In deze corona-tijden word je momenteel doodgegooid met allerlei statistieken. (Sorry, een beetje ongelukkige uitdrukking in dit verband.) Met statistieken moet je uitkijken. Zo zei Benjamin Disraeli, Engels premier in de negentiende eeuw, ooit eens: “Er zijn drie soorten leugens: leugens, verdomde leugens en statistieken.”
Ook Churchill wist wel hoe je met statistieken moest omgaan: “Je kunt slechts die statistieken vertrouwen, die je zelf hebt gemanipuleerd.” Politici maken dan ook vaak misbruik van statistieken. De Duitse politicus Heinz Kühn zei niet voor niets: “Politici gebruiken statistieken zoals dronken kerels lantarenpalen: niet ter verlichting maar als stut.
Een mooi hedendaags voorbeeld van iemand die statistieken misbruikt, is de republikeinse gouverneur Brian Kemp van de Amerikaanse staat Georgia. Kemp, een trouw aanhanger van president Trump, is een zeer omstreden politicus die onder andere beschuldigd wordt van kiezersmanipulatie vanwege allerlei maatregelen die er voor zorgden dat veel Afro-Amerikanen, Aziaten en latino’s bij de laatste gouverneursverkiezingen niet konden stemmen. Hij won deze verkiezingen nipt.
Vanwege de corona ontkwam gouverneur Kemp er niet aan om ook voor Georgia een lockdown uit te roepen, maar hij was de eerste gouverneur die zijn staat weer wilde open gooien. Half april was zijn oorspronkelijk voorstel. Dat vond zelfs Trump wat te vroeg, maar toen Kemp eind april allerlei zaken al weer toestemming gaf om open te gaan, roemde Trump het beleid van Kemp.
Ter verdediging van zijn besluit liet Kemp onlangs allerlei statistieken en grafieken publiceren, die lieten zien dat het aantal besmettingen in Georgia ook na de openstelling bleef dalen. Neem bijvoorbeeld deze grafiek die voor de vijf belangrijkste ‘counties’ – zeg maar een soort “gemeentes”; Georgia heeft er 159 – de aantallen nieuwe besmettingen per dag liet zien over de periode 26 april tot en met 9 mei. Ondanks de openstelling een duidelijk dalende lijn, aldus Kemp.
Als we deze lantaarnpaal-grafiek echter wat nader bekijken, dan vallen een tweetal zaken op. Allereerst de volgorde per dag van de vijf counties. De counties hebben allemaal hun eigen kleur, maar ze staan niet elke dag in dezelfde volgorde. Telkens staat het county met de meeste nieuwe besmettingen voorop, waardoor je niet meer de ontwikkeling per county goed ziet.
Maar dat is ‘peanuts’ vergeleken met de andere manipulatie die in de grafiek zit. Kijk eens goed naar de x-as. De dagen staan daar niet in de goede volgorde.
Zo wordt bijvoorbeeld 30 april gevolgd door 4 mei, 5 mei door 2 mei, 2 mei door 7 mei, 7 mei door 26 april en 26 april door 3 mei. Een ratjetoe.
Joey deVilla, aan wiens blog ik deze grafiek ontleen, omschreef het als volgt: ” The dates are out of order. In fact, they’ve been specifically re-ordered to make it look as if the number of cases has been dropping steadily for the past few weeks” Volgens de Washington Post was Georgia nu de enige staat in Amerika waar op order van de gouverneur donderdag wordt gevolgd door zondag.
Joey deVilla zette de grafiek ‘goed’ en toen zag het beeld er als volgt uit:
Nu is niet meer sprake van een continu dalende lijn. Geconfronteerd met de manipulatie boden Kemp en zijn perssecretaresse hun excuses aan. Er was voor deze weergave gekozen zeiden ze om de trend voor het publiek wat makkelijk zichtbaar te maken.
Je kan je overigens afvragen wat ze bedoelt met ‘Our mission failed’. Het was trouwens niet de eerste keer dat er kritiek kwam op grafieken van de staat. In maart verscheen deze grafiek met de nieuwe aantallen per dag. Een continu stijgende lijn, min of meer rechtlijnig, niet exponentieel.
Maar als je naar de Y-as kijkt, dan zie je daar een merkwaardige schaalverdeling: 30, 60, 90, 100, 130, 160, 190, 240, 250, 300, 350, 400. Daardoor valt de exponentiële toename van de aantallen op 26 maart wat minder op.
Ik zou dus zeggen, pas een beetje op met de grafieken van gouverneur Kemp, of om een uitspraak van de Amerikaanse schrijver William Saroyan te parafraseren: “Ik geloof dromen eerder dan statistieken van gouverneur Kemp.”