Vanavond speelt Ajax in de halve finale van de Champions League uit tegen Tottenham Hotspur. ‘Heel Nederland’ hoopt op een memorabele wedstrijd van Ajax. In 2008 verscheen mijn boek ‘Heel Nederland is van Streek’. Dat was een voetbalboek met allerlei nutteloze voetbalverhalen.
Eén van die verhalen betrof de legendarische mistwedstrijd die Ajax in 1966 tegen Liverpool speelde, gecombineerd met het verhaal hoe de beroemde ‘Kop-tribune’ van Liverpool aan zijn naam kwam. Omdat ‘Heel het land is van Streek’ al tien jaar lang niet meer verkrijgbaar is en omdat Ajax vanavond hopelijk weer een legendarisch wedstrijd speelt, hierbij nog een keer dat verhaal.
De Mistwedstrijd Ajax-Liverpool uit 1966 (plus: Hoe ‘The Kop’- tribune in Liverpool aan zijn naam komt.)
Op 7 december 1966 speelde Ajax een Europacup wedstrijd tegen Liverpool. Het zou een beroemde wedstrijd worden. Liverpool was de grote favoriet. Het was de kampioen van Engeland, het land dat een paar maanden eerder wereldkampioen voetballen was geworden. Ajax was een nog onbekende ploeg in opbouw met een nog jonge Johan Cruijff, hij was nog maar 19 jaar oud, in de gelederen. De andere grote ster van Ajax uit die tijd, Piet Keizer, ontbrak die avond, hij was geblesseerd.
Wat de wedstrijd vooral zo legendarisch maakte, was de mist. Ajax – Liverpool werd in de dichte mist gespeeld. Het grootste gedeelte van de toeschouwers kon nauwelijks iets zien. Toen na drie minuten debutant Cees de Wolf, de vervanger van Piet Keizer scoorde, hadden de toeschouwers achter het doel van Ajax-keeper Gert Bals pas door dat er was gescoord toen het geluid van juichende toeschouwers als een soort wave hun vak bereikte. Een deel van de toeschouwers was overigens nog druk bezig met het aanmoedigen van Piet Keizer door middel van de kreet ‘Pietje, Pietje’. Zij hadden door de mist nog niet gezien dat Keizer niet meedeed.
Cees de Wolf (nummer 11) scoort de 1-0; foto Nationaal Archief; fotograaf onbekend
De spelers en het publiek juichen nadat Cees de Wolf heeft gescoord. Pas toen beseften de toeschouwers achter het andere doel dat Ajax had gescoord. Foto Jac de Nijs; Nationaal Archief.
Eigenlijk had de wedstrijd die avond nooit gespeeld mogen worden gespeeld, maar het Olympisch Stadion was met 64.000 toeschouwers uitverkocht en het bestuur van Ajax had dan ook graag dat de wedstrijd doorgang zou vinden, bang als ze waren voor de reacties van het publiek als de wedstrijd afgelast zou worden. Ook Liverpool wou wel spelen omdat ze de zaterdag er op tegen Manchester United moesten voetballen en een dag uitstel van de wedstrijd kwam hen daarom ook slecht uit. De Italiaanse scheidsrechter Sbardella werd vervolgens door de bekende Nederlandse scheidsrechter Leo Horn, die namens Ajax als scheidsrechtersbegeleider optrad, overgehaald om de wedstrijd door te laten gaan, met als argument dat staande op de middenlijn de beide doelen zichtbaar zouden zijn.
Scheidsrechter Sbardella, vierde van links, voorafgaand aan de wedstrijd; tweede van rechts Leo Horn, derde van links Ajax-voorzitter Jaap van Praag. Foto Jac de Nijs; Nationaal Archief.
Misschien kon de scheidsrechter beide doelen net zien, de meeste toeschouwers beslist niet.
Cruijff in de aanval. Ergens in de mist moet aan de overkant het andere doel zich bevinden; Foto Jac de Nijs; Nationaal Archief.
Over deze wedstrijd doen vele verhalen de ronde, de een nog mooier dan de andere, maar lang niet allemaal waar. Zo is bijvoorbeeld het verhaal dat Bill Shankly, de toenmalige manager van Liverpool, Ajax niet van tevoren had bekeken, omdat dat clubje toch niets kon zijn, niet waar. Hij had wel degelijk een wedstrijd van Ajax bezocht om het team te kunnen analyseren. Op 20 november 1966 bekeek hij namelijk Ajax – Telstar. Na afloop werd Shankly om zijn mening over de wedstrijd gevraagd. Hij prees vooral Telstar.
Bill Shankly, de kleine man tweede van links, voorafgaand aan de wedstrijd
Wat wel waar is het verhaal dat Sjaak Swart vlak voor rust het veld uit liep. Hij had een fluitje gehoord en dacht dat dat het rustsignaal was. Toen hij de catacomben wou binnen lopen, kwam hij een bestuurslid tegen die hem verbaasd vroeg wat hij daar kwam doen. “Nou, het is toch rust”. Swart kreeg te horen dat ze nog bezig waren en dat hij als de donder weer het veld in moest. Hij holde het veld op, kreeg direct de bal toegespeeld, dribbelde naar de achterlijn en uit zijn voorzet werd de 4-0 gescoord. De scheidsrechter had helemaal niet gemerkt dat Swart even van het veld af was geweest. Evenmin zag hij dat tijdens de wedstrijd Shankly af en toe gewoon het veld inliep om zijn spelers aanwijzingen te geven. Het hielp niet. Ajax won de mistwedstrijd uiteindelijk met 5-1.
Terug in Engeland verklaarde Shankly in een discussie met een groepje supporters van de Spion Kop, die kwamen vragen hoe dit nu allemaal zo had kunnen gebeuren, dat het zaakje in Engeland wel recht gezet zou worden. Een nulletje of zeven of zo. De keeper van Ajax, Gert Bals, was buitengewoon zwak zei hij, die zou bij Liverpool nog niet eens in aanmerking komen voor het twaalfde team.
Piet Keizer deed tijdens de uitwedstrijd weer mee, Cruijff scoorde twee keer en keeper Gert Bals keepte, zoals de supporters van de Spion Kop pal voor hun neus konden zien, een dijk van een wedstrijd. De return eindigde in een 2-2 gelijkspel.
14 december 1966: Liverpool – Ajax 2-2-; Johan Cruijff soleert door de defensie van Liverpool; foto Ron Kron; Nationaal Archief
De oude Spion Kop tribune van Liverpool in 1983; foto Steve Daniels; Wikipedia
Wat veel supporters van de Spion Kop waarschijnlijk niet wisten, was dat hun befaamde tribune haar naam te danken had aan een andere roemruchte gebeurtenis in de dichte mist, namelijk een veldslag tijdens de Tweede Boerenoorlog in Zuid-Afrika.
De Tweede Boerenoorlog was een oorlog tussen de Afrikaners (afstammelingen van Nederlandse kolonisten) en het Britse Rijk. De oorlog, die duurde van 1899 tot 1902, werd gewonnen door de Engelsen en zou een einde maken aan het bestaan van de Boerenrepublieken Transvaal en de Oranje Vrijstaat. In de oorlog vochten overigens 2.000 Nederlanders als vrijwilliger mee met de Boeren.
In het begin van de oorlog waren er enkele successen voor de Boeren, zoals de veldslag op de Spionskop. Deze vond plaats op 23 en 24 januari 1900. De Boeren omsingelden in die periode een plaats genaamd Ladysmith, 230 km ten noordwesten van Durban en 365 km ten zuiden van Johannesburg. Een Britse legermacht van ongeveer 1700 man werd er op uitgestuurd om de Engelsen in Ladysmith te ontzetten. Vlak voor Ladysmith lag een viertal heuvels: Goenkop, Conical Hill, Spionkop en Twin Peaks, samen de Drakenbergen genaamd. Wie deze heuvels beheerste, had controle over de toegang tot Ladysmith. De Boeren hadden hun stellingen betrokken op Twin Peaks en op Goenkop en een klein deel lag op de Spioenskop, zoals de berg op zijn Zuid-Afrikaans heette. Kop betekent ‘heuvel’ op zijn Zuid-Afrikaans.
Boeren op de Spion Kop heuvel; foto afkomstig uit ‘The Project Gutenberg EBook of With the Boer Forces, by Howard C. Hillegas. 1900’
De Engelsen onder leiding van Generaal-Majoor Sir Edward Woodgate besloten om de Spionkop te bezetten. Dit was de hoogste heuvel en vandaar uit zouden ze de overige heuvels kunnen beschieten. Althans, zo was het plan. In de avond van 23 januari 1900 marcheerden de Engelsen de 400 meter hoge heuvel op, die op dat moment in de dichte mist lag. Bovenop de top, althans de Engelsen dachten door de dichte mist dat ze op de top zaten, kwamen ze 15 man van het Boerenleger tegen, die verjaagd werden. Eén Boer kwam hierbij om het leven en zijn graf ligt vandaag de dag nog steeds op de Spionkop. De Engelsen groeven zich in, wat door de rotsachtige bodem zeer moeizaam ging. Veel dieper dan 40 centimeter kregen ze hun loopgraven niet uitgegraven.
De volgende morgen trok de mist langzaam op en toen zagen de Engelsen dat ze zich enorm vergist hadden. Ze zaten niet bovenop de Spionskop maar op een valse top, een lager gedeelte van de heuvel. De Boeren op de twee omringende bergen zaten hoger, evenals de gevechtseenheid van de Boeren boven op de echte top van de Spionskop. Zo gauw de Boeren de Engelsen zagen, openden ze het vuur op. De Engelsen genoten in hun ondiepe loopgraven nauwelijks enige bescherming. Hoewel de Engelsen in de loop van de dag nog wel wat kansen kregen op succes tijdens deze strijd, trokken ze zich aan het eind van de dag terug van de Spionskop met achterlating van 332 doden, waaronder generaal Woodgate en 563 gewonden.
Pagina van de site van het Nationaal Archief. De toelichting luidt: “Britse lijken op het slagveld van Spionkop op 23-24 januari 1900, tijdens de vijfde maand van de Boerenoorlog. Deze foto is gemaakt door Van Hoepen (Pretoria) en meegenomen door de Nederlandse ingenieur Martinus Middelberg, werkzaam bij de Nederlands-Zuidafrikaanse Spoorweg Maatschappij; Datum 23 januari 1900″
Een deel van de gewonden werd door het ´Indian Ambulance Corps´ van de berg gehaald. Dit medische team was opgericht door Mahatma Gandhi, die latere geweldloze Indische leider in de strijd om de onafhankelijkheid van India. Maar in die tijd woonde hij in Zuid Afrika en was die dag ook aanwezig op de Spionkop waar hij als brancarddrager fungeerde.
Hoe komt nu een tribune in Liverpool aan de naam Spion Kop? Dit zit zo. Aan het einde van de negentiende eeuw werd voetbal in Engeland steeds populairder. De clubs gingen grote tribunes bouwen. Deze tribunes werden in eerste instantie alleen aan de lange zijkanten van het veld opgericht. De grond die uitgeschept werd om deze tribunes te kunnen bouwen werd achter de doelen gekieperd, waardoor daar kunstmatige heuvels ontstonden. Om de nieuwe zijtribunes te kunnen bekostigen, werden de prijzen van de toegangskaartjes voor de nieuwe zijtribunes verhoogd. Het gewone volk had hier geen geld voor en ging mokkend op de heuvels achter de doelen staan.
De soldaten die op de Spionkop in Zuid-Afrika gevochten hadden en die via havensteden als Liverpool weer teruggekeerd waren in Engeland behoorden tot het gewone volk en gingen bij hun clubs daarom achter het doel op de heuvels staan. Bij Liverpool stonden relatief veel jongens die op de Spionskop hadden meegevochten op de heuvel achter het doel en ter herinnering aan hun gevallen kameraden noemden ze hun heuvel bij Liverpool de Spion Kop. Het was de Liverpoolse krant ‘The Liverpool Echo’ die als eerste over deze bijnaam schreef. Toen tijdens het seizoen 1905- 1906 ook een nieuwe tribune op de heuvel werd gebouwd, stelde een zekere Ernest Jones voor om van deze bijnaam de officiële naam van de tribune te maken, dit als eerbetoon voor de Britse soldaten die gesneuveld waren op de Spionkop in Zuid-Afrika. De voetbalclub Liverpool nam dit idee over en de tribune kreeg de naam Spion Kop.
In 1924 werd de Spion Kop overdekt. In 1977 kwam er een afrastering voor de tribune om te voorkomen dat fans het veld op konden lopen. Deze afrasting werd na de ramp van Hillsborough in 1989, waarbij 96 Liverpool-fans tegen de afrastering van het Hillsborough-stadion in Sheffield werden doodgedrukt, weer weggehaald. Tevens verordende de Engelse voetbalbond dat voetbalstadions voortaan alleen nog maar tribunes met zitplaatsen mochten hebben. In mei 1994 werd daarom de oude legendarische Spion Kop afgebroken en vervangen door een nieuwe tribune met alleen zitplaatsen. Na de laatste match van Liverpool tegen Norwich City aan het einde van het seizoen 1993-1994 hielden de fans als eerbetoon aan The Kop een ‘stay-behind’. De supporters op de Kop wilden niet naar huis. Deze keer waren het niet de Boeren maar de politie en stewards die er aan te pas moesten komen om de Spion Kop te ontruimen. Alleen ging dat heel wat vreedzamer dan 94 jaar eerder.