Korte verhalen

Om de Nobelprijs voor literatuur te winnen – zie de vorige blogpost –  moet ik werken aan een groot en groots oeuvre. Eerst maar eens zorgen voor een groot oeuvre. Ik kan natuurlijk heel dikke boeken gaan schrijven, maar dat is een hoop werk en leidt lang niet altijd tot een Nobelprijs. Zo telt ‘Oorlog en Vrede’ van Tolstoj meer dan 1000 bladzijden en ook zijn Anna Karenina is met 864 bladzijden bepaald geen dun boekje. Een Nobelprijs leverden hem die dikke pillen echter niet op.

Maar als het niet uit de lengte moet komen, dan maar uit de breedte. Of te wel korte verhalen, maar dan wel heel veel. Het schrijven van korte verhalen is echter wel een specialisme. Er zijn zelfs wedstrijden georganiseerd om het beste korte verhaal te schrijven. Zo was er een wedstrijd om een verhaal te schrijven met zo min mogelijk woorden, maar waarin wel de volgende drie aspecten aan de orde moesten komen: religie, seksualiteit en mysterie. Het winnende verhaal (geen idee wie de auteur was) luidde: “Jezus, ik ben zwanger! Maar van wie?”

Dit verhaal telt zeven woorden. Het kan echter korter. Als ultieme vorm van het korte verhaal geldt namelijk het zogenaamde zeswoordenverhaal. Het bekendste en meest aangehaalde voorbeeld daarvan is een tragisch verhaal, waarbij haast altijd wordt gezegd dat Ernest Hemingway het in het kader van een weddenschap heeft geschreven. Het luidt:

For Sale, Baby Shoes, Never Worn’

dubbelgangers

Links Tolstoj van de lange verhalen (foto uit 1840);  rechts Hemmingway van de korte verhalen (foto uit 1923). Het lijken wel broertjes.

Dat Hemmingway daadwerkelijk de auteur is van dit beroemde zeswoordenverhaal is echter hoogstwaarschijnlijk niet juist. Ene Garson O’Toole van http://quoteinvestigator.com/ heeft in 2013 namelijk in een uitgebreid artikel (http://quoteinvestigator.com/2013/01/28/baby-shoes/) aangetoond dat de oorsprong van het babyschoentjesverhaal al in 1910 ligt. Toen verscheen er op 16 mei in de Washingtonse krant ‘The Spokane Press“ – naar aanleiding van een eerdere advertentie in de krant waarin babyspullen (“Never been used”) te koop werden aangeboden – een artikel over het tragische verhaal achter deze advertentie.

baby shoes

Zie hier het originele artikel over de advertentie uit The Spokane Press. van 16 mei 1910 (zoals opgespoord door Garson O’Toole).

Het zou natuurlijk leuk zijn geweest als O’Toole boven het artikel had geschreven: “Hemmingway niet de auteur van Baby-Shoes-verhaal” (en daarbij tellen we ‘Baby-Shoes-verhaal’ dan uiteraard als één woord), maar dat was helaas niet het geval.

Er zijn veel mensen die zeswoordenverhalen schrijven. Vijf vertaalde voorbeelden uit het Engels (de oorspronkelijke auteurs zijn mij helaas onbekend):

  • We noemen de ziekte naar jou’
  • ‘Passagiers, dit is niet uw captain’
  • ‘Ik fake Alzheimer zei opa, alweer’
  • ‘Sorry Soldaat, schoenen alleen per paar’
  • ‘Niet aanraken, stond er in braille’

En vijf Nederlandse voorbeelden (met tussen haakjes de auteurs):

  • Te koop: Minirok. Te kort gedragen.’ (P. Groeneweg)
  • De dood verhinderde Jack’s laatste woorden.’ (Herman Brusselmans)
  • Met zijn auto keihard langs flitspalen.’ (Saskia Noort)
  • We blijven hopen haar te vinden.’ (Kristien Hemmerechts)
  • Ze had een balansdag, qua mannen’ (Susan Smit)

Ook Joost Zwagerman schreef in 2007 een zeswoordenverhaal: “ Maar zijn verhaal: ‘Niet nu! Ik ben al dood.’ is wel een beetje wrang om nu te lezen.

Ik heb ook geprobeerd om een zeswoordenverhaal te schrijven, maar ik komt niet verder dan

  • Kennedy: Warm vandaag, gelukkig een cabriolet.’
  • ‘Titanic-ober: Wat wilt u als dessert?’
  • ‘Nu al thuis? stamelde zijn vrouw’
  • ‘Zes woorden slechts?’ Dat lukt nooit!

Echt sterk zijn mijn probeersels niet. Bij het Kennedy-verhaal moet je al weten dat, toen hij in Dallas werd doodgeschoten, hij in een cabriolet met het dak neergeklapt reed. En als je een verhaal moet uitleggen dan deugt het niet. En bij het tweede voorbeeld is ‘Titanic-ober’ natuurlijk een heel lelijk woord, maar ja, als ik schrijf ‘Ober op de Titanic’ dan heb ik al vier van de zes woorden gebruikt en heb ik geen plek meer voor het dessert. Het derde verhaal gaat nog, daar kan je nog wel iets bij voorstellen, maar echt goed is die niet. Het vierde“verhaal” is natuurlijk helemaal niets. Nee, die zeswoordenverhalen gaat het bij mij niet worden. Ik moet maar wat anders verzinnen om die Nobelprijs voor Literatuur te winnen.

Ik weet overigens wel waarom ik niet goed ben in korte verhalen. Ik ben zoals Marianne altijd zegt veel te “uitleggerig”. Daarmee bedoelt ze dat ik altijd overbodige verduidelijkingen schrijf.

Een gedachte over “Korte verhalen”

Reacties zijn gesloten.