Gisteren was het mooi weer, hoog tijd voor weer eens een fietstochtje. Een flesje water voor de dorst mee, een appeltje voor de dorst mee en me ingesmeerd met zonnebrandspul, wat altijd een vakantiegevoel geeft.
Nu verwacht u natuurlijk hier een uitgebreid verslag met allerlei schitterende natuurfoto’s, maar ik had alleen mijn mobieltje en geen fototoestel bij me en u zult het dus met de onderstaande sfeerrapportage moeten doen. Bedenk daarbij dat de zon de hele tijd op mijn schermpje scheen en ik dus niet veel zag. Ik drukte dus vooral op goed geluk af. Mocht u het idee hebben dat de horizon soms niet altijd recht staat, bedenk dan dat de aarde rond is. Dit allemaal gezegd hebbende, zie hier mijn fotorapportage.
Uit de serie: Bomen die er wel eens beter uitgezien hebben: een boom die er wel eens beter heeft uitgezien.
Uit de serie bomen die net wat hoger zijn dan andere bomen: een boom die net wat hoger is dan andere bomen.
Uit de serie bomen die hergebruikt worden: een boom met een nest er op.
Uit de serie waar kan je een lantaarnpaal ook nog voor gebruiken: een lantaarnpaal als zitplaats voor vier vogels.
Even eerder kwam ik overigens langs een vogelhut bij een waterplas bij Leidschendam. Een vogelhut is geen hut voor vogels maar een hut waar mensen vogels e.d. kunnen bestuderen die bij de plas zitten. Er zaten twee mensen in de hut die over de plas tuurden. Het grappige was dat boven op de hut – dat konden de mensen in de hut niet zien – een aantal vogels zaten. Misschien waren dat wel juist de vogels waar de vogelaars naar op zoek waren.
Na een tijdje had ik behoefte aan een pauze om mijn appeltje voor de dorst te eten. Midden tussen de weilanden liep een fietspad met halverwege een schaduwrijk plekje waar een bankje en twee picknicktafels stonden.
Ik stuurde via de familie-WhatsApp het volgende korte gedicht:
Denkend aan Holland / zie ik een bankje staan / waar een vermoeide fietser / zo op plaats gaat nemen / Zijn fietst / staat al op de standaard.
Het gedicht was aan de familie niet besteed. Terwijl ik mijn appeltje zat op te eten, kwam er een oude vrouw in een rolstoel aan rijden, even later gevolgd door een wat ouder echtpaar op elektrische fietsen, die direct allemaal een gezellige praatje begonnen. Dit is mijn voorland dacht ik. Opeens realiseerde ik me dat dit niet mijn voorland was maar al mijn huidige land. Ik at mijn appeltje op en vervolgde mijn weg.
Uit de serie: legale graffiti-fietstunneltjes: het tunneltje waar men zich aan de regels houdt.
De graffiti-kunstenaars hielden zich keurig aan het gebod ‘Hier geen graffiti’. Ik vermoed dat ze vroeger ook altijd binnen de lijntjes kleurden.
Uit de serie gebodsborden voor padden: het oversteekbord.
U moet voor de gein eens een keer even voor zeven uur komen. Dan staan er honderden padden te wachten totdat ze mogen oversteken.
Uit de serie: industrieel verval: de gesloten fabriek met een olifantslurf.
Op de terugweg naar huis had ik geen water meer voor de dorst, ook geen appeltje meer voor de dorst, maar nog wel dorst. Verkeerde planning dus. Bezweet bereikte ik uiteindelijk huis. Thuis dronk ik direct twee bekers karnemelk achter elkaar op. Merkwaardigerwijze drink ik dat alleen maar als het warm is.
Tot zover mijn fietstochtje.