Vond ik gisteren zestig jaar al oud, vandaag staat er in De Volkskrant een artikel over een bijeenkomst van 100-plussers. Verslaggever Toine Heijmans schrijft over een onderzoek van dr. Henne Holstege van het VUmc Alzheimercentrum. In het kader van haar onderzoek volgt zij 150 fitte honderdplussers. Ze wil graag weten waarom deze mensen gezond honderd jaar en ouder worden, terwijl anderen ter prooi vallen aan Alzheimer. Zesentwintig van deze krasse knarren (mijn woorden) zijn bij elkaar gekomen in de dierentuin in Rhenen. Ze worden toegesproken door de dokter. Ze had verwacht, zo schrijft Toine Heijmans, dat tijdens haar onderzoek een behoorlijk aantal van haar onderzoekspopulatie snel zou sterven: “Maar u sterft helemaal niet! U bent er nog steeds”
Volgens de dokter is honderd worden een kwestie van geluk hebben, het zou vooral in de genen zitten. Ik hoop dat er ook nog andere factoren zijn, want voor wat betreft mijn genen zit ik een beetje problematisch. Aan de vrouwelijke kant zit ik nog wel redelijk goed (mijn ene oma werd 97 jaar, mijn andere oma 86 jaar; mijn moeder 88 jaar) maar aan de mannelijk kant sta ik er niet zo goed voor: weliswaar telt de 65 jaar van mijn vader niet echt (hij stierf aan de gevolgen van een verkeersongeval) maar mijn opa’s zijn allebei niet ouder geworden dan 75 jaar. Van de genen moet ik het dus niet hebben, maar wellicht is er nog een andere factor die bijdraagt aan een hoge leeftijd.
Daarom maar eens op Google gezocht op interviews met honderdplussers en gekeken of er een GGD is om oud te worden. (Met een GGD bedoel ik in dit geval niet de ‘Gemeentelijke Gezondheidsdienst’ maar de Grootste Gemene Deler.) Is er een factor die deze eeuwelingen gemeenschappelijk hebben?
Op het AD tref ik een artikel aan uit maart 2014 over de op dat moment oudste levende mens ter wereld, de 116-jarige Japanse Misao Okawa. Haar geheim om oud te worden: “Eet veel sushi, slaap acht uur per nacht en blijf altijd rustig”. Ook mocht ze graag makreel eten. Een jaar later werd ze naar aanleiding van haar 117e verjaardag wederom geïnterviewd. Haar geheugen was er in dat jaar blijkbaar behoorlijk op achteruit gegaan, want toen ze weer de vraag naar het geheim van haar lange levensduur kreeg, antwoordde ze deze keer: ”Daar ben ik ook nieuwgierig naar.” Ze overleed een paar weken later.
Maar goed, die vis spoort wel met wat Hendrikje van Andel-Schippers – zij is 115 jaar oud geworden en daarmee de oudste Nederlander ooit (“Ik ben te vroeg geboren en ga te laat dood” zei ze ooit eens als grap) – als verklaring gaf waarom ze zo oud was geworden. Zij zei in een interview dat ze haar hoge leeftijd te danken had aan pekelharing. Sushi, makreel, pekelharing, wil ik wel oud worden? Ik hou helemaal niet van vis.
Gelukkig is er ook nog Jeanne Calment. Nooit is er iemand ouder – althans officieel erkend – geworden dan deze Française. Ze werd 122 jaar en 164 dagen. Haar geheim: veel olijfolie (zelfs als huidzalf), flink wat port en chocolade. Vooral die chocola bevalt mij wel. Overigens is Calment ouder geworden dan dat volgens de Bijbel mogelijk is. Volgens Genesis 6.3 kan de mens namelijk niet ouder worden dan 120 jaar: “Toen zeide de HEERE: Mijn Geest zal niet in eeuwigheid twisten met den mens, dewijl hij ook vlees is; doch zijn dagen zullen zijn honderd en twintig jaren.” Calment sprak dan ook altijd de laatste twee jaar van haar leven: “God is mij vergeten”.
Momenteel is met haar 116 jaar, de Amerikaanse Susannah Mushatt Jones, geboren op 6 juli 1899, de oudst levende mens ter wereld. Haar geheim is veel slapen. Per 6 oktober 2015 ziet de lijst van de oudst geworden mensen ter wereld er volgens de Wikipedia als volgt uit. De groen gearceerde zijn de nog levende mensen.
(Even klikken op deze lijst om hem goed te kunnen lezen)
Als je de tabel bestudeert, dan zie je dat er nog maar twee personen in de wereld leven die in de negentiende eeuw zijn geboren. De op twee na oudste nog levende persoon (de derde groen gearceerde) is in 1900 geboren.
Tot slot, ik moet opeens denken aan de oma van een jongen uit mijn studentenflat. Zij zat in een bejaardenhuis en had nog maar één doel in haar leven. Ze wilde de oudste persoon in haar bejaardentehuis worden, maar helaas voor haar woonde er in het bejaardentehuis nog een man die ouder was dan zij. Elke keer als haar kleinzoon bij haar op bezoek kwam, vroeg ze: ”Is die verrekte vent nou nog niet dood?”