Categorie archief: Dagelijks leven

Elvie

Marianne moest haar rijbewijs verlengen. Afspraak gemaakt en gisteren gingen we even langs het Gemeentehuis. We waren daar al een tijdje niet geweest. Er was wat veranderd. We werden namelijk ontvangen door Elvie, een sprekende rijdende robot. Ze bleek er al sinds 2017 te werken.

Elfie 2

Ze heette ons welkom en vroeg hoe ze kon helpen. De eerste vraag was of we een afspraak hadden. Vervolgens kon je op haar schermpje uit een aantal mogelijkheden kiezen. We kozen rijbewijs. Vervolgens vroeg Elfie hoe Marianne heette. Ze sprak haar achternaam uit en Elvie herhaalde die nu inclusief voorletter die ze ergens uit haar gegevensbestand had gehaald. Toen Marianne bevestigde dat zij dat inderdaad was, vroeg Elvie voor de zekerheid of Marianne wel haar oude rijbewijs, een foto en een identiteits-bewijs bij zich had. Nadat ze die vraag positief beantwoord had, kreeg ze van Elvie een nummertje voor het loket.

Toen we weg wilden lopen, vroeg Elvie of ze nog wat mocht vragen. Ja, antwoordde Marianne. Hoe we haar dienstverlening hadden gevonden? We gaven haar vier van de vijf sterren – je moet ze niet alle vijf de sterren geven, want dan gaan ze naast hun schoenen lopen of in dat geval naast hun wieltjes rijden. Elvie was met die vier sterren erg in haar sas en bedankte hartelijk.

Ach ja, het zijn moderne tijden, ook in onze gemeente. Ik vraag me overigens af als de dag voorbij is of Elvie zelfstandig naar huis rijdt. En dat ze dan buiten zegt ‘Elvie has left the building”.

 

Oud

Al lezende in de Volkskrant van vandaag zie ik drie artikelen over klimaatbeheersing staan die mij tot nadenken stemmen.

Allereerst een interview met de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat. Enig idee wie dat is? Nee? Had ik ook niet. Het is Stientje van Veldhoven van D66. De Volkskrant heeft haar geïnterviewd. Ze heeft een plan gemaakt om het reizen per trein te stimuleren. Dit om de Nederlandse CO2-uitstoot te beperken.

Toekomstbeeld Openbaar Vervoer 2040’ heet het plan. De bedoeling is dat er in 2040 elke tien minuten een trein rijdt in een ring van negen grote steden (Randstad, Breda, Eindhoven, Arnhem-Nijmegen en Zwolle). Ik citeer even een zin uit het verhaal (het citaat is overigens niet van de staatssecretaris maar van een zekere Bert van Wee, hoogleraar transportbeleid aan de TU Delft, die commentaar geeft op het plan): “Als je voor 2040 iets wilt, moet je vanaf 2030 aan de slag – en dan moet je nu al nadenken over je plannen.” Goed plan, ben ik voor, maar daar wil ik het niet over hebben.

Twee pagina’s verderop staat een verslag van het Kamerdebat over het klimaatbeleid. ‘De uiteindelijke doelstelling voor 2030 kan afwijken van de 49 procent waar het kabinet nu van uitgaat’ aldus Klaas Dijkhoff van de VVD. Lijkt me een slecht plan – tenzij hij bedoelt dat hij die 49% naar boven wil bij stellen maar dat zal wel niet  –  maar daar wil ik het ook niet over hebben.

Ook staat er een artikel in de krant over het smelten van de gletsjers in de Himalaya en de Hindu Kush (dat is een bergketen in Afghanistan). Bij een opwarming van de aarde van 1,5 graad (de doelstelling van het klimaatakkoord van Parijs) zal in het jaar 2100 minstens 36% van de gletsjers gesmolten zijn. Bij een opwarming van twee graden zal dit 50 tot 60 procent zijn.

00000000 gletsjersGletsjers in de Himalaya; Foto van de NASA uit 2017

Dit smelten heeft grote gevolgen voor de watertoevoer van rivieren als de Indus en de Ganges en daarmee voor de voedselzekerheid voor de ongeveer 2 miljard mensen die leven in de laagvlakten tussen Pakistan en China. Ik citeer even een zekere Walter Immerzeel van de Universiteit Utrecht, die mee heeft gewerkt aan het onderzoek naar de gevolgen van het smelten van de gletsjers.

Het smeltwater neemt komende jaren eerst toe (fijn voor de boeren), wat in combinatie met een steeds extremere moesson (door de opwarming van de Indische Oceaan) kan leiden tot overstromingen, zoals in Pakistan in 2011 en India in 2013. Na een piek in 2060-70 zal het smeltwatervolume afnemen en kunnen op den duur tekorten optreden.”

We moeten dus iets aan de opwarming van de aarde doen. Ben ik helemaal voor, maar ook hierover wil ik het niet hebben. Waarover dan wel?

Het gaat me om al die jaartallen die ik zie staan: 2030 (dan ben ik 75 jaar), 2040 (dan ben ik 85), 2060 (dan ben ik 105), 2070 (dan ben ik 115) en tot slot 2100 (dan ben ik 145 jaar oud). Dit alles uiteraard onder het voorbehoud – ijs en weder dienende is wel toepasselijk in dit verband – dat ik dan nog leef.

Na het lezen van deze artikelen voel ik me opeens heel erg oud. Dank je wel Volkskrant!

(En dan zul je ook nog eens zien dat ik straks wel met alle  lasten van de plannen te maken krijgen – de miljarden investeringen– maar niet van de voordelen kan genieten. Enfin, mijn kinderen en wie weet mijn kleinkinderen wellicht wel. Maar vooralsnog voel ik me na het lezen van de krant gewoon oud. Het is geen feit maar een gevoel.)

De filosoof Schopenhauer zou zeggen: “Vanuit het standpunt van de jeugd is het leven een oneindig lange toekomst; vanuit het standpunt van de ouderdom een zeer kort verleden.” (En voor het geval u denkt: ‘daar heb je hem weer met zijn citaten’, ook eentje van Aristoteles: “Spreken in spreuken past de ouderdom.”

Ik ben oud.

 

Dood vogeltje

Terwijl ik achter de pc zit te werken, zie ik uit een ooghoek hoe een koolmees met een pinda in zijn bek wordt achtervolgd door een stel kraaien en een grote houtduif. Het heeft gesneeuwd, wat het lastiger maakt voor vogels om voedsel te vinden.

Hier in de buurt hoeft dat echter geen probleem te zijn, want op diverse plaatsen hebben mensen voedselnetjes opgehangen. Zo hebben de achterburen liefst drie voedselbollen aan hun vogelhuisje gehangen. Daar kan ik met mijn ene bolletje niet tegen op en de meeste vogels zitten dan ook in hun tuin.

Je zou dus zeggen, eten genoeg voor iedereen, maar nee hoor, de kraaien en de houtduif willen persé de pinda die de koolmees te pakken heeft. Achtervolgd door zijn gevleugelde “vrienden”, let de koolmees niet op en vliegt met een luide knal tegen het raam. Ik schrik op, en als ik op het balkon kijk, zie ik de koolmees liggen. Heel even beweegt hij zijn vleugel nog en dan ligt er een dood vogeltje op ons balkon.

0000000 dood vogeltje

Links de dode koolmees; rechts de pinda die hem fataal werd.

Tja, wat moet ik er mee doen? Laatst vloog er een houtduif tegen het raam van de 80-jarige buurvrouw. Die belde de dierenambulance  -“Hij leeft nog”-  maar die rukte er niet voor uit. Ze moest maar kijken of de duif als een feniks zou herrijzen en anders in de groene bak stoppen. Ik denk dat ik dat ook maar gaan doen.

Vroeger toen de kinderen nog jong waren, zou ik dat niet doen. Toen 20 jaar geleden het konijn van de oudste dochter dood ging, kreeg deze (het konijn; niet de dochter) een staatsbegrafenis in het grasveld. In een schoenendoos werd het beestje gelegd, vergezeld van wat bloempjes, een tekening, een knuffeltje, zijn halsband met riem en een cd, want volgens de dochter had het konijn die muziek altijd heel mooi gevonden. Voor wat betreft die cd konden we haar ompraten, maar de rest ging mee de schoenendoos en de grond in.

Een jaar later zagen we op de plek waar het konijn was begraven in het gras een kuil verschijnen. De grond was er verzakt. Later hebben we de boel daar maar wat opgehoogd. Als er over een paar eeuwen archeologen hier onderzoek doen, zal er ongetwijfeld een mooi rapport verschijnen over de begrafenisrituelen van een konijn in de twintigste eeuw.

Maar goed, nu zit ik dus met een dood vogeltje.

Afrekening

De oudste dochter stuurt een berichtje in de ‘We are family’ WhatsApp groep. Ze heeft in januari een extra bedrag  op haar rekening bij geschreven gekregen. Het is afkomstig van haar werkgever. De enige omschrijving die er bij staat is ‘Afrekening‘.  Of wij soms een idee hebben waarvoor dat kan zijn?

Nee, natuurlijk niet, alhoewel, de jongste dochter heeft wel een idee, want die WhatsAppt even later: “Denk je dat je iemand moet omleggen?

Ach ja, het zijn ruwe tijden.

 

Slapen

Wat vindt u van deze man bij het Centraal Station in Amsterdam? Is hij goed bezig of niet? Ik kom er aan het einde van deze blogpost op terug.

000000 slapernAmsterdam; 21 juli 1988; Beschrijving: ‘Slapen in open lucht in Amsterdam; man slaapt op fiets bij CS’; Foto Rob Croes; Anefo; Nationaal Archief.

En kent u het citaat “Maar tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren”? Het is afkomstig uit het gedicht ‘Het huwelijk” van de Belgische schrijver Willem Elsschot (een pseudoniem van Alphonsus Josephus de Ridder.) Het gaat over een man die zijn huwelijk overziet. Het is op zijn zachts gezegd een tamelijk negatief oordeel. Uit de vierde strofe:”

Hij dacht: ik sla haar dood en steek het huis in brand / Ik moet de schimmel van mijn stramme voeten wassen / en rennen door het vuur en door het water plassen / tot bij een ander lief in enig ander land.”

In de volgende strofe komen dan de regels die horen tot de bekendste regels uit de Nederlandse literatuur. “Maar doodslaan deed hij niet, / want tussen droom en daad / staan wetten in de weg en praktische bezwaren, / en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren, / en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.

Kijk, deze context kende u vast niet. Waarom schrijf ik nu over dit gedicht? Gewoon omdat deze strove eindigt met ‘wanneer men slapen gaat’ en ik een bruggetje zocht naar een artikel over het nut van slapen. Ik las namelijk in de Washington Post een artikel over de gevaren van het steeds korter slapen door de mens. In 1942 sliep de mens nog gemiddeld 7,9 uur, tegenwoordig is dat een uur korter.

Is dat erg? Ja, volgens een nieuw wetenschappelijk onderzoek (β-Amyloid accumulation in the human brain after one night of sleep deprivation”klinkt overigens behoorlijk slaapverwekkend – wel. Een tekort aan slaap schijnt bijvoorbeeld de kans op Alzheimer te vergroten. Ik citeer even een stukje uit het artikel uit de Washington Post, waarin een professor aan het woord komt, die uitlegt dat het lang slapen in de oertijd een functie moet hebben gehad en dat we dus niet moeten bezuinigen op slapen.

“When you are asleep, it’s the most idiotic of all things: You’re not finding food, not finding a mate. Worse still, you’re vulnerable to predation,” said Matthew Walker, a psychology professor at the University of California at Berkeley. “If there was a chance to shave even 10 percent to 20 percent of that time, Mother Nature would have weeded it out through the process of evolution millions of years ago.”

Daar zit wat in. Daarom lijkt het me een goed idee om in het vervolg wat langer te slapen en dat kan ik u ook adviseren. Deze man hieronder is niet voor niets zo oud geworden.

000000 slapen218 augustus 1965; Beschrijving:Zomer in de Jordaan, oud mannetje zit te slapen’ Foto Joost Evers; Anefo; Nationaal Archief

De man op de fiets is dus goed bezig en mocht u niet in slaap kunnen vallen, gewoon wat meer op deze site lezen. Gegarandeerd dat u in slaap valt.

Voetbalplaatjes (3)

-1-

Een oma vroeg me net bij Albert Heijn of ze de voetbalplaatjes mocht hebben. Haar kleinkinderen waren er dol op. Elke keer als ze op bezoek kwamen, vroegen ze “Oma, hebt u nog voetbalplaatjes?

“Die krijgt u mooi niet” zei ik.

(Grapje, tuurlijk gaf ik ze aan haar.)

-2 –

Tijdens het WK van 2018 kwam een achtjarige Braziliaanse jongetje in het nieuws. Omdat zijn moeder geen geld had om voetbalplaatsjes te kopen, tekende hij ze na. Hij tekende het albumomslag  en 126 plaatjes van spelers na, waaronder Messi en Ronaldo. Toen het bedrijf Panini dit te horen kreeg, beloofde ze op twitter hem een compleet album te sturen.

 

 

 

Een linke link

Op de site van Omroep West staat een bericht over twee mensen die op het Centraal Station zijn beroofd. Van één van de twee slachtoffers is zijn muts gestolen. Opmerkelijk genoeg heeft het slachtoffer besloten geen aangifte te doen. Wil hij niet dat de politie zijn muts opspoort?

o muts 1

Het lijkt vreemd dat hij geen aangifte doet. Totdat je de link onder het artikel ziet “LEES OOK”. Dat verwijst naar een artikel over een andere overval. De politie is op zoek naar twee mannen met een muts op die eerder die dag een vrouw overvielen.

Ben benieuwd hoe lang het duurt voordat de politie ook de link legt.

Uit het dagelijks leven

Een gesprek tussen twee meisjes in de metro.

Heb jij al iets over je stage van de directie gehoord?

““Nee, het is interesseert ze geen moer. Ze zijn alleen bezig met die laadpaal die voor school moet komen staan voor hun Tesla.” 

“Iedereen van het personeel heeft volgens mij een hekel aan ze.”

Niemand mag ze.”

Het enige waar ze zich druk om maken is die laadpaal.”

Waardeloos stelletje.

 

 

Zaken die veranderen

Sommige dingen zijn in de loop van de tijd behoorlijk veranderd. Neem bijvoorbeeld de telefoon. Van een vaste telefoon aan de wand naar een mobieltje:

00000000 beatrix 1947Juli 1947: Prinses Beatrix aan de telefoon in het “kinderhuisje” op paleis Soestdijk; foto Willem van de Poll; Nationaal Archief

Tegenwoordig loopt iedereen met de nieuwste mobieltjes rond. Behalve dan de kinderen van Willem Alexander en Maxima, die lopen – althans in 2017 – volgens dit bericht van nu.nl uit april 2017 met de afdankertjes van hun ouders rond.

 

Nu beschikken de nieuwste smartphones tegenwoordig over gezichtsherkenning. Makkelijk om ze te ontgrendelen. Maar dit blijkt volgens een onderzoek van de Consumentenbond ook een nadeel te hebben: bij 42 van de 110 onderzochte types bleek een gestolen mobieltje te ontgrendelen te zijn door het toestel met een foto te foppen, aldus dit artikel in het AD.

Eerlijk is eerlijk, aan die mogelijkheid had ik nog nooit gedacht. De koninklijke familie moet uitkijken. Er circuleren foto’s van hen op internet.

Zelf heb ik hier geen last van. Weliswaar kijk ik regelmatig met een vreemde blik naar mijn mobiel maar dat is niet om hem te ontgrendelen.

 

 

Een mobieltje in de schouwburg

Gisterenmiddag waren we naar de zondagmiddag-voorstelling ‘Achter de Duinen’ van Harrie Jekkers in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. We hadden één van de laatste kaartjes en zaten boven, op het derde balkon rechts aan de zijkant. We zaten daar niet naast elkaar maar achter elkaar, alsof je in de tram zit. Hoewel we aan de zijkant zaten, konden we het goed zien en horen. We hoefden dus niet naar beneden te roepen: “Meneer Jekkers, wilt u wel een beetje in het midden van het toneel blijven, want anders kunnen we u niet goed zien.” Dat voelt altijd een beetje gênant .

We waren wat te vroeg. Ik ben iemand die altijd twijfelt tussen te vroeg komen en veel te vroeg komen. Deze keer zaten we hier tussen in. Dat gaf wel de gelegenheid om eens de mensen in de zaal te bekijken. Wat opviel was hoeveel mensen vlak voor de voorstelling nog even op hun mobieltje zitten te kijken.

0000 telefoon

Op deze foto komt het door het licht van de schijnwerpers die gericht staan op de gitaren op het toneel niet zo goed uit, maar in werkelijkheid zag je overal in de zaal de lichtjes van de mobieltjes. Bij deze foto zijn er 14 mobieltjes actief. Ik heb ze even voor u omcirkeld.

0000 telefoon 2

Voor het geval u zo’n type bent, die gaat natellen en nu roept: “Ik zie maar dertien mobieltjes in een cirkeltje, waar is die veertiende?”, dan zeg ik: “Waarmee denkt u dat deze foto genomen is?”

Kerst-Inn op een studentenflat

Halverwege de jaren zeventig kwam er een Antilliaanse jongen wonen op onze studentenflat, gelegen op de campus van wat toen nog de TH Twente heette. Hij had geen familie in Nederland en met kerstmis was er niemand waar hij heen kon. Dat was wel mooi – dit klinkt een beetje hard, zo is het niet bedoeld –  want nu kon hij mooi voor onze flatdieren (we hadden een hond, een poes en vissen) zorgen. Andere jaren was het altijd een gedoe van wie blijft er met eerste kerstdag en wie is er tweede kerstdag?

000 flatdierenOnze flathond en flatpoes

Maar eigenlijk vonden we het een beetje triest, hij met kerst ver van huis helemaal alleen op onze flat, en in een spontane opwelling besloten we om een kerst-inn te organiseren voor mensen die met kerst alleen op de campus zouden zitten. De helft van de flat zou er met eerste kerstdag zijn, de andere helft met tweede kerstdag.

We schreven een brief aan het campusbestuur waarin we het idee toelichtten. Het campusbestuur vond het een goed plan. We kregen 200 gulden subsidie voor drank en lekkere hapjes en van Bobby Spar – zo werd de eigenaar van de campuswinkel genoemd; drie keer raden bij welke winkelketen hij aangesloten was – kregen we een gratis krat bier. “De heren studenten lusten zeker wel bier hè.” “Jazeker meneer Bobby, ook met kerstmis”.

000 flat 1841964; de campus in aanbouw.  Links achteraan onze flat; foto Nationaal Archief.

Overal op de campus werden affiches  – gratis gedrukt – opgehangen en op eerste kerstdag zaten we enthousiast op de eerste bezoeker te wachten. Die kwam om half negen ’s avonds. Om elf uur kwam nog een tweede verdwaalde student aanzetten. Dat was een jongen die terug kwam van bezoek aan zijn ouders in Enschede en die zich verbaasd had afgevraagd waarom er bij onze flat licht brandde en een bord ‘Welkom in de herberg’ stond. Dat was het. Meer bezoekers kwamen er niet.

Desondanks was het heel gezellig. We keken eerst op de tv naar ‘It’s a Wonderful Life’, de kerstfilm uit 1946 met James Stewart en Donna Reed – in de jaren zeventig was dat de ultieme  kerstfilm die altijd met kerst werd uitgezonden, tegenwoordig is dat ‘Love Actually’ – en riepen luidkeels ‘Niet doen, niet doen!” als James Stewart weer wat doms in de film wou doen. Daarna speelden we van die typisch vreedzame kerstspelletjes als Risk en Stratego.

000 filmDonna Reed, James Stewart en Karolyn Grimes in It’s a Wonderful Life’; foto afkomstig van de Wikipedia

Goed nieuws – gratis hapjes, gratis bier –  verspreidt zich snel en de volgende dag kwamen er twee keer zo veel bezoekers, oftewel vier mensen vonden de weg naar onze flat. Maar ondanks het geringe aantal bezoekers beschouwden we de kerst-inn als een groot succes.

Dus mensen, kent u iemand in uw omgeving die met kerst helemaal alleen zit, organiseer een kerst-inn voor hem of haar.

Pakjesavond

Vanavond is het pakjesavond. Toen ik nog een klein Martinnetje was geloofde ik heilig in Sinterklaas. Samen met mijn broertje Harry probeerde ik eind jaren vijftig op pakjesavond een aantal keer de Zwarte Piet te betrappen die de zak met cadeautjes kwam brengen. Wij lagen achter de voordeur verstopt. Daar stond immers het jaar ervoor de zak. Om beurten keken mijn broertje en ik door de brievenbusgleuf naar buiten om Zwarte Piet te betrappen. Opeens werd er bij de achterdeur gebonsd. Mijn broertje en ik renden er heen, maar we waren te laat. Er stond een zak bij de achterdeur en van Zwarte Piet was geen spoor te zien.

00 sint21964; het jaar dat er weinig cadeautjes waren omdat Sint alles in het casino had vergokt. Foto Nationaal Archief.

Het jaar er op besloten mijn broertje en ik de tactiek te wijzigen. Hij lag bij de voordeur, ik bij de achterdeur. Opeens riep mij moeder dat er een zak naast het raam van de huiskamer stond. Mijn oudste broer Jan had de hele tijd gewoon aan tafel gezeten – de saaie Piet –  maar had buiten niemand gezien zei hij. Hoe kon die sukkel nou niks zien?

Ruim dertig jaar later, en verhuisd naar de andere kant van het land, vroeg de buurman of ik op sinterklaasavond tegen een uur of zeven wilde bellen. Ik moest dan als Sinterklaas tegen hun drie zoontjes zeggen dat hij het helaas te druk had met allerlei heel arme kindertjes, maar dat hij een Zwarte Piet zou sturen om een zak in hun schuurtje te zetten. Op het afgesproken tijdstip belde ik.

Ik kreeg de jongste aan de lijn  en zei met een zware stem “Met Sinterklaas”.  Blijkbaar schrok het buurjongetje erg, want hij liet de telefoon vallen.  Ik hoorde een hoop geroezemoes en zijn moeder roepen: “Pak snel een dweil”.  Even later kreeg ik het middelste broertje aan de lijn. Ik zei dat er in hun schuurtje een zak met cadeautjes stond. Blijkbaar was die mededeling voldoende want hij gaf de telefoon direct door aan zijn oudste broertje en holde naar buiten.

“Met Sinterklaas hier” zei ik wederom.  “Ja, ja” antwoordde het oudste broertje. Dat klonk niet naar een echt gelovige. Erg lang duurde het gesprek dan ook niet en ik kreeg vervolgens de vader aan de lijn die me hartelijk bedankte. Moeder was op de achtergrond nog bezig met iets op te dweilen, dus die kon helaas even niet aan de lijn komen. Ze hebben me nooit meer gevraagd om te bellen

00 sint0De oudste dochter tijdens het sinterklaasfeest op de crèche zittend op haar stoeltje. 

00 sint1De jongste dochter op schoot. 

Weer een aantal jaren en een verhuizing verder vroeg een nieuwe buurman of ik op sinterklaasavond even een zak bij de voordeur wilde zetten en op de deur wilde bonzen. Ik sloop die avond naar hun deur toe, zette de zak voor de deur en bonsde luid op de deur. Vervolgens holde ik er vandoor. Voor hun huis bedacht ik opeens dat hun gordijnen open stonden en dat ze mij misschien voorbij zouden kunnen zien hollen. Onzin natuurlijk, ik liep in het donker, zij zaten in het licht.

Maar toch besloot ik te gaan bukken. Daar is op zich niks mee, maar dat moet je niet combineren met hardlopen. Gebukt hard lopen gaat niet. Althans ik kan het niet. Ik maakte een reuzesmak en lag languit op straat. Even later strompelde Sukkel-Piet met een zere knie en een kapotte broek het huis weer binnen. De dochters keken me hoofdschuddend aan. Niet geschikt als Zwarte Piet zei de ene.

Moraal van het verhaal: probeer niet te tegelijkertijd te bukken en hard te hollen.

TV afscheid

In 1985 verhuisde Marianne vanuit Groningen naar Den Haag. Ze betrok een etage in een oud herenhuis in het Bezuidenhout. Haar vader kwam helpen om de boel in te richten. Tegen het einde van de middag werd hij onrustig. Er was die avond voetbal op tv en Marianne had (nog) geen tv in huis.

In een winkel in de Therisastraat in Den Haag kocht ze daarom aan het eind van de middag even snel een tv. Het was een niet al te groot apparaat. Er zat geen teletekst op, maar hij deed het prima. Het apparaat heeft jarenlang bij ons in de huiskamer gestaan.

00 tvHier kijk ik in de jaren negentig samen met de dochters op de betreffende tv naar Zorro. Het was een wonderlijk apparaat. Als een tv-programma in zwart-wit werd uitgezonden, dan veranderde de hele omgeving ook in zwart-wit.

Na verloop van tijd kwam er een grotere tv in huis met teletekst. De kleine tv van Marianne werd naar de zolderkamer verbannen en gedegradeerd tot tweede televisie. Na een verhuizing belandde hij zelfs als derde televisie op de logeerkamer, waar na een tijdje de antenne-aansluiting het niet meer deed. Maar dat gaf niet zo. Er was daar niet echt behoefte aan een televisie.

Van de week hebben we hem afgevoerd naar het grof vuil. Hij werd al jaren niet meer gebruikt. De kringloopwinkel wilde hem niet hebben.

00 tv 2

Hier staat de ruim dertig jaar oude televisie in de grof vuil container. Marianne werd er een beetje weemoedig van. Ze nam ter afscheid nog even deze foto van het apparaat. Door de tv moest ze denken aan haar overleden vader.