De nieuwjaarsmeting van de twee sequoia gigantea bomen die ik in 2013 aan onze gemeente heb geschonken – ze zijn opgekweekt uit zaad dat wij een keer op vakantie uit het Sequoia National Park in Californië hebben meegenomen – is weer geschied. De bomen stammen – wel een toepasselijk werkwoord in dit verband – uit 2007. Ze zijn nu dertien jaar oud.
De bomen zijn te groot om met een centimeter gemeten te worden. Daarom heeft de meting plaats gevonden met behulp van de Martin-projector. Dat is een hightech-apparaat dat hele en halve Martins naast de boom projecteert waarna een computer de hoogte van de bomen uitrekent.
De grootste boom is nu 5,5 meter hoog. Hij is vorig jaar een meter gegroeid. De andere boom is thans 3,5 meter hoog. Hij is het afgelopen jaar 75 centimeter gegroeid. Hij is nu zo’n twee meter kleiner dan zijn broertje. Deze achterstand is in 2012 veroorzaakt door een infectieziekte in die boom. De top van de boom moest er toen uitgeknipt worden. Eén van de bovenste takken nam daarna automatisch de rol als top over en groeide vervolgens recht omhoog. Wonderlijk hoe de natuur dat zelf regelt. Je kan nu absoluut niet meer zien dat de top niet de oorspronkelijke top was.
Grafisch ziet de ontwikkeling van de boompjes er als volgt uit.
Hoe hoog ze gaan worden? Geen idee. Er zijn exemplaren in Amerika die bijna 100 meter hoog zijn. Deze zijn meer dan 2000 jaar oud. Het hoogste exemplaar in Nederland is zo’n 50 meter hoog. Deze boom is zo’n 150 jaar oud.
Ik verwacht dat één van mijn twee boompjes in de toekomst de nieuwe recordhouder gaat worden. Eerst het Nederlands record, dan het wereldrecord. Ik hou u op de hoogte. Letterlijk en figuurlijk.