Ook dit jaar hebben we weer mee gedaan aan de Nationale Vogelteldag. Onze uitkomsten van voorgaande jaren zitten natuurlijk nog bij iedereen in het geheugen gegrift, maar omdat herhaling de kracht van de reclame is, hierbij toch nog even die resultaten. (Dit alles schreef ik letterlijk vorig jaar ook, maar dat weet toch geen mens meer.)
In 2016 telden we 5 koolmezen, 5 Vlaamse gaaien, 1 ekster en 1 pimpelmees. In 2017 2 koolmezen, 1 pimpelmeesje en 1 roodborstje, in 2018 1 koolmeesje en 1 roodborstje en in 2019 1 merel, 1 kraai, 1 koolmeesje en 1 roodborstje.
De stijgende lijn van vorig jaar heeft zich in 2020 voortgezet. We zagen dit jaar vijf verschillende vogelsoorten (maar helemaal zeker weten we dat niet; wij hadden wat moeite om de pimpelmees en de koolmees van elkaar te onderscheiden.)
Landelijk werd de huismus het meest gezien. Al vijf jaar lang komt deze niet in onze telling voor.
Het is overigens maar goed dat onderstaande zwerm spreeuwen niet in onze tuin landde. Dan waren we subiet de tel kwijt geraakt.
Rechtsboven vliegt een roofvogel; foto Mostafameraji; Wikipedia