Vogels tellen (2)

Wij wonen in de vogelbuurt: Houtduiflaan, Eksterlaan, Merellaan, Kwikstaartlaan…. en zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan. Dat wij daarom mee deden aan de Nationale Vogelteldag lag dan ook voor de hand. Vorig jaar deden wij dat ook. Gedurende een half uurtje moest je de vogels in je tuin tellen. Van elk soort gaf je het hoogste aantal op dat je tegelijkertijd in de tuin zag. Dus niet het totaal van alle mussen dat gedurende dat half uurtje je tuin in en uit vloog, maar het hoogste aantal. Dit om de vogels die expres de hele tijd  van de ene tuin naar de andere vlogen en weer terug  –  dit om de telling te beïnvloeden –  de wind uit de vleugels (lees de zeilen) te nemen.

We zagen dit jaar minder vogels dan vorig jaar. Toen telden we in een half uurtje tijd vijf koolmezen, vier Vlaamse gaaien, 1 ekster en 1 pimpelmees. Nu maar twee koolmezen, één pimpelmees en één roodborstje.  Nu is het wel zo dat we deze laatste eigenlijk wel voor drie hadden mogen tellen. Het was een joekel van een roodborstje, zeg maar gerust roodborst.

roodborstje

Dit roodborstje hoeft niet bijgevoerd te worden.