren. Daarnaast stelde Michael Pocock van ‘MaritimeQuest’ belangeloos enkele foto’s ter beschikking voor het boek, waaronder de foto van reddingsboot nr. 6 die op de voorpagina belandde. Het leek me origineler om een afbeelding van een reddingsboot –  in plaats van de Titanic zelf zoals haast alle andere boeken hadden – op de voorpagina te hebben.

Voorwoord

Ook dit maal vroeg ik Bert Wagendorp weer – traditie, traditie –  of hij een voorwoord wilde schrijven.

“. …Nu weet ik dat ik vorige keer beloofd had dit niet meer te vragen aan jou, maar ik weet dat je in Engeland hebt gewoond en dus het fenomeen traditie kent. Bovendien is dit het vijfde boek en gezien de verkoopcijfers van de vorige boeken kan dit ook wel eens het laatste boek zijn. Of zoals junior marconist Harold Bride zei toen hij hoorde dat senior-marconist Jack Philips de oude noodcode CQD uitzond: “Probeer eens SOS. Dat is die nieuwe code. Het is misschien je laatste kans om die uit te zenden”

[…] Dus bij deze het verzoek of je zo gek wilt zijn om nog een keer een voorwoord te schrijven. Mocht je geen tijd of zin hebben, dan geeft dat niet en even goede vrienden. Mocht je het wel willen doen, dan is dat natuurlijk fantastisch. Gezien de bezuinigingswoede bij Atlas – ik had de strikte opdracht van Atlas het boek te beperken tot 50.000 woorden – het verzoek je te beperken tot maximaal 1500 à 2000 woorden, maar korter 500 of 1000 woorden is ook natuurlijk prima. Als de Titanic er in voor kan komen, dan is dat meegenomen. De ijsberg (lees deadline) nadert, dus als het enigszins op korte termijn kan, dan zou dat fijn zijn….”

Bert schreef, in ruil voor twee flessen wijn, weer een buitengewoon geestig en goed geschreven voorwoord.

 

 Voorwoord Bert Wagendorp pagina 1Voorwoord Bert Wagendorp pagina 2Voorwoord Bert Wagendorp pagina 3

(Bij het klikken op de afbeeldingen verschijnen leesbare versies)

Verschijningsdatum

Het boek verscheen in maart 2012. Het telde 192 bladzijden. De vraagprijs bedroeg € 16,95. Er verscheen ook een Ebook versie van € 13,99.

recensies:

Alle recensies die er verschenen waren positief, zoals bijvoorbeeld deze die in BN de Stam verscheen:

Titanic recensie

De site van intermediair schreef het volgende over het boek

recensie de titanic intermediair 1recensie de titanic intermediair 2

Op de site van de NOS werd het samen met een dertiental (!) Amerikaanse, Engelse, Nederlandse en Belgische Titanic-boeken besproken.  Over Reddingsboor nr. 6 schreven ze:

 Reddingsboot nr.6 en andere opmerkelijke verhalen – Martin van Neck  In korte, leesbare hoofdstukjes somt Van Neck de leukste anekdotes over de ramp op. Het enige kind uit de eerste klas dat niet overleefde (de 2-jarige Lorraine Allison), twee ontvoerde kinderen aan boord (hun vader had ze bij de moeder weggehaald) en de galante dood van miljonair Guggenheim (“We zijn op ons best gekleed en zijn erop voorbereid als gentlemen ten onder te gaan”). Wat hij toevoegt aan de vele Anglo-Amerikaanse boeken is aandacht voor andere culturen, zoals de Japanner die thuis verguisd werd omdat hij eerloos gered was. (Atlas – ISBN: 9789045020020)

De Belgische krant De Standaard schreef over het boek in een artikel over allerlei nieuwe Titanic-boeken:

“…een sec, maar o zo onweerstaanbaar nieuw boek over de aanvaring

Ook op diverse andere internetsites waren mensen enthousiast. (“ Meer dan een eeuw na de ramp met de Titanic blijft het een uiterst spectaculair stukje geschiedenis. Daarom is het erg mooi dat dit boek de verhalen vertelt van de gewone mensen op het schip. Bovendien kom je te weten welke verhalen niet waar zijn: ook al lijkt in de film een rijke man geld te bieden voor een plekje op de reddingssloep, dit is nooit echt gebeurd. Andere verhalen zijn ontroerend en vaak zelfs grappig.”) Of al die positieve recensies nou  betrekking hadden op mijn boek of op de ramp  zelf weet ik echter niet.

Verkoopresultaten

De eerste oplage bedroeg slechts 250 stuks. Meer waren er  – het waren moeilijke tijden voor de boekhandel – niet besteld. Het boek werd daarom door uitgeverij Atlas Contact in de vorm van een print on demand uitgegeven. Dat wil zeggen dat pas als iemand het boek bestelt het gedrukt wordt. Nadat ik eind maart 2012 in het programma Pauw en Witteman over het boek had verteld – dat ik daar over het boek en de Titanic mocht komen vertellen  was een groot succes voor de promotieafdeling van Atlas – verdrievoudigde de vraag naar mijn boek in één keer. Dat lag overigens niet aan mijn spetterende optreden, maar zoiets – een verdrievoudiging van de verkoop – zie je altijd nadat een auteur in populaire programma’s als DWDD of Pauw (en Witteman) is verschenen.

Al met al – het boek is nog steeds te bestellen – staat de teller (situatie  1 jan 2021) op 1290 stuks waarvan 147 ebooks. In 2020 zijn er nog 60 exemplaren van verkocht, dat houdt in dat ruim acht jaar na het verschijnen van het boek er nog steeds ongeveer elke week iemand een papieren of e-boek versie koopt.

Beschikbaarheid

Het boek is nog steeds online verkrijgbaar in de boekhandel of online te bestellen. Zowel via de site van Atlas Contact alsmede via andere online bedrijven zoals Bol.com.

http://www.atlascontact.nl/boek/de-titanic/

Tot slot:

1. Mijn neefje gaf op Bol.com geen recensie meer. Wel stonden daar een aantal positieve reacties maar die waren van mensen die ik niet kende.

2. Ik heb als “deskundige” een aantal radio-interviews gegeven. Zo mocht ik in het kader van een prijsvraag op Q-Music, waar de luisteraars een reis met een duikboot  naar het wrak van de Titanic konden winnen, iets vertellen over de boot. Ik had “als deskundige” een heel leuk gesprek met twee swingende disjockeys van het radiostation. Ik wilde overigens ook wel mee op die reis, maar helaas dat kostte wel enkele tienduizenden euro’s. Dus was er voor de deskundige geen plaats in de duikboot.

3. Ook had ik een interview in het programma “De Ochtend” op Radio1 in België. Ze vroegen of ik daarvoor naar Brussel wilde komen. Dat vond ik wat ver. Kon het ook op afstand? Ja dat kon, dus zat ik ’s morgens om zeven uur in de radiostudie van de NOS in het gebouw van de Tweede Kamer waar een nerveuze technicus een verbinding probeerde te maken met de studio in Brussel. Dat lukt één minuut voordat de uitzending begon. Net op tijd de ijsberg ontweken.

Tijd om het gesprek voor te bereiden was er niet meer. Ze begonnen met een interview van 50 jaar geleden met een Belgische overlevende, ene Julius Sap. Ik begreep werkelijk geen enkel woord van wat die beste man in zijn Vlaamse dialect zei, maar gelukkig werd er niet gevraagd wat ik van die getuigenis vond. Na een minuut of vijf was het gesprek klaar en werd ik vriendelijk bedankt.

4. Ook had ik een interview bij BNR (dat ging echt nergens over; de aanleiding was een veiling van oude Titanic-spullen zoals een menukaart van 14 april 1912. Deze bracht geloof ik 70.000 euro op; ik kreeg onder andere de vraag wat er op het menu stond; daarvoor moest ik wel eerst even mijn leesbril opzetten om de kaart op het internet te bekijken. Wat mijn toegevoegde waarde bij dit interview was? Geen idee.

5. Mijn echte fifteen minutes of fame bereikte ik natuurlijk met een optreden in Pauw en Witteman waar ik over het boek mocht komen vertellen.

pauw en witteman. 2

Uit een verslag wat ik voor een internetsite schreef over dit gebeuren:

‘De contacten met P&W waren in eerste instantie gelegd via de publiciteitsafdeling van uitgever. Zij hadden een proefdruk opgestuurd naar de redactie van P&W. Hun redactie vond het onderwerp wel interessant en namen contact met mij op. Wat telefoontjes en mailtjes over en weer leiden tot een afspraak. In eerste instantie was de gedachte het gesprek ergens vlak voor 14 april te doen (de dag dat het schip tegen de ijsberg aanvoer), maar omdat er al zoveel over de Titanic op tv kwam, besloten ze “de concurrentie” voor te zijn en het eerder te doen. Op 30 maart was ik aan de beurt. Eventueel zouden politieke ontwikkelingen nog roet in het eten kunnen gooien maar dat gebeurde niet.

We moesten om tien uur in de studio zijn. Ik wilde niet te laat komen en we waren er dus al om half tien. Er was een parkeerplek voor ons gereserveerd, maar toen we ons bij de portier bij de slagboom meldden, zag hij mijn naam niet op de gastenlijst staan. Ik herhaalde mijn naam nog een keer, maar nee, die stond echt niet op de lijst. Hij pakte de lijst erbij en begon hem hardop voor te lezen. “Emile Roemer?” zei hij en keek me vragend aan. Nee, dat was ik niet. “Linda Duits? Nee, die zal ik ook wel niet zijn” dacht hij. “Martin van Neck?” – blijkbaar had hij mijn naam eerder verkeerd verstaan – Ja, dat was ik wel en we mochten verder.

Binnen werden we opgevangen door een redactrice. Even later kwamen Paul Witteman en Jeroen Pauw ook binnen en stelden zich voor. Het waren aardige mensen. Ik herkende Paul Witteman bijna niet. Hij had een blauw trainingsjack aan, was kleiner dan ik gedacht had en zag er ‘in het echt’ er mede daardoor heel anders uit dan op tv. Ook de andere gasten meldden zich, waaronder Emile Roemer die zich keurig aan Marianne en mij kwam voorstellen. Hij leek me een bijzonder aardig en sympathiek iemand.

Na wat koetjes hier en kalfjes daar kwam een redactrice met het draaiboek van het programma aan. Ik stond als laatste op de rol, ongeveer om kwart voor twaalf zou ik aan de beurt zijn. Ze legde uit welke mythes over de Titanic ze met mij wilden bespreken. Vervolgens mochten Marianne en ik naar de beeldredacteur toe, waar ik de filmpjes kon zien die ze zouden laten zien, zodat ik van tevoren wist welke filmpjes er kwamen. Daarna naar de make-up. De dame vindt mijn gezicht te rood – dat zou de kijkers maar afschrikken – en poedert me wat bleker. Of ik me wel eens opmaak? Nee nooit.

Vervolgens gingen we naar beneden waar de uitzending plaats zal hebben. Jeroen Pauw introduceert de gasten van de avond aan het publiek. Als we aan tafel zitten, komt opeens iemand van de regie naar me toe. Of ik een colbertje bij me heb. Mijn streepjesoverhemd reflecteert te veel. Nee, ik draag nooit colbertjes. Hij loopt weg en komt terug met een corduroycolbertje en vraagt of ik dat aan wil doen. Waar haalt hij dat nou weer vandaan? Van iemand uit het publiek? Het lijkt me een heel warm colbertje en als ik het aandoe, blijkt het inderdaad een heel erg warm colbertje te zijn. Als ik daar maar niet in ga zweten denk ik nog. Wat ik dan natuurlijk prompt doe. Volgens mijn dochter twitterde er iemand: “Heeft die schrijver soms ook aan boord van de Titanic gezeten? Hij is helemaal nat.” Tijdens het eerste filmpje wat tijdens het interview met Emile Roemer wordt afgedraaid, komt de dame van de make-up mij snel droog poederen. Gelukkig heb ik er daarna geen minder last van.

Na een minuut of veertig denk ik hoe laat zou het eigenlijk zijn en ben ik al aan de beurt. Gelukkig kan ik de neiging onderdrukken om op mijn horloge te kijken. Ik zie me al in de DWDD bij de tv-momenten. “Gast bij Pauw en Witteman verveelt zich en kijkt op zijn horloge”. Op het horloge van Emile Roemer die tegenover me zit, zie ik dat het 10 over half twaalf is. Vijf minuten later ben ik aan de beurt. Op de vragen weet ik wel antwoord te geven, al hakkel ik af en toe. Gelukkig maar één DWDD-tv-momentje als ik zeg dat op het moment dat er geen vrouwen meer waren om in de reddingsboot plaats te nemen er ook mensen in de reddingsboot mochten stappen. Ik bedoelde natuurlijk mannen.

Als het programma afgelopen is, is er in een soort caféruimte nog een naborrel met de redactie, de presentatoren en de gasten van het programma en dat is heel gezellig. Na een half uurtje vertrekken we. Om half twee ’s nachts is de Titanic weer in de thuishaven’

Tot zover mijn fifteens minutes of fame. Ik belandde daardoor zelfs in de IMDB, de Internet Movie Data Base. Maar roem is vergankelijk. Volgens hun site ben ik deze week alweer 6,5 miljoen plaatsen gezakt op hun STARmeter – ranking.  Dat gaat hard tegenwoordig, een paar jaar geleden zakte ik maar 6500 plaatsen per week. Waar ik nu sta op STARmeter weet ik niet. Daarvoor moet je een abonnement hebben om te zien. Ik vermoed dat ik vast niet zo hoog sta. Roem is vergangelijk.

IMBD

 

 

My WordPress Blog