Ook vandaag wil ik het met u hebben over het warme weer van vorige week. Mocht u overigens een derde achtereenvolgende blogpost over dit onderwerp wat veel van het goede vinden, dan bevindt u zich in “goed” gezelschap, want in 2015 tweette Donald Trump al.
Op het gevaar af dat u mij ‘boring‘ gaat vinden, toch nog een keertje over het weer van vorige week . Op de sociale media werd daar vorige week namelijk druk over “gepraat”. Twee voorbeelden.
Allereerst een tweet van de politie van de stadswijk Feyenoord – u mag drie keer raden in welke stad die wijk ligt.
” Ivm het weer doen wij geen achtervolgingen te voet. Verzoek is dus om niet weg te rennen als we roepen dat je moet blijven staan.
Als de temperatuur onder 20 graden zakt, doen we weer graag mee”
Kijk, dat vind ik humor. Ik vond de tweet dan ook leuk, maar dan moet je net Nederland hebben. Een aantal zuurpruimen vond dat zo’n tweet beslist niet kon. ‘
“Vinden jullie het gek, dat niemand de #politie nog serieus neemt. Jullie gedragen je als een stel pubers en zo worden jullie door menigeen ook behandeld. Shame on you!” gaf iemand die zich een “Vrije geest” en een “creatief denker” noemde als reactie . En iemand anders tweette: “Neem de burger serieus door de wet uit te voeren, in plaats van janken over de temperatuur. Met deze mentaliteit zou er in zuidelijken landen chaos ontstaan. Jankers zijn het tegenwoordig.”
Zucht. Gelukkig waren er ook genoeg mensen die het voor het politie opnamen. En ook moet ik zeggen dat de politie Feyenoord steeds keurig een reactie gaf op elke klaag-reactie op de ‘zweet-tweet’, zoals:
Ook degene die in zijn reactie begon over de conditie van de gemiddelde agent van de politie Feyenoord en de score die hij/zij behaald – dat woord had eigenlijk met een ‘t’ gespeld moeten worden – bij een “coupe test“, kreeg keurig een antwoord.
Dan een andere tweet en wel van ‘Buienradar’. Deze tweette:
Leuk gevonden en deze tweet kreeg dan ook haast alleen maar positieve reacties, al was er toch nog iemand die wat te zeuren had: “Zorg eerst maar eens dat jullie het weer goed voorspellen. Begin deze week melding dat de afkoeling vrijdag zou komen. En later wordt het elke dag een dag opgeschoven. In het Noorden hebben we nog steeds geen afkoeling.”
Dan nog even over mijn vader en het weer. Hij was geen twitteraar -gezien het feit dat hij in 1985 overleed, is dat ook niet zo verwonderlijk. Wel was hij weervrijwilliger voor de KNMI, gespecialiseerd in onweer. In de jaren zestig had je in Nederland een heel netwerk van vrijwilligers die allerlei meldingen over het weer aan de KNMI door gaven.
Mijn vader was ook lid. Voor zover ik weet, gaf hij alleen meldingen door over onweer. Hij had daartoe een speciaal formulier van de KNMI waarop hij – in het geval dat het onweerde – noteerde hoe lang het onweer duurde, de hevigheid er van en op wat voor afstand van ons huis het was. Ik hielp hem daarbij wel eens. Als we een bliksemflits zagen, telden we hoe lang het duurde voordat we de donder hoorden en berekenden dan hoe ver weg het onweer was – elke seconde tussen flits en klap stond ongeveer voor 340 meter.
Eens in de zoveel tijd – ik geloof één keer per maand – stuurde mijn vader het formulier per post op. Wat de KNMI er dan nog mee kon, geen idee. In ruil voor zijn vrijwilligerswerk kreeg mijn vader een gratis blad van de KNMI. Daar stonden allerlei interessante verhalen over het weer, en ook over sterrenkunde in, die ik, de jonge ‘assistent-waarnemer onweer’, met plezier las.