Ik heb weer eens een portret geschreven voor mijn serie ‘De mensen achter de computer’. Deze aflevering gaat over drie broers die bekend staan onder de naam de Banū Mūsā broers. Dat waren drie Arabische broers die in de negende eeuw na Christus in het huidige Bagdad leefden. Ze zijn vooral bekend geworden door een boek met daarin beschreven een honderdtal wonderlijke automaten.
De drie wetenschappers deden ook praktisch veldonderzoek. Zo reisden ze naar een woestijn in Mesopotamië om de omtrek van de aarde te meten. Dit deden ze niet door de volledige 40.075 km af te leggen. Na 111 km lopen wisten ze al hoe groot de omtrek van de aardbol was. Hun schatting van 39.992 km zat er maar 83 km naast.
Hoe ze tot die schatting kwamen, kan je in hun portret lezen. Dit begint als volgt.
De Banū Mūsā broers; negende eeuw na Christus, drie wiskundige broers die beroemd zijn geworden om de automaten die zij bedachten.
De drie gebroeders Mūsā zoals ze staan afgebeeld op een Syrische postzegel uit 1996. Typisch een voorbeeld van ‘elke gelijkenis met de werkelijkheid berust op louter toeval.’
Alle verhalen uit deze serie gaan altijd over één persoon, deze aflevering echter niet. Het betreft hier namelijk een gezamenlijk portret van de drie broers ibn Mūsā ibn Shākir. Het zijn Abu Jafar Moḥammad (meestal alleen met de namen Jafar Mohammed of met de naam Moḥammad aangeduid), Ahmad en Al-Hasan ibn Mūsā ibn Shākir. Ze worden meestal aangeduid als de Banū Mūsā broers. (Banū Mūsā is Arabisch voor zonen van Mūsā , hun vaders naam– Mūsā is Mozes in het Arabisch).
De reden dat de broers Banū Mūsā uit het Perzië van de negende eeuw met zijn drieën tegelijkertijd behandeld worden, is dat ze veelal gezamenlijk opereerden. Ze werkten altijd nauw samen en publiceerden naast hun eigen werken ook boekwerken als een collectief. Wie wat heeft bedacht, valt niet altijd meer goed na te gaan. Daarom een gezamenlijk portret. U moet maar denken, drie voor de prijs van één.
De broers zijn behalve door hun wetenschappelijke werken vooral bekend geworden door hun boek ‘Kitāb al-hiyal’, ‘het boek van ingenieuze uitvindingen’ (letterlijk vertaald: het boek met truukjes). In dit boek staan meer dan 100 automaten en andere bedenksels beschreven. Deels waren deze geïnspireerd op ideeën van Hero van Alexandrië, Philon van Byzantium en andere figuren uit de oudheid, deels waren het nieuwe ontwerpen.
Tot de uitvindingen behoorden onder andere een automatisch waterorgel, een zelfdovende lamp en een “fluitspelende robot”. Deze werkte op stoom en kon dankzij het verzetten van een schakelaar meerdere liedjes spelen. Deze automaat wordt daarom wel eens gezien als het vroegste voorbeeld van een programmeerbare machine. De broers bedachten ook praktische zaken. Zo ontwierpen ze een waterkruik met een automatische veiligheidsstop voor het geval dat er te veel water in één keer uit dreigde te stromen en ook bedachten ze een lamp die uit zichzelf uit ging.
Wie het hele portret wil lezen, kan hier terecht.