Ze zijn allebei dood. De beide Johannen. Vermeer al een tijdje – al meer dan 350 jaar om precies te zijn; hij overleed op 15 december 1675 – en Cruijff sinds gisteren. Ik ben met Cruijff opgegroeid. Hij was een idool uit mijn jeugd. Maar soms was hij af en toe ook de vijand als hij met Ajax tegen Go Ahead speelde.
Ooit stond ik als kleine jongen tijdens een thuiswedstrijd van Go Ahead tegen Ajax in het “het kippenhok” (dat was de jongensrang; een kaartje kostte een gulden), toen Cruijff de bal volkomen verkeerd raakte. Hij schoot ver naast en de bal belandde in ons vak. We moesten bukken om hem niet op ons hoofd te krijgen. “Hé Cruijffie, uitkijken! Als je niet kan schieten, dan moet je dat niet doen!” brulde ik met mijn hoge jongensstemmetje.
De jongens om mij heen vonden dat een puike opmerking en ik geloof dat Cruijff het ook had gehoord want hij keek naar ons vak. Even later schoot hij weer op het doel en deze keer belandde de bal in de bovenhoek. Doelpunt. Cruijff sprintte weg, sprong in de lucht en keek daarna naar onze jongensrang, alsof hij wilde zeggen: “Zie je wel, ik kan wel schieten.” Het voelde alsof het doelpunt mijn schuld was. Had ik maar niks geroepen.
Ik herinner me ook nog een andere wedstrijd van Go Ahead tegen Ajax. Het was een uitwedstrijd en ik luisterde zoals gewoonlijk bij uitwedstrijden op mijn kamer naar het verslag op ‘Langs de Lijn’. Mijn vader, ook een voetballiefhebber en Go Ahead-fan, luisterde meestal niet. Hij wou tijdens de wedstrijd de stand ook niet weten. Tenzij Go Ahead voor kwam, dan mocht ik dat wel komen vertellen. Eigenlijk heel kinderachtig maar misschien vond hij het te spannend. Bij de rust stond het 0-0. Dat beschouwde ik als een voorsprong en ging dat in de rust trots aan mijn vader vertellen. “We zijn er nog niet maar het is niet slecht” sprak mijn vader. Ik ging weer naar mijn jongenskamertje om naar de tweede helft te luisteren. Na een half uurtje kwam mijn vader opeens binnen. Hij wou toch even weten hoe het nu stond. “6-0 voor Ajax pap. Cruijff heeft in de tweede helft al vier keer gescoord.” Cruijff ja, die is goed.” sprak mijn vader en hij liep weer naar beneden.
Maar goed, Cruijff is nu dus dood. Achtenzestig jaar is hij geworden. Dat is niet oud. Vermeer werd overigens maar 43 jaar. Waarom ik het in deze blogpost ook over Vermeer heb? Dat komt omdat vlak voordat ik hoorde dat Cruijff was overleden – mijn oudste dochter zag het op haar Volkskrant-nieuwsalert-app en vertelde het me. Ze was daarmee net Marianne voor die mij even later het nieuws WhatsAppte – ik net een nieuwe bijdrage over Vermeer op mijn site had geplaatst.
In dit stuk (zie hier) kan je lezen hoe ik denk dat het Tweede Straatje van Vermeer er uit ziet. Het stuk zit vol aannames, maar zoals Cruijff zou zeggen: “Als je niets aanneemt, dan kan je ook niets veronderstellen”.
p.s. Voor Hard Gras heb ik een keer een verhaal over Cruijff geschreven. Het was een verhaal over hoe Cruijff in 1966 als eerste speler van het Nederlands elftal het veld werd uitgestuurd
Links de voorkant van het Hard Gras Nummer; rechts Scheidrechter Glöckner stuurt Cruijff van het veld; foto Eric Koch/Anefo; Nationaal Archief
Cruijff is nu definitief het veld uitgestuurd.