Tom Egberts plaatste zondag een leuke tweet met een foto van Johan Cruijff en Karel Appel.
Ik reageerde hier op met deze reactie:
Gevolgd door een dag later met deze:
Bij toeval zag ik maandag op de site van het Nationaal Archief een foto staan van Cruijff in gesprek met Joseph Luns, die van 1956 tot 1971 de minister van Buitenlandse zaken van Nederland was, en plaatste daarom ook nog even deze reactie. (Oké, een beetje flauw).
In één van de andere reacties onder de tweet van Tom Egberts schreef journalist Menno Pot: “Op de Spaanse tv legde hij een keer uit op welke plaatsen in Limburg de rivierdijken verzwakt waren.” en iemand anders verwees naar het verhaal van Cruijff in de taxi.
Dat is een klassieker onder de anekdotes over Cruijff. Het is het verhaal van een medespeler van Cruijff, die samen met hem in een taxi zat, die hen van het vliegveld in Washington naar hun hotel zou brengen. Washington was een stad waar Cruijff nog nooit was geweest. Desondanks ging Cruijff de taxichauffeur onderweg aanwijzingen geven hoe hij het beste kon rijden.
Ik kom in verhalen over Cruijff regelmatig deze anekdote tegen, maar toen ik even op internet wilde opzoeken hoe de medespeler heette, kwam ik opeens een heel andere versie van het verhaal tegen. In de Groene Amsterdammer van 30 maart 2016 schreef Pieter van Os namelijk:
‘Cruijff was behalve een geniale voetballer natuurlijk ook gewoon een vervelende betweter. Daar moest ik me bij neerleggen, tot ik een verhaal tegenkwam in The Washington Post. De journalist had samen met Cruijff in een taxi gezeten, op weg naar tv-studio’s voor een praatje in het sportnieuws. Ze zaten vast in het verkeer. Stapvoets reden ze over Pennsylvania Avenue. Een paar blokken later moesten ze afslaan naar Wisconsin Avenue. Opeens zei Cruijff, zo schreef de journalist: ‘“Hier”, op de toon die je wenst van je hersenchirurg.
De taxichauffeur stribbelde tegen. “Dat je de Pelé van de Potomac bent”, voelde de journalist met de chauffeur mee, “betekent nog niet dat je na een week Washington kunt bijrijden.” Maar Cruijff duldde geen tegenspraak. “Te veel stoplichten hier”, zei hij. “Ik houd niet van stoplichten. Stoplichten zijn zonde van de tijd. Hier. Hier linksaf slaan. En hier naar rechts.” Na een tijdje kwamen ze op Wisconsin Avenue. Er was geen verkeer meer, noch enig stoplicht. De journalist: “Cruijff wist het al die tijd al. Hij knikte naar het verkeer dat we achter ons tegen de helling zagen, een volledig verstopte weg. Tegen de chauffeur zei Cruijff: “Better this way, yes?”
De anekdote blijkt dus niet te kloppen. Cruijff was al een week in Washington en had gewoon gelijk.