De dokter als detective

Sinds gisteren is Roodeschool niet meer het meest noordelijke treinstation. De Hogelandlijn van Groningen naar Roodeschool is nu doorgetrokken naar Eemshaven. Het Journaal en diverse kranten besteedden er aandacht aan.

De verhalen deden me denken aan een verhaal dat wijlen mijn schoonvader mij eens vertelde. Hij was in de jaren vijftig en zestig huisarts in Uithuizen. Op een gegeven moment kreeg hij steeds meer patiënten langs met een bepaalde ziekte. Ook zijn collega’s in Winsum en Roodeschool zagen een grote toename van het aantal patiënten met die ziekte. Ze gingen in overleg en kwamen tot de conclusie dat er vermoedelijk ergens in het Groninger Hogeland een patiënt X moest rondlopen die de bron van dit alles was en voor de besmetting zorgde.

Maar waar die te vinden? Het viel de dokter-detectives op dat er onder de patiënten relatief veel middelbare scholieren zaten. Die groep werd daarom uitgebreid geanalyseerd. Ze woonden niet in dezelfde plaats. Ze bleken ook niet op dezelfde middelbare school te zitten. Ook gingen ze niet naar dezelfde uitgaansgelegenheden of deden aan dezelfde sport.

Het leek een groot raadsel totdat ontdekt werd dat ze allemaal in Groningen op een middelbare school zaten en elke dag met de trein heen en weer reisden. Misschien reisde patiënt X ook wel elke dag met die trein. Een onderzoek onder de treinreizigers leverde inderdaad patiënt X op. Het was de conducteur van het lijntje naar Roodeschool.

Tja, het Hogeland. Ede Staal zou zeggen: “t Is de lucht achter Oethoezen / ’t Is ’t torentje van Spiek /  ’t Is de weg van Lains noar Klooster / En de Westpolder langs de diek

ede staal