Vorig weekend liepen wij de NS-wandeling van Zutphen naar Olst. In Deventer kwamen wij langs de plek waar vroeger het IJsselstadion lag. Het stadion bestaat niet meer. Het is nu een braakliggend terrein. De ijsbaan ligt tegenwoordig aan de andere kant van de stad. Maar in 1968 lag de ijsbaan er nog zo bij.
Foto: Collectie Spaarnestad; Nationaal Archief; fotograaf onbekend
Nostalgisch keek ik naar de plek. Ooit zag ik hier als kleine jongen – wij woonden vroeger op een paar kilometer afstand van het stadion – hoe de Noor Fred Anton Maier er tijdens een schaatsinterland tussen Nederland en Noorwegen (dat soort wedstrijden had je toen nog) een wereldrecord op de 5000 meter reed. Hij reed een tijd van 7.26,2. Dat was toen ongelooflijk snel. Het huidige wereldrecord van Sven Kramer staat overigens op 6.03,32.
Ik heb ook nog andere herinneringen aan die dag. Daarover schreef ik in 2005 in de Volkskrant – in die tijd schreef ik voor die krant de wekelijkse rubriek ‘Het Nutteloze Kennisparadijs’ – onder de titel ‘Per Willy Guttormsen’ de volgende column – de foto’s, afkomstig uit het Nationaal Archief, stonden er toen niet bij; die heb ik er nu bij gezocht.
‘Per Willy Guttormsen’
‘Aan het eind van de jaren zestig van de vorige eeuw was het schaatsen ongekend populair in Nederland. Het waren de tijden van Ard en Keessie, van Peter Nottet, Jan Bols en Eddy Verheijen. Toen op 6 en 7 januari 1968 in Deventer een schaatsinterland tussen Nederland en Noorwegen werd gehouden, trok deze wedstrijd duizenden toeschouwers. Na afloop verzamelde de jeugd, waaronder schrijver dezes en een vriendje, zich bij het stadion om handtekeningen te bemachtigen. Nadat wij de handtekening van Kees Verkerk hadden gekregen, sloten we achteraan aan bij de rij voor Ard Schenk. Het was een lange rij. Hij was populair.
Op een gegeven moment was Ard Schenk nog de enige schaatser die handtekeningen aan het uitdelen was. De overige schaatsers waren klaar en zaten al in de bus. Wij stonden geduldig te wachten, maar net toen wij aan de beurt waren, hield hij er opeens mee op en liep naar de bus. Niet dat dat enige haast had – de chauffeur van de bus was nog in geen velden of wegen te zien.
Verbijsterd keken wij, de enige twee jongetjes in Deventer zonder de handtekening van Ard Schenk, hoe hij in de bus ging zitten. Een jongeman die voor hem in de bus zat en het tafereel had gezien, draaide zich naar hem om. Hij wees naar ons en zei iets. Ard Schenk schudde van nee, zei wat en ging nors naar buiten zitten kijken. Daarop stapte de jongeman uit de bus en liep naar ons toe. Vriendelijk vroeg hij: “He is tired. Do you want my autograph instead?” Hoewel we geen idee hadden wie hij was, knikten we bedeesd en zeiden: “Yes sir”. Hij zette met zorg zijn naam in onze schriftjes, aaide ons over de bol en ging weer in de bus zitten. We keken naar het blaadje. Met zwierige letters stond er geschreven: ‘Per Willy Guttormsen’.
7 januari 1968; Schaatsen Nederland tegen Noorwegen. Ard Schenk (links) in duel met Per Willy Guttormsen op de 500m. Fotograaf: Ron Kroon, Anefo; Nationaal Archief
Mijn vriendje kende de naam. “Da’s een Noorse stayer, die is heel goed op de tienduizend kilometer” zei hij. Vanaf die dag was Per Willy onze held. Groot was dan ook ons verdriet toen hij een maandje later tijdens de Olympische Spelen van Grenoble op zowel de vijf als op de tien kilometer net buiten de medailles viel. Op beide afstanden werd hij vierde.
15 februari 1968; Olympische Winterspelen te Grenoble. Per Willy Guttormsen (Noorwegen) in actie op de 5000 meter. Fotograaf: Ron Kroon, Anefo; Nationaal Archief
Toch zou Per Willy dat seizoen geschiedenis schrijven. Tijdens de recordraces in Inzell in maart 1968 verbeterde hij met vier seconden het oude wereldrecord van Fred Anton Maier op de tien kilometer. Zijn tijd van 15 minuten en 16,1 seconden zou een klein jaar blijven staan. Toen verpulverde Kees Verkerk met zijn befaamde 15.03,6 het record.
Over het record van Per Willy wist de inmiddels overleden radio- en televisiepresentator Henk Terlingen altijd een fraai verhaal te vertellen.
Henk Terlingen in 1973; Foto: Hans Peters, Anefo; Nationaal Archief
Terlingen was door de televisie naar Inzell uitgezonden om verslag te doen van de wedstrijden. Hij had er niet veel zin in en vatte zijn taak niet al te serieus op. Op de avond voor de wedstrijd belandde hij in een plaatselijke bar en raakte daar in gesprek met een sympathieke Noor. Ze zakten samen door en toen de bar sloot, stond Terlingen niet al te vast meer op zijn benen. De volgende morgen versliep Terlingen zich grandioos en toen hij eindelijk met een kater in het stadion arriveerde, had Per Willy al zijn wereldrecord gereden. Bij de huldiging herkende Terlingen hem. Het was zijn drinkmaatje van de avond ervoor. Het zou het enige wereldrecord blijven dat Per Willy Guttormsen ooit reed.”