Louis van Gaal

Ik doe niet aan bijgeloof want dat brengt ongeluk, maar misschien had ik Ajax – Tottenham Hotspur toch bij Ziggo op kanaal 14 (het nummer van Cruijff) moeten kijken. Nu keek ik de wedstrijd bij Veronica op kanaal 8 en verloor Ajax. Maar in de rust en na afloop schakelde ik voor “de analyses” wel over naar Ziggo.

De reden daartoe was dat Louis van Gaal daar de deskundige van dienst was. Ok, af en toe werd hij onderbroken door interviews die de immer gezellige Jack van Gelder, wiens hoofd hoe langer hoe meer op een voetbal gaat lijken, hield met allerlei randfiguren – ik bedoel daarmee figuren die aan de rand van het veld stonden – maar zo gauw Louis van Gaal weer aan het woord kwam, werden er weer zinnige dingen over voetbal gezegd. “Dat is niet zo omdat Louis van Gaal het zegt, maar het is wel zo” zei hij zelf op een gegeven moment, en eerlijk is eerlijk, hij had gelijk.

0000000 louis van Gaal 0

Ik heb wel een zwak voor Louis van Gaal. Aan het begin van deze eeuw – dat klinkt alsof dat al tientallen jaren geleden was – publiceerde ik als voorzitter van de VIENO, dat stond voor de Vereniging van Interessante Edoch Nutteloze Onderzoeken (de vereniging telde twee leden; ik was de voorzitter en Marianne was lid, al wist ze dat zelf niet) regelmatig zogenaamde VIENO-rapporten met allerlei nutteloze “onderzoeken” over het Nederlands elftal.

Denk hierbij bijvoorbeeld aan zaken als wie de jongste Nederlandse international ooit was (dat was Jan van Breda Kolff van HVV in 1911; die was 17 jaar en 2 maanden oud bij zijn debuut), welke vaders en zonen allebei in Oranje hebben gespeeld (onder andere Johan en Jordi Cruijjf; Jan en Youri Mulder, Martin en Ronald plus Erwin Koeman, en nu dus ook Danny en Daley Blind), wie de minst succesvolle international was (dat was Rinus Michels; vijf interlands gespeeld, alle vijf dik verloren), welke internationals op hun verjaardag mochten debuteren (dat waren Cor Huijbrechts van BVV in 1950 en Ruud Gullit in 1981), of er Nederlandse internationals op de Titanic zaten (nee, dus), en nog meer van dat soort onzindingen.

Ik stuurde die “rapporten” naar Bert Wagendorp van de Volkskrant die ze gebruikte voor zijn toenmalige rubriek ‘Het Schavot’. In 2001 speelde ik met de gedachten “die rapporten” te bundelen in een voetbalboek, en de kans dat een uitgever dat een goed idee zou vinden leek me groter als een bekend iemand het voorwoord zou schrijven.

Louis van Gaal was in die jaren (voor de eerste keer) bondscoach en ik stuurde hem via de KNVB een brief met het verzoek of hij eventueel het voorwoord zou willen schrijven. Tevens wees ik hem er op dat zijn aangekondigde voornemen om de Nederlandse spelers van Barcelona rust te geven en ze niet op te roepen voor de interland tegen het altijd lastige Andorra er voor zou zorgen dat de interlandsreeks van Kluivert en Cocu onderbroken zou worden. Die waren juist zo goed bezig om het record meest opeenvolgende gespeelde interlands op hun naam te krijgen. Ik kreeg een keurig antwoord van hem.

“[…] Tot  mijn spijt heb ik de spelers van FC Barcelona niet uitgenodigd voor de interland tegen Andorra hoewel ik bij voorbaat wist dat ik daarmee een punt zou zetten achter de ononderbroken reeksen van Kluivert en Cocu. Dat spijt me oprecht. Voor de spelers, maar ook voor jou. Als er echt een uitgever te vinden is voor de verzamelde rapporten wil ik het schrijven van een voorwoord serieus in overweging nemen. Ik hoor graag van je. Met vriendelijk groet, Louis van Gaal, bondscoach.

Nederland wist zich echter niet voor het WK van 2002 te plaatsen, waardoor ik het idee het idee liet. Ik vermoedde dat weinig uitgevers op dat moment belangstelling hadden om voetbalboeken uit te geven. In 2004 plaatste Nederland zich echter wel voor een eindtoernooi (het EK van 2004) en via Bert Wagendorp kwam ik bij uitgeverij 521 uit die wel brood zag in het idee.

0000000 boek

“Een absolute aanrader voor alle voetbal en oranje liefhebbers. De feiten, anekdotes en onderzoeken over het Nederlandse elftal worden op luchtige en humoristische manier beschreven door een zeer getalenteerde auteur.”, schreef mijn neefje op Bol.com bij het boek.

Louis van Gaal was op dat moment echter geen bondscoach meer en aangezien ik niet wist hoe ik hem nu moest bereiken vroeg ik Bert Wagendorp of hij het voorwoord wilde schrijven. Deze schreef een buitengewoon geestig voorwoord maar desondanks belandde de helft van de oplage van 2500 stuks van het boek bij De Slegte. Ach, had ik Louis van Gaal toch maar opgespoord om het voorwoord te schrijven. Dan was het vast wel een bestseller geworden.

In 2009 publiceerde Louis van Gaal zelf een boek, een autobiografie over zijn leven en zijn voetbalvisie. Bij de presentatie daarvan in de Amsterdam Arena sprak hij de legendarische woorden: “Het is uniek dat iemand die nog leeft een autobiografie schrijft”. Ik vind het een mooie man die zich ook al heel lang voor allerlei goede doelen inzet, wat te bewonderen valt.

0000000 louis van Gaal10 juni 1986: Actie ‘Gast aan Tafelvoetbal’ voor dak- en werklozen in Mexico; partijtje tafelvoetbal tussen Freek de Jonge (links) en Louis van Gaal (rechts); foto Ronald Gerrits; Anefo; Nationaal Archief.

Mocht ik ooit nog eens een voetbalboek schrijven, dan ga ik hem beslist vragen of hij het voorwoord wil schrijven. Louis, lees je mee?

Een kleine teleurstelling

Vijftig jaar geleden zat ik in de vierde klas van de HBS. Ik was een jaar of veertien en was stiekem een beetje verliefd op Anki. De eerste drie jaar van de HBS had zij bij mij in de klas gezeten, maar in de vierde klas had zij voor de HBS-A kant gekozen en ik voor de HBS-B kant en zaten we niet meer bij elkaar in de klas.

In de tijd dat we nog wel bij elkaar in de klas zaten, vond ik haar maar “een stom meisje” maar in de vierde klas zag ik opeens hoe leuk ze was. Maar ja, ze zat niet meer bij mij in de klas. Op het schoolplein was ze altijd door vriendinnen omgeven en “toevallig” met haar op fietsten ging ook niet. Ik woonde in Diepenveen ten noorden van Deventer, zij ten westen van Deventer, op de Worp, de brug over. Dat was de andere kant op.

Tot die vrijdag in de lente. Ik fietste na school over een bochtig dijkweggetje naar Diepenveen, toen ik toevallig achterom keek. Zo’n honderd meter achter me fietste Anki. Helemaal alleen. Geen idee waarom, maar ze was blijkbaar ook op weg naar Diepenveen. Dit was mijn kans. Als ik even wachtte kon ik met haar op fietsen en dan zou zij zien wat voor een leuke knappe jongen ik wel niet was.

Ik besloot langzamer te gaan fietsen zodat ze me kon inhalen. Stoppen zou opvallen, dat leek me niet verstandig. Toen ik de bocht om fietste keek ik achterom. Ze lag nog vijftig meter achter. Bij de volgende bocht nog vijfentwintig meter. Ik vertraagde nog meer, ging de bocht om en keek achterom. Ze moest me nu elk moment kunnen inhalen. Ik bleef achterom kijken om te zien hoe ze de bocht om zou komen.

Boem!

Het dijkweggetje ging over in een fietspad. Op het midden van het pad stond een witte betonnen paal en daar was ik tegen aan gefietst. ‘Let op, paal in de weg’. Ik fietste inmiddels al zo langzaam dat ik niet eens om viel. Snel zette ik de fiets weer recht en wilde weer door fietsen. Hopelijk had Anki het niet gezien.

Maar wegfietsen lukte niet. Er zat een grote slag in het voorwiel en het wiel liep aan. Op dat moment kwam Anki de bocht om. “Hoi” zei ze. “Hoi” zei ik. “Wat is er gebeurd?” “Tegen een paaltje aan gefietst.” zei ik zo nonchalant mogelijk. “Hoe kwam dat?” “Geen idee”. Ze keek op haar horloge. “Oh, ik heb geen tijd meer, ik moet er vandoor.” Terwijl ze weg fietste, keek ik haar na.

Vanwaar nu deze anekdote? Vanwege Ajax – Tottenham Hotspur van gisterenavond. Soms hoop je op iets moois maar loopt het toch teleurstellend af. Maar zoals de grote Johan Cruijff al ooit eens zei: “Het behoort tot de wetten van het voetbal dat op succes vaak een grote teleurstelling volgt.”

 Oh ja, tussen Anki en mij is het nooit wat geworden. 

0000000 fietsNadat Ajax in 1973 voor de derde keer op rij de Europa Cup 1 heeft gewonnen – toen nog wel – krijgt trainer Kovacs bij zijn afscheid een fiets. Het was een tweedehandsje. Er zat een kleine slag in het voorwiel; Foto Bert Verhoeff; Anefo; Nationaal Archief.

Opmerkelijke duiven

Gisteren publiceerde Stadt Bocholt deze foto van een duif die te hard langs een flitspaal vloog. (Bocholt is een Duitse stad net over de grens bij Aalten en voor wie niet weet waar Aalten ligt, dat ligt in de Achterhoek vlakbij Bocholt).

000000 duif boekFoto Stadt Bocholt

Op de plek waar de flitspaal staat mag het verkeer 30 km per uur rijden, maar deze duif vloog er met een snelheid van 45 km per uur langs. Hij activeerde daarmee de flitspaal en werd op de foto gezet. Na een correctie van de snelheid bleef er een overtreding van 12 km per uur over. Daar staat in Duitsland een boete van 25 euro op (even tussen haakjes, dat valt mij mee of tegen; het is maar hoe je het bekijkt). De overtreding werd al een tijdje geleden gemaakt (op 13 februari) maar de politie is niet in geslaagd om de identiteit van de duif te achterhalen, zodat het er op lijkt dat hij er mee weg komt.

Zo’n bericht vraag natuurlijk om woordspelingen: “De vogel is gevlogen”, “Een echte snelheidsduifel”, “Roekoekeloos gedrag” om er maar een paar te noemen, maar dat zal ik maar niet doen omdat honderden andere mensen die woordspelingen natuurlijk ook gaan maken.

Laatst was er ook al een duif in het nieuws. Dat was de Vlaamse postduif Armando. Die werd op een veiling voor 1,25 miljoen euro verkocht. Voor dat bedrag had ik hem ook verkocht. Die durf je toch niet meer te laten vliegen. Een havik zou hem maar onderweg oppeuzelen of een Franse boer die hem met een luchtbuks uit de lucht schiet. De nieuwe eigenaar, een Chinees, gaat de duif gebruiken om te fokken.

En over duiven gesproken, in 2005 had ik een column in de Volkskrant, getiteld ‘Het Nutteloze Kennisparadijs’.  Eén van de afleveringen ging over opmerkelijke duiven. In het kader van ‘wie wat bewaart, heeft wat’ (een hoop rotzooi zou Maria Kondo zeggen), hier deze column.

Cher Ami, de dappere doffer

Op 5 september 2005 stond er op het ‘Kladblok’ (Teletekst NOS; pagina 402) een opmerkelijk bericht over een postduif.

De Britse wedstrijdduif Tyson is weer terecht. De vogel was in juni voor een wedstrijd vrijgelaten in Frankrijk, maar in plaats van koers te zetten in de richting van de eilanden vloog Tyson 5.000 km de verkeerde kant op. Hij strandde in Port Harcourt, Nigeria, voor de deur van Godwin Agbagidi, die zich over de vogel heeft ontfermd. Hij gelooft dat wie de duif kwaad doet, zal worden getroffen door zwarte magie. Nadat een krant over de duif berichtte, is Tyson uitgegroeid tot een attractie. Talloze nieuwsgierigen komen naar Godwins huis om de superduif te zien.

Een dag later stond er weer een bericht over Tyson op het Kladblok, dat zijn prestatie in een iets ander daglicht plaatste.

Gisteren deed Kladblok verslag van de avonturen van de Britse duif Tyson, die de verkeerde kant op vloog en in Nigeria uit kwam. Een mailtje van Mark van Nispen werpt een ander licht op de zaak. Mark is de tweede stuurman op de Marlene Green en voer deze zomer van Livorno (Italië) naar Onne, Nigeria. Tijdens een groot deel van de reis zat er een duif als verstekeling aan boord. De bemanning voerde hem en gaf de doffer te drinken. Eenmaal in Nigeria was de vogel gevlogen. “In feite heeft die duif geen meter gevlogen, maar gewoon een beetje de toerist uitgehangen” schrijft Mark.’

Ook al had Tyson het grootste gedeelte van de vijfduizend kilometer liftend afgelegd, hij verdient een eervolle vermelding in de geschiedenis van de duivensport, die meer beroemde postduiven kent.

De beroemdste van allemaal is Cher Ami, die tijdens de Eerste Wereldoorlog in dienst was van de Amerikanen. Hij redde de levens van meer dan tweehonderd soldaten van de ‘77th Infantry Division’, beter bekend als de “The Liberty Division” – de meeste leden van deze divisie kwamen uit New York en droegen een insigne met een afbeelding van het vrijheidsbeeld op hun mouw.

De divisie was tijdens de gevechten met de Duitsers gescheiden geraakt van de andere Amerikanen en volledig door de vijand omsingeld. Tot overmaat van ramp richtten de overige Amerikanen, die niet precies wisten waar hun lost battalion zich bevond, ook nog eens de kanonnen op hun positie, waardoor het 77ste onder eigen vuur kwam te liggen.

De enige communicatiemogelijkheid die het bataljon nog restte, was een jonge postduif, genaamd Cher Ami. Het bataljon stuurde Cher Ami er met de volgende boodschap op uit: ‘We are along the road parallel to 276.4. Our own artillery is dropping a barrage directly on us. For heaven’s sake, stop it.’

De Duitsers die Cher Ami zagen opstijgen, begrepen dat hij een boodschap bij zich droeg en openden het vuur. Cher Ami werd geraakt in zijn oog en in zijn borst; het pootje met het kokertje met de boodschap werd er bijna afgeschoten. Even dreigde de duif neer te storten maar hij vloog zwaargewond door naar zijn nest,  25 kilometer verderop, waar de boodschap werd gelezen. Zo kon het bataljon worden gered.

De dappere doffer verloor bij deze actie een oog en een pootje. Hij kreeg alle mogelijke medische verzorging en de Franse overheid onderscheidde hem met het “Croix de Guerre avec Palmes.” Cher Ami werd overgebracht naar Amerika waar hij een heldenontvangst kreeg. Hij overleed in 1919. Na zijn dood werd hij opgezet en hij is nog steeds te bewonderen in het National Museum of American History, het Smithsonian Institution, in Washington.

000000 duif cher ami

Cher Ami op zijn ene pootje zoals hij te zien is in het Smithsonian Institution in Washington.

Zelf heb ik als kind ook duiven gehad. Twee jaar geleden heb ik op dit blog daar een tweetal afleveringen aan gewijd. Zie Duifjes en Duifjes (2)

 

 

 

 

kaartende voetballers

Uit de serie kaartende voetballers:

00000 pele

3 juni 1959: Spelers van F. C. Santos in Groningen. Pelé, rechts, laat zich tijdens het kaarten niet in de kaarten kijken door de Groninger jeugd; Foto Wim van Rossem; Anefo: Nationaal Archief

00000 cruiff 2

11 april 1969;  Johan Cruijff en Piet Keizer spelen tijdens een trainingskamp in Wassenaar een spelletje kaart. Foto Joost Evers; Anefo; Nationaal Archief.

00000 gele kaart2

17 mei 1975; Willem van Hanegem krijgt tijdens de interland tegen West-Duitsland de gele kaart; foto Bert Verhoeff; Anefo; Nationaal Archief.

Kies met zorg een boek uit de bibliotheek

Sinds 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de jeugdzorg. Bij de overheveling bezuinigde het Rijk flink (zo’n 15%). De aanname, die vooral gebaseerd was op een wens en niet zo zeer op wetenschappelijk onderzoek, was dat de gemeenten het goedkoper zouden kunnen doen. Zo zouden gemeenten dankzij hun wijkteams de jongeren met problemen eerder opmerken en dan zou met lichtere en dus goedkopere zorg kunnen worden volstaan. Ik citeer even een stukje uit de NRC van 10 oktober 2018:

Die gedachte vindt nog steeds brede steun. Ook onder gemeenten. Maar ‘meer preventie’ en ‘minder specialistische hulp’ vergen een verbouwing van de sector. En verbouwen kost geld. Jeugdzorg-expert Tom van Yperen van het Nederlands Jeugdinstituut: „Gemeenten moeten fors investeren in behandelingen voor beginnende problemen en het voorkomen ervan. In methodes om in gezinnen intensieve hulp te bieden, in plaats van een kind maanden in een jeugdzorginstelling te laten verblijven.” Maar de bezuinigingen van de afgelopen jaren maken het voor veel gemeenten „onmogelijk te investeren in nieuwe taken”, aldus de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) onlangs. En: „Het tempo waarin de besparingen zijn doorgevoerd, is te hoog geweest.”

Het blijkt in de praktijk dus nog niet te werken, terwijl de bezuinigingen al wel zijn doorgevoerd. Wat wel werkte, was dat de gemeenten jongeren met problemen opspoorden die vroeger niet opgemerkt werden. Het aantal jongeren dat jeugdzorg nodig heeft, is vanaf 2015 met 12% gestegen: van 380 duizend per jaar naar 428 duizend in 2018.

00000 cbs

Je hoeft geen groot econoom te zijn om te zien dat dit alles bij elkaar voor veel financiële problemen bij gemeenten zorgt. Bij elkaar komen de gemeenten nu zo’n 600 miljoen euro te kort. Minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid ziet het probleem. Hij zegt op zoek te gaan naar meer geld, maar zolang dat er nog niet is, moeten de gemeenten zelf op zoek naar geld. Dat doen gemeenten op verschillende manieren. Ik citeer nu even een stukje uit de Volkskrant van 3 mei 2019:

Sommige gemeenten bezuinigen op de jeugdzorg zelf door de tarieven voor de jeugdzorgaanbieders te verlagen. Hierdoor raken jeugdzorginstellingen in de problemen. Hun personeel raakt overbelast en faillissementen dreigen. [..]

 Andere gemeenten verhogen de belastingen, zoals Midden-Groningen, dat de ozb verhoogt met 10 procent. Goirle overweegt afbouw van de subsidie van 3 ton aan de muziekschool. Hellendoorn heeft een uitgebreid pakket aan besparingen gepresenteerd, met onder meer een versobering van de bijzondere bijstand, minder onderhoud van bruggen, tunnels en speelplaatsen en een bezuiniging op het leerlingenvervoer. De gemeente Utrechtse Heuvelrug is zelfs bereid de burgemeesterswoning te verkopen. De gemeente Midden-Delfland schrapt budget voor evenementen, waardoor er onder meer geen tribune meer gebouwd kan worden voor het varende bloemencorso. ‘We bezuinigen ook op jeugdzorg’, zegt een gemeentewoordvoerder. ‘Maar de tekorten zijn zo groot dat al onze uitgaven nu ter discussie staan, behalve onderwijs en veiligheid, en onze wettelijk verplichte taken.’

De gemeente Utrechtse Heuvelrug (die een tekort op de jeugdzorg heeft van 4 miljoen euro) overweegt naast het verkopen van de burgemeesterswoning en het verhogen van de OZB-belasting ook het sluiten van twee bibliotheekfilialen, in Amerongen en in Maarn. Dat laatste is “als een bom ingeslagen in die twee dorpen”, aldus de Volkskrant.

Ok, niet bij iedereen in het dorp. In het verhaal komen ook moeder Cathelijne (48) en haar zoon Thijmen (16) aan het woord. Moeder zegt verstandige dingen “Bibliotheken zijn belangrijk, kinderen moeten meer lezen.” Maar zoon Thijmen heeft het daarentegen wel een beetje gehad met de bibliotheek. “Ik ben niet zo dol op de bibliotheek. Ik had laatst een boete toen ik mijn boeken te laat had ingeleverd, en toen was ik er wel klaar mee.”

Maar goed, ik ben net zoals moeder Cathelijne tegen bezuinigingen op de bibliotheek. Niet alleen omdat het goed is om te lezen, maar je komt ook nog eens aan mijn portemonnee! In zo’n 75 bibliotheken in Nederland bevinden zich namelijk boeken van mij, vooral exemplaren van de Titanic – voor het geval u ze zoekt, ze zijn veelal te vinden bij de categorie ‘Transport en Vervoer’ – en daarnaast nog een enkel exemplaar van ‘Het Nutteloze Kennisparadijs’ en ‘Een kleine geschiedenis van het voetballen’. Nu is het zo dat elke keer als een bibliotheek een boek uitleent, de auteur een kleine vergoeding krijgt. Dit ter compensatie van gemiste verkopen.

De vergoeding hangt van de verkoopprijs van het boek af. Zo krijg ik elke keer dat de Titanic wordt uitgeleend 15,5 cent. De vergoedingen worden één keer per jaar door de LIRA, dat staat voor de stichting literaire rechten auteurs, uitbetaald. In 2018 is er 143 keer, bijna drie keer per week dus, een boek van mij geleend. Dat leverde mij in totaal € 22,18 op. Dat is overigens bruto, hier moet nog belasting van af. Maar hoe minder bibliotheken er zijn, hoe minder vaak mijn boeken worden uitgeleend. Dat moet ik dus niet hebben.

00000 boek

Overigens als u goed naar bovenstaande nota-specificatie kijkt, dan ziet bij de kolom ‘Aandeel’ een percentage van 99% staan. Sommige boeken hebben meerdere auteurs (of vertalers; die krijgen ook geld). In mijn geval betreft het Bert Wagendorp, een auteur en journalist van de Volkskrant. Hij heeft bij al mijn boeken het voorwoord geschreven en volgens de regels van de LIRA heeft hij daardoor recht op 1% van de vergoeding. Over 2018 leverde het uitlenen van mijn boeken hem het mooie sommetje van 22 cent op. Ik hoop wel dat hij weet dat hier nog belasting van af moet en dat hij het niet in één keer heeft uitgegeven.

Maar goed, als u zich zorgen maakt over de zorg, verzet dan die zorgen even en leen een boek uit de bibliotheek. Bij voorkeur die van mij. En o ja, de vergoeding hangt niet af van hoe lang u het boek in huis heeft maar van het aantal uitleningen. Dus hoe sneller u het boek terug brengt – lees je even mee Thijmen –  hoe groter de kans is dat het opnieuw wordt uitgeleend.

 

De voetbalanalyticus aan het woord.

Ik moet het met u eens over voetballen hebben. Daar heb ik verstand van. Afgelopen woensdag speelde Barcelona tegen Liverpool. Het won met 3-0. Dat was geflatteerd. Mocht Ajax de finale van de Champions League halen en daarin tegen Barcelona moeten, dan geef ik ze een goede kans. Die verdediging van Barcelona stelt niet veel voor. Daar snijdt Ajax zo doorheen.

De gevaarlijkste spelers van Barcelona lopen voorin. Daar heeft de Spaanse club dan ook veel geld in geïnvesteerd. Voor de Braziliaan Coutinho betaalde Barcelona 140 miljoen euro, voor Suarez 94 miljoen. Beide spelers werden gekocht van Liverpool, de tegenstander van woensdag. Ousmane Dembélé die Barcelona in 2017 voor 120 miljoen van Borussia Dortmund kocht zit op de reservebank.

Dat Barcelona niet op een dubbeltje kijkt blijkt wel uit de transfer van Frenkie de Jong; minimaal 75 miljoen, maar het bedrag kan oplopen tot 86 miljoen. De Jong tekende een contract voor vijf jaar en gaat naar verluidt 15 miljoen verdienen. Per jaar wel te verstaan. Dat verdien ik nog niet eens met dit blog. Ok, ik verdien het wel maar ik krijg het niet.

De enige voorhoedespeler waar Barcelona geen hoge transfersom voor heeft betaald is een klein Argentijns mannetje op rechts. Maar die kan er dan ook niet veel van. Ik vermoed dat hij zelfs contributie moet betalen om mee te mogen doen. Desalniettemin scoorde hij twee keer tegen Liverpool. Die goals hadden u en ik echter ook gemaakt. Bij de eerste liep hij per ongeluk de bal de lege goal in en bij de tweede – een vrije trap – maakt Liverpool een aantal grote fouten. Ik zal dat even uitleggen.

We beginnen met een beeld vanachter het doel.

00000 messi 0

We zien hier de keeper op het moment dat Messi – zo heet dat Argentijnse spelertje – de vrije trap gaat nemen. Staat de keeper in het midden van het doel? Wel nee. Hij staat te ver naar links. Telt u maar eens de netvakjes – die zijn er speciaal voor aangebracht zodat je kan zien of je wel of niet in het midden van het doel staat. Twintig vakjes links; vijfentwintig vakjes rechts. Hij staat dus te ver naar links. De bal zal straks net buiten bereik van de keeper in de rechterbovenhoek – vanuit de keeper bekeken – verdwijnen. Keepersfout dus, hij had gewoon in het midden van zijn doel moeten gaan staan.

Bekijken we de vrije trap ook eens van de andere kant, dan zien we daar twee fouten van de veldspelers van Liverpool.

00000 messi

Iedereen met een beetje verstand van voetbal, ik zeker dus en u waarschijnlijk ook, weet dat de linksbenige Messi de bal links van het muurtje zal gaan schieten. Daar moet je dus je langste mensen hebben staan. Maar kijk nu eens waar Virgil van Dijk, de langste speler van Liverpool, staat. Die staat zelfs helemaal niet in het muurtje.

Hij staat – hij is de meest rechtse Liverpool-speler op de foto – naast de muur een speler van Barcelona te dekken. Dat had de kleine linksbuiten van Liverpool ook kunnen doen. De lange Van Dijk had natuurlijk rechts in het muurtje moeten gaan staan. Dan had Messi het veel moeilijker gehad om de bal over, dan wel langs, het muurtje te krijgen. Fout muurtje dus.

Muurtjes zijn sowieso fout. Denk maar eens aan de Berlijnse muur of aan de muur van Trump. Ook de muur van Liverpool is hier fout. Kijk eens even goed naar de keeper van Liverpool in zijn roze pakje in de achtergrond op het moment dat de bal al over de muur vliegt. Hij staat nog steeds met zijn handen op de knieën te wachten om in actie te komen.

00000 messi 2

Dat komt omdat hij nog niks kan zien. Hij ziet de bal pas als deze in volle vaart over de muur vliegt en nog maar tien meter van de goal af is. Ja, dan ben je al snel te laat. Zeker als je te ver naast links staat.

Weg met dat muurtje dus, dan ziet hij de bal al komen als deze nog vijfentwintig meter ver weg is. Dan heeft hij 2,5 keer zo veel tijd om in te schatten waar de bal komt en tegen te houden. Alleen als een vrije trap binnen 18 meter van de goal is, is het zinvol om een muurtje neer te zetten. Dit omdat de keeper bij een vrije trap op die afstand anders te laat komt bij een hoek. Maar bij een vrije trap op de afstand van bijvoorbeeld 25 of 30 meter kan je het muurtje veel beter weg laten. De keeper ziet de bal dan veel eerder aankomen en heeft dan tijd genoeg om die te stoppen.

Tot zover een gratis tip van uw voetbalanalist.

Oh, ja waarom moest ik aan Liverpool denken, waardoor ik deze blogpost schreef. Dan komt omdat ik op mijn site het verhaal heb geplaatst over de achtergrond van ‘You’ll never walk alone’, het ultieme voetballied van Liverpool. Het gaat over het ontstaan van het lied en hoe het kon uitgroeien tot het ultieme voetballied.  Het verhaal stond eerder in mijn boek ‘Heel het land is van streek’. Maar omdat dit boek al tien jaar niet meer verkrijgbaar is, heb ik het verhaal nu ook op mijn site geplaatst.

00000 ynwa 6Klik op de afbeelding om het gezang van de Liverpool supporters te horen.

Het is een uitgebreid verhaal – nu ook voorzien van allerlei links en afbeeldingen; in het boek ontbraken die afbeeldingen. Dus wie zich een keer in het weekend verveelt, kan hier terecht.

8 mei 2019

Even een kleine aanvulling. in bovenstaande blogpost schreef ik ‘Die verdediging van Barcelona stelt niet veel voor.” Het bewijst maar weer eens dat ik van voetbalen verstand heb. De return werd namelijk door Liverpool met 4-0 gewonnen waardoor deze club door is naar de finale.

 

De trainer legt uit

Nog even terugkomend op Tottenham Hotspur – Ajax.  De Amsterdammers wonnen met 1-0.  Een mooi resultaat. Of het genoeg is om door te gaan zien we volgende week. Na afloop gaf Mauricio Pochettino,  de Argentijnse trainer van Tottenham Hotspur, op de persconferentie toe dat de oorzaak van de nederlaag van zijn ploeg mede gezocht moest worden in de verkeerde tactiek die hij voor zijn ploeg had bedacht.

Met de kennis van nu moet ik toegeven dat het een fout was, maar ik had niet veel andere opties. Je weet nooit hoe het was gegaan als we met een andere tactiek begonnen waren. Het ontbrak ons ook aan energie”, aldus Pochettino.

Dat was verrassend eerlijk. Meestal weten trainers altijd heel goed uit te leggen waarom hun ploeg verloren heeft, en wat de reden ook is, het is in ieder geval niet hun schuld. Voor mijn boek ‘Heel het land is van streek’ heb  ik ruim tien jaar geleden een keer een aantal uitspraken van toenmalige trainers na een nederlaag op een rijtje gezet.

0000 boek

Zie hier verklaringen van trainers waarom hun ploeg verloor:

Soms lag het aan de scheidsrechter:

  • Het borstzakje van de scheidsrechter was net een broodrooster. Bij elke tackle sprong er een gele kaart uit” – toenmalig Manchester City coach Kevin Keegan
  • Ik geef nooit commentaar op de scheidsrechter. En die levenslange gewoonte geef ik niet op voor deze klootzak” – de Engelse bondscoach Ron Atkinson wilde hier niets en toch iets over de scheidsrechter vertellen.

Soms had het met het scoreverloop te maken

  • “Eigenlijk hebben we maar twee problemen. Wij scoren te weinig en de tegenstander scoort te veel.” – aldus de Belgische trainer Herman Helleputte.
  • “Het scoreverloop was niet in ons voordeel.” – AZ-trainer Louis van Gaal legt hier uit wat er mis ging in de met 4-1 verloren wedstrijd van AZ tegen Werder Bremen in de UEFA-cup, 2006
  • “We maakten de winnende goal drie minuten voor tijd. Maar daarna maakten ze nog gelijk”. – de Engelse coach Ian McNail juichte te vroeg.
  • Als je met 4-0 voor staat, dan kan je nooit met 7-1 verliezen.” –Lawrie Mc Menemy, de coach van Jong Engeland
  • Als je 0-2 achter komt, is een 1-1 niet langer mogelijk.” – ook de Joegoslavische coach Aleksandar Ristic begrijpt hoe het werkt.
  • Ik zat met open mond van verbazing te kijken toen die bal er in vloog”  – de Engelse bondscoach Terry Venables kreeg een bal in zijn mond.
  • Ik heb sterk het gevoel dat het enige verschil tussen beide teams de doelpunten waren die Engeland scoorde.”  – de Schotse bondscoach Craig Brown.
  • Afgezien van de doelpunten, hebben de Noren niet gescoord” – de Engelse bondscoach Terry Venables
  • “Ons scorend vermogen is net als ketchup. Je weet nooit hoeveel er uit de fles komt.” – de Noorse coach Trond Sollies.
  • “Onze keeper hoefde maar één redding te verrichten maar we verloren wel met 4-0” – de Schotse Bondscoach Craig Brown.
  • Kansen krijgen en ze niet benutten. Daar draait het in het leven om” –de Engelse coach Ron Greenwood bedoelt het waarschijnlijk net even iets anders.

Soms lag het aan veld of toch niet?

  • Het had niks met het veld te maken, maar mijn spelers gleden telkens uit” – Franz Beckenbauer
  • Hun keeper speelde heel goed en het veld was erg slecht, maar ik zoek geen excuses” – de Engelse coach Graham Rix.

Soms kwam het door de tactiek van de tegenstander

  • “Ze spelen tactisch goed, hoewel ze zonder tactiek spelen” – de Duitse coach Udo Lattek had wel waardering voor de tactiek van de tegenstander.
  • Een defensieve tegenstander bestrijden is even erg als de liefde bedrijven met een boom.” – Real Madrid trainer Jorge Valdano was wat minder in zijn nopjes met de tactiek van de tegenstander.
  • Maar ik blijf risicovol spelen. Tenslotte hebben wij daar allemaal baat bij: wij, het publiek en de tegenstander” – toenmalig Werder Bremen trainer Aad de Mos blijft vast houden aan zijn tactiek.
  • “Op het laatst speelden we echt voetbal, maar dat is niet onze stijl” – aldus de Engelse coach Alex McDonald.
  • “We spelen het beste zonder tegenstander” – Otto Rehhagel
  • De Duitsers hebben maar één speler die jonger is dan 22 jaar en zelfs die is al 23!” – de Engelse bondscoach Kevin Keegan legt uit dat het Duitse team veel meer ervaring telt dan zijn team.
  • “We hebben ze niet onderschat. Ze waren alleen sterker dan gedacht” – de Engelse bondcoach Sir Bobby Robson onderschatte op het WK van 1990 tegenstander Kameroen niet.
  • “Het voetbalt een stuk moeilijker als je de bal niet hebt”  de Zweedse coach Sven-Goran Eriksson.
  • “We controleerden 99% van de wedstrijd. Die overige 3% kostte ons de match.” – Ruud Gullit is hier aan het rekenen.

Soms  ligt het aan hun eigen spelers

  • “Cole had van die afstand moeten scoren, maar ik wil niemand in het bijzonder er uit lichten” –  Manchester United manager Alex Ferguson over zijn spits Cole
  • Mijn spelers liepen als opgewarmde lijken over het veld. Vooral mentaal was het voor rust bedroevend” – VVV-coach André Wetzel
  • “Het enige dat in de eerste helft voor een beetje beweging zorgde, was de wind” – Bayern München coach Franz Beckenbauer
  • We voetbalden zo traag dat de vliegen zich te pletter vlogen op onze rug.” – toenmalig  Anderlecht-trainer Johan Boskamp
  • We verloren in ieder geval niet de persoonlijke duels op het veld. Maar dat kwam alleen maar omdat mijn spelers steeds te laat waren om een duel in te gaan.” – aldus de Duitse trainer Thomas Schaaf
  • “Ik zei in de pauze dat we nog wat meer rustmomenten moesten kiezen, maar sommige spelers namen dat wel heel letterlijk” – bondscoach Marco van Basten was na afloop van de verloren interland tegen Wit-Rusland in november 2007 niet helemaal tevreden over de instelling van een aantal internationals in de tweede helft.

Bovenstaande uitspraken werden pas na afloop van de wedstrijd gedaan. De toenmalige Duitse bondscoach Berti Vogts sprak de volgende bemoedigende woorden al voor de interland tegen Kroatië:  “De Kroaten schoppen naar alles wat beweegt. Ons middenveld heeft dus niet te vrezen.”

Maar het ligt in ieder geval niet aan de trainer

  • De grootste fout die we nu kunnen maken, is de schuld bij de trainer te leggen” – Karl-Heinz Körbel, de trainer van Eintracht Frankfurt.
  • Als je één iemand in het bijzonder als de schuldige wilt aanwijzen, dan moet het een speler zijn.” – de Ierse coach Theo Foley.

Tot slot, om de zaken enigszins te relativeren twee uitspraken van Zuid-Amerikaanse bondscoaches. De eerste is van de toenmalige Colombiaanse bondscoach Francisco Maturana. Die zocht helemaal geen excuses. Na een verloren interland sprak hij namelijk:  “Elke nederlaag omvat een overwinning”  Over deze filosofische benadering moesten de bondsbestuurders van Colombia wel even nadenken. Dat deden ze. Toen ontsloegen ze hem.

En als laatste een uitspraak van de toenmalige Argentijnse bondscoach Marcelo Bielsa: “Ik heb me zojuist gerealiseerd dat ik mezelf niet eens begrijp.”

Kortom, neem de uitspraken van coaches tijdens persconferenties niet altijd serieus.

O ja, dit was mijn persoonlijk ontwerp voor het kaft van ‘Heel het land is van streek’.

0000 boek 2

Dat heeft het niet gehaald. Dat kwam omdat ……..

 

 

Erwin Olaf

Het Fotomuseum Den Haag organiseert samen met het Gemeentemuseum Den Haag een dubbeltentoonstelling van het werk van de fotograaf Erwin Olaf. Gisteren hebben Marianne en ik een bezoekje gebracht aan deze tentoonstellingen.

0000 olaf 0

De affiche van de dubbeltentoonstelling. Hij is vanwege succes (in twee maanden tijd al meer dan 200.000 bezoekers) verlengd tot 16 juni 2019.

In het Fotomuseum hangt zijn vroege werk uit de periode 1980 – 2000. Het betreft hier vooral zwart-wit naaktfoto’s.  Ik kreeg het idee dat Erwin Olaf in die tijd vooral bezig was om taboes doorbrekende foto’s te maken. Technisch knappe foto’s maar eerlijk gezegd vond ik die foto’s niet allemaal even interessant – met uitzondering  van een serie foto’s van jongens met een hoed op uit de tijd van Rembrandt.

In het naast gelegen Gemeentemuseum was het werk vanaf  het jaar 2000 te zien. De meeste foto’s hier waren in kleur. Die foto’s vond ik boeiender.

0000 oloaf 1

Er hingen niet alleen foto’s maar ook installaties met gefilmde portretten van mensen die langzaam bewogen, zoals deze dames uit Shanghai.

0000 oloaf 2

0000 oloaf 3Zoek de zeven verschillen

In een aparte ruimte hingen de foto’s die Erwin Olaf de laatste jaren van Willem-Alexander en zijn gezin heeft gemaakt.

0000 olaf

Er hingen meerdere series. Marianne had de pech dat op het moment dat zij met haar mobieltje een foto probeerde te maken er telkens een vervelend mannetje met een grote blauwe trui hinderlijk in beeld ging staan.

0000 olaf 1

0000 olaf 2

0000 olaf 3

0000 olaf 4

Tot slot, toen wij de portretten van de Koninklijke familie bekeken, kwam er een oud mannetje met een stok de zaal binnen gelopen. Hij keek naar de foto’s en zei toen: “Deze hebben hun kleren aan.”