Recycling

Ruim twee maanden geleden is onze buurvrouw overleden. Ze is 81 jaar oud geworden. Ze was precies op dezelfde dag geboren als prinses Beatrix, iets wat ze niet naliet om te vertellen. Haar kinderen zijn nu bezig om het huis leeg te maken. Al drie keer is grof vuil langs geweest om een leven vol bewaarde spullen van haar en haar al jaren eerder overleden echtgenoot op te halen.

Als de kinderen aan het einde van de dag de spullen bij de weg hebben gezet – ze worden de volgende morgen door de Avalex opgehaald – zien we daarna allerlei mensen door de spullen heen snuffelen. Een jonge moeder op de fiets met een kind achterop zie ik een schoolbord meenemen. Onze krantenbezorger neemt een oude koffer mee en een vrouw pakt een zitkussentje uit de stapel, legt het in haar geparkeerde auto, en begeeft zich daarna lopend naar het ziekenhuis – misschien heeft ze last van aambeien en dan is zo’n kussentje altijd handig.

’s Avonds, het loopt al tegen twaalf uur, hoor ik opeens een auto stoppen. Als ik naar buiten kijk, zie ik een witte bedrijfswagen staan. Een man schuift de zijdeuren op en ik zie dat er al allerlei rotzooi in de auto ligt. Het doet me denken aan een winkel die we tijdens onze laatste vakantie in Amerika zagen. Deze adverteerde met de kreet ‘We buy junk, we sell antiques.’

antiek

De man rommelt wat door de stapel, pakt een aantal spullen, beoordeelt deze en legt een deel in zijn bus. Daarna rijdt het busje weer weg. Hier is duidelijk een professional aan het werk. Zou hij getipt zijn door de Avalex over de plekken waar ze de volgende dag grof vuil komen ophalen? Vroeger was dat niet nodig. Toen wist je precies waar en wanneer er grof vuil werd opgehaald. Zo’n 25 jaar geleden was er namelijk een vaste dag in de maand dat de gemeente langs kwam. (Tegenwoordig moet je daar een afspraak voor maken).

In onze (toenmalige) wijk waren er een aantal plekken waar je je overbodige rotzooi kon neerzetten, eentje was op het pleintje voor ons huis. Op de avond voordat het grof vuil werd opgehaald, was het altijd een komen en gaan van busjes van mensen die keken of er nog bruikbare spullen tussen zaten.

Op een dag zette ik bij het grof vuil een oude kapotte fiets, waar ik eerst werkelijk alles wat nog enigszins nuttig kon zijn vanaf had geschroefd. “Altijd handig om wat reserveonderdelen te hebben”. Marianne vond dat grote onzin. “Die dingen ga je nooit meer gebruiken”, zei ze. Ze heeft ongelijk gekregen; ik heb een keer een dopje van een ventiel hergebruikt. Maar goed, zelfs die volkomen gedemonteerde fiets verdween binnen vijf minuten van de stapel; één van de mannetjes – het waren altijd mannetjes, nooit vrouwen – zag blijkbaar nog wel wat mogelijkheden in het ding. Eigenlijk was dit systeem van grof vuil ophalen een heel efficiënt recyclingproces.

Uit de stapel die de kinderen van de buurvrouw bij de weg hebben gelegd, heb ik overigens ook een ding gepakt: de sneeuwschep. De laatste jaren van haar leven zette ik voor de buurvrouw de bakken bij de weg en als het in de winter had gesneeuwd, veegde ik haar stoepje schoon. Aanvankelijk deed ik dat met onze sneeuwschuiver maar op een dag brak deze. Vervolgens probeerde ik het met onze schep, maar dat was niet zo’n succes. Dat was meer zo’n steekschep, niet echt geschikt om lekker sneeuw mee te scheppen. De buurvrouw had echter nog een oude enigszins verroeste brede schep, waarmee je uitstekend sneeuw kon scheppen en die gebruikte ik dan.

Ik zag toevallig dat één van de kinderen de schep bij het grof vuil legde. ’s Avonds heb ik hem uit de stapel gehaald en onze garage gezet. Altijd handig in de winter. Het stoepje van de buurvrouw hoeft niet meer. Dat mogen de nieuwe bewoners zelf doen (tenzij dat ook oude mensen zijn).

schep

Een collega-sneeuwschepper in Volendam in 1947 met net zo’n schep als er nu in onze garage staat; foto Harry Sagers; Anefo; Nationaal Archief.

Tot slot: over een jaar of dertig of zo zetten onze kinderen waarschijnlijk een sneeuwschep bij het grof vuil. Dus bent u op zoek naar een dergelijke schep, noteer het alvast in uw agenda.