Fietsende langs de Vliet richting Delft zag ik onlangs deze boot varen.
Even dacht ik dat het een boot was uit de roeiklasse ‘vier zonder stuurman en vergeten roeier’, maar er was niet echt plaats voor een vierde roeier in de boot. Thuis heb ik even op internet gekeken en wat blijkt, je hebt speciale roeiboten voor drie personen (“… meestal een 2x+, waar de stuurplek omgebouwd kan worden tot roeiplek”). Nooit geweten, weer wat geleerd.
Nu ben ik niet zo van het roeien. Het staat me tegen dat je “verkeerd om” in de boot zit. Hardlopen, fietsen, autoracen en dammen doe je ook niet achterstevoren. Hoewel, dat is niet helemaal waar. Bij ‘Te land, ter zee en in de lucht’ had je het onderdeel achteruitrijden. De enige andere sport die ik kan bedenken waarbij je ook achteruit gaat, is zwemmen en dan alleen nog bij het onderdeel rugslag. Voor degene die zegt, ik heb ook wel eens een skiër achteruit de helling zien af gaan, dat was ik. Dat kwam door mijn speciale ski-techniek.
Een nadeel van het achteruit roeien is dat je niet ziet waar je heen vaart. Je moet dan ook regelmatig achterom kijken om te zien of het nog goed gaat. Mijn schoonzus roeit af en toe in een 50plus-boot. Dat is niet een boot waar 50 of meer roeiers in zitten, maar een boot met, laat ik het maar zo zeggen, roeiers met wat meer ervaring. Vorig jaar deden ze mee aan een 200km tocht maar onderweg voeren ze tegen een brugpilaar of zoiets aan. En zij hadden nog wel een stuurman aan boord, kan je nagaan.
Waarom roeien roeiers eigenlijk achteruit? Kanoërs, die met peddels werken, varen immers bijvoorbeeld wel voorwaarts. Op de site van Goeie Vraag is vier jaar geleden de vraag ook gesteld. Het antwoord van ene ‘Cryofiel’ werd door de vragensteller als het beste antwoord gekozen. Ik ben even zo brutaal om zijn antwoord en de bijbehorende afbeelding hier te kopiëren.
“Om in de richting te varen van pijl 1 (zie foto), moeten de bladen door het water bewegen in de richting van pijlen 2. (Dat geldt overigens zowel voor roeiers als voor kanovaarders.) In een roeiboot moet je, om het blad in de richting van pijl 2 te laten bewegen, de handle (dat is het deel van de riem dat de roeier in zijn hand heeft) in de richting van pijl 3 bewegen.
Nu kun je dat op twee manieren doen. Je kunt gaan zitten zoals de roeiers op het plaatje. Dan moet je de handle dus naar je toe trekken. Je kunt ook aan de andere kant van de handle gaan zitten (als je de boot ombouwt). Als je dan in de richting van pijl 1 wilt varen, moet je de handle dus van je af duwen. De keuze is dus: ofwel de handle naar je toe trekken en dus “achteruit” varen, ofwel de handle van je af duwen en dan vooruit varen.
Er is gekozen voor de eerste mogelijkheid. Dat is omdat dat het efficiëntste is. De bankjes waarop de roeiers zitten bewegen namelijk op wieltjes over slidings (“rails”). Als je nu kiest voor de trekkende beweging, kun je je beenspieren gebruiken. Je rijdt naar voren met de bladen *boven* het water. Als je vooraan bent zet je de bladen in het water. Dan strek je je benen. Daardoor beweeg jij, en dus je handles, in de richting van pijlen 3 – maar nu met beenkracht.
De beenspieren zijn veel sterker dan de armspieren (probeer maar eens “armpjedrukken” te doen, maar dan met de arm van de ene persoon tegen het been van de andere persoon). Door dus “achteruit” te varen, kun je die enorm sterke beenspieren inzetten voor de voortbeweging van de boot. Als je vooruit zou willen varen, zou je die beenspieren niet kunnen gebruiken. Vandaar dus: “Volle kracht achteruit!”
Juist, daarom zitten roeiers dus ‘verkeerd om’ in de boot. Maar je zou zeggen dat er toch wel een techniek te verzinnen moet zijn om de riemen zodanig aan de boot te bevestigen dat je wel voorwaarts met behulp van je beenkracht kan roeien. Echter, zolang dat er nog niet is, is het dus roeien met de riemen die je hebt.
(Voor deze laatste zin krijg ik ongetwijfeld een berisping van de ‘bond tegen woordspelingen’.)