Rocky Trump

Op Twitter verscheen van de week deze foto.

trump rocky 0

Iemand had het hoofd van Trump gephotoshopt op het lichaam van Rocky, een filmpersonage van Sylvester Stallone.

Mwah, niet bijzonder sterk, dit pesterijtje richting Trump. Die zou het ongetwijfeld opvoeren als het zoveelste bewijs van ‘Fake News!’, maar daarin vergiste ik mij. Het was helemaal geen pesterijtje, hijzelf had de foto getwitterd.

trump 2

Wow, what the fuck? Terwijl grote problemen als armoede, klimaatverandering, drugsbestrijding en milieuvervuiling, om er maar een paar te noemen, schreeuwen om een oplossing, houdt de president van de Verenigde Staten zich bezig met het photoshoppen van zijn hoofd op Rocky.

Uiteraard lokte de tweet – tot nu toe 660 duizend (!) keer geliket, de nodige reacties op. Zie hier enige voorbeelden.

trump rocky 2

trump rocky

Tja, wat moet je nou met zo’n president? Om Jeremy Cliffe te citeren: “Leadership really does take many forms.”

tweet merkel

Fotograferen voor beginners

Uit de serie fotograferen voor beginners:

Tip 6: Let op je eigen schaduw!

Als je een foto maakt met de zon in de rug, dan kan het gebeuren dat een deel van je eigen schaduw op de foto zichtbaar is.

schaduw 0

Let hier op. Als je hier geen aandacht aan geeft, dan wordt het probleem telkens groter en groter.

schaduw

Totdat op de foto’s alleen nog maar je eigen schaduw te zien is.

schaduw 1

Ons nichtje in Afrika

-1-

Ergens in de eerste helft van de jaren negentig fietsten we met ons nichtje achterop een rondje door onze gemeente. Ons nichtje was nog op de leeftijd dat ze een passerende cabriolet betitelde als een auto zonder deksel. Opeens begon er achter ons iemand luid en fanatiek te bellen. (Vroeger was het voor iedereen direct duidelijk dat ik hiermee het bellen met een fietsbel bedoel, tegenwoordig moet je dat erbij zeggen.)

fietsbel

Zeer solide fietsbel uit 1913

We keken achterom om te zien wie er zo ongeduldig was. Het was een grote forse man met een woest uitziende baard en lang haar. Een type hells angel, ware het niet dat hij op een fiets reed en niet op een motor. Maar het leek ons geen type om ruzie mee te maken. We maakten wat ruimte. Ook het nichtje keek achterom. Ze keek de man aan en sprak toen op verontwaardigde toon de legendarische woorden: “, zit jij zo te bellen?” De man lachte en haalde ons in.

Sindsdien hebben we altijd de neiging om als er achter ons iemand met zijn fietsbel belt, ons om te draaien en te zeggen: “, zit jij zo te bellen?”

-2-

We zijn nu zo’n vijfentwintig jaar verder. Ons nichtje is uitgegroeid tot een volwassen jonge vrouw die als tropenarts – dat heet tegenwoordig ‘arts internationale gezondheidszorg en tropengeneeskunde’ – werkzaam is in Tanzania. Vorig jaar werkte ze in het kader van haar opleiding een half jaar in Sierra Leone. Daar werkte ze onder andere nauw samen met een jonge Nederlandse arts. Ook maakte ze met hem een aantal uitstapjes door het land.

Van de week verscheen er het bericht dat een Nederlandse tropenarts was overleden aan de gevolgen van Lassa, opgelopen in Sierra Leone. (Zie dit bericht in de Volkskrant). Marianne belde  met haar zus om te vragen of haar dochter de man misschien kende. Dat was het geval. Sterker nog, het betrof de arts waarmee ze in Sierra Leone samenwerkte. Ze was helemaal ontdaan.

Jaarlijks worden er in West-Afrika zo’n honderd- tot driehonderdduizend mensen besmet met het lassa-virus. Zo’n 1 procent overlijdt aan de gevolgen er van. De kans dat je er aan overlijdt is dus klein, maar het gebeurt wel en soms is het geen statistisch cijfertje maar een bevlogen arts met dikke pech.

 

Een kleine observatie

Ik fiets door Wassenaar. Vlak voor de fietstunnel onder de Rijksstraatweg (de A44) sta ik even stil. Ik kijk naar een huis en zie door het grote raam een meisje van een jaar of vijftien achter een piano zitten. Schuin achter haar zit een jongeman van in de twintig. Duidelijk een gevalletje van pianoles.

Terwijl het meisje met een ingespannen gezicht afwisselend naar haar handen op de toetsen en naar het boek op de piano kijkt, zit de man achter haar op zijn mobieltje te kijken.  Een beetje gênant.  Maar wie weet, misschien kijkt hij net even op zijn mobieltje om een berichtje te lezen van de volgende leerling, die meldt dat hij  wat later komt. Je weet het niet. Je weet het sowieso nooit met die pianolessen.

de pianoles

Oktober 1945: Tentoonstelling van de Binnenlandse Strijdkrachten in warenhuis De Bijenkorf te Amsterdam;  Wand ‘De Pianoles’; Beschrijving: “We hebben vanavond weer pianoles, zeiden de B.S.-ers tegen elkaar, waarmee ze hun geheime schietoefeningen in pakhuizen en onderaardse kelders bedoelden. Geheime training met Bazooka, Stengun en Brengun. Foto: Marius Meijboom, / Anefo , Nationaal Archied

 

 

Recycling

Ruim twee maanden geleden is onze buurvrouw overleden. Ze is 81 jaar oud geworden. Ze was precies op dezelfde dag geboren als prinses Beatrix, iets wat ze niet naliet om te vertellen. Haar kinderen zijn nu bezig om het huis leeg te maken. Al drie keer is grof vuil langs geweest om een leven vol bewaarde spullen van haar en haar al jaren eerder overleden echtgenoot op te halen.

Als de kinderen aan het einde van de dag de spullen bij de weg hebben gezet – ze worden de volgende morgen door de Avalex opgehaald – zien we daarna allerlei mensen door de spullen heen snuffelen. Een jonge moeder op de fiets met een kind achterop zie ik een schoolbord meenemen. Onze krantenbezorger neemt een oude koffer mee en een vrouw pakt een zitkussentje uit de stapel, legt het in haar geparkeerde auto, en begeeft zich daarna lopend naar het ziekenhuis – misschien heeft ze last van aambeien en dan is zo’n kussentje altijd handig.

’s Avonds, het loopt al tegen twaalf uur, hoor ik opeens een auto stoppen. Als ik naar buiten kijk, zie ik een witte bedrijfswagen staan. Een man schuift de zijdeuren op en ik zie dat er al allerlei rotzooi in de auto ligt. Het doet me denken aan een winkel die we tijdens onze laatste vakantie in Amerika zagen. Deze adverteerde met de kreet ‘We buy junk, we sell antiques.’

antiek

De man rommelt wat door de stapel, pakt een aantal spullen, beoordeelt deze en legt een deel in zijn bus. Daarna rijdt het busje weer weg. Hier is duidelijk een professional aan het werk. Zou hij getipt zijn door de Avalex over de plekken waar ze de volgende dag grof vuil komen ophalen? Vroeger was dat niet nodig. Toen wist je precies waar en wanneer er grof vuil werd opgehaald. Zo’n 25 jaar geleden was er namelijk een vaste dag in de maand dat de gemeente langs kwam. (Tegenwoordig moet je daar een afspraak voor maken).

In onze (toenmalige) wijk waren er een aantal plekken waar je je overbodige rotzooi kon neerzetten, eentje was op het pleintje voor ons huis. Op de avond voordat het grof vuil werd opgehaald, was het altijd een komen en gaan van busjes van mensen die keken of er nog bruikbare spullen tussen zaten.

Op een dag zette ik bij het grof vuil een oude kapotte fiets, waar ik eerst werkelijk alles wat nog enigszins nuttig kon zijn vanaf had geschroefd. “Altijd handig om wat reserveonderdelen te hebben”. Marianne vond dat grote onzin. “Die dingen ga je nooit meer gebruiken”, zei ze. Ze heeft ongelijk gekregen; ik heb een keer een dopje van een ventiel hergebruikt. Maar goed, zelfs die volkomen gedemonteerde fiets verdween binnen vijf minuten van de stapel; één van de mannetjes – het waren altijd mannetjes, nooit vrouwen – zag blijkbaar nog wel wat mogelijkheden in het ding. Eigenlijk was dit systeem van grof vuil ophalen een heel efficiënt recyclingproces.

Uit de stapel die de kinderen van de buurvrouw bij de weg hebben gelegd, heb ik overigens ook een ding gepakt: de sneeuwschep. De laatste jaren van haar leven zette ik voor de buurvrouw de bakken bij de weg en als het in de winter had gesneeuwd, veegde ik haar stoepje schoon. Aanvankelijk deed ik dat met onze sneeuwschuiver maar op een dag brak deze. Vervolgens probeerde ik het met onze schep, maar dat was niet zo’n succes. Dat was meer zo’n steekschep, niet echt geschikt om lekker sneeuw mee te scheppen. De buurvrouw had echter nog een oude enigszins verroeste brede schep, waarmee je uitstekend sneeuw kon scheppen en die gebruikte ik dan.

Ik zag toevallig dat één van de kinderen de schep bij het grof vuil legde. ’s Avonds heb ik hem uit de stapel gehaald en onze garage gezet. Altijd handig in de winter. Het stoepje van de buurvrouw hoeft niet meer. Dat mogen de nieuwe bewoners zelf doen (tenzij dat ook oude mensen zijn).

schep

Een collega-sneeuwschepper in Volendam in 1947 met net zo’n schep als er nu in onze garage staat; foto Harry Sagers; Anefo; Nationaal Archief.

Tot slot: over een jaar of dertig of zo zetten onze kinderen waarschijnlijk een sneeuwschep bij het grof vuil. Dus bent u op zoek naar een dergelijke schep, noteer het alvast in uw agenda.

 

Een wetenschappelijke grap

In de laatste twee blogposts vertelde ik twee anekdotes over de Nobelprijswinnaars Albert Einstein en  Niels Bohr. Vandaag een wetenschappelijke grap over deze twee. U ziet, ik ben het wetenschappelijke niveau van dit blog wat aan het opkrikken.

Bohr en Einstein dus. Ze waren vrienden en discussieerden vaak, vooral over de kwantummechanica. Bohr was een van de opstellers van deze theorie. De kwantummechanica is een ingewikkelde theorie met grote implicaties. ‘Als u niet geschokt bent door de kwantummechanica, dan heeft u de theorie niet begrepen’, sprak Bohr eens.

Einstein begreep de theorie wel, maar was het niet altijd met Bohr eens. Hij had vooral moeite met de toepassing van het onzekerheidsprincipe van Heisenberg in de theorie. De Duitse kwantumfysicus Werner Heisenberg ontdekte in 1927 dat je nooit alles van een deeltje kan weten. Óf je weet zijn positie exact, of je weet precies wat zijn snelheid is.  Maar je kan ze niet allebei tegelijkertijd exact meten.  Hoe nauwkeuriger we de ene grootheid meten, hoe onnauwkeuriger de andere.

Dit komt niet door onnauwkeurigheid in de meting maar door een fundamentele onzekerheid die ingebakken zit in de natuur.  Toen Einstein dit onzekerheidsbeginsel in de natuur voor het eerst te horen kreeg, was zijn opmerking ‘God dobbelt niet’,  Hij kon niet accepteren dat er onzekerheid zou zijn in de fundamentele wetten van het universum.

Bohr en Einstein discussieerden er vaak en intensief over. Op een congres in Brussel in 1935 over de kwantummechanica hield Bohr een lezing. Opeens stopte hij en richtte hij zich rechtstreeks tot de in de zaal zittende Einstein en sprak: ‘Zie je wel. Dit bewijst dat God niet altijd doet wat jij vindt dat hij zou móeten doen!

Einstein had ook zijn vraagtekens bij het idee uit de theorie dat elementaire deeltjes sneller dan de lichtsnelheid informatie konden uitwisselen en dat ze spontaan konden verschijnen en verdwijnen en nu komt de wetenschappelijke grap:

‘Waarom stak Albert Einstein de straat over? Antwoord: hij zag Bohr en wou hem even niet zien, maar toen hij aan de overkant van de straat kwam, stond Bohr daar ook.’

einstein + bohrEinstein is de straat overgestoken maar daar loopt Bohr ook.

(De foto genomen in 1930 tijdens de Solvay Conferentie in Brussel; door Paul Ehrenfest, eveneens een natuurkundige en Nobelprijswinnaar.)

Oké, misschien is deze grap iets te wetenschappelijk. Daarom tot slot de grap die bij een verkiezing in 2017 uit 40.000 ingezonden grappen als de beste grap werd uitgekozen.

Twee jagers zijn in het bos als één van de twee ineenzakt. Hij lijkt niet meer te ademen en heeft een wezenloze blik in zijn ogen. Zijn jagersvriend pakt snel zijn telefoon en belt 112. Huilend zegt hij: ‘Mijn vriend is dood! Wat kan ik doen?’ De telefonist antwoordt: ‘Rustig aan, ik kan helpen. Om te beginnen moeten we eerst zeker weten dat hij dood is.’ Er volgt een stilte, daarna klinkt er een geweerschot. De man komt terug aan de telefoon en zegt: ‘Oké, wat nu?’

Een wetenschappelijke anekdote (2)

Niels Bohr was de talentvolle, maar dromerige doelman van Akademisk Boldklub, tegenwoordig bekend als AB Kopenhagen. Vermaard is het verhaal over de wedstrijd tegen het Duitse Mittweida. De Denen waren veel sterker en Bohr had weinig te doen.

Op een gegeven moment schoten de Duitsers van ver op de goal. Tot afgrijzen van zijn ploeggenoten stak Bohr geen hand uit en de bal zeilde zo hetdoel in. Na afloop bekende Bohr dat hij – diep in gedachten erzonken – bezig was geweest een moeilijke wiskundige formule op te lossen. Zijn ploeggenoten suggereerden dat het misschien beter was dat Bohr zich geheel aan de wetenschap zou gaan wijden.Dat leek Bohr ook wel een goed idee.

Hij stortte zich op zijn studie natuurkunde. In 1909 studeerde hij af en twee jaar later ontving hij de doctorstitel. In 1912 vertrok Bohr naar Engeland, waar hij ging werken bij de beroemde Ernest Rutherford. Bohr verbeterde diens atoommodel en voor het artikel dat hij hier in 1913 (27 jaar oud) over schreef, kreeg hij in 1922 de Nobelprijs voor natuurkunde. Zijn voorganger in 1921 was Albert Einstein. Die was 26 jaar toen hij in 1905 zijn beroemde formule E=mc² opschreef.

bohr en einstein

18 juli 1925; Niels Bohr en Albert Einstein in Leiden tijdens de verjaardag van de Nederlandse natuurkundige Hendrik Lorentz; foto genomen door  de natuurkundige Paul Ehrenfest.

Het waren de jaren dat jonge natuurkundigen de wetenschap op zijn kopzetten. Het was dan ook niet verwonderlijk dat Bohr, toen hij in 1920 hoofd van het Instituut van Theoretische Fysica in Kopenhagen werd, allemaal jonge natuurkundigen om zich heen verzamelde.

Bohr moedigde zijn leerlingen aan vooral buiten de geijkte paden te denken. Zo kreeg een student die met een nieuwe theorie aankwam, te horen: ‘Uw theorie is gek, maar niet gek genoeg omwaar te zijn.’ Een andere student kreeg te verstaan: ‘Je bent niet aan het nadenken, je bent alleen maar logisch bezig’

Befaamd is ook de anekdote over het hoefijzer dat boven de deur van de werkkamer van Bohr hing. Een student vroeg: ‘Maar professor, een eminent geleerde als u gelooft toch niet in de werking van een hoefijzer?’ Waarop Bohr antwoordde: ‘Nee natuurlijk niet, maar men heeft mij verzekerd dat het, ook al geloof je er niet in, toch werkt.’

Een wetenschappelijke anekdote

In 1921 hield Albert Einstein na het winnen van de Nobelprijs een lezingentournee langs meerdere universiteiten in het noordoosten van de Verenigde Staten.

einstein1921: Einstein samen met zijn tweede vrouw Elsa (in het midden van de foto) aan boord van de SS Rotterdam in de haven van New York.

Einstein werd daarbij rondgereden door een vaste chauffeur. Deze zei op een dag na de zoveelste lezing dat hij deze nou zo vaak gehoord had dat hij hem ook wel kon vertellen.

Einstein zei: “Dat is een goed idee, ze kennen hier weliswaar mijn theorieën, maar weten absoluut niet hoe ik er uit zie. Bij de volgende universiteit mag jij de lezing geven. Hier heb je mijn papieren. Ik ga wel achter in de zaal zitten.” Zo gezegd zo gedaan. Einstein ging met de pet van de chauffeur op in de zaal zitten en de chauffeur gaf de lezing.

Toen de chauffeur klaar was, stond één van de plaatselijke professoren op en zei: “Meneer Einstein, ik heb een vraag voor u. Maar het is een heel moeilijke vraag, dus ik kan me heel goed voorstellen, dat u niet direct een antwoord op deze vraag weet en dat u er thuis eerst eens op uw gemak over wilt nadenken. Dat is prima.“ Vervolgens stelde hij de vraag en keek triomfantelijk de zaal rond.

De chauffeur dacht even na en antwoordde toen. “Nee hoor professor, dat is helemaal geen moeilijke vraag. Sterker nog, ik denk zelfs dat mijn chauffeur die daar achter in de zaal zit hem ook zou kunnen beantwoorden. Meneer de chauffeur, wilt u een poging wagen?”

Einstein stond op, beantwoordde de vraag en ging vervolgens met een grote grijns zitten. De professor en de zaal in verbijstering achter latend.

 

Wat stond er ook al weer

Gisteren was er een debat in de Tweede Kamer over de stikstofcrisis. De oppositie vond dat de kabinetten Rutte 1,2 en 3 een wanprestatie hadden geleverd, maar daar was Rutte het absoluut niet mee eens. De crisis was zo ‘enorm complex’ dat niemand hem iets kan verwijten.

Maar ja, als je geen goed antwoord hebt, dan is het ook moeilijk om een goed antwoord te geven.  En op de een of andere wijze moet ik nu denken aan een antwoord van mij dat ik veertig jaar geleden gaf op een vraag tijdens een tentamen Bedrijfssociologie. Het ging over een of ander model. Ik wist precies waar dat model behandeld en afgedrukt stond in het collegedictaat – op de enige bladzijde die dwars stond – maar dat was ook het enige dat ik nog van het model wist.

Ik schreef toen als antwoord op de vraag over het model maar eerlijk op dat ik wel wist op welke bladzijde het model in het dictaat stond (en gaf aan op welke bladzijde dat was), maar dat ik helaas niet meer wist wat er stond. Misschien kreeg ik dan nog een troostpuntje omdat ik iets meer wist dan degenen die geen flauw idee hadden. Maar helaas, ik kreeg voor dit antwoord de handjes niet op elkaar van de hoogleraar, laat staan een staande ovatie.

klappen

ps het tentamen haalde ik gelukkig wel.

100 km

De maximumsnelheid overdag gaat terug naar 100 km. Goed plan, beter voor het milieu, beter voor de veiligheid en beter voor de doorstroming op de weg. De ideale snelheid op een snelweg voor de doorstroming schijnt volgens een artikel op nu.nl 95 km per uur te zijn:

De ideale snelheid is 95 kilometer per uur. Dan is de wegbenutting optimaal. Als je langzamer gaat rijden, gebruik je de wegcapaciteit niet optimaal. Als je sneller rijdt, zorgt het voor meer opstoppingen, omdat je automatisch meer afstand neemt als je harder gaat en er dus minder auto’s op de weg passen.”

De VVD is er niet blij mee. Het officiële standpunt op hun site – zie hier – luidt:

We willen dat je op iedere weg zo hard kunt rijden als veilig en mogelijk is. Wij willen dat mensen op veel meer wegen 130 mogen rijden. Dat rijdt een stuk prettiger en zorgt ervoor dat het verkeer beter doorstroomt. Ook ’s nachts kan de maximumsnelheid vaker naar 130. Auto’s worden steeds stiller, dus de geluidsoverlast neemt af. Snelheidscontroles zijn er voor de verkeersveiligheid. Niet om de schatkist te spekken of milieudoelstellingen te halen.”

VVD

Vooral die laatste zin, dat de snelheidscontroles niet bedoeld zijn om milieudoelstellingen te halen, is opmerkelijk. Ben benieuwd hoe lang die zin gezien de huidige discussies op hun site blijft staan.

Uit de tijd dat er nog echte auto’s op de weg reden:verkeersbordEen verkeersbord uit 1966 dat toen bij een afrit bij Schiphol stond. Fotograaf onbekend; foto Anefo / Nationaal Archief

 

Ouders

Op twitter zag ik een tweet van Nick  Harvey, een Engelse muzikant, die de volgende oproep deed,

nick harvey

Er staan er ondertussen al 653 reacties onder. Ik heb er een twintigtal van gekopieerd.

Boo @BermondseyBoo: We had to be interviewed by the scary headmistress of my school before I could be accepted as a pupil. Dad had a bad back & mum had just had a minor operation. So he spent the interview lying on the office floor while my mum could only stand up. Weirdest 45 minutes of my life

Kavalcade @kavalcade: When I was around 18, a friend of mine was going travelling and came by to say goodbye. After we had said our farewells my mum came running down the stairs, shouting ‘hang on Dan, you’ll be needing these’. She unfurled about 20 condoms. I still remember them hitting the floor.

TwoTonTony @TwoTonTonyTubbs: I was 19 and in the Guards (red coats, big furry hats, hang around royal gaffs, you know the ones). On guard outside Buckingham Palace with my Mum the other side of the fence waving at me and telling all the tourists “that’s my son, that one over there.”

alexander matthews @AlexanderMat: I was 17 and working at a supermarket late in the evening. It had started to snow. My mum phoned the supermarket to tell them I should not drive home because I was too inexperienced a driver to handle snow and she was coming to get me. This was announced over the tanno

Dolly @Seasidedolly: I was crazy about a boy at the visiting yearly fair. I hung around. Eyeliner & lipstick on. My mum arrived at the fair with her work friends, spat on a tissue & wiped my face clean in front of him.

Nic @TheNoisyTable: Grandparent story…hope it’s allowed. My grandad loudly farted on every single step in a department store. When he got to the bottom, he looked at the horrified shoppers and reassured them that there was no structural damage.

Clodagh Murphy @Clodagh My dad yelling down the aisle in the super market at my 13 year old sister if she wanted ‘the ones with wings’

Alistair Coleman @alistaircoleman: Our car broke down going on holiday. Mum knew it was the alternator, having tried a self-repair before. Unfortunately, she told it to the AA man thus: “My husband and I had it off on the kitchen table three times”. He looked us three kids in the back seat and cried with laughter.

Sueveneer @sueveneer: It was the 70s and my dad (working class lad made good) rocked up at at a very posh restaurant. Was told jeans weren’t allowed so he took them off. There. In front of the maitre d’ & guests

Kate S @katesaunders13: When I got a school report saying I was always smiling and a pleasure to be around, my Dad wrote in the parents comments ‘are you sure you haven’t mixed her up with someone else “

David Gutteridge @dgutte: On holiday in Malta, my Dad took us all on “family walk”. 2 hours later, lost and with light fading a black helicopter appeared, hovered above us, shone his search light and the loud speaker boomed…… “you are in a military live fire zone”

Bernie @EnterpriseSBox: My mum walked me to school in full uniform at the end of the summer holidays as I started the last year of primary school.  Ignoring my mates on their bikes milling around in shorts and t shirts and the ominous quietness in the playground we turned up at the gates a week early.

mid life crisis@BitterPill74: When I married my husband, the Registrar folded the marriage licence and asked “Who wants to hang on to this?” My Dad a solicitor pipes up “I’ll take it, we’ll need it in 7 years for the divorce”

John Walshe @WalberryCP: Went down injured in a rugby match and saw my mother running onto the pitch yelling “are you ok” and “he’s my son”. It took me a decade to hold my head up in the club.  A decade later I went to tackle a second row and my fiancee yelled out “leave him alone, you’re too big”

Will Hide @Willhide: I was a room guide at Castle Howard for a student summer job about 25 years ago. A big notice said “do not touch the piano” on top of the Steinway in Grand Ballroom. One day I turned around because a bloke had leaned over the rope & was playing “Chopsticks” on it – it was my Dad.

Scotty @scottfish75: Not in front of me, but my dad turned up to a parent-teacher night wearing a purple silk shirt and leather trousers. He then proceeded to tell my teachers I wanted to be an astronaut. I didn’t.

Caroline L @Caroline_Lno1: My mum’s kitchen didn’t arrive on time. So she took me and a loudspeaker down to the local MFI to shout about it to all the customers.

Miss Konstantine @giftedHKO: Was at a local nightclub and it was past my curfew. I was cutting shapes on the dance floor when the DJ stopped the music to announce ‘Helen, your mum called and you need to go home’

Dollyday @welovepampering: Similar to your story except I was 15 and in a club.  My grandad decided to come and get me. Even worse, he got the DJ to call out my name and say ‘your grandads here to pick you up’.

Helen Raw @helenraw: Went to my 1st under 18’s disco in an over 18’s club on condition Dad picked me up. I was 16 & agreed so long as he parked round the corner to not embarrass me. He turned up, right across the road wearing a deerstalker & a superman cape waving & yelling ‘coooeeeee I’m here Helen

Als mijn dochters die laatste drie reacties lezen, zullen ze zeggen: “Dat gevoel herken ik.” Ze gingen naar een discotheek waar ik ze om twaalf uur zou afhalen. Omdat het regende wachtte ik in het halletje van de discotheek. Toen ze mij daar zagen staan, kreeg ik vreselijk op mijn kop. Iedereen kon zo zien dat ze werden afgehaald door hun vader. De volgende keer dat ik ze afhaalde moest ik op minstens 25 meter van de deur van de discotheek wachten.

 

 

Verkeerde man

Van de week stond ik in de Albert Heijn naar het vis-aanbod te kijken toen een vrouw naast me opeens aan me vroeg: “Zullen we vanavond vis eten?” Ik keek haar aan. Het was een vrouw van een jaar of veertig die met een vermoeide blik de vis stond te bestuderen.

“Is dat een uitnodiging?” vroeg ik.  De vrouw keek verschrikt op. “Oh nee, sorry. Ik dacht dat mijn man naast me stond.” sprak ze.

Zoiets dacht ik al. Geeft niets hoor. Het kan erger.” zei ik en ik vertelde haar over Hans, een oud-collega van mij bij KPN. Die liep een keer achter zijn vrouw in de supermarkt, toen zij opeens de arm van een wildvreemde man naast haar vastpakte en gearmd verder liep. Zowel Hans als de man zeiden niets en zo liepen ze een metertje of tien door. Toen zag ze pas dat ze de verkeerde man had vastgepakt. Dit tot groot vermaak van zowel de man als van Hans.

De vrouw lachte, liep vervolgens naar een man en pakte deze bij de arm. Lachend keek ze om. Ik nam aan dat het haar eigen man was.

Een razendsnelle reactie

Op Nu.nl zag ik vandaag dit filmpje.  Te zien is hoe een jongen in de Amerikaanse stad Oakland op het spoor valt, vlak voor een aanstormende trein. Maar voordat de trein hem overrijdt, trekt een man hem terug op het perron. Ik moet zeggen dat ik, geloof ik, nog nooit iemand zo snel heb zien reageren. Had ik daar gestaan, dan was de jongen beslist verongelukt.

spoort

Op de foto klikken om bij het bericht en het filmpje op nu.nl te komen.

Mooi is ook de reactie van de redder als hij als later wordt geïnterviewd. Hij wordt helemaal emotioneel en zegt dan “Dat is wat we horen te doen.

de held

Petje af voor deze man.

Een Amerikaanse inval in Den Haag

In mijn vorige blogpost zijn twee verkoopborden te zien die bedoeld zijn om onroerend goed  op het Maanplein in Den Haag aan de man te brengen. Het betreft een deel van het voormalige hoofdkantoor van KPN in Den Haag dat is omgebouwd tot woningen en kleinere kantooreenheden

centre of the universe

Wat niet op de borden staat, maar wat ik wel weet, is dat de ramen van een deel van de gebouwen voorzien zijn van onbreekbaar kogelvrij glas. Het betreft de ramen (aan de straatkantzijde) van de rode gebouwen die op de foto hieronder te zien zijn naast de grote witte gebouwen die rechts op de foto staan.

maanplein

De reden dat ik dit weet is dat ik in 2002 werkzaam was in één van deze rode gebouwen. In het witte gebouw zat in die tijd tijdelijk het in 1998 opgerichte Internationale Strafhof (ICC; International Criminal Court). Het is een permanent hof voor het vervolgen van personen die verdacht worden van genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden.

Omdat onder de statuten ook Amerikaanse soldaten kunnen worden berecht die ergens op de wereld oorlogsmisdaden begaan, weigerde Amerika het verdrag te ratificeren (dat is nog steeds het geval). Sterker nog, de conservatieve senator Jesse Helm zorgde er voor dat er in de Amerikaanse Senaat een amendement werd aangenomen, de American Service-Members’ Protection Act (ASPA) (“Wet ter bescherming van Amerikaanse militairen”), die bedoeld was om “Amerikaans militair personeel en andere verkozen of benoemde vertegenwoordigers van de Verenigde Staten van Amerika te beschermen tegen rechtsvervolging door een internationaal strafhof waarvan de VS geen deel uitmaken

De wet gaf aan de president van Amerika de macht om “met alle mogelijke middelen de vrijlating van Amerikaans personeel te bewerkstelligen dat gevangen wordt gehouden door of op verzoek van het Internationaal Strafhof (in Den Haag)”.  Dat hield in dat Amerika desnoods gewapenderhand Amerikanen mocht bevrijden uit de handen van het Internationaal Strafhof. Dit amendement staat dan ook wel bekend als ‘The Hague Invasion Act ‘.

volkskrant

De Volkskrant van 11 juni 2002.

In het najaar van 2002 verschenen er opeens wat werklui op onze afdeling. Ze kwamen de ramen vervangen. De verhuurder van het gebouw nam geen enkel risico vertelden ze. Als de Amerikanen het gebouw aan de overkant binnen zouden vallen, dan zou ons gebouw ook geraakt kunnen worden. Daarom was besloten om de ramen aan de straatkant te voorzien van kogelvrij  glas.

We voelden ons daardoor een stuk veiliger.