Categorie archief: Wetenschap

Vaccinaties

De arme Hugo de Jonge – de man die meer voor de Nederlandse schoenenindustrie heeft gedaan dan wie dan ook – ligt weer eens onder vuur. Ditmaal zouden de aantallen gegeven vaccinaties niet kloppen.

00000000 aaaa 0000 aant

Ik heb wel een beetje medelijden met Hugo de Jonge. Het valt ook niet mee om al die ingewikkelde modellen te snappen.

00000000 aaaa 0000 aantal

Het goede nieuws is echter dat de allerlaatste aanpassing van het rekenmodel er voor heeft gezorgd dat we nu opeens bovenaan staan!

00000000 aaaa 0000 europ2

Om Johan Cruijff te citeren: “Er is maar één moment dat je op tijd kunt komen. Ben je er niet, dan ben je óf te vroeg, óf te laat.”

Nobelprijzen

De Nobelprijs voor Scheikunde is dit jaar gewonnen door twee vrouwen. De Amerikaanse Jennifer Doudna en de Française Emmanuelle Charpentier delen de Nobelprijs voor hun werk op het gebied van Crispr-Cas. Dat is geen nieuw merk chips maar is iets waarmee je DNA kan wijzigen.  Zie hier.

Ze zijn niet de eerste vrouwen die de Nobelprijs voor Scheikunde wonnen. Marie Skłodowskaja-Curie, beter bekend als Madam Curie, ging de dames al in 1911 voor. Het was de tweede keer dat ze een Nobelprijs won. In 1904 won ze die al voor Natuurkunde, samen met haar man Pierre Curie (overleden in 1906) en Henri Becquerel.

0000000 1233 madam curien

Madam Curie in 1911.

Marie Skłodowskaja-Curie overleed in 1934. Ze maakte het daardoor net niet mee dat haar dochter Irène Joliot-Curie (1897-1956) samen met haar man Frédéric Joliot ook een Nobelprijs voor de Scheikunde won. En als we toch even in de familie blijven, haar andere dochter  Ève Curie Labouisse was getrouwd met Henry Labouisse. Deze ontving in 1965 als directeur van UNICEF een Nobelprijs voor de Vrede. Er moet bij de familie Curie ergens nog een laatje liggen met wat Nobelprijzen er in.

Naar aanleiding van de toekenning van de Nobelprijs aan de twee vrouwen twitterde Dolf Jansen: “Ja, als vrouwen nu ook al de #nobelprijs voor scheikunde gaan winnen is onze tijd als mannen met enig nut op deze aarde echt wel zo’n beetje voorbij denk ik..

Dat lokte uiteraard de nodige reacties uit.

0000000 1233 dolf janssen

Zoals u kunt zien heb ik ter verdediging van de man ook gemeend een duit in het zakje te moeten doen.  (De afstandsbediening was de eerste belangrijke uitvinding gedaan door een man die mij te binnen schoot.)

0000000 1233 afstandsbedieningYou can also shut off long annoying commercials while pictures remains on screen!”

Degene die in 1955 de afstandsbediening uitvond was Eugene Polley. Hij overleed in 2012. Hij heeft voor zijn uitvinding nooit de Nobelprijs gekregen. Een grote omissie van het Nobelprijs-comité vind ik.

De IG Nobelprijs

Een  politicus van de Noorse conservatieve vooruitgangspartij  – dat ‘conservatief’ en ‘vooruitgang’ is een beetje wonderlijke combinatie  – heeft president Trump voorgedragen voor de Nobelprijs voor Vrede.  Ik verwacht eerlijk gezegd niet dat hij hem gaat krijgen, maar hé, je weet maar nooit.

Heel eventjes dacht ik dat Trump was voorgedragen voor een IG-Nobelprijs voor Geneeskunde voor zijn onderzoeksvoorstel om bleekmiddel te drinken bij corona, maar dat zou niet terecht zijn. De prijzen – humoristisch bedoeld – worden gegeven aan correct onderzoek waarvan het nut niet direct duidelijk is. En van het onderzoeken van drinken van bleekmiddel kan je veel zeggen, maar niet dat het correct is.

Een behoorlijk aantal Nederlanders en Belgen heeft al een IG-Nobelprijs gewonnen.  Een paar voorbeelden. Zo wonnen bijvoorbeeld in 1993 liefst 40 Nederlanders, 80 Belgen en nog eens 855 andere auteurs gezamenlijk een IG-Nobelprijs voor het publiceren van een medische publicatie die honderd keer zoveel auteurs als bladzijden had.

In 2003 won C.W. Moeliker van het Natuurmuseum Rotterdam de IG-Nobelprijs voor Biologie voor het documenteren van de eerste wetenschappelijke observatie van homoseksuele necrofilie bij de wilde eend.

Dat zelfde jaar  wonnen Andre Geim van de Universiteit van Nijmegen en Sir Michael Berry van de Bristol University de IG-Nobelprijs voor Natuurkunde voor het laten zweven van een kikker door middel van een zeer sterke magneet.

000000 zwende kikker

De zwevende kikker van Geim en Berry

In 2011 wonnen Mirjam Tuk (van de Universiteit Twente) en Debra Trampe (van de Universiteit Groningen) samen met de Belg Luk Warlop (van de Katholieke Universiteit Leuven)  de IG-Nobelprijs voor Geneeskunde voor hun onderzoek naar hoe een volle of lege blaas ons beslissingsvermogen beïnvloedt. (Uit hun onderzoek blijkt dat wie nodig naar het toilet moet beter in staat is om een verstandige financiële beslissing te nemen.)

Dat zelfde jaar kreeg Herman Kingma van de  Universiteit Maastricht de IG-Nobelprijs voor Natuurkunde voor zijn onderzoek dat aantoonde waarom discuswerpers wel maar kogelslingeraars niet duizelig worden bij het gooien.

Ook mooi was het onderzoek dat Anita Eerland, Rolf Zwaan en Tulio Guadalupe deden naar de vraag waarom de Eiffeltoren kleiner lijkt wanneer je naar links leunt. Dat zij daar in 2012 de IG-Nobelprijs voor Psychologie voor kregen is terecht.

000000 eiffe

De laatste Nederlanders die een IG-Nobelprijs (die voor Economie) wonnen waren in 2019 Timothy en Andreas Voss, die samen met hun Turkse collega Habip Gedik onderzochten welke bankbiljetten de meeste gevaarlijke bacteriën overbrengen.

De Ig Nobelprijs  wordt ieder jaar in de herfst, een week voor de bekendmaking van de echte Nobelprijswinnaars, toegekend. De uitreiking vindt plaats tijdens een gala in het Sanders Theatre van de Harvard-universiteit. Echte Nobelprijswinnaars reiken de prijzen uit. De winnaars reizen dan ook graag af naar Harvard. Ze mogen dan een korte lezing houden over hun onderzoek. Gaan ze over de van te voren vastgelegde spreektijd heen, dan verschijnt er een achtjarig meisje, Miss Sweetie Poo geheten, op het podium die roept “Please stop, I’m bored”.

Overigens kan de IG-Nobelprijs een opstapje zijn naar de echte Nobelprijs. De eerder genoemde Andre Geim – die van de zwevende kikker – won tien jaar later de Nobelprijs voor Natuurkunde voor zijn onderzoek naar naar de eigenschappen van grafeen. Hij is tot nu toe de enige die zowel de IG-Nobelprijs als de echte Nobelprijs heeft gewonnen.

 

Quizvraagjes

Uit de serie: Quizvraagjes:

1983: we zien hier vier jonge Nederlandse internationals. Vijf jaar later zouden ze alle vier in de basis staan van het Nederlands elftal dat in Duitsland Europees kampioen werd.

0 trainer

De eerste vraag is natuurlijk: Wie zien we hier? Omdat het antwoord hier onderstaat, eerst even nadenken en dan pas verder gaan. (Een advies dat u ook in “het echte leven” kunt gebruiken.)

Enfin, de vraag is niet zo moeilijk. We zien hier van links naar rechts: Frank Rijkaard, twee keer een Koeman (Ronald en Erwin) en dan Ruud Gullit. Wellicht was Erwin Koeman, de oudere broer van Ronald, nog de moeilijkste. Voor het geval u hem niet kent, hier is zijn Wikipedia-pagina.

(Mooiste zin op die pagina is die uit het hoofdstukje ‘Trivia’:  “Met zijn jongere broer Ronald Koeman trad Erwin Koeman op in de Sterren Playbackshow als Hepie en Hepie.”)

0000-koeman2

Nu komen we bij een vraag voor de echte voetbalkenners. Na hun spelerscarrière werden ze alle vier trainer. Ze trainden overal in de wereld, onder andere in Amsterdam, Rotterdam, Zeist (daar is de KNVB gevestigd) en Barcelona. In één van die vier genoemde plaatsen waren ze alle vier als trainer actief, in één stad drie van de vier, in eentje twee van de vier en u snapt het al, in één plaats maar één van hen. Kunt u aangeven in welke stad wie trainer is geweest?

(Mocht u de vraag niet begrijpen, Cruijff zou zeggen: “Als ik zou willen dat je het begreep, zou ik het beter hebben uitgelegd.” )

De oplossing luidt:

  • Amsterdam 1 (Ronald Koeman;  Rijkaard was er wel twee keer actief als speler van Ajax maar niet als trainer.)
  • Barcelona 2 (Rijkaard en Ronald Koeman; wellicht zult u zeggen, ho ho, wacht even, Koeman is nog niet als trainer van Barcelona begonnen, maar dan ziet u over het hoofd dat Koeman in 1999 een jaartje Barcelona B trainde.)
  • Zeist 3 (Rijkaard, Ronald Koeman en Gullit; de eerste twee waren bondscoach van het Nederlands Elftal; Gullit trainde in 2003 het Oranje onder 21.)
  • Rotterdam 4 (Erwin Koeman, Gullit en Ronald Koeman zijn trainer van Feyenoord geweest; Rijkaard niet zult u misschien zeggen – dat klopt – maar die is trainer van Sparta geweest en die club komt ook uit Rotterdam,)

Heeft u beide vragen goed beantwoord? Gefeliciteerd, u mag in de finale mee doen met het driedeurenspel:  Stel u bent winnaar van een televisiequiz en aan het eind van de show staat u samen met de quizleider voor drie gesloten deuren, waarvan u er eentje mag openen.

Achter een van de deuren staat een auto, achter de andere twee staan geiten. Je kiest een deur, zeg nr. 1, en de presentator, die weet wat er achter de deuren staat, opent een andere deur, zeg nr. 3, met een geit erachter. Hij zegt dan tegen je: “Wil je wisselen van deur 1 naar deur nr. 2?”

Is het in je voordeel om van deur te wisselen? Wat doet u? Wisselt u of blijft u staan omdat het volgens u niets uitmaakt?  In de Amerikaanse spelshow ‘Let’s Make a Deal’ met presentator Monty Hall (om die reden spreekt men in het Engels over het ‘Monty Hall problem’) is jarenlang aan kandidaten deze vraag voorgelegd en de meest mensen bleven bij hun oorspronkelijk gekozen deur staan.

Dat was echter niet verstandig omdat de kans dat de auto achter hun deur stond weliswaar nog steeds een derde was, maar de kans dat de auto achter deur twee staat na het openen van deur drie nu 2/3 is.  Zie dit plaatje.

0000-drie deuren

Kortom, mocht u ooit in zo’n situatie komen, altijd wisselen. Vraag niet hoe het kan, maar profiteer ervan.

 

 

Hoe laat is het op de maan?

Vorig jaar was het op deze dag exact vijftig jaar geleden dat Neil Amstrong als eerste mens voet op de maan zette en de beroemde eerste woorden “Anybody out there?” sprak. Dat feit werd vorig jaar uitgebreid herdacht.

Vanochtend las ik op de site van Fox News – ja, ja, ik lees niet alleen fakenews maar ook ‘real news’ – dat het vandaag exact 51 jaar geleden was dat Neil Amstrong voet op de maan zette. Tja, zo kan je elk jaar wel aan de gang blijven met herdenken. (Overigens, door hier iets te publiceren wat ik op Fox News zag, ben ik net Donald Trump – alleen hij twittert er over en ik blog over).

Vorig jaar – bij die 50 jaar dus –  heb ik ook aandacht aan dit gebeuren besteed. Ik schreef onder andere dat het eerste wat Amstrong deed, toen hij de deur van het maanlandingstoestel opende, was het op de maan gooien van een zak afval, maar dat weet u vast niet meer.

00000 0 1 0 afvalDe door Amstrong naar buiten gegooide zak afval op de maan.

Nu vermeldde het bericht  van Fox News het tijdstip dat Amstrong voet op de maan zette.  Dat was 10:56 p.m. EDT, dat is in onze tijdnotatie 22.56 uur EDT

(P.M. staat voor Post Meridiem (na de middag), dat  is de tijdaanduiding voor het tijdvak dat loopt van 12 uur ’s middags tot 12 uur ’s nachts, niet te verwarren met A.M, oftewel het tijdvak 12 uur ’s nachts tot 12 uur ’s middags. Twee Ezelsbruggetjes voor de prijs van één. Ezelsbruggetje 1:  De A komt in het alfabet voor de P, dus eerst zijn op een dag de uren met een A aan de beurt en dan (na 12 uur ’s middags) wordt de tijd aangegeven met een P. Ezelsbruggetje 2: Beschouw A.M als een afkorting voor After Midnight, dus de tijd die begint na 12 uur ’s nachts.)

De afkorting EDT in de tijdmelding van de eerste voetstap op de maan staat voor ‘Eastern Standard Time’, oftewel de tijd die geldt aan de oostkant – hoe verrassend – van de Verenigde Staten. Bij ons was het op dat moment echter al een paar uur later en zette Amstrong in de vroege uurtjes van 21 juli voet op de maan.

00000 0 1 0 a tijdzonesDe wereld in tijdzones.

Nu zit ik dus met de belangrijke vraag, zette Amstrong op 20 juli of op 21 juli voet op de maan? Oftewel: welke tijdzone geldt er op de maan?

00000 0 1 0 a klok

Enig onderzoek leert me dat er internationale afspraken zijn gemaakt over een universele tijd die niet alleen geldt op de aarde, maar ook op de maan en het heelal. Dat is de UTC. (Het internationale letterwoord UTC is een compromis tussen het Franse “TUC” (Temps universel coordonné) en het Engelse “CUT” (Coordinated Universal Time).

De UTC is bijna gelijk aan de Greenwich Mean Time (GMT) – zeg maar de tijd van de Engelsen – maar niet helemaal. “Om het door de vertraagde aardrotatie veroorzaakte verschil te compenseren, moeten er schrikkelsecondes worden gebruikt. Het verschil is nooit meer dan een seconde en voor de meeste toepassingen dan ook niet van belang, aldus de Wikipedia.  (De UTC wordt niet alleen theoretisch gebruikt, maar ook praktisch. Zo maakt de digitale tachograaf die in vrachtwagens zit gebruik van de UTC, wat de controle van internationaal vervoer op rij- en rusttijden vergemakkelijkt.)

Enfin, de eerste stap op de maan volgens de UTC-tijdsindeling vond plaats op 2:56 UTC, dus op 21 juli 1969. Ik ben daarom een dag te vroeg met deze blogpost. (Herhaal ik hem toch gewoon morgen). En, zoals Albert Einstein al met zijn relativiteitstheorie aantoonde en uitlegde, tijd is relatief.

Een uur zitten bij een aardig meisje vliegt voorbij als een minuut, maar een minuut op een brandende kachel lijkt wel een uur. Dat is relativiteit.” – Albert Einstein in de New York Times, maart 1929 . (Fake News zou Trump zeggen.)

p.s. Vond u ook niet dat dit een heel leerzame blogpost was?

Statistieken

In deze corona-tijden word je momenteel doodgegooid met allerlei statistieken. (Sorry, een beetje ongelukkige uitdrukking in dit verband.)  Met statistieken moet je uitkijken. Zo zei Benjamin Disraeli, Engels premier in de negentiende eeuw, ooit eens:  “Er zijn drie soorten leugens: leugens, verdomde leugens en statistieken.”  

Ook Churchill wist wel hoe je met statistieken moest omgaan: “Je kunt slechts die statistieken vertrouwen, die je zelf hebt gemanipuleerd.”  Politici maken dan ook vaak misbruik van statistieken. De Duitse politicus Heinz Kühn zei niet voor niets: “Politici gebruiken statistieken zoals dronken kerels lantarenpalen: niet ter verlichting maar als stut. 

Een mooi hedendaags voorbeeld van iemand die statistieken misbruikt, is de republikeinse gouverneur Brian Kemp van de Amerikaanse staat Georgia. Kemp, een trouw aanhanger van president Trump, is een zeer omstreden politicus die onder andere beschuldigd wordt van kiezersmanipulatie vanwege allerlei maatregelen die er voor zorgden dat veel Afro-Amerikanen, Aziaten en latino’s bij de laatste gouverneursverkiezingen niet konden stemmen. Hij won deze verkiezingen nipt.

Vanwege de corona ontkwam gouverneur Kemp er niet aan om ook voor Georgia een lockdown uit te roepen, maar hij was de eerste gouverneur die zijn staat weer wilde open gooien. Half april was zijn oorspronkelijk voorstel. Dat vond zelfs Trump wat te vroeg, maar toen Kemp eind april allerlei zaken al weer toestemming gaf om open te gaan, roemde Trump het beleid van Kemp.

Ter verdediging van zijn besluit liet Kemp onlangs allerlei statistieken en grafieken publiceren, die lieten zien dat het aantal besmettingen in Georgia ook na de openstelling bleef dalen. Neem bijvoorbeeld deze grafiek die voor de vijf belangrijkste ‘counties’ –  zeg maar een soort “gemeentes”; Georgia heeft er 159 –  de aantallen nieuwe besmettingen per dag liet zien over de periode 26 april tot en met 9 mei. Ondanks de openstelling een duidelijk dalende lijn, aldus Kemp.

0000000 grafiek 1

Als we deze lantaarnpaal-grafiek echter wat nader bekijken, dan vallen een tweetal zaken op. Allereerst de volgorde per dag  van de vijf counties. De counties hebben allemaal hun eigen kleur, maar ze staan niet elke dag in dezelfde volgorde. Telkens staat het county met de meeste nieuwe besmettingen voorop, waardoor je niet meer de ontwikkeling per county goed ziet.

Maar dat is ‘peanuts’ vergeleken met de andere manipulatie die in de grafiek zit. Kijk eens goed naar de x-as. De dagen staan daar niet in de goede volgorde.

0000000 grafiek 0

Zo wordt bijvoorbeeld 30 april gevolgd door 4 mei, 5 mei door 2 mei, 2 mei door 7 mei, 7 mei door 26 april en 26 april door 3 mei. Een ratjetoe.

Joey deVilla, aan wiens blog ik deze grafiek ontleen, omschreef het als volgt:  ” The dates are out of order. In fact, they’ve been specifically re-ordered to make it look as if the number of cases has been dropping steadily for the past few weeks”  Volgens de Washington Post was Georgia nu de enige staat in Amerika waar op order van de gouverneur donderdag wordt gevolgd door zondag.

Joey deVilla zette de grafiek ‘goed’ en toen zag het beeld er als volgt uit:

0000000 grafiek 3

Nu is niet meer sprake van een continu dalende lijn. Geconfronteerd met de manipulatie boden Kemp en zijn perssecretaresse hun excuses aan. Er was voor deze weergave gekozen zeiden ze om de trend voor het publiek wat makkelijk zichtbaar te maken.

0000000 grafiek 6

Je kan je overigens afvragen wat ze bedoelt met ‘Our mission failed’.  Het was trouwens niet de eerste keer dat er kritiek kwam op grafieken van de staat. In maart verscheen deze grafiek met de nieuwe aantallen per dag. Een continu stijgende lijn, min of meer rechtlijnig, niet exponentieel.

0000000 grafiek 4

Maar als je naar de Y-as kijkt, dan zie je daar een merkwaardige schaalverdeling: 30, 60, 90, 100, 130, 160, 190, 240, 250, 300, 350, 400. Daardoor valt de exponentiële  toename van de aantallen op 26 maart wat minder op.

Ik zou dus zeggen, pas een beetje op met de grafieken van gouverneur Kemp, of om een uitspraak van de Amerikaanse schrijver William Saroyan te parafraseren: “Ik geloof dromen eerder dan statistieken van gouverneur Kemp.”

 

 

Zoals Albert Einstein zei (of niet?)

Van Albert Einstein circuleren veel citaten. Ik citeer hem ook wel eens, vooral als ik weer eens wat zinloos aan het doen ben – en dat gebeurt best vaak –  om mijn gedrag goed te praten,  zoals “Als we wisten wat we deden, heette het geen onderzoek.” 

eisntein

Andere bekende citaten van Einstein zijn:

  • Logica brengt je van A naar B. Verbeelding brengt je overal.”
  • “We kunnen een probleem niet oplossen met de denkwijze die het heeft veroorzaakt.”
  • “Een uur zitten bij een aardig meisje vliegt voorbij als een minuut, maar een minuut op een brandende kachel lijkt wel een uur. Dat is relativiteit.”
  • “Intellectuelen lossen problemen op. Genieën voorkomen ze.”
  • “Twee dingen zijn oneindig, het universum, en menselijke domheid. Maar van het universum weet ik het nog niet helemaal zeker.”

Die laatste uitspraak zie je momenteel in allerlei variaties terug op internet, maar dan met Donald Trump in de hoofdrol. “Twee dingen zijn oneindig, het universum, en de domheid van Donald Trump. Maar van het universum weet ik het nog niet helemaal zeker.

Dit naar aanleiding van Trumps uitspraak van gisteren of het misschien een goed idee was om mensen met desinfecterende middelen zoals bleekmiddel te injecteren. Dit omdat het coronavirus daar slecht tegen kan. Tja, wie verzin zoiets – de president van de Verenigde Staten dus.

Nu is het met citaten zo dat ze vaak onjuist geciteerd worden, uit het verband worden gehaald of aan de verkeerde persoon worden toegeschreven. Ik heb even op internet gezocht om te kijken of dit voor het domheid-citaat van Einstein (de ‘originele’, niet die met Trump) ook geldt en inderdaad, ook voor dit citaat is het hoogst onzeker of Einstein het gezegd heeft. Ene Garson O’Toole, een Amerikaanse ‘Quote investigator’,  heeft dit in 2011 onderzocht. Het resultaat van zijn onderzoek kan je in dit blog  uit juli 2011 lezen.

Spoiler alert: Volgens het blog schreef ene Frederick S. Perls  in 1940 in een boek het volgende: “Two things are infinite, as far as we know – the universe and human stupidity.” Today we know that this statement is not quite correct. Einstein has proved that the universe is limited.” 

Uiteindelijk is dit in het “citaat” niet alleen “veranderd’ en nog uitgebreid met de toevoeging ‘Maar van het universum weet ik het nog niet helemaal zeker.” maar ook wordt het dus ten onrechte toegeschreven aan Albert Einstein.

Bij zijn onderzoek naar de bron van het citaat stuitte Garson O’Toole overigens ook nog op een mooie uitspraak over ‘grenzen’ en ‘domheid’ van Alexandre Dumas. Die zou in 1865 gezegd hebben:

“Une chose qui m’humilie profondément est de voir que le génie humain a des limites, quand la bêtise humaine n’en a pas.”

Vrij vertaald: “Een ding dat me tot grote bescheidenheid brengt, is te zien dat het menselijk genie zijn grenzen heeft, terwijl de menselijke domheid dat niet heeft.”

dumas

Nu zitten we nog wel met de vraag of Alexandre Dumas dat ooit daadwerkelijk heeft gezegd.

p.s. als ik naar de kapsels van Einstein en Dumas kijk, dan vraag ik me af of er in hun tijd soms ook sprake was van een ‘lockdown’ van de kappers.

Mogelijke verbanden met het coronavirus

Het coronavirus is nog niet echt onder controle.  Het enige land waar duidelijk vooruitgang te zien lijkt, is China. Straks moeten we nog allemaal naar China om het virus te ontvluchten. Ik zie het Naomi Campbell, gezien dit berichtje op de site van het AD, nog wel doen ook.

1 campobeeDe foto in het krantenberichtje is afkomstig van haar eigen Instagram-account

Enfin, ook in Nederland werken we er hard aan om de uitbraak onder controle te krijgen. Zo heeft Minister-president Rutte het advies gegeven om geen handen meer te schudden, waarna hij prompt de hoogste baas van het RIVM een hand gaf.

1 rutte

Het was duidelijk nog even wennen voor Rutte. Ook zijn elleboog-begroeting  hield nog niet over.

1 rutte 2

Ik heb trouwens wel wat twijfels over dat ellebooggroeten, want is die elleboog niet juist het lichaamsonderdeel waarin je volgens de RIVM het beste kon niezen?

Maar dat we beter even het handen schudden niet kunnen doen, is verstandig beleid, zoals ook wel blijkt uit de reconstructie die men heeft kunnen maken van de route die het virus heeft gemaakt vanaf de man die het virus van een dier kreeg tot aan de grote besmetting in China.

00 virus1

Enfin, ik heb besloten om ook mijn steentje bij te dragen om het virus te bestrijden en ik heb daarom eens gekeken of ik vanuit een andere invalshoek dan de medische hoek verbanden kan ontdekken tussen de coronauitbraak en …..  Wat er op die puntjes moet staan, weet ik uiteraard nog niet. Dat ben ik immers nog aan het onderzoeken.

Als eerste heb ik gekeken of er een verband is tussen de verspreiding  van het coronavirus over Nederland en die van de zonnewijzers. Waarom daar een verband tussen zou zijn? Ik heb geen flauw idee, maar hé, ik ben aan het onderzoeken, of zoals Albert Einstein zou zeggen: “Als we wisten wat we deden, heette het geen onderzoek.”

1 zonne

Er lijkt geen verband te zitten tussen de verspreiding van het coronavirus en de verdeling van zonnewijzers over Nederland. Het zelfde geldt voor het coronavirus en de verdeling over Nederland van deelnemers aan een enquête onder katteneigenaren met de vraag of ze kattenemoties kunnen herkennen in hun beestjes.

1 katten 2

Ook het aantal musea per provincie lijkt geen rol te spelen.

1 musea

Die roze bolletjes met cijfers geven niet het aantal overleden mensen aan maar het aantal musea per provincie met subsidie.

Een volgende vergelijking betreft die tussen de verspreiding van het virus en de verdeling van de standaardopbrengst boomkwekerij over Nederland.

1 boom

Ik moet zeggen dat ik hier wel wat overeenkomsten zie. Alleen heb ik nog geen goede verklaring waarom gebieden met een lagere opbrengst per boomkwekerij meer coronavirus-gevallen kennen.

Wel weet ik dankzij mijn vergelijkingsonderzoek dat het niet de ooievaars zijn geweest die het virus naar Nederland hebben gebracht.

1 ooievaar

Er zijn dan ook nauwelijks baby’s die besmet zijn.

Nee, de echte verdachte, dat kan er maar één zijn: de belastingdienst! Kijk maar eens naar het verband van de verspreiding van het virus en de verspreiding op de site van ‘Alle Storingen’ van mensen die problemen hadden met het online doen van de belastingaangifte.

1 belasting

Het verband is duidelijk! Maar wacht eens even zult u zeggen, in Groningen zijn er ook problemen met de site van de belastingdienst, maar daar zijn nog geen coronavirus-gevallen gemeld. Inderdaad, maar let u even op het  woordje ‘nog’. Dankzij de voorspellende waarde van mijn onderzoek – geen dank – kunnen de GGD-diensten in Groningen zich er nu alvast op voorbereiden dat er ook een golf corona-patiënten hun kant op komt.

p.s. Ik kwam gisteren toevallig Mark Rutte tegen in Den Haag. Over mijn suggestie dat het dit jaar in verband met het coronavirus verstandig lijkt om geen belasting te innen, zei de minister-president:  “Als je tot de conclusie komt dat het innen van belasting een te groot risico is, moet je dat besluit heroverwegen.”  Wel zei hij dat hij het nog even met het RIVM en het kabinet wilde bespreken, waarop we elkaar hartelijk de hand schudden en elk ons eigen weg gingen.

 

In quarantaine

In Nederland is er nu ook iemand positief getest op het coronavirus. Er wordt onderzocht met wie de man recent contact heeft gehad. Deze mensen zullen, als ze niet positief op het virus testen, toch vermoedelijk veertien dagen in een soort quarantaine – al of niet thuis – moeten zitten om er zeker van te zijn dat ze het virus niet hebben.

Dit geldt ook voor die mensen die nu veertien “opgesloten zitten” in een hotel op Tenerife omdat daar twee zieke Italianen hebben verbleven. (Even tussen haakjes, de meeste reisverzekeringen schijnen de kosten gemoeid met dit verlengde verblijf niet te dekken; dat is lekker.)

00000 00 00 reis

Nu hebben die mensen met die periode van veertien dagen quarantaine eigenlijk nog mazzel, want als er letterlijk vastgehouden zou worden aan het woord quarantaine, dan zouden ze veertig dagen in quarantaine moeten zitten. Het woord stamt namelijk af van het Italiaanse woord ‘quaranta’ wat veertig betekent.

Het idee om iemand, die mogelijk een besmettelijke ziekte heeft, in quarantaine te plaatsen, is al oud. Zo mochten ten tijde van de Zwarte Dood (de periode van de builenpest;1347-1351) zeelieden en andere nieuwkomers in Ragusa (het huidige Dubrovink) pas na 30 dagen isolatie de stad in. Dit om te voorkomen dat ze de ziekte de stad in brachten.

00000 00 00 verspreiding

Op dit kaartje is goed te zien dat de Zwarte Dood zich vooral vanuit de havens over Europa verspreidde. Tegenwoordig zorgt het reizen per vliegtuig er voor dat ziektes zich veel sneller over de wereld verspreiden. De schattingen over het aantal mensen dat wereldwijd aan de Zwarte Dood overleed lopen behoorlijk uiteen: van zo’n 75 tot 200 miljoen mensen. In Europa overleed zo’n 30% van de mensen aan de ziekte.

Venetië nam, net zoals een aantal andere Italiaanse steden, de isolatiemaatregelen van Ragusa over. Nadat de Zwarte Dood “uitstierf”, bleef men bij nieuwe epidemieën vast houden aan een isolatieperiode van dertig dagen (men sprak toen over een ‘trentine’.)  Maar in 1448 bleken er in Venetië bij een nieuwe pestepidemie ondanks de isolatieperiode van dertig dagen toch zieke mensen de stad in te komen. Daarop verlengde de Senaat van Venetië de isolatietermijn naar 40 (‘quaranta’) dagen – achteraf bleek dat de betreffende pestvorm een incubatietijd had van 37 dagen – en zie hier de oorsprong van het woord ‘quarantaine’.

Al lang voor de Middeleeuwen werden mensen in quarantaine geplaatst. Het idee om mensen te isoleren in het geval van een besmettelijke ziekte is al minstens 2700 jaar oud en misschien wel ouder.

Zo vermeldt de Bijbel, in het Oude Testament;  Leviticus 13 – dit boek is vermoedelijk zo’n 700 jaar voor Christus geschreven –  al een quarantainevorm (het betreft hier een geval van lepra) […] Zo zal de priester hem, die de plaag heeft, zeven dagen opsluiten. Daarna zal de priester op den zevenden dag hem bezien […]

De Bijbel bevat in het Oude Testament meerdere zogenaamde ‘reinheidswetten’.

  • Mensen mogen geen dieren eten die vanzelf zijn doodgegaan, geen ratten en muizen eten, geen voedsel eten waarop dode dieren hebben gelegen (Leviticus 17:15, Deuteronomium 14:21a en Leviticus 11:29, 32, 33).
  • Mensen moeten zich vaak wassen en degenen die een zichtbare besmettelijke ziekte hebben, moeten worden afgezonderd (Leviticus 15:1-23 en 13:1-7, 46).
  • De ontlasting moet worden begraven en een bron, put of emmer moet worden afgedekt, zeker wanneer er in de omgeving mensen sterven (Deuteronomium 23:12, 13 en Numeri 19:14, 15)

Iemand die deze regels kende en toepaste was een zekere Balavignus. Hij was een Joodse arts die ten tijde van de Zwarte Dood in 1348 werkzaam was in de Joodse wijk in Straatsburg. Hij adviseerde om de hele wijk schoon te maken en al het afval te verbranden. Dit zorgde in de Joodse wijk voor een flinke  daling van het aantal ratten (met daarop de vlooien die de pestbacterie overdroegen) met als gevolg veel minder slachtoffers in de Joodse wijk dan in de omliggende Christelijke wijken. In de Joodse wijk overleed maar zo’n 5% van de mensen aan de ziekte tegenover 30% in de andere wijken van Straatsburg.

Dit verschil viel ook het stadsbestuur van Straatsburg op. Maar in plaats dat het stadsbestuur de hygiënische maatregelen van Balavignus overnam, beschuldigden ze hem er van dat hij, en de andere Joden uit de wijk, bronnen en waterputten van de Christenen vergiftigden. Balavignus werd zwaar gefolterd en ‘bekende’ daarop. Deze ‘bekentenis’ leidde tot pogroms in heel Europa waarbij  tienduizenden Joden het leven lieten.

Tot zover dit stukje geschiedenis. De komende dagen zult u hier geen blogposts lezen. Niet omdat ik in quarantaine zit, maar omdat het weekend is en ik haast nooit in het weekend schrijf. Ik zit die twee dagen in een soort ‘duetaine’. Ook moet ik op de vliering even het mondkapje opzoeken wat onze familie al eeuwenlang gebruikt.

00000 00 00 kapjeMocht u binnenkort iemand met zo’n kapje over straat zien lopen, dat ben ik!

 

Een wetenschappelijke grap

In de laatste twee blogposts vertelde ik twee anekdotes over de Nobelprijswinnaars Albert Einstein en  Niels Bohr. Vandaag een wetenschappelijke grap over deze twee. U ziet, ik ben het wetenschappelijke niveau van dit blog wat aan het opkrikken.

Bohr en Einstein dus. Ze waren vrienden en discussieerden vaak, vooral over de kwantummechanica. Bohr was een van de opstellers van deze theorie. De kwantummechanica is een ingewikkelde theorie met grote implicaties. ‘Als u niet geschokt bent door de kwantummechanica, dan heeft u de theorie niet begrepen’, sprak Bohr eens.

Einstein begreep de theorie wel, maar was het niet altijd met Bohr eens. Hij had vooral moeite met de toepassing van het onzekerheidsprincipe van Heisenberg in de theorie. De Duitse kwantumfysicus Werner Heisenberg ontdekte in 1927 dat je nooit alles van een deeltje kan weten. Óf je weet zijn positie exact, of je weet precies wat zijn snelheid is.  Maar je kan ze niet allebei tegelijkertijd exact meten.  Hoe nauwkeuriger we de ene grootheid meten, hoe onnauwkeuriger de andere.

Dit komt niet door onnauwkeurigheid in de meting maar door een fundamentele onzekerheid die ingebakken zit in de natuur.  Toen Einstein dit onzekerheidsbeginsel in de natuur voor het eerst te horen kreeg, was zijn opmerking ‘God dobbelt niet’,  Hij kon niet accepteren dat er onzekerheid zou zijn in de fundamentele wetten van het universum.

Bohr en Einstein discussieerden er vaak en intensief over. Op een congres in Brussel in 1935 over de kwantummechanica hield Bohr een lezing. Opeens stopte hij en richtte hij zich rechtstreeks tot de in de zaal zittende Einstein en sprak: ‘Zie je wel. Dit bewijst dat God niet altijd doet wat jij vindt dat hij zou móeten doen!

Einstein had ook zijn vraagtekens bij het idee uit de theorie dat elementaire deeltjes sneller dan de lichtsnelheid informatie konden uitwisselen en dat ze spontaan konden verschijnen en verdwijnen en nu komt de wetenschappelijke grap:

‘Waarom stak Albert Einstein de straat over? Antwoord: hij zag Bohr en wou hem even niet zien, maar toen hij aan de overkant van de straat kwam, stond Bohr daar ook.’

einstein + bohrEinstein is de straat overgestoken maar daar loopt Bohr ook.

(De foto genomen in 1930 tijdens de Solvay Conferentie in Brussel; door Paul Ehrenfest, eveneens een natuurkundige en Nobelprijswinnaar.)

Oké, misschien is deze grap iets te wetenschappelijk. Daarom tot slot de grap die bij een verkiezing in 2017 uit 40.000 ingezonden grappen als de beste grap werd uitgekozen.

Twee jagers zijn in het bos als één van de twee ineenzakt. Hij lijkt niet meer te ademen en heeft een wezenloze blik in zijn ogen. Zijn jagersvriend pakt snel zijn telefoon en belt 112. Huilend zegt hij: ‘Mijn vriend is dood! Wat kan ik doen?’ De telefonist antwoordt: ‘Rustig aan, ik kan helpen. Om te beginnen moeten we eerst zeker weten dat hij dood is.’ Er volgt een stilte, daarna klinkt er een geweerschot. De man komt terug aan de telefoon en zegt: ‘Oké, wat nu?’

Een wetenschappelijke anekdote (2)

Niels Bohr was de talentvolle, maar dromerige doelman van Akademisk Boldklub, tegenwoordig bekend als AB Kopenhagen. Vermaard is het verhaal over de wedstrijd tegen het Duitse Mittweida. De Denen waren veel sterker en Bohr had weinig te doen.

Op een gegeven moment schoten de Duitsers van ver op de goal. Tot afgrijzen van zijn ploeggenoten stak Bohr geen hand uit en de bal zeilde zo hetdoel in. Na afloop bekende Bohr dat hij – diep in gedachten erzonken – bezig was geweest een moeilijke wiskundige formule op te lossen. Zijn ploeggenoten suggereerden dat het misschien beter was dat Bohr zich geheel aan de wetenschap zou gaan wijden.Dat leek Bohr ook wel een goed idee.

Hij stortte zich op zijn studie natuurkunde. In 1909 studeerde hij af en twee jaar later ontving hij de doctorstitel. In 1912 vertrok Bohr naar Engeland, waar hij ging werken bij de beroemde Ernest Rutherford. Bohr verbeterde diens atoommodel en voor het artikel dat hij hier in 1913 (27 jaar oud) over schreef, kreeg hij in 1922 de Nobelprijs voor natuurkunde. Zijn voorganger in 1921 was Albert Einstein. Die was 26 jaar toen hij in 1905 zijn beroemde formule E=mc² opschreef.

bohr en einstein

18 juli 1925; Niels Bohr en Albert Einstein in Leiden tijdens de verjaardag van de Nederlandse natuurkundige Hendrik Lorentz; foto genomen door  de natuurkundige Paul Ehrenfest.

Het waren de jaren dat jonge natuurkundigen de wetenschap op zijn kopzetten. Het was dan ook niet verwonderlijk dat Bohr, toen hij in 1920 hoofd van het Instituut van Theoretische Fysica in Kopenhagen werd, allemaal jonge natuurkundigen om zich heen verzamelde.

Bohr moedigde zijn leerlingen aan vooral buiten de geijkte paden te denken. Zo kreeg een student die met een nieuwe theorie aankwam, te horen: ‘Uw theorie is gek, maar niet gek genoeg omwaar te zijn.’ Een andere student kreeg te verstaan: ‘Je bent niet aan het nadenken, je bent alleen maar logisch bezig’

Befaamd is ook de anekdote over het hoefijzer dat boven de deur van de werkkamer van Bohr hing. Een student vroeg: ‘Maar professor, een eminent geleerde als u gelooft toch niet in de werking van een hoefijzer?’ Waarop Bohr antwoordde: ‘Nee natuurlijk niet, maar men heeft mij verzekerd dat het, ook al geloof je er niet in, toch werkt.’

Een wetenschappelijke anekdote

In 1921 hield Albert Einstein na het winnen van de Nobelprijs een lezingentournee langs meerdere universiteiten in het noordoosten van de Verenigde Staten.

einstein1921: Einstein samen met zijn tweede vrouw Elsa (in het midden van de foto) aan boord van de SS Rotterdam in de haven van New York.

Einstein werd daarbij rondgereden door een vaste chauffeur. Deze zei op een dag na de zoveelste lezing dat hij deze nou zo vaak gehoord had dat hij hem ook wel kon vertellen.

Einstein zei: “Dat is een goed idee, ze kennen hier weliswaar mijn theorieën, maar weten absoluut niet hoe ik er uit zie. Bij de volgende universiteit mag jij de lezing geven. Hier heb je mijn papieren. Ik ga wel achter in de zaal zitten.” Zo gezegd zo gedaan. Einstein ging met de pet van de chauffeur op in de zaal zitten en de chauffeur gaf de lezing.

Toen de chauffeur klaar was, stond één van de plaatselijke professoren op en zei: “Meneer Einstein, ik heb een vraag voor u. Maar het is een heel moeilijke vraag, dus ik kan me heel goed voorstellen, dat u niet direct een antwoord op deze vraag weet en dat u er thuis eerst eens op uw gemak over wilt nadenken. Dat is prima.“ Vervolgens stelde hij de vraag en keek triomfantelijk de zaal rond.

De chauffeur dacht even na en antwoordde toen. “Nee hoor professor, dat is helemaal geen moeilijke vraag. Sterker nog, ik denk zelfs dat mijn chauffeur die daar achter in de zaal zit hem ook zou kunnen beantwoorden. Meneer de chauffeur, wilt u een poging wagen?”

Einstein stond op, beantwoordde de vraag en ging vervolgens met een grote grijns zitten. De professor en de zaal in verbijstering achter latend.

 

Bellingcat

Bellingcat is een internationaal onderzoekscollectief, dat vooral bekend is geworden door onthullingen over de Syrische burgeroorlog en de MH17-ramp.  Ze combineren informatie en beeldmateriaal afkomstig van internetplatforms zoals Twitter, YouTube, Instagram, Facebook en Google Earth om zo meer inzicht te krijgen over allerlei internationale conflicten, moordaanslagen en wapenleveranties.

Dat doen ze bijvoorbeeld door details op foto’s te vergelijken met straatbeelden op onder meer Google Maps. Zo konden ze redelijk nauwgezet de route in Oost-Oekraïne reconstrueren die de BUK-installatie aflegde die in 2014 de MH17 neerhaalde.  Bellingcat werd in juli 2014 opgericht door de Engelsman Eliot HigginsDe naam dankt zij aan de Engelse fabel ‘Belling the Cat‘.

(Die fabel gaat over een groep muizen die last hebben van een kat. De muizen gaan in overleg met elkaar wat ze met het probleem van de kat moeten doen. Dan oppert één van de muizen het idee om de kat een belletje om te binden zodat ze altijd zijn komst kunnen horen. Iedereen vindt dit een puik idee, maar dan is er het probleem wie van de muizen de kat de bel moet ombinden. Spoiler alert: niemand van de muizen wil dit doen.)

00000000000 bellingcat

Dit is Eliot Higgins toen hij op 28 oktober 2015 in Keulen een prijs in ontvangst nam. Hoe hij er uit ziet, was niet zo moeilijk te achterhalen. Ik heb gewoon even op zijn Wikipedia-pagina gekeken. (Foto © Superbass / CC-BY-SA-4.0 (via Wikimedia Commons)”)

Bellingcat heeft een aantal mensen in dienst die betaald krijgen en daarnaast zijn er veel vrijwilligers. Hun inkomsten halen ze uit schenkingen en het geven van workshops hoe je op het internet kan speuren. Dat zijn vaak meerdaagse workshops. Momenteel vindt er eentje in Amsterdam plaats. Goedkoop zijn ze niet. Je betaalt er 2200 euro voor.

Ik zal u de kosten van deze workshop echter besparen en u hier een oefening speuren op internet geven. Stel dat u deze twee foto’s op internet ziet (waarvan u alleen weet dat ze binnen een kwartier van elkaar genomen zijn) en u wilt weten waar deze foto’s zijn gemaakt en wat die poes op dat dak doet.

00000000000 brug

00000000000 tom poes

Op de bovenste foto is een bijzonder ingewikkeld verkeersbord te zien met op de achtergrond een pilaar van een brug. Als u met hulp van de functie ‘Afbeelding zoeken in Google’ – die vindt u als u op de foto gaat staan en dan op de rechtermuisknop drukt – naar vergelijkbare foto’s zoekt, dan komt u niet ver. Hoewel, eigenlijk wel want u belandt overal ter wereld. U krijgt namelijk als zoekresultaat allerlei foto’s van gele borden te zien, afkomstig uit de hele wereld. Niet echter de brugpilaar en ook niet een foto met hetzelfde bord.

00000000000 bord

Veel meer informatie geeft echter de tweede foto prijs. Allereerst zien we daar het telefoonnummer van een fietsenmaker: 010 414 44 44 – mooi nummer trouwens. Met behulp van Google zien we dat dit nummer toe behoort aan fietsenwinkel S. de Vries,  Thorbeckestraat 30, 3071 XZ in Rotterdam. Als we daarna op Google Streetview kijken, zien we inderdaad dit huis. Het is gelegen op het Noordereiland in Rotterdam.

00000000000 abcd

Vervolgens de vraag wat doet dat beeld van Tom Poes op dat huis?Daar helpt de functie ‘Afbeelding zoeken in Google’ deze keer wel bij. We krijgen dan namelijk onder andere als zoekresultaat.

00000000000 abc

Het huis op de foto blijkt het geboortehuis te zijn van Marten Toonder, onder andere de ‘schepper’ van Olie B. Bommel en Tom Poes. Het beeld is een hommage aan Marten Toonder.

Nu we weten wat er op de tweede foto staat, kunnen we weer terug naar de eerste foto. We weten dat die iets eerder dan de tweede foto is gemaakt. Waarschijnlijk dus op een brug in de buurt van het Noordereiland in Rotterdam. Het is overduidelijk niet de Erasmusbrug, maar als we op Google Maps naar de Willembrug kijken, dan zie we daar de rode pilaar terug.

00000000000 brug 2

Dat is dezelfde pilaar als op de eerste foto. Waarschijnlijk is degene die de foto’s heeft gemaakt – dat was ik – over de Willemsbrug naar het Noordereiland gelopen.

Ziet u hoe makkelijk het is om iets te reconstrueren. En dan zijn die mensen van Bellingcat nog veel malen professioneler en beter dan ik.

p.s. De reden dat ik de eerste foto heb genomen was het verkeersbord. Ik liep er met een snelheid van nog geen vijf kilometer per uur voorbij en snapte er al helemaal niets van. Hoe moet dat wel niet zijn voor een automobilist die er met vijftig kilometer per uur voorbij rijdt.

De tweede foto heb ik genomen omdat ik een liefhebber ben van de Bommel-boeken van Marten Toonder. We liepen bij toeval voorbij het huis waar hij in 1912 is geboren. Ik wist helemaal niet dat hij in Rotterdam was geboren.

Weer (3)

Ook vandaag wil ik het met u hebben over het warme weer van vorige week. Mocht u overigens een derde achtereenvolgende  blogpost over dit onderwerp wat veel van het goede vinden, dan bevindt u zich in “goed” gezelschap, want in 2015 tweette  Donald Trump al.

0000 40 trump

Op het gevaar af dat u mij ‘boring‘ gaat vinden, toch nog een keertje over het weer van vorige week . Op de sociale media werd daar  vorige week namelijk druk over “gepraat”. Twee voorbeelden.

Allereerst een tweet van de politie van de stadswijk Feyenoord – u mag  drie keer raden in welke stad die wijk ligt.

0000 40 tweet politie

Ivm het weer doen wij geen achtervolgingen te voet. Verzoek is dus om niet weg te rennen als we roepen dat je moet blijven staan.
Als de temperatuur onder 20 graden zakt, doen we weer graag mee

Kijk, dat vind ik humor. Ik vond de tweet dan ook leuk, maar dan moet je net Nederland hebben. Een aantal zuurpruimen vond  dat zo’n tweet beslist niet  kon. ‘

Vinden jullie het gek, dat niemand de #politie nog serieus neemt. Jullie gedragen je als een stel pubers en zo worden jullie door menigeen ook behandeld. Shame on you!”  gaf iemand die zich een “Vrije geest” en een “creatief denker” noemde  als reactie . En iemand anders  tweette: “Neem de burger serieus door de wet uit te voeren, in plaats van janken over de temperatuur. Met deze mentaliteit zou er in zuidelijken landen chaos ontstaan. Jankers zijn het tegenwoordig.”

Zucht. Gelukkig waren er ook genoeg mensen die het voor het politie opnamen. En ook moet ik zeggen dat de politie Feyenoord steeds keurig een reactie gaf op elke klaag-reactie op de ‘zweet-tweet’, zoals:

0000 40 polpolitie

Ook degene die in zijn reactie begon over de conditie van de gemiddelde agent van de politie Feyenoord en de score die hij/zij behaald – dat woord had eigenlijk met een ‘t’  gespeld moeten worden –  bij een “coupe test“, kreeg keurig een antwoord.

0000 40 polpolitie 2

Dan een andere tweet en wel van ‘Buienradar’. Deze tweette:

0000 ijsje

Leuk gevonden en deze tweet kreeg dan ook haast alleen maar positieve reacties, al was er toch nog iemand die wat te zeuren had: “Zorg eerst maar eens dat jullie het weer goed voorspellen. Begin deze week melding dat de afkoeling vrijdag zou komen. En later wordt het elke dag een dag opgeschoven. In het Noorden hebben we nog steeds geen afkoeling.”

Dan nog even over mijn vader en het weer. Hij was geen twitteraar -gezien het feit dat hij  in 1985 overleed, is dat ook niet zo verwonderlijk. Wel was hij weervrijwilliger voor de KNMI, gespecialiseerd in onweer.  In de jaren zestig had je in Nederland een heel netwerk van vrijwilligers die allerlei meldingen over het weer aan de KNMI door gaven.

Mijn vader was ook lid.  Voor zover ik weet, gaf hij  alleen meldingen door over onweer. Hij had daartoe een speciaal formulier van de KNMI waarop hij – in het geval dat het onweerde – noteerde hoe lang het onweer duurde, de hevigheid er van en op wat voor afstand van ons huis het was. Ik hielp hem daarbij wel eens.  Als we een bliksemflits zagen, telden we hoe lang het duurde voordat we de donder hoorden en berekenden dan hoe ver weg het onweer was – elke seconde tussen flits en klap stond ongeveer voor 340 meter.

Eens in de zoveel tijd – ik geloof één keer per maand – stuurde mijn vader het formulier per post op. Wat de KNMI er dan nog mee kon, geen idee. In ruil voor zijn vrijwilligerswerk kreeg mijn vader een gratis blad van de KNMI. Daar stonden allerlei interessante verhalen over het weer, en ook over sterrenkunde in, die ik, de jonge ‘assistent-waarnemer onweer’,  met plezier las.

Vijftig jaar geleden

Vandaag is het vijftig jaar geleden dat de mensheid voet op de maan zette. Op zondag 20 juli 1969 om 20:17:39 GMT landde de maanlander met aan boord Neil Amtrong en Buzz Aldrin op de maan.

De eerste twee uur op de maan werd besteed om de maanlander klaar te maken voor onmiddellijk vertrek. Dit voor het geval  er iets mis zou gaan en een snel vertrek noodzakelijk was. Daarna stond een dutje op het programma, maar de beide astronauten hadden daar geen behoefte aan – net zoals je als klein kind de avond voor je verjaardag moeilijk in slaap viel – en er werd besloten om eerder dan gepland met de maanlanding te beginnen.

Nu mag u raden: wat was de eerste handeling die Neil Amstrong deed nadat hij het luik opende? Hij gooide een zak met afval met urine- en poepzakken, vieze filters en verpakkingen van eten naar buiten! Nog voordat hij de trap afdaalde. De buitencamera was overigens nog niet ingeschakeld waardoor het op tv niet te zien was.

Het is fraai. De mens reist vier dagen door de ruimte heen om naar de maan te gaan en daar aangekomen is het eerste wat hij doet een zak met afval op de maan gooien.

0000 afvalDe witte zak met afval op de boden van de maan.

We verplaatsen ons nu even duizend jaar in de tijd. In een ‘galaxy, far far away’ is een planeet ontdekt met een levensvorm die op de onze lijkt. Dankzij het gebruik van wormgaten kunnen we er naar toe reizen. De bewoners nodigen ons uit en als het ruimtevoertuig van de mensheid is geland, gaat er op die onbekende planeet een luid gejuich op. Dan gaat de deur open en vliegt er een zak met afval naar buiten. Nou die bewoners zullen ons vast nog een keertje uitnodigen, maar niet heus.

Maar goed, terug naar de maanlanding van 20 juli 1969. Zie hier hoe Buzz Aldrin uit het luik kruipt. Het was passen en meten om met zijn ‘rugzak’ door het luik te komen.

0000 uitstappen0

0000 uitstappen

0000 aaa

0000 aaa1

0000 aaa2

De foto’s zijn gemaakt door Neil Amstrong, die sowieso de meeste foto’s op de maan maakte. Op alle beroemde foto’s van een astronaut op de maan is dan ook Buzz Aldrin te zien.

0000 aaa22Dit is Buzz Aldrin. In de weerspiegeling van diens helm is Amstrong te zien.

In totaal liepen de twee mannen zo’n 2,5 uur op de maan en verbleven ze, inclusief de tijd in hun maanlander, ruim  21 uur op de maan. Toen vlogen ze weer weg en maakten even later contact met de Columbia, waarin hun maatje Michael Collins ondertussen eenzaam rondjes om de maan had gedraaid. Op de momenten dat hij achter de maan was, met de aarde niet in zicht, werd Collins wel betiteld als de eenzaamste mens in het heelal.

De beelden van de maanlanding werden wereldwijd door naar schatting zo’n 500 miljoen mensen bekeken. In Nederland werden Chriet Titulaer en Henk Terlingen er beroemd mee.

0000 henk terlingen

Vijftig jaar geleden. HenkTerlingen (“Apollo Henkie”) – jasje en schoenen uit; wijnfles op de grond; volle asbak; papiertroep om hem heen – zit te wachten totdat hij in de tv-uitzending weer wat moet zeggen. Hij heeft even rust. De deskundigen zijn aan het woord.

Zelf heb ik de maanlanding ook “live” gezien. (Niet op de maan uiteraard maar kijkende naar de televisie-uitzending. ) Vier jaar geleden schreef ik hierover in een blogpost:

“[…]  Mijn ouders gingen niet op vakantie naar het buitenland. Dat vonden ze met vier kinderen te veel gedoe en te duur. Wij gingen elke zomer naar een huisje op een vakantiepark in Nederland. Dat was ook leuk. Ik kan me zulke huisjes herinneren in Sint Anthonis (Noord-Brabant), Exloo (Drenthe) en Bakkeveen (Friesland). Vooral die laatste vakantie weet ik nog goed.

Ik liep er niet alleen in het donker keihard tegen ons huisje aan, maar we mochten er ook met alle kinderen naar de eerste maanlanding kijken. Mijn ouders vonden dat we zo’n historische gebeurtenis moesten zien. Dus zaten we in een volgepropt zaaltje naar een zwart-wit toestel te kijken waar we Neil Amstrong de eerste stappen op de maan zagen maken (“That’s one small step for a man, one giant leap for mankind”).

Apollo_11_first_step

Toen we terugliepen naar ons huisje – niet hollen Martin –  keken we naar de maan om te zien of we Amstrong konden zien. “Net niet” zei mijn vader, hoewel mijn jongere zusje zeker wist dat ze een stipje op de maan zag bewegen.