In de laatste twee blogposts vertelde ik twee anekdotes over de Nobelprijswinnaars Albert Einstein en Niels Bohr. Vandaag een wetenschappelijke grap over deze twee. U ziet, ik ben het wetenschappelijke niveau van dit blog wat aan het opkrikken.
Bohr en Einstein dus. Ze waren vrienden en discussieerden vaak, vooral over de kwantummechanica. Bohr was een van de opstellers van deze theorie. De kwantummechanica is een ingewikkelde theorie met grote implicaties. ‘Als u niet geschokt bent door de kwantummechanica, dan heeft u de theorie niet begrepen’, sprak Bohr eens.
Einstein begreep de theorie wel, maar was het niet altijd met Bohr eens. Hij had vooral moeite met de toepassing van het onzekerheidsprincipe van Heisenberg in de theorie. De Duitse kwantumfysicus Werner Heisenberg ontdekte in 1927 dat je nooit alles van een deeltje kan weten. Óf je weet zijn positie exact, of je weet precies wat zijn snelheid is. Maar je kan ze niet allebei tegelijkertijd exact meten. Hoe nauwkeuriger we de ene grootheid meten, hoe onnauwkeuriger de andere.
Dit komt niet door onnauwkeurigheid in de meting maar door een fundamentele onzekerheid die ingebakken zit in de natuur. Toen Einstein dit onzekerheidsbeginsel in de natuur voor het eerst te horen kreeg, was zijn opmerking ‘God dobbelt niet’, Hij kon niet accepteren dat er onzekerheid zou zijn in de fundamentele wetten van het universum.
Bohr en Einstein discussieerden er vaak en intensief over. Op een congres in Brussel in 1935 over de kwantummechanica hield Bohr een lezing. Opeens stopte hij en richtte hij zich rechtstreeks tot de in de zaal zittende Einstein en sprak: ‘Zie je wel. Dit bewijst dat God niet altijd doet wat jij vindt dat hij zou móeten doen!‘
Einstein had ook zijn vraagtekens bij het idee uit de theorie dat elementaire deeltjes sneller dan de lichtsnelheid informatie konden uitwisselen en dat ze spontaan konden verschijnen en verdwijnen en nu komt de wetenschappelijke grap:
‘Waarom stak Albert Einstein de straat over? Antwoord: hij zag Bohr en wou hem even niet zien, maar toen hij aan de overkant van de straat kwam, stond Bohr daar ook.’
Einstein is de straat overgestoken maar daar loopt Bohr ook.
(De foto genomen in 1930 tijdens de Solvay Conferentie in Brussel; door Paul Ehrenfest, eveneens een natuurkundige en Nobelprijswinnaar.)
Oké, misschien is deze grap iets te wetenschappelijk. Daarom tot slot de grap die bij een verkiezing in 2017 uit 40.000 ingezonden grappen als de beste grap werd uitgekozen.
Twee jagers zijn in het bos als één van de twee ineenzakt. Hij lijkt niet meer te ademen en heeft een wezenloze blik in zijn ogen. Zijn jagersvriend pakt snel zijn telefoon en belt 112. Huilend zegt hij: ‘Mijn vriend is dood! Wat kan ik doen?’ De telefonist antwoordt: ‘Rustig aan, ik kan helpen. Om te beginnen moeten we eerst zeker weten dat hij dood is.’ Er volgt een stilte, daarna klinkt er een geweerschot. De man komt terug aan de telefoon en zegt: ‘Oké, wat nu?’