(Geschreven op 14 januari 2016)
Het Straatje van Vermeer is gevonden. “Nou, dat zal niet zo moeilijk zijn geweest. Dat hangt in het Rijksmuseum in Amsterdam.” zult u misschien zeggen. Het gaat hier echter om de locatie van de huizen die op het schilderij van Vermeer zijn afgebeeld, niet om het schilderij zelf. Volgens professor Frans Grijzenhout, hoogleraar kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam, zou de locatie van de twee afgebeelde huizen op het schilderij van Vermeer de Vlamingstraat 40 en 42 in Delft zijn.
Uiteraard zijn daar vraagtekens bij te zetten. De belangrijkste onzekerheid, zoals de professor zelf ook al opmerkt, is de vraag of Vermeer bestaande huizen heeft afgebeeld of dat hij zijn fantasie de vrije loop heeft laten gaan. Op grond van de gedetailleerdheid van het schilderij gaat men er tegenwoordig van uit dat Vermeer bestaande huizen heeft afgebeeld. Als dit inderdaad klopt, dan bevat het schilderij een aantal aanwijzingen waar de huizen hebben gestaan.
Zo is er op het schilderij een schrobgoot te zien die vanuit de rechterpoort de straat op loopt. Dit wijst op een ligging aan een gracht.
De schrobgoot
Een tweede aanwijzing dat de huizen aan een gracht hebben gelegen is dat op grond van perspectiefberekeningen Vermeer tijdens het schilderen op zo’n 17 tot 20 meter afstand van de huizen moet hebben gestaan. De meeste straten in Delft in de tijd waren niet zo breed, maar als de huizen aan een gracht hebben gestaan, dan kan zo’n afstand wel, namelijk als de schilder aan de overkant van de gracht heeft gestaan. Verder wijst de lichtval op een locatie aan de noordzijde. Ook de afgebeelde huizen geven enige aanwijzingen. Onder meer op basis van de grootte van de bakstenen, heeft men berekend dat de gevelbreedte van het rechterhuis tussen de 5,6 meter en 7 meter moest zijn.
Vooral dankzij het bestuderen van de ‘Legger van het diepen der wateren binnen de stad Delft’, een document uit 1667 waarin werd genoteerd hoeveel ‘kaai- en diepgeld’ per huishouden was geïnd – de gemeentelijke belastingen werden berekend op basis van de gevelbreedte van de huizen – kwam de professor tot de conclusie dat de afgebeelde huizen de toenmalige huizen Vlamingstraat 40 en 42 moesten zijn. (In het boek staan de exacte afmetingen van grachtenhuizen vermeld, inclusief de vermelding van poortjes.)
De huizen bestaan niet meer. Ze zijn in de loop van de tijd afgebroken en vervangen door andere huizen. Van de twee poortjes is er eentje verdwenen. De andere bestaat nog wel, zoals te zien is op de prachtige vergelijking die op de site van het Rijksmuseum te zien is.
- update april 2022: de vergelijkende foto’s zijn op de site van het Rijksmuseum niet meer te vinden. Ze staan echter nog wel op diverse andere sites, waaronder op deze link van The Guardian.
Voor de foto – het Rijksmuseum vermeldt helaas op zijn site niet de naam van de fotograaf, dus ik kan hem hier niet eren (*) – heeft de fotograaf zoveel mogelijk geprobeerd om de afbeelding van het schilderij te reconstrueren met een bankje, de spelende kinderen en de twee vrouwen. (Het bankje voor het huidige huis stond er, zoals op Google Streetview te zien is, overigens al, lang voordat de professor met deze locatie aankwam en de fotograaf deze foto kwam maken; sommige dingen in de geschiedenis herhalen zich nu eenmaal).
Helpt deze ontdekking van de locatie van het eerste Straatje van Vermeer nu bij de speurtocht naar het tweede Straatje van Vermeer? Jazeker, en dat komt doordat de professor tijdens het onderzoek ook ontdekte wie de eigenaar was van het rechterhuis op het schilderij. Dat was Ariaentgen Claes van der Minne, een tante van Vermeer. Of te wel Vermeer heeft op het schilderij geen willekeurig huis afgebeeld, maar het huis van een familielid. Maar als dat zo is, dan heeft Vermeer op zijn tweede Straatje wellicht ook een huis van een familielid afgebeeld.
Nu wil het toeval (?) dat ergens vlakbij, aan de andere kant van de gracht, het huis van zijn oudere zus Geertruyt heeft gestaan. Samen met haar man, een lijstenmaker, zat Vermeer in het gilde. (Ook woonde de moeder van Vermeer de laatste maanden van haar leven bij haar dochter in; dat was overigens wel zo’n tien jaar nadat Vermeer het Straatje had geschilderd). Kortom, ik zou er niet gek van opkijken als Vermeer tijdens het schilderen van het ‘Straatje van Vermeer’ vaak in het huis van zijn zuster verbleef en van daar uit het huis van zijn tante heeft geschetst (en later tot schilderij heeft uitgewerkt). En misschien – het is uiteraard een theorie – heeft hij het andersom ook gedaan en heeft Vermeer vanuit het huis van zijn tante het huis van zijn zus en zwager geschetst. ( Net zoals bij het Straatje van Vermeer zal hij het echte schilderij ongetwijfeld in zijn atelier hebben uitgewerkt.)
Maar als dat zo is, dan weten we welk huis er op het tweede Straatje van Vermeer staat afgebeeld, namelijk het huis van zijn zuster. En het zoekt natuurlijk een stuk makkelijk als je weet wat er op het schilderij staat afgebeeld. Dus de volgende stap is om te uit te zoeken op welk nummer de zus van Vermeer woonde en te achterhalen hoe dat huis er in die tijd uitzag.
Over de ontdekking van de professor is nu in het Rijksmuseum een tentoonstelling. Ik zal deze tentoonstelling maar eens bezoeken.
(*) Inmiddels weet ik dat de fotograaf Olivier Middendorp heet.