Voordat men aan de gang kan gaan met een laptop of computer moet men vaak eerst een wachtwoord – “Halt, wie is daar?” – intypen. De eerste computer die vroeg om een wachtwoord was in 1961 de CTSS (dat staat voor het Compatible Time-Sharing System) van de Massachusetts Institute of Technology (MIT) in Cambridge in de staat Massachusetts in Amerika.
Omdat gebruikers tegelijkertijd vanaf verschillende locaties konden inloggen, besloot Fernando Corbató, de man die als beheerder verantwoordelijk was voor het CTSS, om een systeem van wachtwoorden in te voeren. Dit om te voorkomen dat twee gebruikers tegelijkertijd met hetzelfde user-id inlogden. Dat zou vervelende fouten kunnen geven.
Fernando Corbató in de M.I.T.’s computer zaal; datum onbekend; Ik wil niet zeggen dat hij een computernerd is maar hij ziet er wel zo uit. foto MIT
Dit wachtwoordensysteem van de CTSS is ook direct het eerste systeem dat wordt ‘gehackt’. Degene die dat doet, is in het voorjaar van 1962 een jonge medewerker van het MIT, een zekere Allan Scherr. Net zoals veel andere onderzoekers aan het instituut beschikt hij over vier uur computertijd per week. Dat is te weinig tijd vindt hij om alle simulaties voor zijn onderzoek te draaien en hij zoekt daarom naar een manier om meer computertijd te krijgen.
Scherr besluit om stiekem gebruik te maken van computertijd van anderen en hij “kraakt” daartoe het wachtwoordensysteem. Dat is niet zo moeilijk. Hij hoeft daartoe alleen maar een printopdracht te geven van het bestand waar de wachtwoorden in staan. Dat lijstje is niet beveiligd. Scherr voelt zich wel een beetje schuldig en om zijn geweten te ontlasten geeft hij de lijst met wachtwoorden ook aan een paar vrienden. Eén van zijn vrienden logt in onder de naam van de hoogste baas van het computercentrum en laat in diens directory allerlei dubieuze berichten achter, waardoor de hack uitkomt en de daders worden opgespoord.
Fernando Corbató en Allan Scherr zijn dankzij dit gebruik c.q. misbruik van wachtwoorden allebei een voetnoot in de geschiedenis van de computer geworden. Een ander iemand die dankzij woorden een voetnoot in de geschiedenis van de computer is geworden, is Richard Brathwaite, een tamelijk onbekende Engelse schrijver uit de zeventiende eeuw. Hij is namelijk de allereerste persoon in de geschiedenis die het woord ‘computer’ in een gedrukte tekst gebruikt. Dat doet hij in 1613 in zijn boek ‘The yong mans gleanings’. In het eerste hoofdstuk lezen we (in moderne spelling): ”I have read of the truest computer of Times, and the best Arithmetician that ever breathed…”.
Of zoals Richard Brathwaite het zelf in het Engels van zijn tijd opschrijft:” I haue read the truest computer of Times, and the best Arithmetician that euer breathed, and he reduceth thy dayes into a short number.”
Even tussendoor, dat oude Engels van Brathwaite doet erg denken aan het ‘Plan for the Improvement of English Spelling’, dat meestal aan Mark Twain wordt toegeschreven We dwalen nu weliswaar behoorlijk af, maar zie hier zijn plan:
“For example, in Year 1 that useless letter “c” would be dropped to be replased either by “k” or “s”, and likewise “x” would no longer be part of the alphabet. The only kase in which “c” would be retained would be the “ch” formation, which will be dealt with later. Year 2 might reform “w” spelling, so that “which” and “one” would take the same konsonant, wile Year 3 might well abolish “y” replasing it with “i” and Iear 4 might fiks the “g/j” anomali wonse and for all.
Jenerally, then, the improvement would kontinue iear bai iear with Iear 5 doing awai with useless double konsonants, and Iears 6-12 or so modifaiing vowlz and the rimeining voist and unvoist konsonants. Bai Iear 15 or sou, it wud fainali bi posibl tu meik ius ov thi ridandant letez “c”, “y” and “x” — bai now jast a memori in the maindz ov ould doderez — tu riplais “ch”, “sh”, and “th” rispektivli. Fainali, xen, aafte sam 20 iers ov orxogrefkl riform, wi wud hev a lojikl, kohirnt speling in ius xrewawt xe Ingliy-spiking werld.”
Vrij vertaald:
“In jaar 1 gooien we de nuttelose letters ‘c‘, ‘x’ en ‘z’ uit het alfabet. De ‘c’ vervangen we door de ‘k of een ‘s’ afhankelijk van waar het aksent ligt. De uitzondering is de ‘ch’-kombinatie waarvoor we de letter ‘g gaan sgrijven. De ‘x’ wordt vervangen door een ‘s’ tensij het een harde ‘x’ is , dan wordt het een ‘ks’ en de ‘z’ wordt een ‘s’ . Die drie letters sijn dan eksit. In jaar 2 wort de ‘d’ aan het einde van elk woort vervangen door een ‘t,’ en de ‘dt’ wort een ‘t’. Tegeleikerteit sgreiven we voor de “ij’ in het vervolg overal de kombinatie “ei”. In het jaar 3 gefolgt door de ferfanging van de leter ‘v’ door een ‘f’. Fanaf jar fier besparen we op dubele openfolgende leters in en word.
In jar feif ferfangen we de ‘ou’ oferal dor ‘au’ wardor we feel minder fauten sulen maken. Seg ens erleik: hat u gedagt dat de nieuwe speling so makeleik sal sein. Pas fanaf jar ses en sefen wot het efen wenen als we elke leter ‘r’ weglaten die foraf wot gegan of wot gefolgt dor een medeklinker omdat die leter ‘r’ tog niet wot uitgespoken. Klar is de hefoming”
Maar we zijn nu wel heel ver afgedwaald. Brathwaite is dus de eerste die het woord ‘computer’ op papier zet. Met het woord ‘computer’ duidt Brathwaite hier overigens geen machine aan, maar iemand die berekeningen maakt. De computer als apparaat bestaat in zijn tijd uiteraard nog niet. Maar dankzij zijn ene zinnetje is zijn naam 400 jaar later nog steeds bekend en heeft hij een plaatsje gekregen in het overzicht van de mensen achter de computer.
Wie is Richard Brathwaite
De enige bekende afbeelding van Richard Brathwaite; (zijn achternaam wordt ook vaak als Brathwait geschreven).; Bron: Folger Shakespeare Library Digital Image Collection.
Richard Brathwaite wordt in 1588 geboren in Kendal in het noordwesten van Engeland. Zijn vader Thomas Brathwaite is een grootgrondbezitter die meerdere landgoederen bezit. In 1604 meldt de zestienjarige Richard zich bij het Oriel College in Oxford, waar hij zich in de dichtkunst en in de Romeinse geschiedenis verdiept. Een paar jaar later gaat hij rechten in Cambridge studeren. Na zijn studie stuurt zijn vader hem naar Londen waar hij als jurist aan het werk gaat. Een echt groot succes is dit niet. De stad Londen heeft te veel verleidingen voor de jonge Richard: drank, prostituees en gokken. Wegens schulden belandt hij zelfs even kort in de gevangenis.
Veel meer dan in juridische zaken is Richard Brathwaite geïnteresseerd in het schrijven van gedichten en verhalen. Zijn vader ziet daar blijkbaar weinig toekomst in, en belangrijker, er ook geen inkomen uit voortkomen, want als zijn vader in 1610 overlijdt– Richard Brathwaite is dan 21 jaar oud – blijkt dat hij hem, om hem van een inkomen te verzekeren, één van zijn landgoederen (het landgoed Burnside vlakbij Kendal) heeft nagelaten. Dat is tamelijk opmerkelijk, want in die tijd is het de gewoonte dat een erfenis altijd volledig naar de oudste zoon gaat – dit om te voorkomen dat het familiebezit verspreid raakt over meerdere partijen. Richard’s oudere broer is dan ook niet zo blij met het testament. Richard krijgt voor de zekerheid wel een tweetal toezichthouders toegewezen, een oom en een ander familielid, die er op moeten toezien dat Richard het geld niet verbrast.
Na zijn huwelijk in 1617 met Frances Lawson – ze zullen samen negen kinderen krijgen – laat Richard ‘het wilde leven’ achter zich en verandert hij in een devote gerespecteerde landheer. In 1618 overlijdt zijn oudere broer. Richard neemt dan het beheer op zich van het hele familiebezit. Ook fungeert hij als vredesrechter van het graafschap waar hij woont. In 1633 overlijdt zijn vrouw. In een groot gedicht beschrijft hij hoe zwaar dit verlies op hem drukt.
Zes jaar later hertrouwt hij. Met zijn tweede vrouw krijgt hij nog een zoon (die later in dienst van de Engelse marine zal sneuvelen tijdens een zeeslag met Algierse piraten). Richard Brathwaite heeft zich vermoedelijk ook een tijdje voor het Engelse leger ingezet. Er zijn aanwijzingen dat hij aan de zijde van de royalisten als kapitein van een compagnie deelneemt aan de Engelse Burgeroorlog (1642-1649), maar veel meer weten we niet van hem. Hij overlijdt in 1673 op 85-jarige leeftijd op zijn landgoed. Tot zover een korte beschrijving van zijn leven.
We – nou ja, in alle eerlijkheid, ik niet; anderen wel – kennen Richard Brathwaite als schrijver van meerdere dichtbundels en boeken, die overigens niet allemaal van gelijke kwaliteit zijn, zoals de Encyclodie Brittanica fijntjes opmerkt. Zijn eerste boek, een gedichtenbundel, verschijnt in 1611; hij is dan 23 jaar oud, het laatste boek schrijft hij op 77-jarige leeftijd in 1665.
De titelpagina van ‘A Survey of History, Or, A Nursery for Gentry’ (London, Jasper Emery, 1638); Eén van de boeken van Braithwaite. De man in het midden is de auteur. Het is het enige portret dat we van hem kennen; Afbeelding ‘The British Museum’.
Van zijn boeken zijn er vier de moeite waard om hier te vermelden. Zijn bekendste werk is het in 1636 verschenen: ‘Drunken Barnaby’s Four Journeys to Northern England, een soort reisverslag in dichtvorm – het verschijnt eerst in het Latijn; daarna in het Engels. Ongetwijfeld heeft Brathwaite hier ervaringen uit zijn eigen tijd in Londen in verwerkt. Het boek verschijnt onder het pseudoniem Corymbaeus. Pas na zijn dood wordt bekend dat Brathwaite de schrijver is. In het boek komt ook de zin voor: ‘I came to Gotham, where I saw many who were fools, if not all’. Gotham is de plaats waar de stripheld Batman woont, dus we kunnen Brathwaite niet alleen met computers in verband brengen maar ook met Batman.
Zijn twee best verkopende boeken schrijft Brathwaite onder zijn eigen naam. Het betreft hier ‘The English Gentleman’ uit 1630 en ‘The English Gentlewoman’ uit 1631. In ‘The English Gentleman’ beschrijft Brathwaite hoe een echte Engelse Gentleman zich dient te gedragen, onder andere door “altijd de lagere klasse met respect behandelen”. Het boek is een succes en een jaar later verschijnt een vervolg: ‘The English Gentlewoman’.
De titelpagina van een gecombineerde versie van ‘The English Gentleman and English Gentlewoman’, 3rd edition (London, John Dawson, 1641)
Het vierde boek van Richard Brathwaite dat nog bekend is – en het is dit boek dat hem een plaats in de geschiedenis van de mensen achter de computer heeft bezorgd – is ‘The yong mans gleanings’, een godsdienstig boek dat hij in 1613 schrijft. Hoofdstuk 1, getiteld ‘Of the Mortality of Man’ begint als volgt:
Zie hier voor het eerst het woord ‘computer’ vastgelegd in een boek. Uiteraard betreft het hier geen beschrijving van de computer als apparaat. Pas in de vorige eeuw wordt met het woord computer het apparaat bedoeld. Tot dan wordt met het woord ‘computer’ een professie beschreven: iemand die allerlei berekeningen maakt.
Eind negentiende eeuw is een ‘computer’ zelfs een officiële functiebetiteling in de ‘U.S. Civil Service’. Zo is de eerste functie van de later wereldberoemd geworden astronoom Henrietta Swan Leavitt – ze werkt bij de sterrenwacht van Harvard in Boston – die van ‘computer’. Ze verdient er 30 dollarcent per uur mee.
Ook Katherine Johnson, bekend van het feit dat de eerste Amerikaanse astronaut Alan Shepard pas de ruimte in geschoten wilde worden nadat zij de baan had gecontroleerd, had als professie ‘computer’. (Haar leven is verfilmd in de film ‘Hidden Figures’.)
De menselijke ‘Computer’ Katherine Johnson. foto NASA
Het woord computer stamt af van het Engelse werkwoord ‘to compute’ wat weer afstamt van het Latijnse woord ‘computare’, wat ‘rekenen’ betekent, en dat op zijn beurt zijn oorsprong weer in het Grieks heeft. Eigenlijk dus een beetje saai verhaal. Jammer daarom dat in het overzicht van de mensen achter de computer niet het begrip ‘Bluetooth’, de open standaard voor draadloze verbindingen tussen apparaten op korte afstand van elkaar, aan de orde komt. Vandaag de dag maken een paar miljard apparaten gebruik van de Bluetooth-technologie. Het patent hiervan staat op naam van de Nederlander Jaap Haartsen die in die tijd voor Ericsson werkt.
De achtergrond van de naam ‘bluetooth’ is mooier dan die van ‘computer’. De door het Zweedse Ericsson ontwikkelde technologie is namelijk vernoemd naar koning Harald I van Denemarken, die leefde van 930 tot 985 na Christus. Deze koning had als bijnaam ‘blauwtand’. Die bijnaam dankt hij aan het veelvuldig consumeren van bosbessen, waardoor zijn tanden blauw kleurden. Eén van de belangrijkste dingen die Koning Harald I tijdens zijn leven doet, is in 961 het verenigen van Denemarken en Noorwegen. Aangezien de bluetooth technologie ook apparaten ‘verenigt’, kozen de ontwikkelaars van de technologie de naam ‘bluetooth’ als werknaam voor hun project. Bij gebrek aan een betere naam werd het later ook de definitieve naam van de technologie. Kijk, dat is een beter verhaal dan de achtergrond van de naam computer.
Enfin, Richard Brathwaite is de eerste die de naam ‘computer’ als zelfstandig naamwoord gebruikte en daarmee heeft hij zijn plaats verdiend in het overzicht van de mensen achter de computer.
Naar het volgende verhaal uit deze serie.
Naar het vorige verhaal uit deze serie