Kinderen die het beste met je voor hebben

Op de site van de NRC stond vandaag dit leukje Ikje geschreven door Thea Brüggen.

Als remedial teacher op een basisschool word ik de laatste tijd geregeld voor de klas gezet om zieke of overspannen collega’s te vervangen. Deze keer is groep 3 aan de beurt. De leerlingen zijn in de week daarvoor al een hele dag naar huis gestuurd omdat er niemand beschikbaar was. Daar hebben ze duidelijk erg van genoten. Als ik tijdens het rekenen aan ze vertel dat ik wel een tijdje hun juf zal blijven, zegt een leerling hoopvol: „Maar jij kunt toch óók ziek worden?” Ik zeg dat ik hen moet teleurstellen. Ik ben namelijk nooit ziek. De hele klas kijkt me stomverbaasd aan. Ze kunnen zich er niet bij neerleggen, want ik hoor een andere leerling zeggen: „Maar je bent best oud, kun je dan niet doodgaan?”

Dit doet me denken aan die keer dat ik op het schoolplein stond te wachten op de jongste dochter. Ze zat in groep 2. Marijke wilde graag een hond maar dat kon niet. Ik was allergisch voor hondenharen. Blijkbaar had de dochter de reden waarom ze geen hond mocht op school verteld, want toen de school uitging kwam een meisje uit Marijke’s klas op me aflopen.

Vader van Marijke, als u dood bent, dan mag Marijke toch wel een hond hè?” vroeg ze. Ik keek haar aan. “Ja hoor, dan mag het wel.” antwoordde ik. Het meisje holde naar Marijke toe om haar het goede nieuws te vertellen.

(Nu zult u misschien denken, hé, heeft hij hier niet al een keer eerder over geschreven? Dat klopt, in december 2017. Ik was dat even vergeten, maar pas nadat ik dit getypt had, schoot het me weer te binnen. Maar omdat het zo goed past bij het ikje – en omdat ik het al had getypt; zonde van het werk anders – hier dus nogmaals deze anekdote. Bovendien, herhaling is de kracht van de reclame.)

Enfin, bijna twintig jaar later hebben we nog steeds geen hond. Gelukkig maar.