Werken bij de PTT (10); Interne mobieltjes

Halverwege de jaren negentig werkte ik bij I&AT. Dat was de automatiseringsclub van KPN. I&A stond voor Informatisering en Automatisering en T voor Telecom. Het bestond uit meerdere datacentra, een softwarehuis en een werkplekkendienst.

00000 1atEen telefoonkaart uit 1994 van het datacentrum waar de Tandem-computers stonden.

Op een gegeven moment werd het functioneel beheer van het interne KPN-telefoonnet aan ons overdragen. Tot dan werd dit verzorgd door de afdeling KPN Netwerkdiensten, die een puinhoop had gemaakt van de administratie.

00000 1at 2 328 maart 1957; Ir. A. W. van der Plassche van de Nederlandse Heide Maatschappij stelt een elektronische administratiemachine in gebruik te Arnhem. Foto Joop van Bilsen; Nationaal Archief.

Zo stonden er honderden mobieltjes in het bestand met alleen maar het mobiele nummer.  Wie het mobieltje gebruikte en bij welke afdeling de persoon werkte, stond niet geadministreerd. Voor hetzelfde geld werkte de persoon al jaren niet meer bij KPN, maar had deze het toestel bij zijn vertrek meegenomen en belde nog steeds op kosten van KPN met het toestel.
00000 1-martin cooper

Dit is niet een oud-KPN-werknemer met zijn toestel maar de Amerikaan Martin Cooper in 2007. Begin jaren zeventig leidde Martin Cooper bij Motorola het onderzoeksteam dat de eerste draagbare mobiele telefoon ontwikkelde. Op 3 april 1973 voerde hij in New York, staande op Sixth Avenue  het allereerste mobiele telefoongesprek met een toestel waarmee hij in 2007 op de foto staat.

We besloten om naar alle mobieltjes, waarvan alleen een nummer in het bestand stond, een sms-je te sturen met het verzoek om de naam en de afdelingsnaam van de gebruiker op te sturen naar onze administratie. Twee weken later – een beperkt aantal mensen had contact opgenomen – herhaalden wij dit verzoek. Veel extra reacties leverde dit tweede sms-je echter niet op.

Daarom stuurden we een derde sms-je. Dit maal voegden we de mededeling toe dat als de bezitter binnen een maand geen contact opnam, we het nummer zouden afsluiten. Nu reageerden er veel meer mensen, maar er bleven toch nog enkele tientallen nummers  over zonder reactie.

Het was de tijd dat er allerlei kwaliteitsprogramma’s bij KPN werden geïntroduceerd met kreten als ‘Meten is weten’, ‘In één keer goed’, ‘De klant is koning’  (en de koning is klant, zeiden wij in Den Haag; Paleis Huis ten Bosch zat aangesloten op de wijkcentrale in Bezuidenhout) en ‘Doen wat je beloofd hebt.’

Geheel overeenkomstig de laatste kreet lieten we de nummers waarvan de bezitter niet had gereageerd afsluiten. Een aantal mensen belden alsnog in paniek (vanaf een ander nummer uiteraard) naar onze administratie, van enkele nummers hoorden we helemaal niks meer en er was één nummer waarvan de gebruiker niet naar de administratie belde maar op hoge poten naar onze directeur. “Hoe we het in het hoofd hadden gehaald om hem af te sluiten” riep hij kwaad.

Het bleek iemand uit de Raad van Bestuur van KPN te zijn die we hadden afgesloten. Dat was heel goed, vond onze directeur, konden ze op het hoogste niveau zien dat we goed bezig waren.