Weggestuurd van de Olympische Spelen

Turner Yuri van Gelder is vanwege alcoholgebruik naar huis gestuurd.  Van Gelder had zijn plaatsing voor de Olympische finale op het onderdeel ringen buiten het Olympisch dorp gevierd. Onbekend is of hij dit in het Holland Heineken House deed, thuis bij zijn Braziliaanse vriendin of elders. Van Gelder had in ieder geval ‘de normen en waarden die gelden binnen TeamNL en de KNGU-turnploeg op grove wijze overschreden’ aldus een mail van de afdeling persvoorlichting van NOC*NSF.

Van Gelder is niet de eerste Olympiër die vanwege alcoholgebruik naar huis is gestuurd. De beroemdste persoon die vanwege alcoholgebruik niet aan de Olympische Spelen mocht deelnemen was de Amerikaanse zwemster Eleanor Holm. In 1932 was ze Olympisch kampioene geworden, maar deze titel kon ze in 1936 niet verdedigen, omdat ze op weg naar Berlijn door het hoofd van de Amerikaanse ploeg, Avery Brundage – de latere baas van de IOC –   wegens wangedrag uit de Amerikaanse ploeg werd gezet. Over het wegsturen van Holm heb ik in 2005 voor mijn toenmalige rubriek ‘Het Nutteloze Kennisparadijs’ in de Volkskrant de volgende column geschreven:

Eleanor Holm werd op 6 december 1913 geboren in Brooklyn, New York. Haar familie had een zomerhuisje in Long Beach en de jonge Holm zwom daar graag en veel – ‘om indruk te maken op de knappe strandwachten”. Ze bleek een zwemtalent te zijn en toen ze dertien was, werd ze Amerikaans kampioene op de 100 meter rugslag. Een jaar later haalde ze op die afstand op de Olympische Spelen van Amsterdam de vijfde plaats. Vier jaar later werd ze in Los Angeles Olympisch kampioene.

Ze had hierbij in zoverre geluk dat haar grootste concurrente, de Nederlandse Marie ‘Zus’ Braun, de Olympisch kampioene van vier jaar eerder, door een merkwaardig voorval werd uitgeschakeld.

Zus Braun zat op de tribune naar de zwemwedstrijden te kijken. Opeens voelde ze een scherpe steek in haar kuit. Het gevolg was een fors opgezwollen been, hoge koorts en uiteindelijk een verblijf van twee maanden in een Amerikaans ziekenhuis. Een insectenbeet luidde de verklaring maar zelf geloofde Zus Braun daar niet zo in. Bij terugkomst in Nederland vertelde ze aan de krant ‘Het Volk’:

‘Er wordt in Amerika zwaar gegokt op iedere wedstrijd. Er waren mensen die er belang bij hadden dat ik niet won. Het kan ook zijn dat vriendjes van mijn concurrente Eleanor Holm aan het werk zijn geweest. Zij kon een filmcontract krijgen, maar dan moest ze wel een gouden medaille winnen.’

Holm tekende geen filmcontract en bewijzen voor haar beschuldiging had Zus Braun niet.

In 1933 trouwde Holm met haar jeugdvriend Art Jarret. Hij was musicus en nadat hij zijn eigen orkest had gevormd, fungeerde Holm geregeld als zangeres. Bij optredens in nachtclubs zong ze, gekleed in een wit badpak, witte hoge laarzen en een witte cowboyhoed, liedjes als ‘I’m an old cowhand from the Rio Grande.’

Haar zwemcarrière leek voorbij, maar een maand voor de Amerikaanse selectiewedstrijden voor de Olympische Spelen van Berlijn van 1936 stopte Holm met optredens. Ze ging fanatiek trainen, zwom een wereldrecord en werd in de Amerikaanse Olympische ploeg opgenomen.

De Amerikaanse ploeg vertrok per boot naar Europa. De officials reisden eerste klas, de atleten waren in de derde klasse ondergebracht. Alle vrouwelijke deelnemers hadden een chaperonne, die er op toe moest zien dat de meisjes op tijd naar bed gingen. Holm vond dat maar niets. Zij was het leven van de nachtclubs waar zij en haar man optraden gewend. Geregeld werd ze door eersteklas passagiers uitgenodigd champagne te komen drinken, aan welke uitnodigingen ze graag gehoor gaf.

Bij één van die gelegenheden kwam haar chaperonne haar om negen uur halen om haar naar bed te sturen. Ze stuurde haar weg met de woorden: ‘Oh, is het bedtijd? Wie heeft zich nou geplaatst voor de Olympische Spelen, jij of ik?’ Daarop kreeg ze een officiële waarschuwing van de teamleiding.

Toen de boot een tussenstop in Cherbourg, Frankrijk maakte, mochten de sporters, in tegenstelling tot de officials niet van boord. Holm, die zich enorm verveelde, begon om geld te dobbelen met enkele meereizende journalisten. Ook werd er de nodige hoeveelheid alcohol genuttigd. Toen de officials terugkwamen, troffen ze Holm in tamelijk lavenloze toestand aan. Het conservatieve hoofd van de Amerikaanse ploeg, Avery Brundage – het latere hoofd van de IOC –  zette haar daarop wegens wangedrag uit de ploeg. Een handtekeningenactie van zo’n honderd sporters, onder wie sprinter Jesse Owens, mocht niet baten.

Toch zou Holm acte de présence geven op de Olympische Spelen. Niet als sporter maar als ‘columniste’ voor de krant ‘International News’. Ze werd het middelpunt van het societygebeuren tijdens de Spelen. Ze werd op alle party’s van de Nazi-top uitgenodigd en genoot van de aandacht. ‘I had such fun. Goering was fun, he had a good personality. So did the one with the clubfoot’ – daarmee bedoelde ze Goebbels. Zelfs Hitler kwam bij Holm informeren of ze inderdaad dronken was geweest.

Holm vertrok als sporter naar de Spelen en kwam terug als beroemdheid.  In 1937 trad ze in Cleveland op in het waterspektakel ‘Aquacade’, georganiseerd door de beroemde Broadway-producer Billy Rose. De Aquacade was een drijvend amfitheater met musicalliedjes, waterballet en zo’n honderd zwemmers, waaronder naast Holm ook olympisch zwemkampioen en Tarzanvertolker Johnny Weismuller. In 1939 organiseerde Rose ook in New York een dergelijke show met Holm in de hoofdrol. De cast bestond deze keer zelfs uit 500 man, die 39 keer per week optraden. Holm lag zo vaak in het water dat haar haar door het chloor groen verkleurde.

Tussen deze twee shows in speelde Holm in 1938 Jane in de film ‘Tarzan’s Revenge’. Echt goede filmkritieken kreeg ze niet. Zo zei de bekende artieste Fanny Brice over Holm: ‘Wet, she’s a star. Dry, she ain’t.” Brice was niet geheel objectief. Holm had namelijk een relatie gekregen met haar echtgenoot, de eerder genoemde Billy Rose.  Nadat ze beide gescheiden waren, trouwden Holm en Rose in 1939. In 1954 zou dit huwelijk eindigen in een tumultueuze scheiding, die bekend werd onder de naam ‘The war of the Roses’.