Blaasvoetbal

Gisteren fietste ik met een omweggetje heen en weer naar Leiden (33km). Onderweg maakte ik twee tussenstops. Bij de Gamma ging ik op zoek naar wat klusgereedschap, maar helaas, de klusdrop was uitverkocht. Bij een kringloopwinkel liep ik even naar binnen om te kijken of ze nog een originele Vermeer in de aanbieding hadden, maar dat was niet het geval. Wel zag ik er een doos met een blaasvoetbalspel staan, “met 4 harde plastic blaaspijpjes!” (Op de deksel van de doos staan overigens zeven kinderen afgebeeld met een blaaspijpje; de illustrator was wat te enthousiast zullen we maar zeggen.)

Blaasvoetbal

Dat ik daar een doos met blaasvoetbal zag liggen was wel sterk. Er zijn dagen bij, zelfs jaren, dat ik niet aan blaasvoetbal denk, maar toevallig had ik eerder die dag ook al aan blaasvoetballen moeten denken en nu zag ik hier dus opeens zo’n doos staan.

Dat ik eerder die dag aan blaasvoetbal moest denken, kwam door een bericht dat ik las op de site van de NRC over het overlijden van de 74-jarige Jean-Philippe Smet. Nee, dat is geen oud-blaasvoetbalinternational. Jean-Philippe Smet was de echte naam van de Franse zanger Johnny Hallyday, vooral wereldberoemd in Frankrijk. “Daarbuiten werd hij soms spottend aangeduid als ‘de grootste rock-ster van wie u nog nooit hebt gehoord’, aldus het artikel in de NRC.

Johnny Hallyday

(Klik op de afbeelding om bij de clip op YouTube te komen.)

Ja? En wat heeft dat met blaasvoetbal te maken? Geduld, dat komt. In het artikeltje stond namelijk ook het volgende te lezen: “In Nederland had hij begin jaren zestig twee hits met ‘Pour moi la vie va commencer’ en ‘Tes tendres années [….] Ze stonden bovenaan de top-10 van het radioprogramma Tijd voor teenagers (de Top-40 bestond toen nog niet). Wel werd Tes tendres années hier al snel verdrongen door een Nederlandse bewerking: het door Willeke Alberti gezongen Spiegelbeeld.”

spiekgelbeeld

Overigens was de versie van Johnny Hallyday ook al een vertaling en wel van ‘Tender Years’ waarmee een zekere George Jones in 1961 in Amerika een countryhit had. Over deze George Jones valt in de Wikipedia te lezen: “Naast zijn muzikale carrière kende Jones een roerig leven. Hij haalde dikwijls de krantenkoppen met berichten over dronkenschap, diverse relaties (waaronder zijn huwelijk met Tammy Wynette) en geweld. Ook miste hij vele optredens, wat hem de bijnaam “No Show Jones” opleverde”.

Maar goed, nu dwalen we wel heel erg ver af, zo komen we nooit bij dat blaasvoetbal. Daarom terug naar de versie van Willeke Alberti. Zij is namelijk de link met het blaasvoetbal. We verplaatsen ons nu even naar 1963. Ik was acht jaar oud en zou met een vriendje gaan voetballen. Het regende echter en daarom speelden we binnen een spelletje blaasvoetbal (A ha! Daar hebben we het blaasvoetbal.) Hij had een oudere zus van een jaar of zestien en die was ook in de kamer. De radio stond aan. Het was zo’n grote bruine kast – mijn ouders hadden ook zo’n radio, net zoals Marianne haar ouders; vermoedelijk verkochten ze in die tijd maar één type radio – en de omroeper (zo werden vroeger disjockeys genoemd; dit voor de jongere lezertjes) kondigde het nummer ‘Spiegelbeeld’ aan.

De zus zette de radio wat harder en begon het nummer luidkeels mee te zingen. Geboeid zat ik naar haar te kijken. Ondertussen blies mijn vriendje met veel spuug het balletje in mijn doel. “Hé opletten joh”, zei mijn vriendje.

Op de een of andere manier zit er sindsdien in mijn geheugen een vakje met daarin de combinatie ‘Willeke Alberti – Spiegeldbeeld – blaasvoetbal’ opgeslagen. Heel nuttig, want van die kennis profiteer ik 54 jaar later nog. Waarmee? Nou gewoon, het stelt me in staat om dit stukje te schrijven. Ok, misschien toch niet zo nuttig.

Spiegelbeeld, ik kan je haten, want je geeft geen dag terug / Waarom gaan toch die jaren als je jong bent zo vlug / ‘k Ben wel jong, maar er is toch al zoveel herinnering / Spiegelbeeld, uit al die jaren vergeet ik geen ding