Volgens een berichtje in de Volkskrant van vanochtend stopt Paul Simon binnenkort met optredens. Hij heeft zijn afscheidstournee aangekondigd. Hij is al 76 jaar en vindt het mooi geweest. Een paar weken geleden kondigde Neil Diamond, eveneens 76 jaar, ook al aan dat hij stopte.
Tja, dat krijg je als je zelf ouder wordt, al die artiesten uit je jeugd gaan of dood of stoppen met optredens. De eeuwig jonge Paul McCartney is inmiddels ook al 75. Mick Jagger is overigens pas 74 jaar, die ik zie dus nog wel een tijdje door gaan. Hij kan een voorbeeld nemen aan Charles Aznavour, die is 93 jaar, maar treedt nog steeds op. Maar goed, Paul Simon stopt er dus mee.
Paul Simon (rechts) samen met Art Garfunkel in 1966 tijdens een bezoek aan Amsterdam (foto Joost Evers; Anefo; Nationaal Archief).
Wij zijn een keer naar een concert van Paul Simon geweest. Dat was in 2006 in Amerika in South Lake Tahoe. Wij waren samen met de kinderen (toen 13 en 11 jaar oud) op rondreis in Amerika en op de dag dat wij in South Lake Tahoe waren, trad Paul Simon daar op in een openluchttheater.
Ik was jarig die dag en om dat te vieren kochten we voor 60 dollar p.p. kaartjes voor zijn concert. Uit ons reisverslag van 2006.
“[…] Het voorprogramma begint om half 8 en wij zijn er ongeveer een kwartier van te voren. Nog veel te vroeg blijkt wel, want het duurt even voordat het voorprogramma begint (een gitarist die alleen instrumentale country and western liedjes speelt; wanneer gaat hij nou eens zingen vraagt een verontwaardigde Marijke).
Na dit (saaie) voorprogramma duurt het nog eens een keer een half uur voordat we eindelijk Paul Simon te zien krijgen. Gelukkig is het al een plezier op zich om naar het publiek te kijken; hoewel alle leeftijden wel vertegenwoordigd zijn ligt de nadruk toch bij de wat hogere leeftijden. In een recensie van een ander concert van hem schreef de recensent dat dit het eerste concert was waar hij mensen met een rollator had gezien. We voelen ons opeens weer jong.
Het is erg leuk om naar het publiek te kijken. Jammer dat we geen fototoestel meegenomen hebben. Op de kaartjes stond dat fotograferen verboden was, dus hadden wij, brave Hollanders, geen toestel meegenomen. Een paar honderd andere bezoekers had hier zich echter niets van aangetrokken en er werden dan ook veel foto’s tijdens het concert gemaakt.
Tijdens het voorprogramma maar ook daarna nog wordt er druk door een deel van het publiek heen en weer gelopen. Sommige mensen blijven ook tijdens het hoofdprogramma lopen of staan, zodat er veel plekken op onze tribune vrij blijven, waar wij van profiteren door al snel naar een betere plek te verhuizen. (Pal voor Judith en Marijke zaten twee Amerikanen waarvan gezien hun omvang het terecht zou zijn geweest als deze een extra kaartje hadden moeten kopen).
Paul Simon heeft een hele band meegenomen. Deels speelt hij oude Simon en Garfunkel liedjes (heel leuk om te zien hoe het publiek massaal het la-la-laai refrein uit ‘The Boxer’ mee zingt), deels zingt hij liedjes uit zijn soloperiode. Nu we hem in het echt zien, valt het ons pas op hoe klein hij eigenlijk is. Wij dachten altijd dat Art Garfunkel zo groot was maar het is Paul Simon die zo klein is.
Wij vinden het concert geslaagd maar voor Marijke dreigt het in een klein drama te eindigen. Halverwege het optreden van Paul Simon verliest ze namelijk haar ring. Huilend probeert ze hem te zoeken maar ze kan hem nergens vinden. Waarschijnlijk is hij tussen de banken door onder de tribune op de grond gevallen. Ze vraagt aan iemand van de security of ze onder de tribune mag kijken. Dat mag maar pas na afloop van het concert als het licht weer aangaat. Na de laatste toegift (‘Bridge over Troubled Water’ met gitaarbegeleiding in plaats van piano) gaat ze samen met Judith onder de tribune zoeken. Wonder boven wonder vinden ze hem. De opluchting bij Marijke is groot.
Na het concert gaan we nog even Harveys in. Judith wil graag even haar MSN checken op het internet (dat kan daar à 49 cent per minuut). Terwijl wij staan te wachten loopt Paul Simon op een gegeven moment pal achter ons langs naar de lift. Van dichtbij valt op dat hij er al redelijk oud uitziet, wat op zich natuurlijk niet verwonderlijk is want hij is van 1941, dus al 65 jaar. Detective Martin constateert door naar de lichtknopjes te kijken dat hij een kamer heeft op de 11e van de 19 verdiepingen die het hotel telt. Onderweg terug naar ons hotel stoppen we nog even bij de McDonalds voor een milkshake voor Marijke.”
Overigens later aan het einde van de vakantie verloor Marijke de ring wederom en vond ze hem niet weer terug.
Tot slot, ik schrijf hier weliswaar over oude musici die of dood gaan of stoppen, maar zoals de oudste dochter opmerkt, dat geldt natuurlijk voor iedereen. Ook oude tramchauffeurs en bouwvakkers gaan of dood of stoppen.