Categorie archief: kunst

Photoshop

Nu ben ik één van de laatste personen die iets mag zeggen over photoshoppen. Ik zal het maar schaamtevol bekennen, onderstaande foto – die ik een keer eerder op deze site heb geplaatst en waar ik te zien ben boven op de Mount Everest – is gephotoshopt.

00 mount everest

(Ik weet dat het moeilijk te geloven is, maar geloof me deze foto is niet echt, het is een knap gemaakte photoshop) 

Ik ben niet de enige die het doet. “Juf, hij doet het ook!”. In Amerika is nu ophef ontstaan over Vanity Fair. Dit bekende blad heeft een fotosessie  – had ik toch bijna photoshop getypt –  georganiseerd met een twaalftal bekende tv- en filmsterren met onder andere Oprah Winfrey, Tom Hanks, Robert De Niro, Nicole Kidman, and Reese Witherspoon. Zie hier.

Nu is over deze fotosessie op twitter ophef ontstaan. Op één van de foto’s is te zien dat Reese Withersspoon drie benen heeft en op een andere foto blijkt Oprah Winfrey drie handen te hebben, iets wat beiden tot nu toe goed verborgen hadden.

0 fotoshop

Enfin, het is nu in de openbaarheid. Reese Witherspoon hoopt dat ondanks haar drie benen iedereen haar blijft accepteren.

000 drie benen

Oprah Winfrey reageerde hierop als volgt:

000 drie handen

En ik hoop dat u mij kan vergeven dat ik heb gesuggereerd dat ik bovenop de Mount Everest heb gestaan. Wel heb ik bovenop de Vaalserberg gestaan, maar helaas zijn daar geen foto’s van.  Gelukkig zijn er van mijn maanavontuur wel foto’s en ik kan u verzekeren, dit is een echte foto genomen op de maan, niks geen photoshop!

00 moon

 

Banksy

Banksky

Gisteren zag ik in Den Haag deze affiche op straat hangen. Van de straat naar het museum en weer terug naar de straat. De cirkel voor Banksy is rond.

Voor wie Banksy niet kent, hij is een beroemde straatkunstenaar, begonnen met graffiti. Zie hier meer informatie over hem.  Banksy heeft ook wel eens net zoals Andy Warhol afbeeldingen van  soepblikken gemaakt.  Ik heb wel eens oneerbiedig een foto van zo’n blik gecombineerd met een foto van een koffie- en soepautomaat. Dan krijg je dit.

000 soep

Om met René Margritte te spreken: Dit is geen tomatensoep.

 

Naar het fotomuseum

De jongste dochter wilde iets leuk doen en we besloten om een bezoek aan het fotomuseum in Den Haag te brengen. Daar was een overzichtstentoonstelling te zien van Hans Eijkelboom, getiteld:  ‘Identiteiten 1970-2017’. De oudste dochter wilde dat ook wel zien en dus spraken we af om elkaar voor het museum te ontmoeten. De dochters reisden vanuit Rotterdam per trein en per tram. Ik ging op de fiets.

Ik dacht: hé, een fototentoonstelling, laat ik ook eens creatief doen en op weg naar het museum onderweg wat foto’s maken. Dan kunnen de dochters zien dat hun vader ook een echte fotograaf is. Nu moet ik zeggen dat ik niet helemaal objectief ben – wij van WC-Eend adviseren WC-Eend –  maar als ik mijn foto’s objectief bekijk, dan moet ik toch, eerlijk is eerlijk, zeggen: ik kan er helemaal niets van. Zie hier mijn onderweg geschoten kunstwerken:

Uit de serie: ‘In de folder leek het balkon groter’: Twee balkons voor de prijs van één.

balkon

Uit de serie: ‘Planten water geven doe je zo’: de aflevering “niet te veel”.

water geven

Uit de serie ‘Niet bij de tijd’: De klok zonder wijzers bij Den Haag Centraal Station.

klok

Uit de serie: ‘Standbeelden op plekken waar je ze niet verwacht’: Nelson Mandela op weg naar het Omniversum.

Nelson Mandela

Uit de serie: ‘overdrijven is een kunst’:  “Brasserie Berlage is het mooiste plekje van Den Haag”

bord

Uit de serie ‘Je mag hier ook niets’: borden bij het Museon.

borden

Gezien bovenstaande foto’s is het niet te verwachten dat ik binnenkort een overzichtstentoonstelling in het fotomuseum krijg. Wie dat dus wel heeft is Hans Eijkelboom. Hij maakt geen foto’s om het mooie maar wil met zijn foto’s iets uitdrukken. Van de site van het museum:

Voor Met mijn gezin (1973) vroeg hij moeders met twee kinderen om samen met hem op de bank te zitten voor een foto. Het resultaat is een serie ‘familiekiekjes’, die afzonderlijk authentiek ogen, maar naast elkaar tentoongesteld vragen oproepen over de inwisselbaarheid van de vader in het gezin.

Voor de serie Mooi (1979) onderzocht Eijkelboom de oordelen die buitenstaanders over elkaar hebben. Hij vroeg een willekeurige passant om op straat een ‘mooi’ iemand aan te wijzen. Daarna maakte hij een portret van de aangewezen persoon en vroeg vervolgens hem of haar hetzelfde. De serie eindigt wanneer de gefotografeerde persoon niemand kan vinden die hij mooi vindt. “

Het meest bekend is Eijkelboom van zijn foto’s waarin hij overeenkomsten laat zien  in uiterlijk en gedrag van toevallige voorbijgangers. Zie hier enkele voorbeelden.

foto's

truien

Al met al was het wel een leuke tentoonstelling. Na afloop vertrokken de dochters weer met de tram en ik op mijn fiets. Vanuit de rijdende tram maakte de oudste dochter met haar mobieltje nog deze foto van haar voorbij fietsende vader.

Uit de serie: ‘Poetry in motion’: vader op de fiets.

poertry in motion

 

Morgenrood

Zie hier een nieuwe versie van een kunstwerkje wat ik ooit eens in mijn studententijd heb gemaakt. Het is getiteld ‘Morgenrood’.

000000 blauw

Vat u dit niet te licht op. Ik ben er twee dagen mee bezig geweest. In mijn studententijd heb ik ooit eens een Engelstalige versie van het werk gemaakt. ‘Morgenrood’ werd toen ‘Tomorrow Red’.

Ik stuurde het op naar een Amerikaanse beeldhouwster waarmee ik in die tijd correspondeerde. Ze verhuisde vaak maar na elke verhuizing  schreef ze dat het werkje was mee verhuisd. Misschien duikt het nog wel eens op in een Amerikaanse ‘Tussen Kunst en Kitsch’ aflevering.

Collega Picasso zei ooit eens: “Er zijn schilders die de zon in een gele vlek veranderen, maar er zijn anderen die, dankzij hun kunst en intelligentie, een gele vlek in de zon veranderen.”

Picasso

Zie hier de kunstenaars Picasso en Van Neck.

(Ik heb deze foto al eens elders op dit blog gebruikt maar herhaling is de kracht van de reclame.)

Van Gogh in het woonzorgcentrum

Het Prinsenhof is een woonzorgcentrum bij ons in het dorp. De oudste dochter heeft er wel eens vakantiewerk gedaan. In het plaatselijke krantje staat een verslag van bezoek van een viertal bewoners van het verzorgingstehuis aan het Van Gogh Museum in Amsterdam. Het werd georganiseerd in het kader van de Nationale Ouderendag.

Aangekomen in het museum vertelde één van de oudjes volgens ‘Het Krantje’ bij het zien van het schilderij ‘De amandelbloesem’: “Dit schilderij heeft Vincent voor de geboorte van mijn vader gemaakt”. Ach, die oude man is een beetje in de war, dacht ik toen dit las. Maar hij was helemaal niet in de war. Wat bleek, het was de kleinzoon van Theo van Gogh, de broer van Vincent. Ik had er even niet bij stil gestaan dat er nog mensen zouden leven wiens vader het neefje van Vincent van Gogh was. Zie hier het betreffende schilderij.

000000 vangoghAmandelbloesem’; Saint-Rémy-de-Provence, februari 1890 Vincent van Gogh (1853 – 1890); olieverf op doek, 73.3 cm x 92.4 cm;  Van Gogh Museum, Amsterdam (Vincent van Gogh Stichting):

Van de site van het Van Gogh museum: “Hier schilderde Van Gogh een van zijn lievelingsonderwerpen: grote bloeiende takken tegen een blauwe lucht. Omdat de amandelboom al vroeg in het voorjaar bloeit, is het een symbool voor nieuw leven. Voor het onderwerp, de scherpe omlijningen en de plaatsing van de boom in het beeldvlak liet Van Gogh zich inspireren door de Japanse prentkunst.

Het schilderij was een cadeau voor zijn broer Theo en diens vrouw Jo die een zoon hadden gekregen: Vincent Willem. In de brief waarin hij het goede nieuws meedeelde, schreef zijn broer Theo: ‘Zoals we je hebben gezegd, vernoemen we hem naar jou en ik spreek de wens uit dat hij even vasthoudend en even moedig wordt als jij.’ Het is niet verwonderlijk dat het voor de familie Van Gogh altijd het meest dierbare werk is gebleven. Vincent Willem zou later het Van Gogh Museum oprichten.”

De vader van de man uit ons dorp heeft dus het Van Gogh museum opgericht. Ik neem aan dat ze geen toegang hebben hoeven te betalen. Het volgende uitstapje van de oudjes gaat naar diergaarde Blijdorp in Rotterdam. In 1857 werd een zekere Henri Martin, van oorsprong leeuwentemmer van beroep, daar de eerste directeur van. Misschien woont er wel een achterkleinzoon van de leeuwentemmer in het verzorgingstehuis.

Mondriaan en de Stijl

In 1917 werd de kunstbeweging ‘De Stijl’ opgericht, waarvan Piet Mondriaan de bekendste vertegenwoordiger is. Het Haags Gemeentemuseum, dat een grote collectie Mondriaans bezit, besloot dit jubileumjaar groots te vieren. Het organiseerde dit jaar liefst vier tentoonstellingen.

  1. Piet Mondriaan en Bart van der Leck – De uitvinding van een nieuwe kunst
  2. De ontdekking van Mondriaan
  3. De architectuur en interieurs van De Stijl
  4. Mondriaan & De Stijl

Deze laatste tentoonstelling  – het is de vaste Mondriaan-tentoonstelling van het museum – bezocht ik gisterenmiddag.

Het was overigens een spontane ingeving om deze tentoonstelling te bezoeken. Ik fietste toevallig net voorbij het museum toen ik (in het bezit van een museumjaarkaart) opeens het verlangen koesterde om kunst te bekijken. Dat klinkt heel cultureel, maar eerlijk gezegd, ik moest gewoon naar de wc en het museum was de dichtstbijzijnde gelegenheid.  Maar voordat ik over dit bezoek schrijf – over dat aan de tentoonstelling uiteraard; niet over het toiletbezoek – eerst even dit: ziet u wat er op dit schilderij staat afgebeeld?

schaatsers

En op deze?

tasjes 2

Maar goed, terug dus naar ‘Mondriaan & De Stijl’. Nu heb ik de eerste twee Mondriaan-tentoonstellingen van dit jaar gezien. Ook heb ik deze vaste tentoonstelling al eens vaker gezien, waardoor ik geloof ik een beetje te veel Mondriaans heb gezien. (En dan hangt ook heel Den Haag dit jaar vol met allemaal Mondriaans; zie hier.)

Ik had de Mondriaans dan ook al snel bekeken. Ik was niet de enige. De zalen waar alleen Mondriaans hingen waren opvallend leeg. Bij de Victor Boogiewoogie zat slechts één bezoeker op een bankje het schilderij te bekijken.

victoria boogie woogie zaal

En deze zaal trok zelfs helemaal geen bezoekers.

mondriaan

Ik besloot daarom om eens een keertje de werken van andere kunstenaars van De Stijl beter te bekijken. Die vertonen overigens vaak een grote gelijkenis met de schilderijen van Mondriaan. Ik heb hieronder een aantal van die kunstwerken naast een soortgelijk schilderij van Mondriaan gezet. Kunt u zien welke van Mondriaan is? (Ik geef aan het eind van deze blogpost de oplossing.)

marlow moss 1932 mondriaan blauw

domela nieuwenhuis           victoria boogie woogie

ruit 1           ruit 2

Ook interessant om te zien was de invloed van De Stijl op het dagelijks leven. Zo was Cornelis Bruynzeel – later vooral bekend geworden door de keukens –  erg geïnteresseerd in de beweging. Zo gaf hij in 1920 Vilmos Huszár – het was zijn overbuurman in Voorburg – de opdracht om een ontwerp te maken voor de jongensslaapkamer van Bruynzeels villa ‘De Arendshoeve’ in Voorburg.  Een replica van deze kamer maakt deel uit van de vaste collectie van het Museum.

bruijnzeel kamer

Ook was op de tentoonstelling – het is de doorlopende vaste Mondriaan-tentoonstelling van het museum; dus u hoeft zich niet te haasten –  een keuken te zien die Piet Zwart in 1935 speciaal voor Bruynzeel ontwierp. Hij was niet alleen strak vormgegeven volgens de principes van de Stijl maar ook goedkoop in massaproductie te nemen. In 2002, 65 jaar na de introductie, nam Bruynzeel deze keuken opnieuw op in het assortiment.

keuken

Nog even terug naar de vragen aan het begin van deze blogpost. Het eerste schilderij is van Vilmos Huszár. Het stamt uit 1917 en heeft de titel Composite II (Schaatsenrijders) en als je dat eenmaal hebt gelezen, dan zie je die schaatsenrijders direct terug in het schilderij.

schaatsers

Ziet u de schaatsers nu?

Het tweede schilderij is helemaal geen schilderij. Het zijn gewoon tassen die te koop zijn in de souvenirwinkel van het museum, maar toen ik voorbij liep, dacht ik: hé dat lijkt wel een schilderij zo.

Dan de antwoorden op de vergelijkingsvraag. De Mondriaans hangen steeds rechts. Het schilderij met het grote rode vlak is van Marlow Moss en stamt uit 1932. De ruit van plexiglas is van Cesar Domela en stamt uit 1930. Dan de twee schilderijen met de gele strepen, dat was een strikvraag, het is twee keer hetzelfde schilderij van Mondriaan. De linker is zoals die in het museum hangt, de rechter is hetzelfde schilderij maar dan gedraaid. Het geeft gelijk een heel ander beeld.

Wellicht ter geruststelling, dat draaien heb ik thuis achter de pc gedaan; niet in het museum zelf. Dat ik zulke dingen nu met de schilderijen van Mondriaan zit te doen, bewijst wel dat ik even te veel Mondriaans heb gezien.

De HEMA en een tentoonstelling

Vandaag wil ik het hebben over twee zaken. Ten eerste: de ophef die vorige week ontstond toen de HEMA bekend maakte dat zij een deel van de labels van hun kinderkleding ging aanpassen en ten tweede: de tentoonstelling ‘Zuiderburen: Portretten uit Vlaanderen 1400-1700’ die momenteel in het Mauritshuis in Den Haag te zien is. Twee heel verschillende onderwerpen maar ik ga ze aan elkaar knopen. Let maar even op.

Allereerst de HEMA en hun kinderbeleid. Ik citeer even het persbericht van de HEMA:

‘HEMA wil graag kinderen in staat stellen te zijn wie ze willen zijn. Van stoere meisjes, lieve jongens, echte prinsessen en astronauten in de dop. In de afgelopen twee jaar hebben wij van onze klanten veel verzoeken gekregen om onze kindercollectie zo te maken dat jongens- en meisjeskleding meer uitwisselbaar is. HEMA is er voor iedereen. Het resultaat is dat we een deel van de labels van onze kinderkleding hebben aangepast. De labels zullen voortaan aangeven dat het om kinderkleding gaat en niet meer of het voor een jongen of een meisje is. Klanten kunnen op die manier zelf bepalen of zij een bepaald kledingstuk bij hun kind vinden passen. De labels zullen in een deel van de aankomende wintercollectie te vinden zijn en we gaan dat uitbreiden in toekomstige collecties.’

Met het voornemen van de HEMA is niks mee zou ik zo zeggen. De Britse supermarktketen Morrisons met hun stereotiepe opdruk ‘Little man, big ideas’ voor jongens en ‘Little girl, big smiles’ voor meisjes zou hier een voorbeeld aan kunnen nemen. Ook de Britse supermarktketen Asda met hun ‘Future Scientist’ voor jongens en ‘Hey Cutie’ voor meisjes kan er wat van.

Her en der kreeg het besluit van de HEMA dan ook terecht waardering, maar het kreeg ook de nodige kritiek, vooral vanuit wat rechtse kringen.

  • Hema wordt genderneutraal omdat het bedrijf geleid wordt door een stel zwaargestoorde quasi-intellectuele mafketels”- De Dagelijks Standaard
  • “[…] is de keuze voor onzijdige kinderkleding vooral een luie kostenbesparing van een noodlijdende keten, vermomd als tegemoetkoming aan de zitplassende genderbrigades, omdat de marketingafdeling van de HEMA (net als met het afschaffen van Zwarte Piet, het invoeren van halal vreten en het schrappen van Pasen) in de verkeerde veronderstelling verkeert dat een handjevol drammers met te veel tijd en te weinig echte problemen meer marktinvloed & koopkracht heeft dan de miljoenen Nederlandse doorzonconsumenten die daadwerkelijk wel eens winkel(d)en bij de HEMA?” – Geen Stijl
  • Ik ben benieuwd hoeveel jongetjes bij hun moeder nu gaan zeuren voor een roze prinsessejurk” – Jansen en Jansen

Dat laatste was vaak de insteek van een aantal mensen die er als de kippen / haantjes bij waren om eens even stevig op de HEMA in te hakken. Volgens hen wilde de HEMA dat  jongetjes jurken gingen dragen. Het was een grote schande!

Tja, het enige dat HEMA gaat doen is het veranderen van de labels, (in plaats van jongen of meisje komt er nu ‘kids’ te staan.)

De columniste Sylvia Witteman van de Volkskrant bekeek ‘het probleem’ in haar column van 20 september vanuit een heel andere invalshoek. Zij vond de opdrukken op de t-shirts, of ze nu wel of niet voor jongens of meisjes bedoeld waren, niet realistisch. “Hele volksstammen trekken hun kroost kleren aan met volstrekt onrealistische verwachtingen erop. Zo’n kind bereidt zich dus van jongs af aan voor op een carrière als dappere strijder, kerngeleerde of gevierd balletdanseres; in werkelijkheid schopt hij/zij het nooit verder dan administratief medewerker bij een kartonfabriek of caissière bij de Aldi.”

Ze had dan ook een suggestie voor de HEMA: “Ik zie hier een mooie taak voor de Hema: kinderkleertjes bedrukken met opschriften die de kleintjes een realistisch wereldbeeld voorschotelen. Dus, Hema: vervaardig die ‘Little princess’-jurkjes alleen nog in limited edition, voor de dochtertjes van Willem-Alexander en Máxima. Voor de rest van de toekomstige beroepsbevolking gaan jullie rap aan de slag met de productie van shirts als ‘I love Boekhouden’ ‘Cute Little Vakkenvuller’ ‘Born Postsorteerder’, ‘Master of Parkeerbeheer’, ‘ Sexy Streekbus Hero’ of ‘Wibra Warrior’.”

Enfin, nu dus het tweede onderwerp van dit blog: de tentoonstelling in het Mauritshuis. Afgelopen dinsdag bezochten Marianne en ik die tentoonstelling. Op de site van het Mauritshuis wordt deze tentoonstelling als volgt ingeleid:

“Beter een goede buur dan een verre vriend. In het najaar van 2017 vertelt het Mauritshuis het verhaal van de Vlaamse portretkunst aan de hand van een keuze uit de beste Vlaamse portretten van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA). In de Zuidelijke Nederlanden (het huidige België) zijn tussen 1400 en 1700 prachtige portretten geschilderd. Edellieden en rijke burgers lieten zich graag vereeuwigen door de beste Vlaamse kunstenaars van hun tijd. Deze portretten maken nog altijd grote indruk. Ze zijn vaak zo geraffineerd geschilderd door onze zuiderburen dat ze ook na al die eeuwen nog springlevend lijken. De tentoonstelling toont belangrijke werken van Rogier van der Weyden, Hans Memling, Pieter Pourbus, Peter Paul Rubens en Anthony van Dyck. Bijzonder is dat bijna alle geportretteerden geïdentificeerd kunnen worden. Zo leert de bezoeker niet alleen de kunstenaars kennen, maar ook de personen die zij hebben geportretteerd.”

Nu ben ik niet zo van de portretschilderijen, maar er zaten toch een paar mooie portretten tussen, bijvoorbeeld dit portret van Abraham Grapheus, de huismeester van het Antwerpse Sint-Lucasgilde, gemaakt omstreeks 1620 door Cornelis de Vos.

portret

Een bijzonder karakteristiek hoofd heeft hij, vermoedelijk niet echt het zonnetje in huis maar het kan zijn dat hij net gehoord heeft dat de HEMA de labels van de kinderkleding gaat aanpassen.

Ook bijzonder vond ik dit portret van dit jongetje op jacht uit 1605.

jurk

Het is een coproductie van  Erasmus Quellinus II die de jongen schilderde, en Jan Fijt die de dieren en de achtergrond schilderde. Uiteraard is de jongen – “hunter” zal er op zijn t-shirt gestaan hebben –  veel te jong om op jacht te gaan. De jachthonden zijn hier dan ook symbolisch afgebeeld. Iemand die jaagde behoorde in die tijd tot de betere kringen. Door de jongen als “jager” te schilderen gaf de schilder aan dat de jongen uit een voorname familie kwam.

Er is iets bijzonders met dit portret aan de hand. Zie u het? Nee? Bekijk dan eens dit portret uit 1603 van Charles Martin (goede achternaam!) van een jonge Lodewijk XIII en zijn moeder.

kind

Ziet u het nu? Zowel hij als het jongetje van Quellinus II dragen jurken! Het was in de middeleeuwen heel gewoon dat jongens, net zoals meisjes, tot hun zevende of zo jurken droegen. Heel genderneutraal dus en het zorgde ook niet voor ophef.

De HEMA bestond toen nog niet. De Hollandsche Eenheidsprijzen Maatschappij Amsterdam is pas in 1926 opgericht.

 

Vermeer over Vermeer

Het vlot niet zo met mijn speurtocht naar het Tweede Straatje van Vermeer. Sterker nog, het zou best wel eens kunnen dat we nog eerder een nieuw kabinet hebben dan dat ik het Tweede Straatje heb terug gevonden.

Maar goed, even iets tussendoor. Twee jaar geleden verscheen er een publicatie van professor Frans Grijzenhout waarin hij – naar mijn mening vrij overtuigend – aantoonde dat de huizen die op het (eerste) Straatje zijn afgebeeld op de Vlamingstraat 40-42 in Delft hebben gestaan. Ik heb daar hier overgeschreven.

Een Engelse emeritus-professor, een zekere Philip Steadman, was het met de conclusie van Grijzenhout niet eens. Hij publiceerde daarover op de site van EssentialVermeer. Ik heb toen uitgebreid naar de argumenten van Steadman gekeken. Die leken mij geen hout te snijden. Mijn conclusie luidde: “Ik denk dan ook dat Grijzenhout het bij het juiste eind heeft en dat Steadman het verkeerd ziet.” Zie hier voor een onderbouwing van die conclusie.

Een jaar later verscheen er in Het Parool een stuk van een zekere dr. Gerrit Vermeer, net zoals Grijzenhout werkzaam op de Universiteit van Amsterdam.  Grijzenhout zat fout vond hij – altijd leuk zo’n onderlinge universiteitstwist. Hij was het met Steadman eens. “…volkomen op losse schroeven”; “domweg niet het geval” en “boerenbedrog…” waren onder andere termen die hij gebruikte. Inhoudelijk nieuwe argumenten ten opzichte van het verhaal van Steadman had hij echter niet en daarom heb ik er hier niet over geschreven. Al moet ik toegeven dat de verleiding groot was. Niet door zijn verhaal – ik vond en vind het onzin –  maar door zijn achternaam: Vermeer die over Vermeer schrijft.

(Dat zie je wel vaker mensen die een beroep hebben, of vertellen over iets, dat met hun achternaam te maken heeft. Bij de Waterschapsverkiezingen kies ik daarom ook altijd voor iemand die bijvoorbeeld Van Dijk heet. Zo’n naam geeft mij meer vertrouwen dan een Van der Lek. Maar om iets over zijn achternaam te schrijven – Vermeer over Vermeer – leek mij een beetje flauw en dat heb ik dus toen dan ook niet gedaan. En nu dus wel; sorry).

De reden dat ik er nu wel over schrijf, is dat er in het ‘Tijdschrift voor historische geografie, jaargang 2017, nummer 2’ – er zijn dagen bij dat ik het blad niet lees –  nu een stuk van Vermeer (Gerrit, geen familie van Johan volgens Trouw) is verschenen, waarin hij wederom stelt dat Grijzenhout het fout ziet. (Hij schreef dit stuk overigens samen met een zekere Gert Eijkelboom.) Nu staat dit verhaal niet online, dus ik kan er niet echt inhoudelijk over schrijven, maar uit stukken uit het Parool, Trouw en de Volkskrant begrijp ik dat hij geen nieuwe argumenten heeft.

Ik vermoed dan ook dat Grijzenhout het nog steeds bij het rechte eind heeft. Dat denkt de professor zelf overigens ook. Hij is “op geen enkele manier onder de indruk van de kritiek” aldus een stuk in Trouw. Maar helemaal zeker is hij uiteraard niet. “Honderd procent zekerheid zullen we nooit hebben. Vermeer schreef helaas geen ansichtkaart met ‘Groeten uit de Vlamingstraat. Ik ben hier heerlijk aan het schilderen’.

0000000 vermeerMorgenavond is er bij omroep Max om 20.25 uur op NPO2 een uitzending uit de reeks ‘Kunstraadsels’ te zien. In deze aflevering is te zien hoe Frans Grijzenhout tot zijn conclusie is gekomen dat het Straatje van Vermeer waarschijnlijk een weergave van de huizen in de Vlamingstraat is. Kijken dus zou ik zeggen.

Hyperrealisme

Dit is een schilderij.

kunsthal 1

“Nee”, zult u misschien zeggen: “dat is een foto”. U heeft gelijk. Het is een foto, maar het is een foto van een schilderij. In de Kunsthal in Rotterdam is momenteel de tentoonstelling’ Hyperrealisme. 50 jaar schilderkunst, een uniek overzicht van fotorealistische schilderkunst.’ te zien. Ik citeer even van de site van de Kunsthal:
Drie generaties Amerikaanse en Europese kunstenaars laten de geschiedenis van een fascinerende, figuratieve kunststroming zien. De overzichtstentoonstelling in de Kunsthal brengt – met meer dan zeventig werken van ruim dertig kunstenaars – een ongeëvenaarde verzameling hyperrealistische topstukken naar Nederland. Het werk van deze kunstenaars onder wie Chuck Close, Robert Bechtle, Richard Estes, John Salt en Franz Gertsch is zo geschilderd dat ze de indruk wekken foto’s te zijn. Het resultaat is echter meer dan een virtuoze kopie en creëert een eigen werkelijkheid. […]’

 Gisteren bezochten wij samen met onze kinderen en Marianne haar zus en zwager deze tentoonstelling in de Kunsthal in Rotterdam. De onderwerpen varieerden van paprika’s tot stadsgezichten, van kinderspeelgoed tot landschappen, van auto’s tot Amerikaanse ‘diners’.  Zie hier nog een aantal voorbeelden. Het lijken foto’s, maar het zijn dus echte schilderijen. (Ok, het zijn dus foto’s van schilderijen die op de tentoonstelling hangen, dit om helemaal correct te zijn; “If you can’t convince them, confuse them“)

kunsthal 3c

kunsthal 6

kunsthal 3b

Het is heel speciaal om ze te zien. Bij veel van de werken twijfel je echt of het schilderij of een foto is. Kunt u bijvoorbeeld uit de volgende twee afbeeldingen de foto halen? (Het is dus een foto van een schilderij dat op de tentoonstelling te zien is en een echte foto. Om het wat moeilijker te maken, heb ik bij het schilderij de lijst weggelaten.)

kunsthal 7b

kunsthal 4

Nu zou ik kunnen zeggen, dat degene die het antwoord wil weten, maar naar de tentoonstelling in Rotterdam moet gaan – zeer aan te raden –  maar deze loopt vandaag al af. (Het was dan ook een tip van de jongste dochter die altijd alles ruim van te voren plant. Zij is ook degene die altijd braaf van te voren opzoekt hoe laat haar tram gaat  – oh, over tien minuten pas – en dan twee minuten voor vertrektijd hard naar de tram moet hollen om hem nog te halen.) Daarom hier maar het antwoord. De afbeelding die geen schilderij is, is die van de rode auto. Die zagen we staan toen we in Rotterdam naar de oude haven liepen.

Bart van der Leck

In 2017 is het 100 jaar geleden dat de kunstbeweging ‘De Stijl’ met als belangrijkste leden Theo van Doesburg, Gerrit Rietveld en Piet Mondriaan werd opgericht. Vanwege dit jubileum organiseert het Gemeente-museum in Den Haag dit jaar vier tentoonstellingen. De eerste tentoonstelling daarvan (‘Piet Mondriaan en Bart van der Leck. De uitvinding van een nieuwe kunst’) loopt zondag af. Omdat ik die tentoonstelling nog wilde zien voordat hij verdween, bezocht ik samen met de oudste dochter afgelopen woensdag ondanks het mooie weer het Gemeentemuseum.

leck 0

Het Haags Gemeentemuseum in het zonnetje. Buiten was het 28 graden. Er stond gelukkig een ijscokraam (zie de rode cirkel) die lekker chocolade-ijs verkocht. Binnen verkochten ze ‘100 jaar de Stijl’-bier.

meseumHet Gemeentemuseum op Google Earth met de ijscokraam

bier

100 jaar de Stijl’-bier.

Op de affiche van de tentoonstelling staat het uit 1916 stammende schilderij ‘De Storm’ van Bart van de Leck. Het is eigendom van het Kröller-Müller museum en was uitgeleend aan het Gemeente-museum. Ik vind het een mooi werk en je kan er inderdaad een flinke storm in herkennen. (Ik had dan ook gelijk het klassieke lied ‘De klok van Arnemuiden in mijn hoofd’ – “Als de klok van Arnemuiden, welkom thuis voor ons zal luiden, wordt de vreugde soms vermengd met droefenis, als een schip op zee gebleven is”)

leck 00

Nu is het zo dat ik eigenlijk nauwelijks iets af weet van Bart van der Leck en zijn werk – dit in tegenstelling tot Piet Mondriaan waarvan je zoveel werk in het straatbeeld ziet, dat het een beetje te veel van het goede wordt.)

bart van der leck

Bart van der Leck, hij leefde van 1876 tot 1958, hier gefotografeerd met dochter in 1915; fotograaf onbekend; collectie RKD Den Haag

Als ik de informatie op de bordjes in het museum mag geloven – “In 1916 werkt Mondriaan aan Composite 1916 en Compositie in lijn. Hij kan maar geen oplossing vinden voor de verhouding tussen de steeds strakker geformuleerde lijnstukken in het laatste schilderij. Van der Leck kiest voor rood, geel en blauw, en wijst met zijn ‘exacte techniek’ de weg” –  is Bart van der Leck degene geweest die Mondriaan op het spoor heeft gezet van het maken van schilderijen met de primaire basiskleuren rood, geel en blauw.

Zelf maakte Van der Leck al eerder schilderijen waarbij hij zijn onderwerpen weergaf in geometrische vormen. Een mooi voorbeeld daarvan is dit portret van een meisje. (Excuses voor de kwaliteit van de foto’s. Ze zijn genomen met mijn mobieltje, ik moet maar eens een nieuwe kopen.)

leck 5

Jenny, 1920

Nu was het aardige van deze tentoonstelling dat bij een aantal schilderijen van Van der Leck er ook een voorstudie van het schilderij op zaal hing. Neem bijvoorbeeld dit werk: Compositie 1916 no. 4, 1916.

leck 6

De voorstudie van het middelste deel van het schilderij hing er ook.

leck 7

Vergelijk de voorstudie eens met het schilderij. Typisch een geval van ‘Zoek de zeven verschillen’. (Antwoord: in de voorstudie staan linksonder drie rode streepjes omhoog; in het schilderij maar twee; in de voorstudie staan linksboven twee schuine rode streepjes; in het schilderij maar één, enzovoorts ….).

Kijk je naar dit drieluik, dan vermoed ik dat u, net zoals ik, zonder nadere informatie niet ziet wat het moet voorstellen. Ik heb daarom even op de site van het Kröller-Müller museum gekeken – zij zijn eigenaar van dit schilderij. Daar kan je lezen:

In 1914 bezoekt Bart van der Leck in opdracht van Mü̈ller & Co de ijzerertsmijnen die deze firma in Spanje en Noord-Afrika exploiteert. Hij maakt in Algerije een reeks natuurgetrouwe schetsen van het mijngebied, met links en rechts rotspartijen en een weg of spoorlijn, en in het midden een brug en een hijskraan. Na thuiskomst maakt hij vier grote studies in kleur waarin hij dit landschap abstraheert. In de laatste studie wordt de brug gereduceerd tot een zwarte, horizontale balk en de weg of spoorlijn tot twee zwarte diagonalen die in elkaars verlengde liggen. Deze tekening wordt de basis voor het middelste deel van het drieluik Compositie 1916 no 4. De twee zijpanelen roepen een beeld op van de pikdonkere mijn. Met enige moeite is hierop de summiere, schematische voorstelling van twee mijnwerkers te onderscheiden. Het witte blokje bovenin zou de lamp in de schacht kunnen zijn…”

Kijk, als je dit leest, dan zie je wat de kunstenaar wil weergegeven, maar als je het niet weet, dan is het lastig om het onderwerp te herkennen.

Voor een aantal schilderijen heeft Van der Leck een aantal figuratieve voorstudies geschilderd. Het aardige van deze tentoonstelling is nu, dat deze voorstudies naast de schilderijen hangen en als je dan de voorstudie vergelijk met het schilderij, dan herken je het onderwerp wel. Zie de onderstaande drie voorbeelden:

leck aVoorstudie voor de compositie Een man met een hondekar en het resultaat: compositie 1917 nr 1.

leck bVoorstudie voor het uitgaan van de fabriek (1917) en het schilderij zelf.

leck cWerktekening voor de houthakkers en ‘De houthakkers’ (1928)

De tentoonstelling overziend vond ik de werken van Bart van der Leck die er hingen beduidend mooier dan het (vroege) werk van Mondriaan dat er hing. Toch is Mondriaan later veel beroemder geworden dan Van der Leck. Wie overigens meer werk van Bart van der Leck wil zien, kan later dit jaar naar het Kröller-Müller Museum. Die organiseren van 14 oktober 2017 tot 2 april 2018 de tentoonstelling: De mecenas en de ‘verversbaas’. Helene Kröller-Müller en Bart van der Leck”.

Wellicht onder de invloed van de tentoonstelling (of van het ‘De Stijl-bier’) schetste de oudste dochter ’s avonds het volgende portret van uw blogjesschijver. Ik heb het even vertaald in de stijl van de Stijl.

MvNCompositie nr. 5 De Blogjesschrijver (door de oudste dochter) en hier op gebaseerd “De Wijze Uil” (door uw blogjesschrijver)

Tot slot: wie de tentoonstelling nog wil zien, moet wel opschieten. Zondag is de laatste dag.

De kerkklokken van de Nieuwe Kerk in Delft

Vraag: wat hebben onderstaande zes schilderijen, geschilderd in de periode 1650 – 1670,  gemeenschappelijk?

Klokken 2

Het antwoord luidt dat op alle zes schilderijen de Nieuwe kerk in Delft te zien is.

klokken

“Zo, zo, interessant. Kan ik iets met die informatie?” zult u misschien zeggen. Nee, natuurlijk niet. Maar dat geldt voor mijn hele onderzoek naar het vermiste Tweede Straatje van Vermeer. Wat ik wil zeggen, is dat ik een nieuw aflevering heb geschreven over mijn speurtocht. Dus, wie wil weten wat die kerk met mijn onderzoek te maken heeft, kan dat hier lezen.

En voor wie geen geduld heeft, om dat stuk te lezen: nee, het schilderij is nog niet gevonden.

Mondriaan verkleurd

Nog even over Piet Mondriaan – zie de vorige blogpost –  en wel specifiek over zijn kleurgebruik tijdens de laatste vijfentwintig jaar van zijn leven. De bekendste werken van Mondriaan zijn die met de zwarte lijnen en de witte, blauwe, rode en gele vlakken. Hij werkte in die periode alleen nog maar met de drie primaire kleuren (blauw, rood en geel) en met zwart en wit. Ik vroeg me opeens af hoe zijn werken uit die tijd er uit zouden zien als hij andere kleuren gebruikt zou hebben? Zouden ze dan nog steeds dezelfde uitstraling hebben of zouden ze hun kracht verliezen? Tijd voor een experiment! We laten de compositie, d.w.z. de vlakken, zoals ze zijn, maar gaan de kleuren veranderen: zwart in bruin; rood in paars; blauw in groen; geel in oranje; wit in beige en grijs in lichtgeel.

Als eerste voorbeeld de ‘Compositie nr. III met rood, geel en blauw’ uit 1927. Het hangt in het Rijksmuseum Amsterdam.

mondriaan origeneel 2   mondriaan bewerkt 2

Heel veel kan ik eigenlijk nog niet over het effect van de ‘verkleuring’ zeggen. De verandering van rood in paars lijkt in ieder geval niet zo’n gelukkige keuze. Maar omdat dit schilderij maar drie “gekleurde” vlakken bevat doe ik hetzelfde experiment nog een keer,  maar dit keer op een schilderij met meer gekleurde vlakken.

We nemen daartoe ‘Compositie A’ uit 1920. Het hangt in de Galleria Nazionale in Rome. Het bevat 26 vlakken. We passen weer dezelfde kleurverwisseling toe. We zien dan de volgende transformatie:

mondriaan origeneel   mondriaan bewerkt

Met de nieuwe kleuren ziet het er misschien wat vrolijker uit, maar ook veel onrustiger. Maar we gaan weer een stapje verder. We gaan het nu doen voor een schilderij met echt veel gekleurde vlakjes: de ‘Victory Boogiewoogie’. Mondriaan  – hij woonde toen in New York – was de laatste jaar twee jaar van zijn leven (hij overleed in 1944) bezig met dit schilderij.

mondriaan origeneel 3

Het schilderij werd in 1997 door de Nederlandse Stichting Nationaal Fonds Kunstbezit verworven en hangt nu in het Haags Gemeentemusem. De aankoop werd betaald door de Nederlandsche Bank die met dit gebaar symbolisch afscheid nam van de Nederlandse gulden (vanwege het het besluit om de euro in te voeren). Met deze aankoop werd in ieder geval al direct afscheid genomen van 82 miljoen gulden (37 miljoen euro) zijnde het bedrag dat de verkoper van het schilderij, ene Samuel Newhouse uit New York, er voor ontving – deze laatste had het schilderij ruim tien jaar eerder voor 12 miljoen dollar gekocht.

Het schilderij telt naar verluidt 574 vlakjes – ik tel alleen al zo’n 100 rode en 100 gele vlakjes, maar dat kunnen er ook een paar meer of minder zijn – dus een mooi onderwerp voor mijn experiment. Maar de moed zakt mij in de schoenen. Het zijn wel heel veel vlakjes om anders te kleuren. Daar heb ik eigenlijk geen zin in. Bovendien ging Mondriaan dood toen hij met dit schilderij bezig was. Dat is ook al geen stimulans om aan het werk te gaan. Een ander keertje mijn experiment maar voltooien.

Een niet voltooid schilderij en een niet voltooid experiment. Dat past wel bij elkaar.

 

Mondriaan

Dit jaar is het honderd jaar geleden dat de Nederlandse kunstbeweging De Stijl, met als belangrijkste vertegenwoordiger Piet Mondriaan, werd opgericht. Het Gemeentemuseum Den Haag, in bezit van liefst 300 werken van Mondriaan, besteedt hieraan veel aandacht. Zo is er van 12 februari 2017 t/m 21 mei 2017 de tentoonstelling ‘Piet Mondriaan en Bart van der Leck. De uitvinding van een nieuwe kunst.’ en van 3 juni tot 24 september organiseert het Gemeentemuseum de grote overzichtstentoonstelling: ‘De ontdekking van Mondriaan’, waarin het voor het eerst alle 300 werken die het museum heeft tegelijk laat zien. Meestal is een deel uitgeleend aan andere musea in de wereld.

Ook de stad Den Haag besteedt veel aandacht aan Mondriaan. Het hele jaar staat Den Haag in het teken van de viering van 100 jaar ‘De Stijl. Er zijn tentoonstellingen, dansacts, festivals, lezingen, speciale routes, concerten, een documentaire en aangeklede etalages en versierde gebouwen. Veel winkels en bedrijven doen mee en hebben hun gebouwen versierd. Sommige bedrijven zoals dit schilderijbedrijf promoten er tegelijkertijd hun waren mee.

0 modriaan 1

We hebben even –  nou ja even; het was een hele wandeling –  een rondje in Den Haag gelopen. Er waren winkels met een klein Mondriaantje zoals deze:

00 monriaan 2

en winkels met een grote Mondriaan:

00 mondriaan 3

Ook het Babylon Hotel bij het Centraal Station deed mee.

0 modriaan 4

En zoals je op de voorgrond kan zien, was de schutting van de bouwplaats bij het Centraal Station ook versierd.

0 modriaan 5

Elders in de stad deden ook allerlei kantoren mee. Zie hier bijvoorbeeld vanuit de verte de kantoren van Deloitte, Post NL en NN.

0 modriaan 6

En hier het gebouw waar een tijdlang het Internationale Strafhof heeft ingezeten.

0 modriaan 7

De grootste Mondriaan was te zien op het Haagse stadhuis:

0 modriaan 8

Het zou best wel eens kunnen zijn dat dit de grootste Mondriaan ter wereld is.