Wie verraadde het zevenjarige schooljongetje?

In 1963 zat ik in de tweede klas – groep vier heet dat nu – van de openbare basisschool Berg en Bosch in Apeldoorn. Op de site van fotoarchief Apeldoorn staan enkele afbeeldingen van deze school.

00 apeldoorn 2

Het was in de tijd dat je schoolmelk dronk uit een Pyramide-achtig kartonnetje. Je had geen iPad maar een inktpot en je luisterde braaf naar de juffrouw. Althans, dat was de bedoeling. Maar op een dag werd er vlak naast de school een aantal bomen gekapt en ter plekke door de gemeente verbrand. We zagen het in het speelkwartier gebeuren. “Juffrouw mogen we gaan kijken?” vroegen we. Nee, dat mocht beslist niet.

De verleiding was te groot. Terwijl de juffrouw op het plein toezicht hield, klommen een vriendje en ik achter de fietsenstalling  – het lage gebouw linksboven op de foto linksboven; twee keer ‘linksboven’ dus – stiekem over het hek en holden door de bosjes naar het vuur toe. Wow, wat was dat groot en warm. We gloeiden ervan.

Even later klonk de schoolbel ten teken dat het speelkwartier voorbij was. Via dezelfde weg als we heen waren gegaan, holden we weer terug naar school. We stonden net op tijd in de rij om de school binnen te gaan. De juffrouw had niks gemerkt. Dachten we. Toch werden we allebei bij onze kraag gegrepen toen we de klas binnen wilden gaan. “Wat had ik nou gezegd!” riep de juffrouw kwaad. We moesten de rest van de les op de gang staan. We snapten er niks van. Ze kon ons beslist niet gezien hebben. Iemand moest ons verraden hebben. We keken door het gangraam de klas in, maar we zagen niemand die stiekem zat te gniffelen. Wie was de verrader?

Om twaalf uur ging de schoolbel en terwijl de rest van de kinderen naar huis mocht, werden wij naar binnen geroepen. We moesten voor straf een half uur nablijven. Mijn moeder stond buiten op mij te wachten en kwam na vijf minuten de klas binnen om te kijken waar ik bleef. De juffrouw vertelde dat ik een half uur moest nablijven. “En wat denkt u? Dat ik ook een half uur nablijf? Ik heb nog meer kinderen thuis. U verzint maar een straf binnen schooltijd. Ik neem die jongen nu mee naar huis” sprak mijn moeder. Ze pakte mijn hand en trok me de klas uit.

Buiten op het schoolplein zei ze: “Dat doe je nooit meer en de volgende keer ga je uit de rook staan. Je stinkt een uur in de wind.”