Er is weer eens een nieuwe rage. Het heet Pokémon Go. Het is een spel dat je met je mobiel speelt. Via je telefoon kan je virtuele wezentjes zoeken en vangen. Het spel is ontwikkeld door Niantic, een bedrijf dat ooit onderdeel uitmaakte van Google. De app – dat is een software-applicatie die ontworpen is om te draaien op een smartphone, tablet of een ander elektronisch handapparaat – maakt gebruik van een GPS-versie van Google Maps en van zogenaamde ‘augmented reality’: op je smartphone zie je via je camera de echte wereld, de app legt daar een virtuele laag bovenop, waardoor er plots buiten op straat virtuele wezens op je scherm van je mobiel kunnen verschijnen. Deze kan je vervolgens vangen met behulp van attributen die je onderweg moet verzamelen.
De vriend van de oudste dochter had het spel voor haar gedownload. Ze wilde prompt een rondje buiten lopen. Dat is wel een voordeel van het spel. Kinderen en jong volwassenen die anders het liefst achter de laptop zitten, willen nu opeens buiten wandelen. Goed voor de lichaamsbeweging. Ik heb met haar een blokje gelopen en ook in onze buurt bleken de beestjes te zitten. Ze zijn niet gevaarlijk. Je kan ze gewoon aaien.
Vooral in Amerika is het spel razend populair. Zie hier hoe Central Park in New York overstroomd wordt door mensen die met hun smartphones op zoek zijn naar Pokémons.
Niet iedereen is blij met al die mensen die op zoek zijn naar een Pokémon. Ook in Nederland – het spel is nog niet eens officieel uit hier – geeft het al overlast. Zo waren er in het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam mensen op zoek naar Pokémon-figuurtjes op plekken waar geen bezoekers mogen komen en was ProRail niet blij met mensen die langs het spoor gingen lopen omdat daar een Pokémon was gesignaleerd.
Wie wel blij waren met de enorm aandacht voor het spel waren de aandeelhouders van Nintendo, het bedrijf dat de eigendomsrechten heeft op de Pokémon-figuurtjes. Afgelopen maandag steeg de beurskoers van Nintendo met bijna 25%, of te wel de beurs achtte het bedrijf van de ene op de andere dag liefst acht miljard euro meer waard.