Ik ben net, zoals 16,5 miljoen andere wereldburgers, vandaag jarig. Dank u, dank u. Als ik mijn Twitterpagina open, dan zie ik daar allemaal feestballonnen verschijnen. Twitter wenst mij een fijne verjaardag! Moderne tijden.
Ik ben wel eens vaker jarig geweest. Het gekke is dat ik mij van de eerste tien verjaardagen absoluut niets kan herinneren. De eerste herinnering die ik aan een verjaardag heb is die van mijn elfde verjaardag. Het was de dag dat Engeland en Duitsland de WK-finale van 1966 speelden. Dat ze dat uitgerekend op mijn verjaardag deden. Dat was wel heel bijzonder vond ik.
Wij zaten die dag thuis voor onze zwart-wit televisie. Engeland won na verlenging met 4-2. Dat was mooi want bij ons thuis waren we allemaal voor Engeland. Hoewel, eigenlijk waren we meer tegen Duitsland. Mijn vader en ik waren tijdens dat toernooi overigens vooral fan van Portugal. Dit vanwege de aanwezigheid van Eusébio. Die had in de kwartfinale tegen Noord-Korea in zijn eentje een achterstand van 0-3 omgezet in een 5-3 overwinning voor Portugal. Ik geloof dat Eusébio vier keer scoorde. Mijn vader was helemaal lyrisch van hem. Het was een wondervoetballer zei mijn vader. Helaas verloor Portugal in de halve finale van Engeland en toen werden we maar fan van Engeland.
Ik geloof niet dat ik op die dag ook een verjaardagsfeestje had. Het had wel gekund want mij ouders vonden het in die tijd leuk – of deden alsof ze het leuk vonden – om bij verjaardagen spelletjes te organiseren, zoals sjoelen, stoelendans, een quiz met vragen die mijn vader verzon en een dubbeltje dat je in een glas moeten laten vallen dat in een emmer met water stond. Bij elk spel kon je punten verdienen en wie aan het einde de meeste punten had kreeg een prijsje. De overige kinderen trouwens ook.
(Later, toen mijn dochters jarig waren, vond ik het ook leuk om met hen dat spelletje van het laten vallen van een muntje in een glas dat in een emmer met water stond te spelen. Totdat ze zich daar te oud voor voelden – “Pap, alsjeblieft niet weer hè” – en we maar activiteiten met hun verjaardag gingen ondernemen zoals bowlen in Scheveningen – en dan met negen kinderen in de tram naar Scheveningen; constant tellen of je ze nog allemaal had en dan tot de conclusie komen dat je er opeens tien had; er stond een vreemd kind tussen).
Lang niet altijd waren overigens al mijn vriendjes aanwezig op mijn verjaardagsfeestje. Eind juli jarig zijn is niet handig, een hoop mensen waren dan op vakantie. Ook kon je op zo’n dag niet op school trakteren. Dat moest dan vlak voor de vakantie of vlak na de vakantie. Als je dan de klassen langs ging met wat snoepgoed voor de meesters en juffrouwen van de andere klassen, dan belandde dat op een stapel met snoepgoed van andere zielige kinderen die ook in de vakantie jarig waren (geweest).
Het gekke is dat ik mijn verjaardagen van tussen mijn tiende en vijftiende nog wel kan herinneren, maar die van daarna eigenlijk nauwelijks meer. Het zal wel de ouderdom zijn, wat eigenlijk niet logisch is, want hoe ouder je wordt hoe meer verjaardagen je hebt om te herinneren.
Jarig zijn is overigens wel belangrijk. Onderzoek heeft uitgewezen dat mensen langer leven naarmate ze vaker jarig zijn.