Een wetenschappelijke anekdote

In 1921 hield Albert Einstein na het winnen van de Nobelprijs een lezingentournee langs meerdere universiteiten in het noordoosten van de Verenigde Staten.

einstein1921: Einstein samen met zijn tweede vrouw Elsa (in het midden van de foto) aan boord van de SS Rotterdam in de haven van New York.

Einstein werd daarbij rondgereden door een vaste chauffeur. Deze zei op een dag na de zoveelste lezing dat hij deze nou zo vaak gehoord had dat hij hem ook wel kon vertellen.

Einstein zei: “Dat is een goed idee, ze kennen hier weliswaar mijn theorieën, maar weten absoluut niet hoe ik er uit zie. Bij de volgende universiteit mag jij de lezing geven. Hier heb je mijn papieren. Ik ga wel achter in de zaal zitten.” Zo gezegd zo gedaan. Einstein ging met de pet van de chauffeur op in de zaal zitten en de chauffeur gaf de lezing.

Toen de chauffeur klaar was, stond één van de plaatselijke professoren op en zei: “Meneer Einstein, ik heb een vraag voor u. Maar het is een heel moeilijke vraag, dus ik kan me heel goed voorstellen, dat u niet direct een antwoord op deze vraag weet en dat u er thuis eerst eens op uw gemak over wilt nadenken. Dat is prima.“ Vervolgens stelde hij de vraag en keek triomfantelijk de zaal rond.

De chauffeur dacht even na en antwoordde toen. “Nee hoor professor, dat is helemaal geen moeilijke vraag. Sterker nog, ik denk zelfs dat mijn chauffeur die daar achter in de zaal zit hem ook zou kunnen beantwoorden. Meneer de chauffeur, wilt u een poging wagen?”

Einstein stond op, beantwoordde de vraag en ging vervolgens met een grote grijns zitten. De professor en de zaal in verbijstering achter latend.