Afgelopen dagen was de planeet Jupiter heel makkelijk te zien. Hij – (of is het een zij?) stond vlakbij de maan. Marianne en ik hebben dan ook even de lucht afgespeurd en voila, daar stonden ze:
Links de maan; rechts – het kleine stipje – Jupiter.
Als je (met ons fototoestel) op de maan inzoomde, dan zag je dit.
Dat ziet er een beetje raar uit maar geen paniek. Dat ding rechtsboven is geen maandraak (met een oog, een mond en hoorns). Wat je ziet zijn de bladeren van onze magnolia die hinderlijk in de weg zaten. Zonder die bladeren zag de maan er zo uit.
Toen we vervolgens op Jupiter inzoomden, doken er opeens drie lichtgevende stipjes op. Dat zijn de drie grootste (van de 79) manen van Jupiter. Op de een of andere wijze vonden wij dat toch wel speciaal om “live” manen bij een andere planeet te zien. Nu weten we hoe Galileo Galilei in 1610 zich gevoeld moet hebben toen hij met een telescoop als eerste de vier grootste manen van Jupiter ontdekte.
Jupiter met schuin rechtsonder twee maantjes en linksboven nog een derde.
Als u denkt wat een klein dingetje is Jupiter, vergis u niet. Om de boel in het juiste perspectief te zetten, zie hier een deel van de planeet en zijn beroemde rode vlek (een wervelstorm) in vergelijking met de Aarde.
De foto van de Aarde is gemaakt door de astronauten aan boord van de Apollo 17. Die van Jupiter en zijn rode vlek door de ruimtesonde Cassini-Huygens. Jupiter is een tikkeltje groter dan de Aarde. Zo ziet u maar, alles in perspectief bekijken.