In mijn prille jeugd was Pipo de Clown – “Sapperdeflap!” – de belangrijkste televisiefiguur, althans voor mij. Reuze spannend vond kleine Martin de avonturen van de clown. Als de serie begin jaren zestig op zaterdagmiddag op de televisie kwam – het waren afleveringen van zo’n 30 minuten – zat ik gespannen voor de buis.
14 februari 1962; Pipo de Clown (Cor Witschge), de circusdirecteur ‘Dikke Deur’ (Willy Ruys) en Pipo’s vrouw Mamaloe (Christel Adelaar); fotograaf Wim van Rossem; Nationaal Archief
Pipo beleefde allerlei avonturen. Hij werd daarin geholpen door zijn vrienden Kluk Kluk (“Mij zijn niet van de bange, mij zijn van de voorzichtige!”) een indiaan die altijd mis schoot (“Floepens, mis!”), de zigeuner Felicio (“Hmmm, soep met sliertjes”) en de zwerver Mik (gespeeld door Donald Jones). Tegenstanders waren veelal zijn oude circusbaas de Dikke Deur (“Pipooo, koeieeee!”) en de schurken Snuf (“M-m-mooie p-p-parels, f-f-fijne p-p-parels.”) en Snuitje.
De serie werd geschreven door Wim Meuldijk. Deze bemoeide zich tijdens de opnames werkelijk met alles. Zo had hij niet alleen hoogst persoonlijk de acteurs voor de serie uitgekozen, maar ook had hij eigenhandig de eerste huifkar voor Pipo gebouwd. Die Pipowagen was echter voor het ezeltje Nononono veel te zwaar om te trekken en er moesten dan ook tijdens de opnames cameramannen aan te pas komen om de kar – zonder dat hun benen in beeld kwamen – te duwen.
Uit een interview van Wim Meuldijk met de Leeuwarden Courant van 19 april 1968: “Sinds acht jaar woont Wim Meuldijk in een oud huis met enorme tuin in de Bussumse wijk ‘Het spiegel’. Achterin die tuin staat de woonwagen van Pipo. Aanvankelijk probeerden we met bestaande woonwagens te werken: dat gaf niet het gewenste decor. Toen heb ik voor zes tientjes bij een boer een wagenonderstel gekocht en heb een romantische circuswagen getekend. Daarna ben ik er 2,5 maand mee bezig geweest om het ding te bouwen, intussen dromend van nieuwe avonturen. De NTS heeft me nu een groot stuk zeildoek geleend, want als voorbijgangers het ding zien willen ze er ook in en je kunt het ze niet altijd weigeren. Tenslotte is Pipo nu niet alleen meer van mij maar wordt hij door menigeen als gemeenschappelijk bezit beschouwd.”
Pipo de Clown met zijn vrouw Mamaloe, dochter Petra en zijn vriend Kluk Kluk (Herbert Joeks)
4 november 1963; Pipo en zijn vriend Felicio de zigeuner (Jan Pruis); fotograaf Harry Pot.
12 oktober 1963; De schurken Snuf (Rudi Falkenhagen) en Snuitje (Will Spoor)
Later, in de tweede helft van de jaren zestig, werden er dagelijks verhaaltjes van vijf minuten uitgezonden, die als verhaaltjes voor kinderen voor het slapen gaan dienden – “Dag vogels, dag bloemen, dag kinderen…”. In totaal werden er 480 stuks uitgezonden. Hoe populair Pipo in de tijd was, blijkt wel uit het feit dat in 1967 in de speciale uitzending die de Nederlandse televisie de dag na de geboortedag van prins Willem-Alexander uitzond Pipo de Clown ook een rol speelde.
Geboorte prins Willem-Alexander; speciale uitzending op de televisie, welke ’s avonds werd uitgezonden. Pipo de Clown bij ziekenhuis te Utrecht. Hij krijgt beschuit met muisjes aangeboden; 28 april 1967; fotograaf Ron Kroon.
Waarom schrijf ik nu over Pipo de Clown? Dat komt omdat in één van zijn avonturen Pipo het oude vrouwtje kwam helpen dat precies op het vierwindenpunt woonde. Op dat punt kwamen de winden uit de vier windrichtingen samen en waaiden allerlei verloren schatten van de hele wereld naar haar huis. De schurken onder leiding van Snuf en Snuitje wilden daarom dat huisje van haar afpakken.
Ok, en waarom dacht je daar nu aan? Dat komt omdat ik denk dat ons huis toevallig ook op zo’n vierwindenpunt staat. Daardoor komen alle warme en koude luchten van heel de wereld onder bepaalde omstandigheden samen bij ons huis. En daardoor kan het onder uitzonderlijk omstandigheden gebeuren dat, terwijl het om ons heen dertig graden is, het bij ons in de tuin sneeuwt. Kijk, zo ziet onze tuin er momenteel uit.
Last van de warmte? Inderdaad.